ft-1
OFFICIEREN IN
BEROEP WEGENS TE
HOGE STRAFFEN
Rechtspreken
mr. Muntendam
doet veel
stof opwaaien
„Parachutespringen
iets heel anders
dan die eeuwige
strandvakantie
mmwm
r* -
king: „Ik kan me niet voorstellen dat de politie dit
soort fouten maakt". Toch zijn politiefunctionaris
sen ook mensen. Fouten maken is menselijk. Komt
vast te staan dat een wettelijk voorschrift niet is
nagekomen, dan volgt in dergelijke gevallen
meestal vrijspraak.
„Wou u nog wat zeggen?"
Politierechter mr. Muntendam heeft weinig op met
bijvoorbeeld hulpverleners van de reclassering of
andere instellingen. Deze functionarissen vergezel
len hun cliënten naar de strafzitting. Indien ge
wenst kunnen zij de zaak van hun cliënt nader toe
lichten. Mr. Muntendam echter negeert ze bij voor
keur. Ook advocaten lijken door deze politierech
ter meer als overbodige figuranten te worden be
schouwd dan als volwaardige juristen. „Wou u nog
wat zeggen?" vroeg mr. Muntendam niet zo lang
geleden aan een Groninger strafpleiter, daarbij na
drukkelijk op de klok kijkend. „Je krijgt het ge
voel", zo zei de betrokken advocaat na afloop van
de zitting, „dat je net zo goed tegen een tafelpoot
kunt praten. Natuurlijk wil ik wat zeggen. Ik sta
daar niet voor joker".
Aan het aanhouden van strafzaken heeft de heer
Muntendam een duidelijke hekel. Zelfs in gevallen,
waar de wet dat voorschrijft, probeert hij de straf
zaak toch door te laten gaan. Pas na hardnekkig
aandringen van de officier, zoals niet lang geleden
is gebeurd, zwicht de politierechter tenslotte. Mr.
Muntendam springt enigszins achteloos om met
mui
'"J ONINGEN Een groep advocaten, die in het
r b indissement Groningen pleit bij strafzaken, had
vai jaar laatste periodieke bijeenkomst een bljzon-
atu' punt op de agenda staan. „Het recht spreken
n! politierechter mr. J. Muntendam". Over de wij-
j 0 waarop deze politierechter zijn taak opvat be-
it onder de advocaten een groeiende ongerust-
die kan uitmonden in het deponeren van een
it bij de deken van de orde van advocaten in
.lingen, mr. J. J. Seidel. De deken zal zich als
9 b |e klacht gegrond acht, tot de president van de
0 ïtbank, mr. G. Overdiep, wenden. Zover is het
ik» nwel nog niet.
5t janks de 66-jarige leeftijd van de heer Munten-
w i mag zijn ervaring in het rechtspreken heel pril
31 n rden genoemd. Om precies te zijn doet hij dat
,v'° sinds vorig jaar. Voor die tijd vervulde hij een
je loopbaan als officier van justitie. De reputa-
die hij als officier heeft opgebouwd, is niet on-
19Jeeld gunstig. Een advocaat, die evenals ande-
EIJ<| hierna geciteerde confrères niet met name ge-
ar® md wenst te worden „het wereldje is maar
ser li" kenschetst hem als „de botste ooit
ww sgemaakt".
®yfcieren van Justitie gaan met pensioen op hun
jaar. Rechters niet. Die mogen doorgaan met
uitoefenen van hun ambt tot hun 70e. Mr.
rc« itendam voelde zich kennelijk nog niet geroe-
n tot de pensioenstaat. Hij wendde zich tot de
«rs,( sident van de Groninger rechtbank met het ver-
°P k of er voor hem een plaats vrij was als rechter.
bleek inderdaad het geval. De president droeg
voormalige officier voor en niet veel later be-
imde de minister hem tot rechter-plaatsvervan-
a<Ja itiSCh
balie in Groningen reageerde niet enthousiast
deze benoeming. Tijdens zijn officierschap had
heer Muntendam weinig interesse aan de dag
alt egd voor verdachten. Hij had uitsluitend oog
ser ir het mogelijk gepleegde delict. Het kritisch
mogen liet hem ook daarbij soms volstrekt in
steek. In dit verband mag herinnerd worden
de zaak van de Drentse amateur-archeoloog
leitrk Vermaning. Als hoofdofficier gaf mr. Munten-
9 P n het bevel tot zijn arrestatie. Achteraf is geble-
i dat de omstandigheden waaronder het een en
'e I jer gebeurde allesbehalve model kunnen staan
>okDr een brandschoon justitieel optreden. Verma
kt ig werd in hoger beroep vrijgesproken.
rolverwisseling Van strafvervolger naar rechter
alti je heer Muntendam niet op het lijf geschreven,
ige i een vergelijking te maken: Onlangs veroor
deelde politierechter mr. J. E. de Jonge een ver-
■na Chte tot tweeduizend gulden boete en een voor-
ardelijke ontzegging van het rijbewijs wegens
t rijden onder invloed. De verdachte was sterk
daihankelijk van zijn voertuig in verband met zijn
ten erk. Politierechter De Jonge betrok dat gegeven
motivering van zijn veroordeling. Dat is zo de
Jwoonte van politierechters. De volgende dag
nsc wcheen een andere verdachte wegens eenzelfde
3" yort delict voor de politierechter, die dit keer mr.
dam heette. Ofschoon deze verdachte iets
alcohol genuttigd bleek te hebben alvorens
het stuur te kruipen, legde de heer Munten-
'n twee weken onvoorwaardelijke gevangenis-
if op en een jaar ontzegging van het rijbewijs.
>mt vrijwel iedere andere rechter de moeite de
'rdachte uit te leggen waarom hij al dan niet ge-
aan de eis een bepaalde straf oplegt, mr. Mun-
30 idam laat hierover de verdachte volstrekt in het
ipfaewisse.
is opvallend dat bij het gerechtshof te Leeu-
ïe rden de vonnissen uit Groningen waartegen be-
/o sp wordt aangetekend, voor het merendeel ge-
zen zijn door mr. Muntendam. Eén voorbeeld:
te n verontwaardigde advocaat tekende onlangs
de middellijk hoger beroep aan tegen een veroor-
itt ling. Volgens de advocaat was het wettig bewijs
it geleverd, omdat de politie had verzuimd op
opfct buisje afgenomen bloed de naam van de ver-
s elite in te vullen. Ook hier ging het om een ver-
vil chte die onder invloed achter het stuur zou zijn
3Ü kropen. Het invullen van de naam is wettelijk
na orgeschreven. Politierechter Muntendam wuifde
>oi t bezwaar van de advocaat weg met de opmer-
ju
levensgevaarlijk te zeggen: dit type rechter bevalt
mij niet. Als men kritiek heeft op een rechter dan
staat dat vrij. Mr. Muntendam, kan men zeggen,
met een wat steile normhandhaving zou twintig
jaar geleden helemaal niet zijn opgevallen".
Maar we leven nu In 1981.
Mr. Overdiep: „Maar daarmee is niet dit type
rechtspraak veroordeeld. Het past misschien min
der in het gevoel van een aantal burgers. Maar an
dere burgers zullen zich hierin heel goed kunnen
vinden. Je kunt alleen maar zeggen dat de heer
Muntendam zijn tijd vooruit is. Aan de ene kant is
hij achter als hij misschien weinig rekening
houdt met de omstandigheden van de verdachte.
De tijd vooruit is hij in die zin dat we toch weer een
beetje de kant opgaan van het dadenrecht. Dat wil
zeggen: je kijkt als rechter in de eerste plaats naar
de gepleegde daad. Bijvoorbeeld ik zeg maar
wat voor het stelen van een fiets staat een half
jaar. Heb je een fiets gestolen dan krijg je een half
jaar. Ongeacht de omstandigheden. Ik ben niet de
gene die tegen de heer Muntendam zegt: jij moet
je houden aan wat wij zeggen of: dit gaat te ver
wat je daar nu gedaan hebt. Als de verdachte niet
tevreden is over zijn berechting dan moet hij in ho
ger beroep gaan".
Werkt het stelle type van rechtspreken rechtson
gelijkheid In de hand?
„Rechtsongelijkheid is er altijd. Iedere rechter is
verschillend. Als u in handen valt van een zacht ei.
nou, dan kan het best zijn dat u nog geld toe krijgt
ook (lacht bulderend). Als u zegt: er moet rechts
gelijkheid bestaan, dan moet u een computer op
de plaats van de rechter zetten. Vervolgens een
kaartje in de sleuf stoppen waarop staat wat u ge
daan heeft en dan rolt vanzelf uw straf uit de com
puter".
Met deze schets geeft u ons Inziens heel exact de
bezwaren weer, die tegen het optreden van de
heer Muntendam leven.
Mr. Overdiep: „Als rechter wil je vrij zijn in je wijze
van optreden. Je wilt dat zo doen dat je kunt zeg
gen: ik ben geen verantwoording schuldig aan een
ander. Dat is de basis van mijn werk. Dat kan ik
dus ook bij een ander niet blokkeren. Ik wil nie
mand uitsluiten die voor een krachtige normhand
having is. Dat ligt niet op mijn weg. Dat is een zaak
van je eigen geweten".
Is het dan een zaak van sterk geloof of geweten
als politierechter Muntendam na het uitspreken
van de eis door de officier herhaaldelijk de ver
dachte toespreekt met de woorden: „Dat valt u ze
ker mee, die eis van de officier. Maar bij mij komt
u er minder gemakkelijk vanaf". Om dan vervol
gens sterk boven die eis te vonnissen.
Mr. Overdiep: „Dat is inderdaad ongebruikelijk.
Maar er is geen wetsartikel dat de rechter verbiedt
om boven een officier uit te gaan. Het is alleen
hoogst ongebruikelijk".
De wet staat de rechter toe er een gewoonte van
te maken hoogst ongebruikelijk te vonnissen. Dat
is ook eigenlijk de essentie van dit verhaal niet.
Tenminste, zolang er nog een appèl tegen een
vonnis kan worden aangetekend. Het gaat over de
manier van optreden, de wijze van benaderen door
een politierechter. Wat kun Je daaraan doen? Het
lijkt iets ongrijpbaars. Maar bij het ministerie van
justitie heeft men over dit probleem toch minstens
nagedacht. Er staat een wet op stapel, die ver
moedelijk nog dit najaar in de Tweede Kamer be
handeld zal worden. Het is de wet, die betrekking
heeft op de aanstelling van een ombudsman bij
Justitie. Daarin is ook geregeld dat mensen, die
zich tijdens een rechtszitting onheus bejegend
voelen, zich rechtstreeks met hun klacht tot de
procureur-generaal van de Hoge Raad kunnen
wenden.
HANNIE JIPPES
FRED VERMEULEN
Advocaten lijken door mr. Muntendam meer als overbodige figuranten te worden beschouwd dan als
volwaardige juristen
procedurele voorschriften. Hij "hoort bijvoorbeeld
de verdachte te wijzen op zijn zwijgrecht. Dat ver
geet hij nogal eens. De vraag rijst of een vonnis in
zulke gevallen wel rechtsgeldig is.
Zedenzaken
Politierechter Muntendam botst overigens met de
regelmaat van een klok met de eisen van zijn vroe
gere collega's. Bij zedenzaken en diefstal is hij
sterk geneigd een vonnis te wijzen, dat ver boven
de eis van de officier uitgaat. Hoogst curieus is dat
in Groningen onlangs een officier zelfstandig appèl
heeft aangetekend tegen een vonnis van mr. Mun
tendam, dat meer dan het dubbele van de eis in
hield. Het betrof hier een zedendelict van minder
ernstige aard. De eis luidde: twee maanden voor
waardelijk. Mr. Muntendam vonniste vier maanden
onvoorwaardelijk. Intussen hebben meer officieren
zelfstandig hoger beroep ingesteld tegen vonnis
sen van mr. Muntendam, omdat zij de opgelegde
straffen te hoog vindenl
Het niet motiveren van zijn vonnissen en de vol
strekte desinteresse van politierechter Muntendam
voor verdachten, steekt de Groninger advocaten.
Onlangs verzuchtte een van hen uit pure wanhoop
in de wandelgangen van het gerechtsgebouw: „Wij
zouden iedere verdachte, die zonder advocaat
voor deze rechter aantreedt, gratis hulp moeten
bieden. Wij zouden dan na elk mondeling vonnis
een schriftelijke vonniswijzing van de heer Munten
dam moeten verlangen. In een dergelijke vonnis
wijzing is hij verplicht zijn beslissing met redenen
te omkleden". Dat de Groninger advocaten nog
geen gevojg aan deze suggestie hebben gegeven
ligt aan het simpele feit dat mr. Muntendam daar
van minder hinder zou ondervinden dan de toch al
overbelaste griffie.
Sterk geloof
Gelden er bepaalde criteria voor het benoemings
beleid van rechter-plaatsvervangers? Deze vraag
legden wij voor aan de president van de Groninger
rechtbank, mr. G. Overdiep.
„Meester Muntendam is bij mij gekomen en heeft
gevraagd of hij rechter in Groningen kon worden.
Ik heb hem voorgedragen. U moet daarbij beden
ken dat er een ernstig tekort aan rechters is. Dat
betekent dat je woekert met de krachten die je
krijgt aangeboden. Vroeger zou je misschien tegen
een gepensioneerde officier, die met zo'n vraag bij
je komt, zeggen: zou je dat nou wel doen? Nu zeg
je: ha, ik heb er weer een.
Wij hebben begrepen dat er binnen de strafrecht-
groep een groeiende onrust heerst over het optre
den van de heer Muntendam.
„De heer Muntendam hoort bij de groep, die wordt
gedragen door een sterk geloof. Hij is dus voor
normhandhaving. Dat is zijn goed recht. Ik vind het
gen dat een parachute niet openging? Nou dan".
Is ze dan helemaal niet nerveus geweest voor de
eerste sprong? „Zeker wel", antwoordt ze. „Het
gekke was dat ik een week voor de cursus erg ze
nuwachtig was. Op het moment dat ik voor de eer
ste sprong in het vliegtuig stapte, besefte ik dat ik
door moest gaan. Ik kon toch niet meer terug.
Maar het is me goed bevallen. Het is een heel
aparte ervaring, zo vrij in de lucht te zweven".
A-brevet
Een cursist die acht sprongen heeft gemaakt krijgt
het A-brevet. Bij die eerste acht sprongen opent
de parachute zich nog automatisch, omdat de chu
te aan een lijn in het vliegtuig zit en bij het verlaten
van het toestel die
lijn de chute open
trekt. Later leert de
cursist hoe hij zelf
zijn chute moet
openen. Nog weer
later bereidt hij zich
voor op een vrije
val. Er kan uiteinde
lijk wel vijftig secon
den zitten tussen
het moment waarop
de springer het
vliegtuig verlaat en
het moment waarop
hij zijn valscherm
opent.
De NNPC telt bijna
tachtig leden, voor
het grootste deel af
komstig uit de drie
noordelijke provin
cies. Eén keer in de
veertien dagen is er
een springweekend
op het vliegveld Eel-
de. Drie tot vier
keer per Jaar wor
den er beginners
cursussen georgani
seerd. Zo'n cursus kost 500,- en leidt op tot het
A-brevet. Instructeur Lammert Dijkstra: „De cur
sisten moeten zelf zorgen voor een medische keu
ring. Het is namelijk wel zo, dat je lichamelijk fit
moet zijn. Mensen met hartklachten, zwakke en
kels of kwetsbare ruggen, om maar een paar voor
beelden te noemen, kunnen er beter niet aan be
ginnen".
De laatste controle van de
tweede chute, voorhet
geval de eerste niet open
gaat.
Tlnie van Koningsveld heeft er geen spijt van aan
de cursus te zijn begonnen. Kan ze het aanbevelen
aan anderen? „Laat ieder die keuze maar voor
zich maken", zegt ze. „Het is in elk geval een hele
belevenis. Weer eens wat anders dan die eeuwige
strandvakantie in de zon".
e
mi (ELAND Het eiland Ameland met die vreemd
vu nkende dorpsnamen, zoals daar zijn Hollum,
aa dlum, Nes en Buren, beschikt over een klein
iai egveld. Dat kan worden gebruikt voor het maken
e n rondvluchten en in noodgevallen voor
ir t vervoeren van zieke eilandbewoners naar een
i g ikenhuis aan de vaste wal. Er wordt over gespro-
-art n om het vliegveldje op te heffen, in verband
et de kosten. „Dat mag nooit gebeuren!", zegt
Dflinmert Dijkstra van de NNPC, de Noordneder-
idse Parachutistenclub. De NNPC heeft vorige
Jïek voor het eerst in haar bestaan op Ameland
oefend. Hoe goed dat is bevallen kan uit die op-
1 erking van Dijkstra worden afgeleid,
it vliegveld van Ameland leent zich uitstekend
or het maken van parachutesprongen. Er is ei-
ii nlijk maar één
ctor waarmee re
ining gehouden
(i oet worden: het in
i pan gebouwde
egtuigje dat voor
ird ndvluchten wordt
di bruikt. Natuurlijk,
gr i het parachute
ert ringen spelen ook
r i weerselementen
in. n belangrijke rol.
>ti i veel wind of be-
rei liking maakt het
va ringen onmoge-
boMaar de NNPC
gel i haar cursisten
ibben voldoende
r& 'ede springdagen
>e had. afgezien dan
e£n de maandag,
tri en er een zeer
Je erke wind stond,
ire oensdagmorgen,
gelen uur. Twee meis
in s uit Leeuwarden,
ho hie van Konings-
ild (26) en Tineke
ul suben (27), maken
g[ 5h klaar voor de
n art. Tinie zal haar derde en Tineke haar vijfde
la 'rong gaan wagen. Op de rug de „koepel"-para-
t i 'ute, op de buik een reserveparachute voor het
w aval de koepel onverhoopt niet open zou gaan.
ia et is bewolkt, maar dat lijkt een sprong van 700
jk heter hoogte (beginnershoogte) niet in de weg te
t aan. Samen met instructeur Lammert Dijkstra-
i g tappen de meisjes in. Ze lachen, maar ondanks
n> ie lach is de gespannenheid te zien. De Cessna
lei ijgt op en klimt naar de vereiste hoogte. Al snel
m het vliegtuigje echter niet meer te zien door de
s< laghangende wolken, ledereen tuurt naar boven,
•ti aar de plek waar het brommende geluid van het
Ié liegtuigje is te horen. Dan sterft het lawaai plotse-
P9 weg: een teken dat men zich daarboven klaar
taakt voor de sprong. Even later ontvouwt zich
en vierhoekige parachute, die van Lammert Dijk
stra. Hij laat zien waartoe hij in de lucht in staat is
en komt exact neer op de door hem tevoren aan
gekondigde plaats, op luttele meters afstand van
de plek waar hij vijf minuten eerder instapte.
Even later landt het vliegtuigje met Tinie en Ti
neke. Ze vinden het jammer dat de sprong niet
door is gegaan, alhoewelTineke zat hem te'
knijpen toen ze door de wolken vlogen, bekent ze.
„Maar dat hadden ze me tevoren al gezegd. Na
een paar sprongen slaat de angst .Je in de benen.
Die fase moet je door, dan is er verder niets aan
de hand". Laconiek leggen de twee cursisten hun
bepakking neer, gaan in het gras zitten en zien tot
hun verbijstering dat de bewolking wegtrekt en er
zich forse blauwe stukken hemel ontplooien. Jam
mer. Straks maar weer proberen.
Contact met del
bodem I
Waarom is er niet
gesprongen? In
structeur Lammert
Dijkstra legt het uit.
„Je moet, zeker als
leerling, vanuit het
vliegtuig altijd con
tact met de bodem
hebben, je moet de
grond kunnen zien.|
Dat is een voor-i
waarde. Ik vond het'
voor de twee meis
jes een te groot risi
co. Uiteindelijk
springen ze nog
maar net".
Tinie van Konings
veld vertelt dat ze
op aandringen van
haar vriendin Tineke
mee is gegaan naar
de cursus parachu
tespringen. Eerder
klom ze ooit in een
zweefvliegtuig, maar
het verschil met een parachutesprong is erg groot.
„Je bent veel kwetsbaarder". De eerste twee
sprongen hebben haar in elk geval geleerd hoe
kwetsbaar je kunt zijn met een parachute: de eer
ste keer viel ze achterover en de tweede keer
kwam ze zijwaarts terecht. Het is bij een paar bui
len en een pijnlijk zitvlak gebleven.
Hoe kijkt zij als cursiste aan tegen de risico's van
het springen en tegen de mogelijkheid dat de pa
rachute niet opengaat?
Tinie reageert daar uiterst nuchter op: „Dat zijn de
risico's van het vak, lijkt mij. Vanaf het begin dat ik
in mijn omgeving zei, dat ik aan deze cursus mee
zou gaan doen kwamen er enge verhalen op mij af.
Ik heb het steeds maar vergeleken met autorijden.
Hoeveel ongelukken gebeuren er op de weg? Dat
lees je toch elke dag? Hoe vaak lees je daarente-
De afsprong wordt eerst op het droge geoefend.