Marjon Edzes maakt zelf kaas en teelt biologische aardappelen
Drs.
Van Mansvelt
eerste
professor
in
alternatieve
landbouw
Met ingang van 1
september is de 38-
jarige drs. Jan Diede-
rik van Mansvelt uit
Kerk-Avezaath be
noemd tot bijzonder
hoogleraar aan de
Landbouwhoge
school in Wagenin-
gen. Voor het eerst
in de geschiedenis is
daarmee een leer
stoel geschapen voor
de alternatieve me
thoden van land- en
tuinbouw. De benoe
ming is het werk van
het Landbouwhoge
schoolfonds, een
particuliere stichting
ter bevordering van
de belangen van de
hogeschool. Vooral
aandrang door de
studenten zelf heeft
geleid tot deze be
noeming. De kers
verse hoogleraar, die
als doctorandus van
de minister van on
derwijs en weten
schappen dispensa
tie nodig heeft om
zich zonder doctors
titel toch de status
van professor te mo
gen aanmeten, be
gint in een beschei
den positie. Slechts
één uur per. week
geeft hij onderwijs.
Daarmee zijn z'n ac
tiviteiten aan de ho
geschool overigens
niet afgelopen, want
vele uren zullen gaan
zitten in het begelei
den van onderzoek
door de studenten.
En verder krijgt Van
Mansvelt de beschik
king over een fullti
me wetenschappelijk
medewerker, die
mee zal helpen zo
wel het onderwijs als
het onderzoek in de
alternatieve land
bouwmethoden vorm
te geven. Een van de
doelstellingen van
het Landbouwhoge
schoolfonds is, door
de benoeming van
bijzondere hooglera
ren, nieuwe vakge
bieden op de Land
bouwhogeschool in
gevoerd te krijgen.
Het fondsbestuur
hoopt dat na een pe
riode van vijf jaar, als
dit vak inderdaad in
een behoefte voor
ziet, de hogeschool
zelf het initiatief zal
overnemen. Drs. Van
Mansvelt heeft zelf
voldoende geloof in
de alternatieve land
bouw om die tot de
finitieve leerstoel te
verheffen.
SAPPEMEER „De landbouw met al die
bespuitingen staat me tegen. Stuit me te
gen de borst. Mijn man, die fabrieks
aardappelen en granen teelt, vindt 't wel
goed dat ik een beetje experimenteer,
maar staat er toch wel wat huiverig tegen
over vanwege de risico's. Je moet ten
slotte maar afwachten of alles goed gaat",
aldus Marjon Edzes uit Sappemeer, die
zich ecologisch teler mag noemen. Sinds
vier jaar houdt ze schapen. De melk ver
werkt ze zelf tot kaas: harde, zachte en
kruldenkaas. Dit jaar teelt ze voor het
eerst biologische consumptieaardappelen.
In totaal is het bedrijf van Marjon en Daan
Edzes 43 hectaren groot. Hiervan gebruikt
Marjon er drie en een half; drie hectare
voor de schapen en een halve voor de
aardappelen. De kudde telt 30 schapen,
waarvan Marjon er 22 de hare mag noe
men. Twintig worden er gemolken voor de
kaasproduktle.
„Ik heb het vak geleerd met vallen en op
staan", zegt Marjon. „In het zuiden wor
den speciale cursussen gegeven over
kaasmaken. Maar ja, dat was te ver van
huls en bovendien kregen we een baby.
Het Is keihard werken. Als Je het werk niet
blijmoedig doet dan haal je het, volgens
mij, niet".
Elke morgen staat Marjon om even voor
zes uur op en worden de schapen, met de
hand, gemolken. Dan volgt een proces van
bijna zeven weken c: rmen, r :r>,
keren enzovoort alvorens het eindpro-
dukt op tafel ligt. „Ik vind het een pittige
kaas die bijvoorbeeld uitstekend bij de
borrel kan worden gegeten. Wijzelf doen
vaak kaas door de sla".
Ook het telen van consumptieaardappelen
Is voor haar een arbeidsintensieve aange
legenheid. „Omdat je niet spuit moet je
veel vaker schoffelen. Daardoor word ndv
kans op beschadiging groter. Bovendli 'bru
de kans op schade door nachtvorst gri i h
Het geeft echter wel een zekere volfinc
ning als Je voor jezelf weet, dat er f
chemicaliën op je produkten zitten,
controle daarop is overigens zeer stfve
Wanneer de stichting Alternatief Warei ilkir
derzoek chemicaliën vindt op een va 'Ine
produkten, dan krijg je een forse b< i- k
■Bovendien ben je dan, zeg maar, uitgel I
bij de anderen".
Met die anderen bedoelt zij die telers, >edc
na de zomer van vorig jaar de koppa 'hac
elkaar staken en tot onderlinge teej"
spraken kwamen. Die afspraken betn en
onder meer assortiment, hoeveelhede erk<
prijzen. Men hoopt hierdoor te bera oen
dat de consument gedurende het ge®n u
Jaar voldoende biologische groenten J ui
kopen en dat er niet te grote overscho nie
of tekorten ontstaan. !ld
Marjon verkoopt de kaas ook aan hul subi
aan een onlangs geopende biologisch
winkel in Hoogezand. „Door ook aan ah
te verkopen heb je contact met de klajj'or
en hoor je of de kaas goed of slecht
produceer zo'n veertig kilo kaas per n
Over een jaar is het moeilijk te scha at i:
Met een zachte herfst kun je namelijk «te
ger doormelken. Maar pas aan het «ar
van het jaar kun je beoordelen of je j «PP
o~draaid hrb. Over het algemeen kon'« I:
i n gesteld dat je als ecologische tele jiQt
minimumloon verdient. Wij zijn nu eent he
geen zakenmensen, maar milleubesc «gf
mers. Voor mezelf ben ik ervan overti «ar
dat je met elkaar kunt leven, zonde "egt
natuur geweld aan te doen", besluit I "9
jon Edzes. ,aal
en -
HARRY GERRITI
KERK-AVEZAATH „Als je een ander soort landbouw
wilt, bereik je die niet door voortaan achterstevoren op
je trekker te gaan zitten, dat zal duidelijk zijn. Maar je
bent er ook niet door voortaan alleen maar geen che
mische bestrijdingsmiddelen en kunstmest te gebrui
ken. Alternatieve landbouw is meer. Er zit een hele leef
stijl aan vast, er staat een heel denkpatroon achter, je
hebt er een bepaalde mentaliteit voor nodig. Zo'n an
dere mentaliteit bereik je natuurlijk niet van vandaag
op morgen. Als je over een korte periode terugkijkt, zie
je van die veranderende mentaliteit ook niet veel. Toch
ben ik niet zo pessimistisch, want als je goed kijkt merk
je wel degelijk iets van die mentaliteitsombuiging".
Drs. Van Mansvelt illustreert die mening met: „Wie
twintig jaar geleden waarschuwend de vinger hief en
riep, dat het tijd werd ons zorgen te maken om de kwa
liteit van het milieu, dat we op moesten houden met
onze wegwerpmentaliteit en met het maar raak storten
en spuiten van giftige stoffen, werd gezien als een soort
hemelbestormer, als aanhanger van een pseudoreligie.
Nu is zorg om en zorg voor het milieu overal een vol
strekt geaccepteerde zaak. Geen enkele serieuze poli
tieke partij kan zich zelfs nog maar permitteren, in haar
program géén aèndacht te schenken aan de zorg voor
natuur en milieu".
Dichter bij de landbouw in engere zin blijvend ziet Van
Mansvelt ook een hoopgevend voorbeeld. „Tien, vijf
tien jaar geleden moest je echt nog veel moeite doen
om verkoopadressen te vinden van biologlsch-dyna-
misch gekweekte landbouwprodukten. Op het ogenblik
zijn die produkten in nagenoeg elke stad en elk dorp
wel te koop. In steeds bredere kring worden ze geac
cepteerd".
Niettemin moeten de voorstanders van alternatieve
landbouwmethoden nog opboksen tegen een wereld
van vooroordeel en misverstand. „Eigenlijk Run Je eer
der stellen dat de gangbare landbouw een soort religie
is geworden", meent Van Mansvelt. „Want de meeste
mensen hebben nog steeds een heilig geloof in de me
thoden van die vorm van landbouw. De gangbare land
bouw is het resultaat van een enorme ontwikkeling in
economisch, sociaal en wetenschappelijk denken. Het
geloof in die wetenschap is zo rotsvast, dat het woord
alternatief eerder als ketters dan als wetenschappelijk
wordt beschouwd. De wetenschap roept, dat alternatie
ve landbouw in onze samenleving niet kan. Maar des
ondanks maakt die alternatieve landbouw een aanzien
lijke groei door en is het eind van die groei op geen
stukken na in zicht".
Hypothetisch
Een argument van de tegenstanders van alternatieve
landbouwmethoden is, dat totale omschakeling in Ne
derland een veel te intensieve bewerking van het land
zou vereisen, tegenover een te geringe opbrengst voor
de bevolking van ruim veertien miljoen zielen. „Wie
Een deel van zijn drukke werkzaamheden aan de school in Kerk-Avezaath zal Van Mansvelt voortaan
moeten laten liggen.
heeft het nu over een plotselinge en algehele omme
zwaai?", reageert Van Mansvelt een beetje geërgerd.
„Zo'n stelling is volstrekt hypothetisch. Het gaat om
een geleidelijke ontwikkeling, waarin de beide syste
men van landbouw goed kunnen werken. En wat dat
harde werken voor de boer en de landbewerkers aan
gaat: ik geloof niet dat er in ons land ook maar één
bedrijf is, traditioneel of alternatief, waar het niet kei
hard werken is en waar de financiële resultaten, geme
ten naar het werk dat moet worden verricht, niet teleur
stellen. Geen enkele boer gaat het op het ogenblik voor
de wind. Wel, bij al die narigheid is het voordeel voor
de alternatieve boer, dat die voor zijn eigen moeilijkhe
den gekozen heeft. En wie Iets beslist wil doen, draagt
nu eenmaal gemakkelijker de problemen die eraan vast
zitten".
Alternatieve landbouw is eigenlijk niet meer dan een
globale aanduiding van een veelheid aan methoden
waarop het agrarische bedrijf kan worden uitgeoefend.
„Informatief in dat opzicht is een rapport dat in op
dracht van de regering is samengesteld en dat in 1977
is verschenen", zegt Van Mansvelt. Hij toont een vrij
lijvig boekwerk, dat de titel „Alternatieve Landbouw
methoden" heeft meegekregen. „Een prima stuk werk,
dat ook In het buitenland veel aandacht trok. Ik kan het
iedereen aanbevelen die is geïnteresseerd in andere
dan de gangbare vormen van landbouw, of in mengvor
men van belde. Duidelijk wordt, dat het binnen die al
ternatieve beweging volstrekt niet één pot nat is. Het
gaat van zeer beperkte maatregelen die nauwelijks
mankracht en tijd kosten, tot intensieve manieren die
werkelijk een volkomen andere manier van boer-zijn
betekenen".
Andere richting
Eén zaak gaat op voor alle vormen van alternatieve
landbouw: het betekent een kleinere of grotere stap te
rug naar de natuur, naar inpassing in milieu en ecosys
temen. Ook de huidige gangbare vormen van landbouw
zijn vanuit zo'n startsituatie begonnen. Enerzijds door
eigen inventiviteit, anderzijds met hulp van de techni
sche ontwikkeling en de laatste eeuw vooral door de
chemische wetenschap heeft het boerenbedrijf zich
ontwikkeld tot zijn huidige grootschaligheid en effi
ciency. Is de kans niet levensgroot dat bij het opnieuw
bij „af" beginnen binnen een betrekkelijk korte tijd de
inventiviteit, techniek en wetenschap opnieuw lelden tot
een bedrijfsvoering waarin grootschaligheid en effi
ciency de boventoon gaan voeren ten koste van natuur
en milieu? „Dat hoeft helemaal niet", meent Van Mans-
velt. „Al die inventiviteit en wetenschap blijven ook In
de alternatieve landbouw nuttig en nodig. Maar ze
moeten zich wel In een andere richting ontwikkelen dan
tot nu toe het geval Is geweest".
Dat vereist uiteraard enige nadere uitleg. „De Inventivi
teit, technische ontwikkeling en wetenschap zijn tot nu
toe gericht geweest op hoe je met zo weinig mogelijk
mensen een zo groot mogelijk bedrijf kunt runnen, hoe
Je uit zo weinig mogelijk grond een zo groot mogelijke
opbrengst kunt halen en hoe je op een zo klein moge
lijk stuk weiland zo veel mogelijk koeien kunt laten gra
zen. Gevolg is wel, dat de grond moet worden overla
den met stikstof. Waar blijft dat? Het komt op geen
stukken na allemaal terug in de gewassen. Het grootste
gedeelte wordt door de neerslag weggespoeld en komt
terecht in het oppervlaktewater. Dat betekent zonder
meer een zware belasting van het milieu. Gevolg is ook,
dat we zitten met een enorme overproduktie aan melk,
dat grote partijen gewassen op de veilingen moeten
worden doorgedraaid. En gevolg Is ook, dat steeds
meer werkkrachten overbodig en dus werkloos wor
den".
Volgens Van Mansvelt is het net zo legitiem, bij de toe
passing van inventiviteit, techniek en wetenschap uit te
gaan van de vraagstelling: hoe gering mag de op
brengst per hectare zijn om nog aanvaardbaar te zijn;
hoe weinig koeien kun je nog net op een weiland zet
ten; hoe houd ik In het bedrijf zo veel mogelijk mensen
aan het werk? „Dan dient de wetenschap zich te bul
gen over de vraag met hoe weinig stikstof je op een
stuk land toe kunt In plaats van over de vraag hoe veel
het kan verdragen. Bij het kweken van nieuwe rassen
en soorten gewassen kan de wetenschap zich toeleg
gen op de teelt van gewassen met een zo klein mogelij
ke stikstofbehoefte. En op de teelt van gewassen die
bestand zijn tegen ziekten en belagers zoals insecten".
Ziektebestrijding
Daarmee belandt Van Mansvelt op een onderwerp
waarover een beste boom valt op te zetten. Hij weer
staat die verleiding en houdt het summier. „Toch mo
gen we ons wel afvragen waartoe deze ontwikkeling op
den duur leidt en misschien al heeft geleid. Plantenziek
ten zijn eigenlijk een secundair verschijnsel. Als een ge
was een afwijking vertoont wil dat zeggen, dat de om
standigheden voor dat gewas niet goed zijn. En wat
doen we dan in de gangbare landbouw? We spuiten er
een bestrijdingsmiddel op zodat de plant kan overle
ven, maar we doen niets aan de verkeerde omstandig
heden die tot de ziekte hebben geleid. Ik geloof niet
dat we met een dergelijke symptoombestrijding op de
goede weg zijn. Het is hetzelfde als iemand die ver
schrikkelijke buikpijn heeft af te schepen met een pijn-
'stiller zonder de oorzaak van de pijn op te sporen en te
bestrijden. Daarmee wil ik niets zeggen ten nadele van
de pijnstillers of zelfs van de chemicaliën die bedoeld
zijn om plantenziekten te bestrijden. Integendeel, ik ge
loof dat ze een nuttige functie hebben. Maar dan wel
als ingepast onderdeel in een totale aanpak van ver
keerde omstandigheden. Ook in de geneeskunde wint
die gedachtengang gelukkig duidelijk terrein. In de
plantenzlektebestrljdlng heb je nog het voordeel u
wetenschap kan worden gericht op het kweken vai
sen met een natuurlijke weerstand tegen bep
ziekten en van rassen die zo sterk zijn, dat ze z
minder dan optimale omstandigheden toch ki
handhaven".
Milieu is meer
Van alle vormen van alternatieve landbouw is dra
Mansvelt zelf het meest gecharmeerd van de
gisch-dynamische. Die vorm van landbouw verels
halve verstand van planten, grond, vee en de ve
ging van dat alles vooral een grote mate van mill<
wustzijn. „Zowel naar buiten als naar binnen", vul g^lN
Mansvelt aan. „De biologisch-dynamische boer b incjjS
dat het milieu niet ophoudt bij de grenzen vai iaar
grondbezit. En dat het milieu niet alleen natui
maar ook sociaal is. Waar ligt de grens van het na
lljke milieu? Bij het zoeken naar een antwoord o vaar
vraag kom je tot de ontdekking dat het klimaat
hoort, dat de zon, de maan, de planeten en de st
allemaal een rol spelen In het milieu dat bepale
voor de resultaten van je landbouwactiviteiten. ning
komt tot de ontdekking dat de streek waarin je b j0 ki
ligt invloed heeft op dat bedrijf, maar ook dat o ,tbai
keerd het bedrijf van invloed is op de streek. Kijk, nwe|
dat soort zaken systematiseert, zie je dat het i jan|<
zich veel verder uitstrekt dan tot de wolken. Ja, w ma
schappelijk is dat allemaal niet. Maar het is wel n rCjen
onwetenschappelijk als de bewering dat die invloj
en die samenhangen niet bestaan".
We zijn weer terug bij de wetenschap en de weei
den daar tegen alternatieve vormen van landbLaël<
Voor Van Mansvelt is die weerstand niet wederzijd liern
kan voor de landbouwwetenschappen veel waard mcj
opbrengen, al heeft hij natuurlijk wel zijn wensen
de afgelopen honderd jaar hebben de landbouww jgen
schappen zich om begrijpelijke redenen beperk .j
geïsoleerde waarnemingen van een groot aantal
processen. Al die deelprocessen in de gangbare
bouw leveren een geweldige hoeveelheid waard(L{"en~
kennis. Maar nu is het de hoogste tijd geworden dtot
laties tussen al die processen binnen de ecosysti Sj,je
verder te onderzoeken. Dat vereist wetenschap op 0f
hoger, een ingewikkelder niveau. Al die vergaarde
nis moet nu worden getoetst op bruikbaarheid,
gaande van de vraag wat een en ander op den
betekent voor de leefbaarheid in deze wereld".
Uiteraard heeft Van Mansvelt de meeste interes
die mensen die niet zo gelukkig zijn met de gang
unrmpn wan lanrlhnuw #»n hot loven daarin. Wat ds H'®1
li de h
vormen van landbouw en het leven daarin. Wat da
treft vindt hij in zijn huidige baan als directeur va
middelbare landbouwschool \Q/armonderhof in I
Avezaath bij Tiel een hoge mate van bevrediging,
die school leidt toekomstige agrariërs op in de altfcgd
tieve land bouwwijzen. Verspreid over drie leer )f hi
biedt de school onderwijs aan zo'n tweehonderd mog
denten. De animo om hier een opleiding te volg^
echter aanmerkelijk groter. „Voor het komende
kregen we ongeveer honderdvijftig aanmeldingei rk V
het hele land, maar we kunnen er maar negentig pjn he
da
De wassende belangstelling voor de alternatieve I jer
bouw, niet alleen van consumentenkant maar ook or e«
produktiezijde, geeft Van Mansvelt een redelijk opt g
tlsche kijk op de toekomst. „We moeten het ook
niet te vlug willen. Ik geloof dat over vijf jaar de altt
tieve landbouw wel degelijk in deze wereld is ingejjn ee
Eigenlijk is het best spannend daar naartoe te wei elde
Iedere boer die wil omschakelen naar de alterna
landbouw kan dat, als hij zich maar niet te veel
trekt van de kritiek van de behoudende mensen,
stoor ik me daar ook niet aan. Als iemand zegt dajhank
alternatieve landbouw niet in deze wereld past denjerk. f
en hoe zit dat met jou? Pas jij er eigenlijk wel Inï
moet niet te gemakkelijk zeggen dat iets niet kan.fewooi
gaat erom wat je wilt. Tot nu toe heeft de wetensci ersch<
voor alles wat we beslist wilden de mogelijkheden» oot\c
gedragen en we mogen er gerust op rekenen dat Mi
de toekomst zo zal blijven. Nee, eigenlijk heb ikftinlndii
vertrouwen in de toekomst. Die mentaliteitsveranto uttr
zal langzaam maar zeker doorgaan".
vat o
Platform f™
Een deel van zijn drukke werkzaamheden aai* aai
school in Kerk-Avezaath zal Van Mansholt voohdar
moeten laten liggen, nu hij zich aan wetenschapjgew
werk aan de Landbouwhogeschool in Wageningenkt is
wijden. Hij mist daardoor een stuk aansluiting metrdei
ge mensen die op hun bedrijf de door hem zo voèp v
stane alternatieve landbouw in de praktijk willen I izen
gen. Toch hoeft dat voor hem geen verarming te n vi
„In Wageningen komt het overgrote deel van de mid
denten niet uit de landbouw en er zijn ook veel string,
ten uit het buitenland bij. Maar allemaal krijgen
hun toekomstige functie wel degelijk invloed opfct
hele landbouwgebeuren, want ze zitten na hun s chte
allemaal op bestuurlijk niveau. Uit dat oogpunt vi chtc
het erg fijn dat in Wageningen straks de landboü Krop
tenschap ook benaderd wordt vanuit de alterna org«
hoek. Ik zie in Wageningen een soort platform voor t be
nlngen van wetenschapsmensen. Ik zou het toejui
wanneer deze wetenschapsmensen meer de r^
zouden nemen elkaar in hun denkwijze te volgen
te ontdekken hoe de ander nu tot een bepaalde mi 'EL
is gekomen. Te vaak staan naar mijn mening de w "kei
schappers lijnrecht tegenover elkaar waar het gaa «ut
eenzelfde zaak. Kijk wat dat betreft maar eens na£g'"
vele tegenstrijdige deskundige standpunten die
kernenergie worden Ingenomen. Het past naar
mening In de wetenschappelijke opdracht, aan te g !ken
dat het wetenschappelijk denken niet los staat varn o
iemand ermee wil". Bt d
RINK DP *nm
ïdsc
it g<
Marjon Edzes met enkele van haar melkschapen.