Prof. Miyanaga:
waar woonden de
15 samurai van r
de Kaiyo-Maru? U
muwiii
fX
I
IleidsespaarbankS
Succesvol optreden „Lest"in de Hortus
Taak
marinevliegveld
Valkenburg bij
reddinsgoperaties
uitgebreid
Provinciale anti-
tankactie in Wassenaar
loopt gesmeerd
SKI
PAS
LESSEN:
PA( AD/REGIO
LHDSE COURANT
WOENSDAG 19 AUGUSTUS 1981 PAGINA S
IA 120 JAAR: SPOORZOEKEN NAAR EENLEIDS JAPANS
'ERLEDEN
iïW
n ori
art ti
Ja
en
>e gu
w ge
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
rassani zou er niets bij
n geweest... Een kleine
seert en'6te re^te de halsen om
-~iT niets van het
mwspel te missen. En
•naai0 was het no£ er8 vroeg
|fl de ochtend. Een uurtje of
iujs zeven. Het station van
rssen »tterdarr» was verder leeg,
ran een sP'tsuur bestond nog
form et" over negen
^~>ten de wagons van de
landse ijzeren spoorweg
et Vee' êeP'eP °p ^et
q eidse station. Hetzelfde
01 '^halzen, door Leidenaars
°P ^at 0gen^hk zich in
vaibuurt ophielden. Er
botej rmeei"de z>ch een kleine
oet die naar de Breestraat
ok en bij hotel De Zon
alt maakte. Vijftien
adel ijk vermoeide,
agadellijke Japanners
i pui adden er een jaar en twee
iJe t( a^en 0Pzitten alvorens dit
fresc ael bereikt werd. Vijftien
een icotisch uitgedoste samurai,
jjee iet hun symbolische
lf el. vaar"d binnen handbereik.
e zw ifficieren en onder-
^fficieren, uitgezonden door
e Tokugawa Shógunate, de
l apanse regering in die
iej a6en- Het was 22 juni 1863.
entilhommes, gentlemen,
een bijzondere missie:
ennis en ervaring
psteken in het Hollandse.
!n waar voelde je je fijner
huis dan in Leiden! Dat
aan Ia(*den enkele eeuwen
T/Ia, ierder de Pilgrimfathers
sejz( lok al ondervonden.
\e lijna 120 jaar later bereikte
i/ju] :en weetgierige Japanner
no iveneens Leiden. Hij zit nu
op egenover me.
TCU Zoetgeurende sigaret in een
e W gestoken. Om de
g-el minuut een trekje. Een half
on i/ürdoet hij over een plastic
'leertje met koffie. Dan
cht ee^ hij het op. Tweederde
/an de inhoud heeft hij
manmoedig door het
«keelgat kunnen krijgen,
■■naar de rest is koud en
fcndrinkbaar geworden. In
1 lijn hart moet Takashi
^Miyanaga zielsdankbaar zijn
^Bat de tentatie voorbij is,
/ant koffie was wel het
aatste dat hij begeerde.
Coffie kan een Japanner
jestolen worden. Zo ook
Takashi, die Holland tot nog
oe best waardeert hij
lanvaardt zonder meer dat
ook nog andere mensen
lan de kinderen van de
ijzende Zon bestaan
laar dat hem nergens de
rabbige groene thee wordt
boffreerd, de medicijn voor
let gemoed, nee, daar kan
ij met z'n zonnehoedje niet
ij-
Ook de bondsrepubliek zal
iiem in dit opzicht
teleurstellen. Over een
maandje zit hij daar, op zijn
zwerftocht door Europa. In
Marseille zal hij netzogoed
de thee-ceremonie moeten
nissen; daar drinken ze
weer heel andere zaken.
Voorlopig zit professor
Miyanaga in Leiden als
^bakken, en met de
inden in het dikke zwarte
laar, op zoek naar tastbare
lerinneringen aan .zijn
ondernemende
landgenoten, de vijftien
iQ* jpamurai die van 1863 tot
B66 (toen er van Vlissingen
t 'eer elf naar Nippon
j terugstoomden één liet er
j het leven in Amsterdam en
f werd op de
Westerbegraafplaats ter
aarde besteld) in Leiden en
a Den Haag hun kennis
opstaken. De meeste
J 1 adressen kan de prof niet
meer natrekken en nu
loopt hij op hulp van
anderen.
De hoogleraar Takashi
Zf
Miyanaga (37 jaar) doceert
geschiedenis en Engels aan
de Hosei universiteit, één
van de zes voornaamste
universiteiten in Tokyo.
Evenals de Verenigde
Staten grossiert ook Japan
in universiteiten: er zijn
ruim tweeduizend van die
instellingen, van allerhande
slag en niveau. Behalve
professor is de intelligente
Takashi behalve het
Engels spreekt hij
Nederlandse namen zowat
feilloos uit ook verder
een Pietje Weetgraag dat
zich in een onderwerp
vastbijt en het niet meer
loslaat voordat aan de
opgave geheel is voldaan.
„Vorig jaar zomer ontdekte
ik in een bibliotheek,
ergens in een stad op het
noordelijke eiland
Hokkaido, een boekje,
getiteld „Kaiyo-Maru". Dat
is de naam van een Japans
oorlogsschip uit de zestiger
jaren der 19e eeuw. Om dat
schip draait eigenlijk de
hele sjoos. Ik ben nu achter
die vijftien marine-
studenten aan die in '63
vanuit Japan naar
Nederland voeren, waarbij
ze hun levens riskeerden
gedurende de reis die een
jaar in beslag nam. Het gaat
dus om het „Japansche
detachement in de
Nederlanden 1863". De
vijftien werden door de
regering naar Holland
gezonden, niet alleen om er
te studeren maar ook om
een boel praktische dingen
te leren en er de supervisie
te hebben bij de bouw van
een nieuw marineschip, de
Kaiyo-Maru".
Nu zou ik toch allereerst
willen weten wat nu precies
samurai zijn. Professor
Takashi maakt een schema
voor me: na de Shógun
de hoogste adel, waaruit
ook de Mikado, de keizer,
afkomstig is krijg je de
clan der Daimiyo, en Dritte
im Bunde zijn de Samurai.
Die bevinden zich dan wel
onderaan, maar ze zijn toch
altijd weer aanzienlijker
dan de boeren en de
kooplieden; een soort
middenklasse zeg maar. En
dan die zwaarden hè, daar
zie je het ook al aan af. Als
ze zitten, staat het
Prof. Takashi Miyanaga. op zoek naar het naadje
van de bijna versleten kous.
lichtgebogen zwaard
achteloos tegen het rechter
dijbeen van de samurai, en
rechtop houden ze het
gevest omvat. Zoiets is
status.
Nou, met die zwaarden en
status kwamen de samurai
in 1863, nagenoeg uitgeput
en grauw door het geweld
der wereldzeeën, in
Brouwershaven aan. Een
hele ruk, vanaf de Baai van
Tokyo, via Nagasaki,
Batavia en St. Helena. Na
Brouwershaven kwamen
Hellevoetsluis, Rotterdam
en Leiden, met telkens een
aankomst die opgeluisterd
werd door een oploop van
nog niets op het gebied van
buitenlandse werknemers
gewend zijnde lagelanders.
Vandaag mag een burnous
met kap en fez welhaast
gemeengoed in onze
ADVERTENTIE
Twaalf van de vijftien samurai, die 120 jaar geleden
in Leiden een oorlogsschip van Nippon op de werf
hielpen.
randstadstraten zijn
geworden, een levende
samurai was in 1863 nog
een openbaring in een trein
van de ijzeren spoorweg in
de Nederlanden.
Hotel De Zon aan de
Breestraat. Takashi zucht:
„de lokatie is mij nog steeds
onbekend". In Leiden
bezochten de samurai zowel
„middelbare" scholen als de
universiteit, musea, de
Hortus, kerken en
ziekenhuis(zen). Je had
allerlei disciplines onder de
keizerlijke studenten.
Uchida was de
commandant, een samurai
van het zuiverste water, een
innemend officier met het
wat geslepen uiterlijk van
laat 'm maar schuiven. Dan
had je nog ik noem er
maar een paar Enomoto,
officier voor navigatie en
scheepsbouw; er waren
twee juristen bij, twee
artsen, Futukawa en
Yamashita waren
bootsmannen die op de
Kweekschool voor
Scheepvaart aan het
Noordeinde verbleven, Ono
was horlogemaker en Veda
scheepstimmerman, Okawa
en Nakayima waren
smeden die in de
ijzergieterij werkten. Tsuda
en Nishi (die nota bene
later baronnen werden)
studeerden en passant
staatsrecht, statistieken,
internationaal recht en
economie bij prof.
Vissering, die dus ook wel
z'n lol op kon aan die
hoogwaardige samurai:
tweemaal per week, aan het
Rapenburg 12.
Takashi Miyanaga wil
weten waar die samurai in
Leiden woonden. Daarom
zit hij hier bij mij zijn
verhaal te vertellen. De
lage ridders hadden
overigens alle aandacht van
hogere Nederlandse zijde.
Zo hadden commander W.
de Frémery, luitenant ter
zee J. A. E. Dinaux,
inspecteur bij de artillerie
der Kon. Ned. Marine, en
kapitein H. Huygens,
inspecteur van de Kon.
Marine Stoomdienst, hun
bemoeiingen met de
Japanners.
Waarom speciaal
Nederland, voor die
opleidingen Miyanaga:
„De Hollanders en de
Chinezen hadden een
streepje voor op andere
nationaltiteiten. Met de
Hollanders deden we al een
paar eeuwen eerder zaken.
Dat waren de Chinezen van
het Westen, nietwaar De
betrekkingen verflauwden
later weliswaar, maar in de
eerste helft der vorige eeuw
werden de banden weer
nauwer aangehaald".
Hollanders waren welkom
in het Land der Rijzende
Zon, al bleef het uitkijken
en je gedragen, op je tellen
passen, want als je in Japan
als westerling naast de pot
plaste kon het je slecht
vergaan, immers het
zwaard stak steeds vrij los
in de schede. „Niettemin is
de Japanse oorlogsmarine
der 19e eeuw gemodelleerd
naar de Hollandse. Hierin
was uw land in zekere zin
onze leermeester". De
professor lacht beminnelijk,
want het kan verkeren...
Overigens, tot slot, hoor ik,
dat onze samurai-vrienden
Futukawa en Yamashita
een behoorlijk uitje hadden
terwijl de anderen zaten te
blokken. Aan boord van
Zijner Majesteits Zeeland
maakten die gasten een reis
naar de Middellandse zee,
naar Zuid-Amerika, de
Stille Zuidzee en West-
Indië. En kwamen diepgeel
terug. Ho, wacht even, daar
was officier Sawa die met
enige collega's een bezoek
bracht aan een Leids
openbaar badhuis
(„genaamd Rijutos(?), ik
weet niet hoe ik 't moet
spellen, vlak bij hotel De
Zon"), en ze waren
verbaasd over de hoge
toegangsprijs...
Takashi Miyanaga is aan
het eind van zijn latijn. Ik
ook (net vers terug van een
eindeloze, rollende vakantie
van vier weken met
hoogtepunten en een
religieus dieptepunt, want
in Lisieux, aan de voet van
haar basiliek, liet Sainte
Thérèse van het Kind Jesus
me in de steek: de motor
van de auto begaf het en
het geval moest worden
weggesleept onder
onverstaanbare en
peperdure Franse
begeleiding. Ik moest m'n
gevoelens van godsvrucht
vermengen met nauwelijks
ingehouden verwensingen,
en alle foto's en posters van
Jan Paul II, paus, die vorig
jaar Lisieux met z'n komst
per helikopter op stelten
zette, konden me gestolen
worden; maar thuis zal ik
de kleine heilige vereren.
Want wat weet zij, terwijl
ze in het oneindige leven
Gods lof zingt, nu eigenlijk
van een verstopte sproeier
af. Niets toch zeker
De Japanse professor dan,
gaat een boek schrijven, dat
voor meer dan de helft al is
voltooid, en volgend jaar
maart verschijnt. Titel nog
onbekend. Maar het gaat
over de vijftien samurai. De
onvervaarde Nipponse
Aymijnskinderen-plus-elf
die met hun in Nederland
verworven kennis een
defensieve agressie drijvend
hielden op de oorlogsbodem
die ze samen gemaakt
hadden en naar huis
brachten: de Kaiyo-Maru.
Misschien is de bodem in de
Japans-Russische oorlog
tenonder gegaan. Hoewel:
de Russen moesten destijds,
veertig jaar na de
Japanners in Leiden, het
onderspit delven.
Na een aantal kleine
buiginkjes en gesproken
heilwensen, die door mij in
een andere vorm
geretourneerd worden,
verdwijnt deze vluchtige
Japanse ontmoeting in de
richting van het Rapenburg,
op zoek naar het
Gemeentearchief en naar
de bijna opgeloste, nog
slechts op vergeeld
fotopapier bestaande
samurai, volijverige
landgenoten van Takashi in
den vreemde. Het
zonnehoedje is, gelukkig,
niet overbodig.
De commandant van het detachement, Uchida, in
de zestiger jaren der vorige eeuw.
6jaarsdeposito,
minimale storting f 1.000,-.
lÓÓeSTEMNTi
Het goede adres.
niiuiiiimimmmmimiiimiiimmiiimiimii
LEIDEN Edward Albees eersteling,
„The zoo-story", speelt zich af in het
park. Daarom was het geen gek idee
van Leiden English Speaking Theatre
om in het kader van de universitaire
eerstejaars-dagen het stuk gistermid
dag in de Hortus te spelen.
Jerry ontmoet Peter op een parkbankje;
het initiatief voor echt gesprek gaat van
hem uit. Hij, Jerry, is dan ook het meest
aan het woord en leidt Peter als het ware
naar de finale-handeling toe. Peter is
slachtoffer; hij ondergaat gesprek en han
deling, maar heeft er geen enkele invloed
op.
„The zoo-story" is een raadselachtige éé-
nacter. Wordt het probleem van de men
selijke communicatie aangesneden; gaat
het om de naastenliefde, die niet zonder
haat kan; toont het stuk de bekrompen
heid van de burgerman, Peter, die slechts
in actie komt wanneer hij zijn meest di
recte territorium moet verdedigen, in dit
geval een parkbank; of laat Albee Jerry
een daad van opoffering plegen - hij gooit
zich in zijn eigen mes dat Peter ter verde
diging van de bank heeft opgeraapt -
waardoor de muren die begrip en gene
genheid belemmeren, worden geslecht?
In „The zoo-story" toont Albee zich reeds
een knap toneelschrijver die echter de
grote effecten niet schuwt. Zoals Jerry de
situatie forceert, zo forceert Albee zijn
stukken en personages. Daarom vind ik
de stuk-keuze van Lest niet de beste en
trouwens niet zo origineel.
Het spel van Rick van Vliet en Peter Lou-
rens was echter voortreffelijk. Van Vliet,
die naar het eind toe steeds beter op dreef
geraakte, nam de stemmingswisselingen
van Jerry moeiteloos, hield voortdurend
het initiatief en verloor nauwelijks span
ning. De moeilijke rol van de toehoorder
Peter werd door Peter Lourens zeer sterk
ingevuld. Zonder opzichtig stil spel, bleef
Lourens de gehele tijd aanwezig en bood
op die manier Van Vliet genoeg tegenspel.
Zijn „afgang" aan het eind van het stuk
rechtvaardigde volkomen het spel in het
park.
„The zoo-story" wordt vandaag en mor
gen nog in de Hortus gespeeld. Morgen
begint de voorstelling om half negen.
Paul van der Plank
BEHALVE ACTIES IN DE LUCHT OOK
ACTIE TE WATER
(Van onze parlementaire redactie)
VALKENBURG/DEN HAAG Het marinevliegveld Val
kenburg krijgt in de toekomst behalve de coördinatie van
opsporings- en reddingsoperaties op zee vanuit de lucht, ook
de coödinatie voor dergelijk acties op het water. Het cen
trum zal daartoe voor medio 1982 worden uitgebreid. Voor
die uitbreiding heeft de ministerraad al in 1980 1,1 miljoen
beschikbaar gesteld.
De nieuwe taak van het centrum op het vliegveld Valkenburg
komt voort uit de ratificatie door de regering van een interna
tionaal verdrag inzake opsporing en redding op zee. Via het ver
drag wordt een goede aanpak van ongelukken op zee en een
coödinatie van de aanpak tussen de staten, die het verdrag heb
ben ondertekend, geregeld. Het verdrag voorziet in het opzetten
van een net van coördinatiecentra.
Op dit moment zijn in ons land veel verschillende diensten met
opsporings- en reddingsacties belast. De Koninklijke Marine
doet dit via de Marine Luchtvaartdienst die gestationeerd is op
Valkenburg. Tevens zijn er de kustwachtposten van Rijkswater
staat, Scheveningen Radio, Rijks- en gemeentepolitie en red
dingsmaatschappijen. Voor de acties te water bestaat echter geen
enkele coördinatie. Om daaraan een eind te maken zal het cen
trum in Valkenburg voor acties uit de lucht ook belast worden
met acties te water.
Hiervoor wordt het centrum Valkenburg uitgerust met commu
nicatiemiddelen waardoor rechtstreeks contact kan worden op
genomen met koopvaardijschepen, reddingsboten en plezier
vaartuigen, zowel vanuit het centrum als vanuit vliegtuigen.
Omdat de coördinatietaak van het centrum alleen zal opgaan
voor het Nederlandse deel van de Noordzee en het luchtruim
daarboven worden ook rechtstreekse communicatielijnen met
West Duitsland, België en Groot Brittanië gemaakt. Op dit mo
ment gaat het contact met de opsporings- en reddingsdiensten in
de drie landen per telefoon waardoor vaak vertragingen ont
staan en operaties niet zo snel verlopen als zou moeten. De nieu
we inrichting van het centrum kost 420.000 gulden, de jaarlijkse
exploitatie 150.000 gulden.
WASSENAAR Het einde van de provinciale anti-tankac
tie in Wassenaar is in zicht. Dacht men eerst nog enkele ja
ren nodig te hebben, nu verwacht men bij de provincie in
1982 de laatste olietank te legen. Tot nu toe zijn bijna 1200
tanks in dit gebied geleegd en opgevuld met zand. Dat heeft
de respectabele hoeveelheid van 525.000 liter ongebruikte
olie opgeleverd.
De provincie is behoorlijk vóór op het schema, dat verleden jaar
is opgemaakt om de naar schatting 2700 tanks in de omgeving
van de Wassenaarse duinen schoon te maken. Die tanks vormen
namelijk een bron van gevaar voor de drinkwaterwinning.
Zoals bekend kan al één liter olie maar liefst één miljoen liter
drinkwater ongeschikt maken voor consumptie. Omdat de Pro
vinciale Staten haast wilden maken met de opruiming van de
tanks, hebben ze gezorgd dat in de begroting van 1981 geen be
snoeiingen zijn aangebracht op de post anti-tankactie. Er is zelfs
méér geld gereserveerd om een en ander sneller te laten verlo
pen. Daarom verwacht men dit jaar nog circa 900 tanks te legen
en in de loop van 1982 nog 600.
ADVERTENTIE
15 SKI LESSEN VOOR
DE KERST KAN NOG!
Schrijf in vóór 30 augustus en
uw eerste les start gegarandeerd
begin september.
dure ski-uitrusting is niet nodig, een
stevige oude broek, trui en T^r"
handschoenen is voldoende ski 'S
Voor elke dag
vrij skiën, een
heel jaar lang
(tot 1 sept.
1982).
alleen voor
ski-pashouders:
10 lessen 125r
15 lessen 159r
20 lessen 199r
40 lessen 249.-
i. 2 pers.
NEEM SKI -LES (jeugd, huisvrouwen, enz.)
OVERDAG (maandag t/m vrijdag tot 17.00 uur)
EN U KRIJGT DE OE
SKI-PAS voor slechts:
dztsckeetö!
HAAL SNEL ONZE GRATIS
KLEURENFOLDER m.taii,
informatie, of bel 02503 10138
(van 12.00 - 20.00 uur is de receptie
elke dag geopend)
SKI-PISTE
DE MEERBERG
HOOFDDORP
Volg de borden "sport-complex"