k Lourdes kan sdereen gewoon atholiek zijn „Tante Elly" brengt failliete fabriek tot ongekende bloei !e EUCHARISTISCH CONGRES, !N SPIRITUEEL SUCCES li IRDES Zaïre, Rwanda, Tsjaad, Be- Kongo in de ondergrondse basiliek i X in Lourdes zijn die middag bijna Franssprekende landen uit zwart Afri- ran de partij. Veertig mannen en vrou- uit Kameroen ondersteunen de Eu- ristieviering met muziek. Een Derde- eldband met een missionaire uitstra- Want als die zwarten hun mis vieren, n ze dat wel uit het diepst van hun ziel, uit de bodem van hun buik, het bin- Ste van hun ruggemerg God weet ruit precies. De instrumenten zijn heel jel; het ritme dat er uitkomt masseert tenuwen des te doeltreffender. Lange donker en gedragen, versnelt het ens zo uitnodigend dat het dansende iwenkoor wel móet invallen. Die vrou- zingen ongepolijst, rauw, hard. Om de seconden klinkt een gil, zo snerpend de associatie met een barenswee on- nijdelijk is. Een devote, nauwelijks rbare gong leidt de Consecratie In. :e. Mgr. Sanon uit Opper-Volta heft de tie. Stilte. Dan, met een bandeloze hef- pid, Alleluja. Een gevoelsleven van ge iend beton is nodig om op zo'n mo lt nog te kunnen ontkennen dat Jezus istus werkelijk en levend, springlevend, wezig is in het brood, de wijn en de )00 blanke en zwarte harten die de ba lk bevolken. Bisschop Simonis van Rot- /alam: „Ik wou dat ik in mijn bisdom een vtpchie had met het religieuze elan van voe mensen", ka ir h 450 mannen en vrouwen telde de htfms-Nederlandse delegatie naar het al I Eucharistische Congres in Lourdes, acht dagen heeft geduurd en afgelo- donderdag is afgesloten. Een afvaar- ig die in zijn rijke schakering een be- kelijk getrouwe afspiegeling vormde de Nederlandstalige katholieken als stieel. Hoogbejaarden waren erbij, man- mj en vrouwen van middelbare leeftijd en kleine honderd) jongeren onder de Leken, pastoors, paters, zusters en arfcelijke hoogwaardigheidsbekleders als néeritus kardinaal Suenens (Mechelen- btssel). bisschop Simonis (Rotterdam), cfechop Möller (Groningen) en kardinaal Mebrands (Utrecht). u uwlichters, gedreven zoekend naar een f intijds verstaan van de Eucharistie, erider in openlijk conflict met „Rome" te 'lenen. Traditioneel georiënteerde katho- eten met een accentuering van de dier- e waarheden die verloren zijn gegaan islog dreigen te verdwijnen. En natuurlijk '"'beminnelijke doemdenker R. Wolfs uit lisfeterbeek: „Wij Nederlandse katholieken it fden verraden door onze eigen pries- Ook hier in Lourdes. Pas toch op. Het coien complot". ac Zonder uitzondering tonen ze zich hooglijk tevreden over de spirituele vruchten, die hun toch niet geringe stoffelijke investe ring in deze sacrale happening (ongeveer 2000 gulden) heeft afgeworpen. Hoe dat komt? Die vraag is buiten de orde. Bernar- din kardinaal Gantin, afgezant van de paus zegt: „Niemand weet het. De priesters we ten het niet, de bisschoppen ook niet, de kardinalen evenmin en zelfs de paus weet het niet". En de Vlaming prof. P. d'Haese O.P. brengt het woord van Johannes Da- mascenus in herinnering: „Gij vraagt: Hoe het brood het lichaam van Christus en de wijn het bloed van Christus wordt. Op mijn beurt antwoord ik nu: De Geest is neerge daald. En Hij bewerkt wonderen die onze woorden en gedachten overtreffen. In plaats van de vraag: Hoe? moet ge de vraag stellen: Door Wie?". „Niets te verbergen" „Jezus Christus, brood gebroken voor een nieuwe wereld", aldus het parool van de samenkomst in Lourdes. Na vier dagen spirituele beleving, leggen de volwassen Nederlanders 2000 gulden bij elkaar om ook de sociale verwijzing van het motto beter gestalte te geven. De jonge landge noten in het primitieve tentenkamp buiten Lourdes mogen voortaan mee aanzitten aan het hoteldiner van de ouderen. Zo doende breken we op woensdagavond het brood met Lilian Mars (16) uit het Twentse Borne en Hetty Uitendaal (19) uit Hillegom. Lilian legt een visje naast haar brood en verwoordt een gevoel dat bijna alle jon gens en meisjes hebben ervaren: „Je bent hier zo lekker vrij. Je hoeft niets te verber gen. Je kunt gewoon uitkomen voor je ge loof, want iedereen is hier gelovig. Haast elke dag ga je hier naar de Eucharistie. En als je zomaar een keer voor Jezelf wilt bid den, ga je lekker naar de gebedstent van Taizé. Hetty Uitendaal: „In Nederland is het zo, dat ze. alleen al wanneer je zegt dat je naar een Eucharistisch Congres gaat, aan je verstand beginnen te twijfelen. Je bent zo'n eenling thuis. Terwijl geloven juist iets is dat je samen hoort te doen. En als Hol landse katholieken dan toch wat samen doen, samen op zondag de Eucharistie vieren bijvoorbeeld, dan gebeurt dat zo kil en saai, zo zonder enthousiasme dat je af en toe denkt: eigenlijk kan ik nog maar beter thuisblijven ook. Terwijl hier, hier leeft het allemaal, hier bruist het". Lilian: „En ik denk dat dat '„echte gevoel" dat je hier krijgt niet eens veel met het Eu charistisch Congres te maken heeft. Die massale vieringen op de Mariaweide en in de basiliek Pius X zeggen mij persoonlijk tenminste weinig. Wat ik mooi vind is om kijaar terug atond Elly Spronk uit het Achterhoekse Terborg aan het sterfbed "3 haar man. Acht weken getrouwd, 32 jaar oud. Ze moest haar man beloven I gammele steenfabriekje voort te zetten, paar maanden terug opende Elly Europa's modernste betonsteenfabriek. 1 Ir fabriek. De belofte was meer dan waar gemaakt. Ondanks de mafiapraktij- n9> van sommige van haar concurrenten, zoals zij zelf vertelt. *|jtBORG Elly Spronk, een fraaie ver fijning, smaakvol gekleed, komt over als 5 steenharde zakenvrouw, kien en Thtlijnig. Als ze echter over haar 52 9®hsen praat, wordt ze sentimenteel. Ze °tt dan op het wandbord „Eendracht '®rakt macht", een personeelsgeschenk, haar pompeus en huiselijk ingerichte JJctiekamer siert. p®|, haar man, stierf in 1970 binnen enke- rfïagen. „Op een feestje voelde hij zich Bns niet goed. In het ziekenhuis consta- rden de dokters een darmafsluiting, dag was hij nog springlevend en zon- j was hij dood. Daar sta je dan met je ofte om de zaak voort te zetten. Ik had rp beloofd, dat ik bij lange na niet kon „jrzien. Het steenfabriekje van mijn man /0.i letterlijk een puinhoop. Zes man per- 'leel en voor de rest alleen maar schul- clV Van stenen maken wist ik absoluut Ik had er nooit een grijntje interesse gehad. Ik was maatschappelijk werk- kun je nagaan. Maar ja, ondeskun- leid geeft moed. Bovendien, Ik was .uld van een heilig vuur. Ik zou slagen. ''Was het alleen maar om de schulden te jw. /linken van kerels 9, verzamelde moed op de afdeling neu- ogie van het ziekenhuis, waar ze direct de dood van haar man een zenuw iking terecht kwam. „Ik had geen- 'h»le cent. Ik kon die zes mensen niet betalen. Bovendien vond ik op een gen de rekeningen van de' trouw- en vauto's op de mat. Tegelijkertijd. Maar ikkig hebben ze me van alle kanten ge ien. Die zes mannen waren fantastisch, n'i bonken van kerels. Weet Je wat ze zei- qp? Mevrouw, we zullen samen proberen jl zaak te redden. En als we wat langer or,ons loon moeten wachten, dan hindert dit "iet". }0ar eigen spaarbankboekje stond niette- i snel op nul. Iedere leverancier eiste itante betaling. „Ik weet nog goed, dat i eerste weduwenrente binnenkwam, tienhonderd gulden. Ik was dolblij. Kon tenminste de telefoon betalen, want die inmiddels afgesloten", reageerde haar omgeving? i, die zei: ze is gek geworden. Ik werkte ook keihard mee in de fabriek. Ik wist van stenen maken, maar ik ging het gewoon leren. Ik wilde weten hoe je een betonmengsel maakt. Ik weet nog goed, dat ik uit een silo vele tonnen cement in een bak liet vallen. Dat geeft een ver schrikkelijke stofwolk, zodat je even niks meer ziet. Toen de wolk optrok stonden daar opeens mijn vader en broer. Ze zei den: „Nu is het afgelopen, kom mee naar huis, dit is geen werk voor jou". Ik ben toen zo verschrikkelijk kwaad geworden. Ik heb ze meegenomen naar de keet en gezegd: „Jullie mogen hier wat mij betreft elke dag komen, dan kun je koffie krijgen, maar voor de rest maak ik de dienst uit. Ik moet dit proberen". Ja, Ik had een bijzon dere kracht om dingen te doen die je an ders niet kunt". Aparte sfeer Met hangen en wurgen kwam ze het eerste jaar door. „Drie dingen hebben me erdoor geholpen. Een buurman leende me een laadschop en duizend planken om de ste nen op te zetten. De betaling komt wel, zei de goeie man. Vanaf dat moment konden we vijf dagen produceren. In de tweede fase kreeg ik van onze chauffeur de op brengst van zijn eigen huls te leen: vijfen dertig mille. Om de lopend9 schulden af te echt samen, met mensen die je kent, de Eucharistie te vieren: en dan liefst nog te helpen met de voorbereidingen ook. Als je het zo aanpakt als wij in het tentenkamp doen, en je geeft elkaar dan de vredeskus, ja, dan gaat er iets in je trillen". Het begrip „Congres" in de aanduiding Eucharistisch Congres wekt bij buiten staanders makkelijk de indruk dat het om een grootscheepse theologische conferen tie gaat. Dat is het zeker niet op de eerste plaats. Voorop staat de viering van de Eu charistie. De geloofservaring dat Christus, Zoon van God, als voedsel voor de men sen onder hen tegenwoordig wil zijn. En hen zodoende in de liefdesgemeenschap van God zelf wil opnemen. Anders gezegd: de viering van het blijvend „Ja" van God tot de wereld. Abracadabra? Wanneer door de nauwe straatjes van Lourdes het honderddui lossen. En Iemand in Drenthe, een oude relatie van mijn man, liet van gebruikt hout een opslagloods bouwen. Toen hoefden de stenen niet meer in de open lucht te staan. Plotseling konden we toen zestig duizend stenen per dag maken. Ja, som mige mensen zijn ongelooflijk als het om hulp gaat. Op de fabriek hing een heel aparte sfeer. Het was d'r op of d'r onder. Mijn administrateur bijvoorbeeld deed niet alleen de administratie, hij zette ook koffie en zeemde de ramen. Ik kon blindelings op mijn mensen vertrouwen. En we heb ben met z'n allen wat kou geleden in die houten keet. Pas sinds vorig Jaar zitten we vorstelijk in een nieuw kantoor". In die beginperiode was ze ronduit be hekst, bekent ze. „Ik jutte iedereen op. Het ging me nooit goed genoeg. Maar ik gaf zelf het voorbeeld. Ik was dag en nacht aan het werk. Ook nu nog hebben we een geweldige ploeg mensen. Ik ben geen moment bang, dat hier de lijn ge trokken wordt als ik voor zaken in Duits land ben. Als ze dat wel zouden doen en mij de pap zuur zouden maken, was ik de eerste om het bijltje erbij neer te gooien. Aan lanterfanten heb ik een gruwelijke he kel". Tante Elly. de stenenkoningin, zoals het personeel haar noemt, opende dit voorjaar „de meest moderne betonsteenfabriek van heel Europa". Het produktieproces wordt volledig door een computer ge stuurd, onder toezicht van één man. Dag- produktie: 300.000 stenen. Met vijf eigen trucks en nog een stuk of wat contractau to's worden de stenen bij de klanten afge leverd. Het cement laat Elly met twee ei gen buikwagens uit Duitsland halen. „In tien jaar tijd hebben we vijftien miljoen gulden geïnvesteerd. Elke investering is in overleg met de groep gebeurd. We spre ken dat door, van voor naar achteren. Tot nu toe is elke investering er uitgekomen. We hopen nu het punt bereikt te hebben, dat we een beetje kunnen consolideren. Het kost wel een stuk van je leven. Het is gebeurd met vallen en opstaan. En met slapeloze nachten. Ik heb wel eens huilend over het terrein gelopen. Zag ik het niet meer zitten. Want er waren steeds tegen slagen. Op een keer hield ik stil bij een grote berg puin. Daar zag ik een paar prachtige klaprozen bloeien. Gewoon schitterend om te zien. Ik dacht: als op zo'n puinhoop nog een bloem kan bloeien, dan moet het toch mogelijk zijn om van dit bedrijf een prachtige bloem te maken". Hoe reageerden de concurrenten? Pijnlijke vraag. Ze wil er na enig aandrin gen wel „iets" over zeggen. „In het begin denken ze: oh, dat vrouwtje hebben we zo onderuit. Die redt het nooit. Het is voor mannen al zo'n moeilijke business. Ze de den dus een beetje meewarig. Maar dat veranderde toen ze zagen, dat dat vrouw tje overeind bleef en zefs een modern be drijf opbouwde, dat aan zijn verplichtingen voldeed". Veranderde toen hun meewarigheid in te genwerking? „Dat mag je zo wel zeggen. Kijk, wij zijn geen lid van de vereniging van steenfabri kanten. Bewust niet. Want het is een be sloten club die als een soort kartel op treedt, al zullen ze dat glashard ontken nen. Maar ze maken onderling wel degelijk prijsafspraken. Wij gaan onze eigen weg, willen daar niet aan meedoen. Maar wat je dan ontmoet."Dat kun je gerust mafia- methoden noemen". „Spronk is er..." Ze vertelt, dat men haar kapot heeft willen zendste „Magnificat" galmt, raakt pater dr. Jacques Mulders, een congresganger uit Den Haag, in gesprek met een „verlo ren schaap". „Mijn ziel verheft de Heer", zingen de jongens en meisjes met inmid dels wat hese stem. En pater Mulders geeft een voorbeeld: „Op 4 mei herdenken de Nederlanders de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog. Er zijn fakkels, bloemen, kransen. Er hangt een vlag half stok, elke halve minuut slaat er een klok en de mensen staan bijeen in een kring. Die handelingen roepen de herinnering op aan hen die hun leven gaven in de strijd tegen de barbarij. Dat is een aspect. Maar er gebeurt méér. Die vlag, bloemen, die klok roepen ook op: Ons bewustzijn dat we eerbied moeten hebben voor de waar digheid van de mens. Dat bewustzijn, het hele jaar door sluimerend in ons aanwezig, wordt op 4 mei vanuit de diepte van onze ziel weer naar boven gehaald. Het wordt in rituele handelingen geactualiseerd, weer levend gemaakt. We krijgen er weer deel aan: hier en nu. Welnu, ook de heilige Eu charistie kun je beschouwen als een rite, maar dan de meest fundamentele die er bestaat. Namelijk de rite waarmee wij het allerdiepste en allerbelangrijkste bewust zijn dat in ons leeft, naar boven halen. En dat Is: datOod „ja" heeft gezegd tegen de mensen, zonder „neen". Die werkelijkheid wordt in de Heilige Eu charistie concreet. Dat is, om het nu maar even al te simpel aan te duiden, de werke lijkheid waarover we spreken, als we zeg gen dat Christus echt aanwezig is in het brood en de wijn. De tegenwoordigheid van Christus In de Eucharistie moet je dan ook zien als een gevolg van Zijn tegen woordigheid in de mensen. Een tegen woordigheid die volkomen „werkelijk" is, zo letterlijk als je maar wilt. Maar van een andere orde, uiteraard, dan de chemische of natuurkundige werkelijkheid". „Dank zij missionarissen sta ik hier" In de ondergrondse basiliek Pius X wordt bovenzinnelijke werkelijkheid ondergaan door 20.000 gelovigen, onder wie tien roodgetooide kardinalen, honderd paarse bisschoppen en de zwarte Bernardin, kar dinaal Gantin. De afgezant van de paus zit op een troon onder een baldakijn. Op een podium in het midden staat een altaar. Er naast een bak waaruit een hoog vuur op lekt. Het eerste hoofdstuk van Sint-Jan wordt gelezen, over het Licht dat in de we reld kwam. Als de communie begint heb ben veertig jongemannen hun fakkel aan de vuurbak ontstoken en zijn zij in een kring rond het altaar gaan staan, ieder vergezeld van een meisje dat het Evange lieboek draagt. Na afloop van de viering beklimt kardinaal Gantin, de pauselijke staf in de hand, de verhoging en kust het altaar. Hij schrijdt rond het podium en ze gent de menigte. Dan willen de mensen hem aanraken. De kardinaal geeft honder den handen, zegent, kust tientallen kinde ren. Maar iedereen wil contact met hem hebben. Armen van de ordedienst zijn no dig om hem ongehavend naar de sacristie te loodsen. Tijdens een speciaal bezoek aan de Nederlands-Vlaamse delegatie zegt de in Benin opgegroeide 57-jarige prelaat een paar dagen later: „Aan drie van uw missionarissen heb ik het te danken dat ik hier nu sta". 's Avonds loopt in de regen een Maria- lichtprocessie. Hier en daar waait er een kaarsje uit. Buurman houdt zijn lichtje bij om de lont weer te ontsteken. Een me vrouw zegt: „Dit is nou het leven". Door pater Mulders flitst het heen: „Hier loopt het volk Gods". En in de grot van de Heilige Maagd staan Lilian Mars en Hetty Uitendaal stil te bid den. WILLEM SCHEER Elly Spronk die de fabriek van haar man van de ondergang redde tussen de beton- stenen, waarvan zij er dagelijks 300.000 maakt. maken. Sommige concurrenten strooiden bi) de klanten praatjes rond, dat ze niet meer aan haar verplichtingen kon voldoen. Bepaalde grondstofleveranciers, onder druk gezet, trokken hun toezeggingen in. Een concurrent slaagde er zelfs in een van haar BV's failliet te laten verklaren. Maar Elly overleefde. „Spronk is er. En hoe. We leveren twaalf procent van de Nederlandse betonstraatstenen. We hebben 266 ge meenten als klant, waaronder de grootste. Juist die tegenwerking heeft ons veel feller gemaakt". Is ze zelf altijd brandschoon gebleven? „Ja. Ik hoop op mijn vijfenzestigste alle zakenrelaties recht in de ogen te kunnen kijken". Drs. Fenijn komt de directiekamer binnen. Hij Is Elly's zakenpartner, verantwoordelijk voor de economische bedrijfsvoering. Eliy doet hem verslag van ons gesprek. Met vaderlijke wijsheid relativeert hij: „Natuur lijk zijn wij ook niet altijd zulke lieve jon gens geweest in de concurrentiestrijd, maar we hebben ons gelukkig nooit be diend van methoden zoals die tegen ons zijn toegepast".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 13