IN EN OM DE KA ONENIGHEID TUSSEN ARTSEN IN EN OM HET HUI! Zadelveer- beschermers: LAND EN TUINBOUW/IN EN OM HET HUIS leidsecourant Bloembollencommissie F!or iade geeft zichzelf de sporen Creditcard: een loos genot Op tweederde van bedrijven in landbouw geen opvolgers Pas op voor magnetronoven Rentabiliteit bedrijven; onderdruk banden tussen voeding en gezondheid, zoals hyperten- sie (hoge bloeddruk) en zout gebruik. Is alcoholisme een ziekte of een slechte ge woonte? Diabetes mellitus en dieet, osteoporose (het broos worden der beende ren) na de menopauze. Adi- positas (zwaarlijvigheid) vraatzucht of vetcel? En an dere discussiepunten. Ver schillende deskundigen be horen tot de inleiders. (Wetenschappelijke Uitgeve rij Bunge, Utrecht). T.F. De fiets: massaal gebruikt vervoermiddel. Geschikt voor twee personen, althans voor wie geen kinderzitje aan het stuur hangt. De fiets kent bijna louter voordelen en ei genlijk maar één nadeel: de „achteropzitter" weet bijna nooit waar hij, of zij, zich moet vasthouden. Het mak kelijkst- en ook het veiligst- is het om de bestuurder flink vast te houden aan de bilf- lanken. Maar niet iedere „achteropzitter" heeft voor die handgrip een voldoende intieme relatie met de fietser. En zo ziet men vaak genoeg dat de fietspassagier zich krampachtig vasthoudt aan het randje van het zadel. Met alle risico's van dien. Want hoe eenvoudig peutert men vanuit een dergelijke positie niet gedachteloos aan de veren onder het zadel: de za delveren? De fietser weet van niets, verschikt zijn, of haar, ach terwerk even op het harde zadel en hoort daarop achter zich een ijselijke kreet. De achteropzitter heeft een vin ger tussen de zadelveren ge klemd. Deze sombere gedachten moeten door het hoofd ge gaan zijn van de ontwerper van de zogenaamde „zadel- veerbeschermers". J.P. Vos, Import uit Den Bosch impor teert ze sinds kort onder de naam Jippies. De firma vindt de beschermers vooral ge schikt voor fietsers die vaak een kind achterop hebben. Kosten: 4.95 per twee stuks. Er bestaan binnen de ge neeskunde onderwerpen waarover jarenlange soms verhitte discussies worden gevoerd. Artsen zijn het vaak met elkaar oneens. De een heeft niets tegen een paar sherry's voor tafel, de ander vindt het vergif. De een geeft nooit een slaappilletje uit angst voor verslaving, de an der zegt: beter een (tijdelijk) steuntje in de rug dan vele nachten wakker liggen. Slechts in enkele gevallen worden de belangrijkste pro's en contra's van derge lijke zaken op handzame wij ze samengevat en van des kundig commentaar voor zien. De medici prof. dr. A. Querl- do en dr. J. Roos, blijkbaar begaan met het lot van de arme patient, die niet meer weet wie en wat hij geloven moet, hebben het prijzens waardige initiatief genomen een tweedelig boekwerk sa men te stellen: „Controver sen in de Geneeskunde", geïnspireerd op een Ameri kaanse uitgave over geschil punten In het deelgebied der inwendige geneeskunde. Er komt een breed scala aan onderwerpen aan de orde. Een groot aantal deskundi gen op allerlei gebied leve ren bijdragen aan deze uit gave, die vooral gezien moet worden als een „aggiorna- mento" voor medische ken nis bij artsen, die door druk ke praktijk of anderszins niet in staat zijn de ontwikkelin gen op diverse geneeskundi ge deelgebieden op de voet te volgen. Over bepaalde on derwerpen beschikt menig huisarts nog slechts over de kennis die hij jaren daarvoor op gezag van een ervaren docent heeft verworven. Maar inmiddels zijn er evolu ties en uitbreiding van ken nis, ervaring, technieken en onderzoek-methoden die niet „van zijn tijd" waren. De medische wetenschap is voortdurend in ontwikkeling en er wordt nu heel anders gedacht over zaken als be- drust bij bepaalde aandoe ningen, het nut van sommige diëten en Ingrepen, bestra lingen, psychosomatische klachten, astma, de oorza ken van allerlei ziekten of de mogelijkheden tot preventie. Het komt zelfs wel voor dat een huisarts zich geplaatst ziet tegenover een vaak be ter geïnformeerde kiene pa tient, die soms ook eerder geneigd is zijn toevlucht te nemen tot alternatieve ge neeswijzen. Een groot aantal van de in het boek aange sneden en uitgewerkte on derwerpen beweegt zich in het brede gebied van de ver- maandag 20 juli 1981 pac Hoe min moet de „minderbedeelde" zich voelen als hij toeval lig een keer in een restaurant verzeild raakt en ziet hoe ie mand met een breed gebaar een kaart toont en daarmee ken nelijk de betaling van zijn nering voldoet? Helemaal niet „min", zou ik willen aanraden. Want de kaart is een „creditcard", weinig meer dan een -fiks betaald - stukje showgenot voor snobs. De creditcard kost 75 gulden per jaar en wordt verstrekt aan mensen die minstens 60.000 gulden per jaar verdienen, bo vendien liefst nog wat kapitaal achter de hand hebben op de koop toe. De card (er zijn in ons land drie soorten creditcards) geeft be middelden gelegenheid om hun welgevulde portemonnnee practisch overal ter wereld te vergeten. Betaling in hotels, reisbureaus en zelfs winkels geschiedt met het pasje dat uiter lijk weinig verschilt van onze bank- of giroparsjes. De creditcard is voor de verkoper het bewijs van kredietwaar digheid. En kennelijk zijn nogal wat mensen op zoek naar dat bewijs: de drie soorten, Diners Club, American Express en Eu rocard mogen zich verheugen in een sterk groeiende aanhang. Allemaal mensen die graag kond doen van hun kredietwaar digheid en bovendien neiging hebben hun portemonnee nog wel eens te vergeten. Het pasje niet? Nee, want dat is image en zoiets vergeet je niet gauw als mens. Het haar mag mee op vakantie De haardos heeft vaak te lij den van (zonnige) vakantie dagen. De invloed van zon, water en wind is slecht door dat het natuurlijk huidvet uit droogt. Mooi hoofdhaar geldt van oudsher als een sieraad. De behandeling komt neer op een goede ver zorging van de huid waarop het groeit, want de haren rei ken tot in het onderhuids celweefsel. Een goede sham poo moet afgestemd zijn op de haarsoort: droog, vet, normaal. Elsève heeft voor elk type haar een speciaal middeltje voor de zomer waarin het haar vaker ge wassen wordt dan in de win ter b.v. Elsève Frequence), maar er zijn tal van merken die even goed zijn. Te goed kope shampoo is af te raden; er zit vaak een afvalprodukt van petroleum in dat de ha ren op den duur aantast. Ge bruik na elke wassing een crèmespoeling, die werkt als een zonnebrandmiddel tegen uitdrogende zonnestralen. Was het haar nooit met te heet water en föhn het even min warm. Van beide fouten wordt vet haar eerder smerig en droog haar sneller droog I Een druppeltje olijfolie is een huismiddeltje om uitge droogd haar weer glazend en soepel te maken. Vooral in de zomer is het leuk eens van haarkleur te verwisselen. In de landbouw vindt elk jaar de zogenaamde „meitelling" plaats. Alle agrarische bedrijven in ons land moeten dan aller lei en meestal zakelijke gegevens verstrekken over hun be drijf. Het aantal dieren, werktuigen, oppervlakte, teelten etc. Je zou het een soort jaarlijkse volkstelling kunnen noemen on der boeren en tuinders. Bij de meitelling van 1980, waarvan de resultaten nu bekend zijn is onder meer ook een onderzoek ingesteld naar de be drijfsopvolgingssituatie. Alleen de bedrijven waarvan het be- drljfshoofd met agrarisch hoofdberoep vijftig jaar en ouder was, werden geënquêteerd. De vragen betroffen leeftijd, de schoolopleiding van de eventueel aanwezige bedrijfsopvolger en de plaats waar hij nu werkte. Inderdaad „hij", want het aantal vrouwelijke bedrijfsopvolgers is bijzonder gering. Blij kens het onderzoek zijn er op dit moment slechts 327 dames die te zijner tijd het bedrijf van hun vader willen overnemen en voortzetten. Verdwenen Sedert 1968, zo blijkt uit het onderzoek, liep het aantal land bouwbedrijven met ongeveer 30 procent terug. Ofwel met cir ca 48.000 tot 118.000 bedrijven nu. Gemiddeld zijn er dus de afgelopen Jaren telkens zo'n vierduizend landbouwbedrijven opgeheven. Van dit aantal van 118.000 boerenbedrijven is de huidige boer In de helft van het aantal gevallen ouder dan vijf tig Jaar. Slechts op 36 procent van al deze bedrijven Is er een opvolger beschikbaar. Tien jaar geleden was er nog op de helft van alle bedrijven een opvolger aanwezig. Daaruit kan de voorzichtige conclusie getrokken worden dat er de komende jaren nog zeer veel bedrijven niet voortgezet zullen worden. Dat er een duidelijke relatie ligt tussen de grootte van het be drijf en het aantal bedrijfsopvolgers is ook af te lezen. Hoe geringer de oppervlakte cultuurgrond, hoe geringer de belang stelling is om het bedrijf over te nemen. De zoon ziet er ken nelijk geen brood meer In. In 1968 was de gemiddelde opper vlakte cultuurgrond van bedrijven met een bedrijfsopvolger 15 hectare. In 1976 was dit 18 ha en thans 20 ha. De boerenbe drijven zonder opvolger waren in 1968 gemiddeld 10 ha, in 1976 11 ha en nu 12 ha. Opvallend Is trouwens dat de kwaliteit, wanneer je dat tenmin ste kunt aflezen aan het opleidingsniveau, is toegenomen. In 1968 had nog maar 23 procent van de opvolgers hoger en middelbaar landbouwonderwijs gevolgd. Nu 'is dat opgelopen tot bijna 50 procent. Het is een week van de anjers geweest, zowel van de stat daard- als trossoorten. Er moest een verdubbeling worden gi constateerd en het is ook hierdoor duidelijk dat het met d prijzen de verkeerde kant op ging. Daar komt bij dat de vi kantie zich overal liet en nog laat gelden. De handelaren zie nauwelijks kans hun voorraad kwijt te raken en dat geeft tt rugslag op de veiling. Want ook de export had zwaar te lijde en veel kooplieden laten verstek gaan. De kwekers zelf krijge nu de kans er eens tussenuit te trekken? Zo gaat het dus oo in de CCWS rustig aan toe. Het bedrijf kan rollende worde gehouden mede dankzij de vakantiehulpen. Men weet dat d Iedere zomer gebeurt maar er zit toch altijd wel enig versed in. De goede kant is ditmaal dat de weersomstandighede meewerken voor wat de bloemen betreft en de aanvoer wor< afgeremd, hetgeen nog enigszins ten gunste van de prijzc werkt. De anjers liepen van 15 tot 51, trosanjers 16 tot 6 fresia 12 tot 38, irissen 8 tot 14, om zo maar enkele prijzen I noemen. Maar er zat afgelopen week wel veel variatie in e erg maatgevend kunnen de noteringen niet worden genoemt gezien de abnormale situatie. Het prijspeil was aanhouden aan de lage kant, bijzonder in de trosanjers. Maar wel moe worden vermeld dat in de maand juni de gezamenlijke bloem veilingen in ons land een omzetstijging met ruim 30 procer hebben genoteerd en dat geeft de kwekers toch wel moed! D periode van januari tot en met juni van dit jaar laat een pos tief verschil zien met ruim 14 procent. Hierin staat de CCW met ruim 18 procent hoog op de lijst, Aalsmeer kwam met ee toename van ruim. 14 procent. De totale omzet van de twaa VBN-veilingen kwam over het eerste halfjaar 1981 uit o| 1.263.016.433 tegen vorig jaar in dezelfde periodi 1.105.750.743, hetgeen een stijging voor de landelijke bloe menteelt met 14.2 procent betekent. Er kan worden vastge steld dat de maand juni een goede prijsvorming te zien heel geeven, waaraan vooral ook de potplanten een goed aandee hebben gegeven, hetgeen ook van de CCWS kan worden ge zegd. Er is reeds vermeld dat de uitbreiding van de snijbloe menteelt een beperking kan worden geconstateerd. De vooi zitter van de CCWS, M. J. Varekamp, merkt hieromtrent in he jongste nummer van het Contactorgaan het volgende op „Oppervlakte snijbloemen stabiliseert zich en die van de pol planten breidt zich met nog ongeveer vijf procent uit. Dit i een verschijnsel dat zich sinds enige decennia nog niet heel voorgedaan. De factoren die hiertoe hebben geleid, behoevei we niet met algemene vreugde te ontvangen. Namelijk sterl stijgende produktiekosten en naar verhouding minder sterl stijgende opbrengstprijzen, hebben de rentabiliteit al enige ja ren onder sterke druk gezet. Stabiliseren op zich is nooit eei verheugend verschijnsel, maar soms is een stukje heroriënta tie nodig om een nieuwe basis te vinden. Gegeven de omstarv digheden is in de sierteelt een stuk heroriëntatie wenselijk. U dien hoofde is stabilisering van het areaal een goede zaak. Dl produktie zal weer meer rendabel gemaakt moeten worden door bijvoorbeeld produktieverhoging per eenheid arbeid energie en kapitaal en/of opbrengst prijsverhoging. Het eersti facet aan de produktiekant, het tweede aan de afzetkant. Ver groting en verbetering aan de afzetmarkt is in deze niet onbfr langrijk. Hoewel bijvoorbeeld de export naar Duitsland stag* neert is er een behoorlijke groei naar Frankrijk, Engeland et Amerika. Belangrijk bij het Europese marktgebeuren is daarti de concurrentie van buiten de EEG. De heer Varekamp con stateert dat aandrang tot een beter invoersysteem voor derde landen noodzakelijk is. De laatste tijd dreigt de "Magnetronoven" „in" te raken orQ kokers. Het is een flitsendsnel verwarmend apparaat: de o gebruikt microgolven om spijzen te verhitten. Etenswaar ui diepvries hoeft niet eerst te ontdooien, maar kan zonder 1 wijl de magnetronoven in. Is zo warm en gaar. Ideaal, zo'n oven, zal men denken. En blijkens de snel stijc de verkopen van de nieuwe vinding denken veel menserjsï ook zo over. De PGEM, Provinciale Gelderse Elektriclteits Maatsch; heeft onlangs echter de keerzijde van de Magnetron-,,me< ft Ie" laten zien: volgens deskundigen van deze maatschap kan de straling die vrij komt bij gebruik van de Magneti oven heel gevaarlijk zijn voor ogen en geslachtsdelen. W< p waar heeft elke fatsoenlijke oven een beveiliging tegen loskomen van de straling, maar de PGEM wijst erop, datft oven vrij eenvoudig kan gaan lekken. (De ovendeur moet metisch afsluiten om de straling binnen te houden, wat tussen de deur kan al tot gevaarlijke situaties leiden). En zo blijkt maar weer eens, dat je nieuwe ontwikkeliniy nooit te snel moet prijzen: het spreekwoord: „Kijk eerst de uit de boom", kan zo zijn waarde ook nog hebben voor nageslacht. Kat uit de boom kijken De eerste binnententoonstelling van de Floriade 1982 is op papier kant en klaar. Arrangeur Johan Weisz heeft de definitieve lijnen al getrokken en de inzenders weten reeds exact waar ze straks hun bol- bloemen moeten etaleren. En dat terwijl de 7000 vierkante meter grote expositiehal op het Floriade-terrein nog gebouwd moet worden. Dat men met zoveel voortvarendheid aan de slag is gegaan is niet in de laatste plaats te danken aan de ac tieve Bloembollencommissie van de Floriade onder leiding van de Noord- wijkse bloembollenkweker Georg Aten. De commissieleden gaven zich zelf maanden geleden reeds de spo ren. Er moest behalve die eerste bi.n- nententoonstelling nog zoveel ge daan worden. Er moesten proeffoe- plantingen uitgevoerd worden en de hoofdmannen van de bloembollen commissie zagen er niet tegenop om zelf de troffels ter hand te nemen. Di verse bol- en knolgewassen kregen dit jaar al hun definitieve plaats. On der meer een reeks bijgoedgewassen die een jaar de tijd kregen om goed „aan te slaan" en uit te groeien om straks een zo goed mogelijk effect te sorteren. Ook een groot deel van de lelies die volgend jaar zomer in Am sterdam zullen gloriëren, zijn dit voorjaar geplant. Straks in oktober zullen vele tienduizenden tulpe n, nar cissen, hyacinten en kleinere bolge wassen de grond in moeten. Speciale behandelingen Maar dat is nog even van later zorg. De plannen voor de eerste binnen tentoonstelling moesten eerst gestal te krijgen. De bollen die straks op het buitenterrein een plaats krijgen, komen tóch wel in bloei. Alleen de weersomstandigheden bepalen of dat vroeg, normaal of laat zal zijn. Met de binnenexpositie ligt dat heel anders. De bollen moeten voor 8 april in bloei zijn. En daar moeten verschillende bollen €#n knollen een speciale behandeling voor krijgen. Men zal dan bijvoorbeeld tentoon stellingskwaliteit narcissen en hya- De Colorsilk Salon Formula van Revlon (zonder ammo nia) is voorzien van conditio ners met proteïne. Er zijn 13 kleuren in met mooie glans. Na een permanent (tegen woordig weer geliefd) is het haar poreuzer, dus tenminste een week wachten met een nieuwe kleur. Geeft het liever eerst een cremespoeling met Flex, dat mede de „body" van zongebleekt haar her stelt. Ook „/'Instant du che- veux", een après shampoo van Lancome herstelt droog, beschadigd en gebleekt haar. Met de vingertoppen in de hoofdhuid masseren. TINY FRANCIS Proefbeplantin- gen van bloem bollen op het Floriade-terrein. De voorzitter van de Bloembollen commissie, de Noordwijk8e kweker Georg Aten (rechts) en G.P. Rood uit Bo- venkarspel, die straks de leiding gaat krijgen van de grootscheep se bloembollen beplantingen, za gen er bepaald niet tegenop om zelf de troffel ter hand te nemen. In het permanente gedeelte krijgt verder een grote collectie orchideeën een vaste plaats. Dat was trouwens ook het geval tijdens de laatste Flo riade. Toen bleek daarvoor van de zijde van het publiek bijzonder veel belangstelling te bestaan. Alleen hoorde men wel de klacht dat gehan dicapten geen kans kregen de exoti sche pracht te bewonderen. De col lectie had toen namelijk een plaats gekregen in een in half-duister gehul de afdeling boven de ingang van de Amstelhal. Liften waren niet aanwe zig. Daarom blijven de orchideeën nu gelijkvloers. Verlichting Aan de verlichting van de hal wordt extra aandacht besteed. Er zullen onder meer breedstralers op vrij gro te hoogte In de hal worden opgehan gen. Last van warmte zal men niet hebben, ook niet als in de zomer bui ten de temperatuur hoog oploopt. De hal heeft namelijk wat men noemt een doorgaande nokluchting. Die maakt het tevens mogelijk te luchten zonder dat het in de hal lopende pu bliek last heeft van wind of tocht. cinten moeten hebben, terwijl de bol len dan op het buitenterrein al in bloei staan. Men zal ook sneeuw klokjes, winteraconleten, krokussen, scilla's en dergelijke etaleren, maar die zijn begin april bulten reeds lang uitgebloeid. Verder wil men dan een royaal assortiment lelies tonen en dat zal voor veel soorten een soort „tour de force" betekenen. Kortom: men zal bollen moeten vervroegen en verlaten; er zal geremd, gekoeld, geforceerd en geprogrammeerd moeten worden. Wisselende exposities De tentoonstellingshal heeft een op pervlakte van 7000 vierkante meter. Een deel van deze binnententoon stelling krijgt een permanent karak ter. Daarvoor is 3000 vierkante meter beschikbaar. De andere ruimte van 4000 vierkante meter krijgt telkens wisselende exposities. Op de eerste zal het bolbloem-vóór en bolbloem- nè zijn. Er komen in totaal dertien binnententoonstellingen. Op vier daarvan komt de bolbloem nadruk kelijk „in the picture". Op de eerste en verder de gladiolen-, de dahlia- en de lelieshows. Tijdens andere bin nententoonstellingen zal de bolbloem ook niet onopgemerkt kunnen blij ven. Zo is er een kans dat men in het permanente gedeelte regelmatig fraaie bloemstukken van Hollandse irissen zal exposeren. De hal heeft kale wanden en die moeten gecamoufleerd worden. Daar zijn ook al maatregelen voor geno men. Voor dat doel zijn namelijk 270 laanbomen in containers gekweekt. Dat zijn dus mobiele bomen, die men, als men dat wil. ook zal kunnen verplaatsen. Dat laatste wil men ech ter tot een minimum beperken, want het zijn intussen hele „joekels" ge worden. Daarnaast Is nog een groot aantal sierheesters in kuipjes geteeld en daar zal men uiteraard ook een dankbaar gebruik van maken. Demonstratie In het permanente gedeelte van de hal zullen constant bloemschikde- monstratles worden gehouden. Afge sproken is dat men in hoofdzaak die bloemen zal gebruiken die In het aangrenzende gedeelte geëxposeerd worden. Tijdens de eerste binnenten toonstelling zullen de bloemslerkun- stenaars dus in hoofdzaak werken met tulpen, narcissen, hyacinten, en zovoort. En zo zal het ook zijn tijdens de shows van dahlia's, gladiolen, le lies en noem maar op. Kamerbreed Dertien binnententoonstellingen moeten opgebouwd en weer afge broken worden. Maar daar zal het publiek weinig of niets van merken. Tussen de tentoonstellingshal en het permanente gedeelte wordt namelijk een „kamerbreed" gordijn bevestigd dat men naar behoefte kan ophalen of laten zakken. Voor de aan- en af voer van de bloemen en voor de op bouw benodigde materialen, zoals graszoden etcetera kan men be schikken over een speciaal voor dit doel geprojecteerde weg. De ten toonstellingshal heeft ook als functie om het publiek op regenachtige da gen naast het vele moois in de kas sen en paviljoenen een fraai gearran geerde binnententoonstelling voor te kunnen schotelen. Men zal er telkens Iets heel moois van proberen te ma ken. Aan het bloembollenvak zal het In elk geval niet liggen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 6