„Schaakcomputer in jaar 2000 wereldkampioen" lakcomputers: reiging voor ■selijk denken? I Subsidie voor ,bandieteniand' LONDEN De 26 miljoen pond, die de EG, Groot-Brlttannlë en Ierland In de komende vijf Jaar gaan besteden om het grensgebied tussen de republiek Eire en Noord-lérland aantrekkelijk te maken voor vakantiegangers, zal wel eens verloren geld kunnen zijn. Verhoogde IRA- bedrijvigheid maakt genoemde zóne de laatste tien Jaar hoogst onveilig voor soldaten en politiemannen. Wie als toerist zijn leven lief heeft, blijft er beter weg. Beruchte plaatsen, die In aanmerking komen voor een deel van de Europese subsidie, zijn onder meer Newry, Londonderry en het zuiden van het graafschap Armagh, een sterk republikeins gezinde streek van Noord-lerland. De Britten noemen die streek „Bandletenland". Een maand geleden werd daar nog een gepantserd voertuig met vijf militairen opgeblazen. Vooral wat Zuid Armagh betreft Is het plan om toeristen te lokken praktisch een verloren zaak. Newry en Mourne trokken afgelopen jaar nog tienduizend vreemdelingen, maar in Zuld-Armagh komen haast geen andere buitenlanders meer dan mensen, die familie willen bezoeken. Met zijn kronkelende landwegen, groene heuvels en heldere meren zou Zuld- Armagh nochtans een paradijs voor toeristen kunnen zijn, als het er maar vredig was. Londen en Dublin willen aan weerszijden van de grens nieuwe campings en Jachthavens aanleggen. De hengelsport zal bevorderd worden. Sommige meren zijn erg geschikt voor waterskiën. Aanmoediging van lokale ambachten voor de produktie van traditionele Ierse souvenirs behoort eveneens tot het Europese programma. Er zullen ook nieuwe hotels gebouwd worden. De streek van Zuld-Armagh en de onmiddellijke omgeving had vroeger tien hotels, die evenwel door de IRA gedwongen werden hun deuren te sluiten. De republikeinse verzetsbeweging heeft zes hotels opgeblazen. Wegens de blijvende onrust in Noord- lerland annuleren steeds meer toeristen hun vakantie in dat deel van de wereld. Op de informatiebureaus van de Noordlerse VW zijn de verzoeken om Inlichtingen met meer dan 60 procent afgenomen. Noord-lerland werd afgelopen jaar bezocht door 710.000 toeristen, onder wie 27.000 afkomstig van het Europese vasteland. In 1979 ontving Ulster 728.000 toeristen. Ondanks de verminderde getalsterkte, heeft het vreemdelingen verkeer In Noord- lerland afgelopen jaar toch 90,1 miljoen pond opgebracht; 10.1 miljoen pond meer dan het jaar daarvoor. De Britse en Ierse overheid hopen dat het over vijf jaar weer rustig zal zijn in het grensgebied. Maar er is nog geen politieke oplossing van de Ierse kwestie op til. In afwachting zegt de Noordlerse Europese afgevaardigde John Taylor zelf: „In het grensgebied zijn er streken, zoals Fermanagh (het kiesdistrict van wijlen Lagerhuis afgevaardigde Bobby Sands), waar het geld goed besteed zou zijn. De hengelsport kan daar beter beoefend worden dan elders In Europa. Maar geld uitgeven aan campings In de omgeving van Crossmaglen, In Zuld- Armagh, zou een onzinnige onderneming zijn. Daar Is het zelfs niet veilig voor militairen, laat staan voor toeristen. ROGER SIMONS DELFT „In 1990 is er 50 procent kans dat een com puter wereldkampioen schaken wordt en in 2000 is dat zeker het geval". Al dus het optimistische ge luid van Jaap van den Her ik. in navolging van de Westduitse ex-wereldkam pioen correspondentie schaak Hans Berliner en de Amerikaanse econoom Si mon. Van den Herik, een beetje gek van schaken, maar ook een beetje gek van computers: „Vanaf 1970 is het steeds beter en steeds sneller gegaan met de ontwikkeling van com puterschaakprogramma's. We staan nu aan het begin van een decennium, waarin het computerschaak stellig een hoge vlucht zal nemen. Welke grens er tenslotte bereikt zal worden valt niet te voorspellen". Van den Herik is wiskundige aan de TH In Delft. Hij hoopt eind 1982 te promoveren op het onderwerp computer schaak. Steekt naar eigen zeggen al z'n tijd en ener gie in de schaakcomputers. Vertelt enthousiaste verha len over de grote mogelijk heden op dit gebied. En heeft al aardig wat rappor ten en notities over compu terschaak afgescheiden. Welke invloed zou dit even tuele wereldkampioenschap hebben op de belangstel ling voor schaken? De sug gestie dat die belangstel ling zou teruglopen wijst Van den Herik van de hand. „Ik denk dat er juist een stimulerende invloed van uit gaat. De computers zijn bij voorbeeld ook geschikt om talenten op te leiden, de mensen zullen ervan leren. Ze zullen over meer kennis gaan beschikken. En het is een fabeltje dat het scha ken een remisedood zal sterven". Dit zei oud-vjereldkampioen José Raoul Capablanca overigens al in de jaren '20. Het perfectionisme in het schaken zou zijns inziens leiden tot de remisedood van de schaaksport. In de praktijk heeft hij ongelijk gekregen. Maar dit terzijde. Van den Herik: „Er komt nog iets bij. De strijd tus sen mens en machine ofwel Karpov tegen „het beest". „Belle" De Amerikaan Ken Thomp son, de grote man achter de huidige wereldkampioe ne onder de computers, „Belle", werkt op basis van de zogenaamde brute-forca methode. Dat wil zeggen dat hij zijn computer sneller varianten laat uitrekenen. Volgens Van den Herik kun je deze computer echter nu niet meer on-intelligent noemen. Niet meer, omdat Belle ook in staat zou zijn duidelijke plannen te ont werpen. Haar spel zou niet meer te onderscheiden zijn van dat van de mens. „Er zijn in Nederland", aldus Van den Herik, „minder dan 200 schakers die „Bel le" kunnen verslaan". De brute-force methode is de tegenhanger van de kennis representatie (uitgaan van stellingskenmerken). Hoe sneller je een computer kunt laten rekenen, hoe minder „inzicht" je erin hoeft te stoppen. Dat bete kent weer, dat de computer beter wordt, meer zetten vooruit kan „denken". Thompson wil zijn compu ter „opvoeren". Ze zou tot een miljoen (dat was 160.000) stellingen per se conde moeten gaan bere kenen. Een mens rekent veel min der uit, maar ziet, of voelt aan, dat bepaalde zetten gewoon niet zinvol zijn om bij stil te staan. Voor een computer is het moeilijk, te begrijpen je kunt haar bijvoorbeeld ook moeilijk uitleggen wat een boom Is waarom sommige zet ten per definitie uitgesloten kunnen of moeten worden. Van den Herik: „Er is wel geprobeerd om de compu ter niet alles uit te laten re kenen, maar dan gooi je met het kind ook het bad water weg. Dan ziet ze ook dat briljante dame-offer niet meer". En een compu ter moet het vaak juist daarvan hebben. Thomp son overigens bepaald geen sterke schaker be schikt over alle mogelijkhe den om zijn computer te maken tot wat zij is. Een partij spelen tegen een gro te computer kost al gauw tienduizenden guldens. Vandaar dat dit vrijwel al leen gebeurt aan universi teiten, hogescholen of re kencentra van grote bedrij ven, waar het wordt gedaan onder het mom van onder- zoeks- of oefeningskosten. Computertijd is iets waar aan alleen de Russen een gebrek schijnen te hebben. Althans, dat Is de uitleg die ze aan de eigen bevolking geven. Ook Thompson on dervindt nu echter duidelij ke moeilijkheden. Dat is niet zo vreemd: een hoog springer haalt al gauw een bepaalde hoogte. Maar om dan nog veel hoger te ko men is een stuk moeilijker. Is de vooruitgang in het computerschaak voorlopig tot stilstand gekomen? MARTIN VOORN De Westduitse bondskanselier Helmut ®inds kort (samen met zijn vrouw) een fanatiek |1| van de zakschaakcomputer. Er gaat bij wijze pl geen avond voorbij of hij speelt wel een spel- Shet elektronische brein. In Nederland zijn al Schaakcomputers (zgn. micro's) over de toon- f&in, in de Bondsrepubliek zitten nog 30.000 pko'n apparaatje te wachten. De vraag overtreft II De spelfabrikanten draaien op volle toeren. ||pers schrijven proefschriften over computer- ffbnlangs opgerichte computerschaakvereniging pederland verheugt zich in een grote aanwas •üfVoor een schaakcomputermiddag in Utrecht ||§i enorme belangstelling. De topschakers ech- ||g wat meewarig over de kwaliteiten van „Belle. ||haos. Ostrich, Mychess, Kaissa, L'excentrique, Chess 4.9" en al die andere „grote" compu- |i|rs die zich kenners plegen te noemen vergui- Iffnme kracht-apparaten". „En die micro's kun- llfnaal geen laars van". Zijn de schaakcompu- slecht? En als dat zo is: zullen ze ooit goed ®x Euwe, oud-wereldkampioen schaken, voor- !|961 dat er nooit een programma ontwikkeld dat sterk genoeg is om het tegen topspelerö |p. „Computers missen inventiviteit en creativi- ^kelijke eigenschappen die moeilijk te definië- iuwe houdt zijn stelling ook nu nog staande, lening wordt in het computerschaak verder te ndruk gelegd op de zogenaamde „brute-force"- mlat houdt in, dat men. uitgaat van berekening. I hatie van berekening en herkenning van stel- ijren (wat dit laatste betreft: zeg maar intelligent, sfchaak) moet, aldus de optimisten, de wereld- dijaan leveren. Euwe ziet dat nog niet zo zitten, ig» oud-wereldkampioen, de Rus Michaël Botwin- ler een andere mening over. Botwinnik, evenals (puterdeskundige, gaat er van uit dat het lai wordt beheerst door „objectieve wetmatighe- ermoeten absoluut afzien van al die flauwekul als eiijke wetten, talent, wonderen van de geest en vrrten van creativiteit". Naar zijn mening kan dat ienensen ontdekt worden. Tot nu toe heeft Euwe 'es gelijk gekregen: Ook de grote schaakcompu- iln de grootmeesters (bij lange na) nog niet be- Jing Itfe constatering dat schaakcomputers vandaag niet zo sterk zijn, blijkt voor vele schakers niet lifootmeester Jan Hein Donner bijvoorbeeld, die ji ontzag heeft gehad voor (de schaker) Euwe, langs in NRC/Handelsblad de vloer aan met de a'puters: „De computer kan helemaal niet scha lk dat ook nooit kunnen, althans de eerste 2000 Vat het ding doet heeft in het geheel niets met ei maken. Het is een lachwekkend aandoend ge il de absolute beginneling, maar dan wel een be- tfiie nooit iets zal kunnen leren, het groteske ge- ain een imbeciel". Donner gaat verder in zijn tegen de (schaakcomputer: „Het ding is een tjieks voor idioot, M.V.). Hij begrijpt vrijwel niets loet hem uitgelegd worden. De omgang met zui den dient men te mijden. De invloed van het tuig dordig in het leerproces al fnuikend genoeg. Het (onveranderd in hoog aanzien en mag zich ba ld glans van wetenschappelijke onfeilbaarheid, jootste onzin verschaft zich respectabiliteit door I maken van computers". Bcheldkannonade moet wellicht toch nog even zelf opgemerkt worden. Zijn voorliefde anoud Grünc politie jwkeu iken n de op autosr In h Bd Di jaar i /an d oorzs nden. an 6( ek t< ooi 22,4 Bvallei 9 ger hooi ent e voor shockerende opmerkingen is algemeen bekend. De Amerikaanse grootmeester Evans drukte het eens zo uit: „Donner? interesting, but always wrongl" („Donner? In teressante man, maar hij zit er altijd naast".) Volgens de „computerschaakfanaten" is er bij de grootmeesters een zekere dosis angst voor de schaakcomputer te bespeuren. Zij vinden dat de schaker hoe dan ook het intelligente meesterbrein is, de computer kijkt niet verder dan zijn neus lang is. Schakers worden door Jan Publiek vaak geassocieerd met een geheimzinnige vorm van genialiteit. Zij hebben er niets op tegen dat dit waanidee in stand wordt gehouden. Verder kan opgemerkt worden, dat de zakschaakcomputers altijd nog beter spelen dan 90 pro cent van alle schakers. Voor de grote computers ligt dat percentage nog aanzienlijk hoger. Problemen Wat zijn nu de concrete problemen, waar de ontwerpers, uitdenkers van schaakprogramma's mee te maken heb ben, naast de al door Euwe genoemde? Je kunt in de gro te computers wel steeds de laatste theoretische vondsten stoppen. De openingstheorie zal hij in principe dus redelijk beheersen, met die beperking, dat je er ook niet meer in kunt stoppen dan de boeken bevatten. De grootmeesters passen zelf „nieuwtjes" toe, laten zich niet door de theorie vastpinnen. Wat geweldig goed en snel is bij de goede computers is het vermogen om (letterlijk miljoenen) va rianten uit te rekenen. Dat doen ze zelfs beter, of liever gezegd veel sneller dan de grootmeesters. Echter: het zijn wel vreselijk veel zetten die bij een mens absoluut niet in aanmerking zouden komen. Vandaar de naam domme kracht-apparaten. Bovendien kan de computer nog maar een beperkt aantal zetten vooruit denken. Combinaties van bijvoorbeeld zes zetten liggen dan ook voor de schaakcomputers „achter de horizon". Met andere woor den: de computer kan ze niet meer zien, ze zijn niet bin nen zijn bereik. Wanneer de computer ziet, dat hij in vijf zetten een paard kan winnen, zal hij dat doen, ook als hij op de volgende zet mat gaat. Pas als het mat binnen de horizon gekomen is, ziet de computer het. Maar dan heeft hij de foute transactie al ingezet en zal hij alleen nog in staat zijn de minst nadelige voortzetting in die variant te kiezen. Een ander groot probleem is, dat de meeste computers nog niet werkelijk in staat blijken concrete plannen te ont werpen. Veel rekenwerk, weinig „intelligent" schaak. Meestal zijn de zetten van de mindere computers gericht op „directe" resultaten: schaakjes (bepaald niet altijd goede zetten!), het vaak ongemotiveerd aanvallen van stukken, etc. Vooral de minder goede schaakcompu ter is vaak een vreselijke materialist. De betere computers daarentegen houden ook de stellingskenmerken In de ga ten: Hoe veilig staat de koning, hoe is de pionnenstruc- tuur, hoe Is de mobiliteit van de stukken etc etc. Maar het belangrijkste dat de schaakcomputer mist, is een goede eindspelbehandeling. Die Is vaak werkelijk om te huilen. De betere schaker komt vaak tranen (van het lachen) te kort om de voor hen komische computermanoeu vres in het eindspel te kunnen volgen. Een wiskundige aan de TH In Delft houdt zich momenteel intensief bezig met het ontwikkelen van een systeem voor het eindspel. Dit in het kader van zijn promotie-onderwerp over computer schaak. Zie daarvoor het andere artikel op deze pagina. Zakschaakcomputers Een hoofdstuk apart zijn de zakschaakcomputers. Alle ne gatieve verhalen die hierover verteld werden, gingen tot voor kort voor een groot deel op: ze konden er nog geen snars van. Of het waren materialistische pionnengrabbe- laars, of ze kenden de spelregels niet. Of ze deden akelig lang over een zet, als je ze op hun hoogste niveau liet spe len. Kortom: alleen nog maar leuk commercieel speelgoed. De Amerikaanse schaakcomputerprogram meur Ken Thompson heeft eens onderzocht hoe hoog de rating, de speelsterkte uitgedrukt in een getal (Elo-rating, genoemd naar „uitvinder", professor Elo) zou zijn. Dat bleek tussen de 1200 en de 1400 Elo-punten te liggen. En dat is nauwelijks hoger dan de rating van een koe, zo merken cynische grappenmakers op. Dat getal steekt in derdaad schril af bij de rating van ruim 2200 voor de sterkste professionele computer, „Belle". Tussen haakjes: Wereldkampioen Anatoli Karpov heeft op dit moment een rating van ongeveer 2700. De beste zakschaakcomputers ofwel de merken „Mephisto", Morphy Master" en „Sar- gon" halen, aldus secretaris J. Ten Have van de CSVN, nu een niveau van ongeveer 1800 Elopunten. „En dat zal nog snel verbeteren, de vooruitgang zal relatief groter zijn dan bij de grote computers". Jaap van dan Herik mat da achaakcomputer aan da TH In Delft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 15