de termg naar nering AMSTERDAM DEN HAAG Wanneer het ons slecht gaat, put ten wij toch nog troost uit het aan wijzen van een schuldige. Of het te recht Is of niet. Naarmate het slech ter ging met de economie Is de kri tiek op de overheid van vele kanten steeds scherper geworden. De par ticuliere sector, die eerst galant was afgedankt, leek steeds aanlokkelij ker. In elk geval In vergelijking met het optreden van de overheid. Maar het probleem toespitsen op de vraag of we met de particuliere sec tor beter af zouden zijn dan met de overheid, is volgens de Amsterdam se econoom prof. dr. J. van den Doel niet alleen een versimpeling van het probleem, maar ook een to taal niet onderkennen van wat er werkelijk scheef zit. Want het is zijn opvatting, dat wij met ons allen als consument, elke oplossing uiteinde lijk blokkeren. Prof. Van den Doel: „Het hele pro bleem van de verzorgingsstaat is, dat door de overheid op de hoofd zaken niets en op allerlei detailpun ten veel te veel wordt ingegrepen. Je hoeft geen schroef om te draaien of je hebt een vergunning nodig, maar aan de andere kant zie Je dat er niks wordt bereikt, omdat de hoofdzaken worden vrijgelaten. Naar mijn idee heeft de overheid te weinig ingegrepen op het terrein van de investeringen en de inko mens. Maar waar ze wel voortdu rend ingrijpt, is in allerlei concrete consumptie- en produktiebeslissin- gen. Er is in Den Haag een enorme centralistische bureaucratie opge zet waar bijna elke beslissing over scholen, welzijnsvoorzieningen, we gen en noem maar op, wordt geno men, terwijl heel veel hiervan een zuiver regionale of lokale betekenis heeft en dus volgens mij beter door de besturen op dat niveau kan wor den afgewogen". „Ik heb al heel vaak bepleit dat de gemeenten en de provincies een ei gen belastinggebied moeten krijgen dat veel groter is dan nu. Op ge meentelijk en provinciaal niveau kan dan ook de afweging tussen baten en lasten plaats hebben. Als dan een dorpsschool moet worden opgericht, moet een dorp daar be lasting voor betalen omdat het al leen voor die gemeenschap beteke nis heeft. Als je dat over Den Haag regelt, krijg je dat natuurlijk ieder een die school wil hebben, want het kost „zogenaamd" niets. Daardoor krijg je een verzorgingsstaat waarin iedereen zijn hand maar ophoudt bij de centrale overheid zonder de idee dat die voorziening betaald moet worden, hoewel hij het uitein delijk zelf betaalt. Het is alleen niet meer zichtbaar". Baten en lasten beter afwegen „Onze verzorgingsstaat is alleen te redden als die afweging van baten en lasten naar gemeente, of zelfs wijken gaat. En dan zegt men wel binnen CDA, VVD of PvdA. dat zoiets oneerlijk is omdat je dan in het ene dorp grotere voorzieningen krijgt dan in een ander dorp. Dat is de grootst mogelijke onzin. Natuur lijk krijg je die verschillen, maar dat heb je nu toch ook binnen de parti culiere sector? De een koopt een dure en de ander een goedkope auto! Ik heb helemaal geen auto, omdat ik mijn geld veel liever aan andere dingen besteed. Het is nou net de waarde van onze westerse consumentendemocratie, dat je niet per se hetzelfde hoeft te hebben als je buurman". „In de collectieve sfeer moet je eenzelfde verschil in voorkeuren kunnen hebben. Natuurlijk heb je arme dorpen en rijke dorpen, maar dat is wel te regelen door de een al les zelf en de ander bijvoorbeeld maar zeventig procent te laten be talen". „En dan zul je zien dat sommige collectieve voorzieningen worden uitgebreid. Bijvoorbeeld de politie. De behoefte aan veiligheid en rust is zeer verbreid. Maar allerlei soor ten van voorlichting alles wordt tegenwoordig voorgelicht zullen worden verminderd. Dan zegt men waarschijnlijk dat je maar een boek moet lezen als je iets wilt weten. Zo krijg je niet een grotere of kleinere overheid, maar een veel betere die ook betey is afgestemd op de wen sen van FT9t individu". „Maar er zijn een paar zaken, die centraal geregeld moeten worden omdat ze ook centraal van beteke nis zijn. En dat zijn net diedingen, die momenteel helemaal niet wor den geregeld: de inkomens en de investeringen". „Maar eerst even de essentie van onze economische crisis. Die wordt veroorzaakt door een teveel aan consumptie en te weinig investerin gen. Het volume van onze con sumptie is sinds '65 verdubbeld. Consumptie op zich is goed. daar is niks op tegen als dat leidt tot meer behoeftebevrediging van de men sen. Ik consumeer ook graag. Die enorme groei van de consumptie heeft alleen alles opgegeten en de ruimte voor investeringen aange tast. Daardoor zijn de bedrijfsinves teringen in de knel gekomen. Die zijn zo gering geworden dat ze ver gelijkbaar zijn met het niveau van een ontwikkelingsland. Bijna alles wat we aan investeringen doen, zijn vervangingsinvesteringen en dat is schrikbarend. Onze uitbreidingsin vesteringen zijn drie procent van het nationaal inkomen en dat heeft India ookl Dat komttpmdat de ruim te aan loonstijgingen^s opgegaan!" „Bij de overheid is precies hetzelfde gebeurd. Daar zijn de uitgaven wel enorm gestegen, maar die zijn ge gaan naar ambtenarensalarissen en de sociale uitkeringen. De overheid- investeringen zijn tegelijkertijd ver minderd en zelfs sinds 1970 op de minlijn. Zelfs de vervanging heeft dus niet meer plaats. Die investerin gen zaten vooral in water-, wegen-, scholen-, ziekenhuizen- en woning bouw. En die zijn erg belangrijk want zeker 100.000 van onze werk lozen zijn het slachtoffer van het wegvallen van de investeringen in de bouw". „Het is een zeer valse en foute te genstelling van alle rechtse econo men te praten over „de overheid tegen de particuliere sector". En dan is de overheid altijd de kwaaie pier omdat die zover is uitgebreid •aardoor de particuliere investerin- en in de knel gekomen zouden De tijden zijn somber. De werkloosheid blijft stij gen. De lijsten met failliet verklaarde bedrijven wor den dagelijks langer. Voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer hebben de politieke partijen aller lei oplossingen aangedra gen die de werkloosheid tot aanvaardbare vormen moeten terugbrengen en onze economie weer ge zond kunnen maken. Mo menteel vergaderen de politieke kopstukken over de formatie van een kabi net dat tot een van de be- langrijkse taken de ge zondmaking van het eco nomisch leven zal heb ben. Maar hoe moet dat? Matiging wordt er geroepen. Maar is het wel een oplossing om zo maar het mes in de lonen te zetten? Daarbij komt nog de vraag of de politici de economisch meest wenselijke dan wel de politiek meest haalbare oplossing willen kiezen. Wij hebben acht bekende Nederlandse econo men gevraagd hoe naar hun mening deze problemen zijn ontstaan en wat in hun ogen eraan gedaan moet worden. Zonder uitzondering stel len zij vast dat we hoe dan ook de tering naar de nering moeten zetten. Of dat nu de burger is of de overheid. En ook staat voor hen vast dat het bedrijfsleven meer ruimte gegeven moet worden om winst te ma ken, want daarin zit een heel belangrijke bron van inkomsten waaruit de collectieve voorzieningen betaald worden. Na de hoogleraren Heer tje, Van Doorn en Pen dit keer een interview met prof. dr. J. van den Doel. In de vier nog volgende afleveringen komen da economen Hartog, Schouten, Kuipers en Langman aan het woord. zijn. Dat is niet zo. Het probleem gaat tussen consumptie en investe ringen. Zowel binnen de overheid als in de particuliere sector. Je moet het zuiver stellen. Particuliere en overheidsconsumptie tegenover particuliere en collectieve investe ringen". V.O.C. was ook vari over heid „Je moet dus de investeringen her stellen. Dat kan door op centraal ni veau het volume van de particuliere consumptie te verminderen en het volume van de investeringen te ver meerderen. Dat bereik je geen van beide door heel centraal in te grij pen. Wel door een effectief globaal beleid. Als je de lonen minder laat stijgen of zelfs laat dalen, is het probleem van de consumptie opge lost. Dan hoef je niet de auto's of tv's te verbieden. De consument moet zelf kunnen beslissen waarop hij wil bezuinigen. Dat is sinds een jaar ook de regeringspolitiek ge weest". „Onder Albeda is aanvankelijk de zaak volledig uit de hand gelopen. De eerste twee jaar van het beleid Albeda-Van Agt zijn de reële lonen met vijf procent gestegen, terwijl de afspraak was dat het een nullijn zou zijn. Toen is Albeda met ingrijpen begonnen. En 1980 is een nullijn gehaald, 1981 zal waarschijnlijk een zware minlijn worden. Dat onder deel van het noodzakelijke beleid werkt nu. Ik zou er voorstander van zijn dat het parlement beslist over het volume van de lonen en dan aan het bedrijfsleven overlaat hoe die ruimte wordt verdeeld. Maar het totale volume mag dan niet worden overschreden. Houdt men zich daar niet aan, dan krijg je natuurlijk een ingreep. Als je echter meerjaren-af spraken maakt, lijkt mij dat dit wel zal kunnen. De grote fout van het beleid tot nu toe is dat de lonen wel gedaald zijn dus de consumptie maar wat ingeleverd is, is niet omgezet in investeringen. En dan is het gevaar voor een neerwaartse negatieve spiraal, waardoor de in vesteringen en technologische ont wikkeling nog minder op gang ko men, heel groot". „Dus heb je een investeringsbeleid nodig. Dat moet het komende kabi net nu realiseren. Dat dient volgens mij te gebeuren via het instrument van de financiering. Centraal wordtt van de matiging van de consumptie' een pot gevormd. De werknemer, matigt en krijgt bijvoorbeeld inves- teringsloon, dat in die centrale pot gaat. Daaruit kan elk bedrijf dat in vesteren wil geld krijgen, mits aan twee voorwaarden wordt voldaan: de investering moet rendabel zijn en arbeidsplaatsen opleveren". „Je kunt als het ware ambtenaren dit laten toetsen. Geen politieke be slissing van maken. Dit is één in strument. Het andere is, waar er momenteel toch onvoldoende on dernemingsinitiatief aanwezig is, dat de overheid als ondernemer op treedt. Dat is in Nederland juist heel vaak gebeurd. De Verenigde Oost- indische Compagnie was niets an ders dan een overheidsonderne- ming. De regenten benoemden de Heren XVII. Een ander voorbeeld is Koning Willem I, die veel banken en de Heidemij. heeft opgericht. Onder hem is de basis gelegd voor de in dustrialisatie van Nederland". „Maar ook na de Eerste Wereldoor log is door de overheid een centraal Investeringsbeleid gevoerd door in jecties en ondernemerschap. Vele succesvolle voorbeelden van over heidsoptreden dus. En het investe ringsklimaat in Nederland is heus wel gunstig als men zich maar richt op de zogeheten comperatieve voordelen. Je kunt niet domweg gaan investeren. Men roept nu wel dat we In chips of computers moe ten investeren, maar dat is pure nonsens. We zijn daarmee al vijftien jaar achter. Dat halen we nooit meer in. Hadden we eerder moeten verzinnen". Comperatief investeren „De theorie van de internationale handel leert echter dat je moet In vesteren als land In de comperatie ve voordelen, dus niet in de absolu te voordelen, want Nederland heeft misschien wel op elk punt een na delige positie, maar relatief heb je op sommige punten minder nadeel. En daar moet je je op richten. En je kunt volgens die theorie dan toch. handel drijven. Maar om die voor delen op te zoeken, moet veel re search worden gedaan. Er zijn er in elk geval al twee die wel bekend zijn. Dat is de bouw, niet alleen ste den, maar vooral ook de water bouw. We zijn over de hele wereld bekend. Het tweede punt is de „kennis"-lndustrie. Alle grote multi nationals hebben al veel afdelingen naar het buitenland overgeplaatst, maar de research- en ontwikke lingsafdelingen zijn hier nog. Dat komt door het unieke onderwijssys teem in Nederland, waardoor er de garantie Is dat juist hier hoogwaar dige kennis kan worden verkregen. Met kennis kun je geld verdienen. Iets uitvinden, patenten, die kun je verhandelen". „Maar de overheid moet zich daar vooról mee bemoeien. Kennis Is een collectief goed. Ik vermoed ook dat we op het gebied van luchtvaart en vliegtuigbouw een comperatief voordeel hebben. In dit verband vind ik ook dat de autonomie van de universiteiten enigszins zal moe ten worden aangetast door de over heid. Zeer veel hoogleraren kunnen maar doen waar ze zelf zin in heb ben. De overheid kan best een be paald onderzoekprogramma als voorwaarde stellen als een leerstoel wordt uitgebreid". Werkgevers zitten in gevangenendilemma „Wil je echter zo'n fonds creëren dan heb je een centrale loonpolitiek nodig. Het grote falen van de vrije loonpolitiek is altijd geweest dat er steeds sterke bedrijfstakken waren waar hoge lonen betaald konden worden en ook nog hoge winsten overbleven. En dat fungeerde als trendsetter voor de lonen in de zwakkere bedrijfstakken, waar men net zoveel wilde hebben. En dan ging het mis. Zeker bij de overheid als zwakste bedrijfstak. De overheid maakt immers geen winst, heeft geen produktiviteitsstijging, en moet dus alle loonkosten in de be lastingen doorberekenen". „De overheid is er aan kapot ge gaan. We doen allemaal net of Van Agt een gemene man is die maar aan het bezuinigen is geslagen, maar elke regering die er nu zat, had moeten bezuinigen omdat de vakbeweging niet de ruimte bood om de overheidsuitgaven en de so ciale zekerheid te laten stijgen. Een centraal thema in mijn theorie hier over is dat werkgevers in een zoge naamd „gevangenendilemma" zit ten. Het is een collectief goed voor de werkgevers om aan de vakbewe ging weerstand te bieden. Daar profiteren ze allemaal van. Maar het is een individueel goed van iedere werkgever om zelf goede vriendjes met de vakbeweging te zijn en zijn buurman de ruzie te laten uitvech ten. Daardoor bevindt men zich on derling in het gevangenendilemma: twee gevangenen hebben als ge meenschappelijk belang de mis daad te verzwijgen en niet het be wijs van de eigen schuld te leveren. .Maar individueel hebben zij er be lang bij niet zelf door de ander be schuldigd te worden, zodat men de eerste is die spreekt en daarvoor met kwijtschelding van straf wordt beloond. Elk model voorspelt dat ieder van de gevangenen zal spre ken uit begeerte om zelf de straf te ontlopen en die naar zijn buurman te schuiven, maar tever\s uit angst dat de buurman uit dezelfde be geerte hem er in zal luizen". „Hierdoor ontstaat dat iedere werk gever via Van Veen roept te gen de vakbeweging te zijn, tegen loonstijging en prijscompensatie. Maar in elk conflict gaat er één door de knieën, omdat hij denkt dat hij het nog wel kan betalen en niet wil dat het allemaal via een staking op zijn bedrijf wordt uitgevochten. En dan volgen de anderen. Hier blijkt dus het falen van de overleg- democratle". „Men kan nu eenmaal niet de zaak via vrijwillige bilaterale cao's rege len omdat in sterke bedrijfstakken de zaak wordt geregeld en de zwakken zich moeten aanpassen. Het besluitvormingssysteem moet dus op de helling en dat houdt in dat centraal geregeld moet worden wat het volume van de loonstijging mag zijn. Met een toetsing achteraf door de overheid". „Ik beschouw als de grootste ver nieuwing in de economische theorie van de laatste twintig jaar de incor poratie van de politieke besluitvor ming. Wat is het centrale punt van de traditionele economie? Daarin zegt men dat als de overheidsuitga ven zoveel stijgen, gebeurt er dit; als de winsten zoveel stijgen, ge beurt er dat; als de lonen zoveel stijgen, gebeurt het zus en als de geldhoeveelheld stijgt, gaat het zo. Maar wij moeten verklaren waaróm de overheidsuitgaven zoveel stij gen!" „En dat zijn beslissingen die door de overheid worden genomen. Die kunnen de traditionele economen niet verklaren en worden dan door hen als gegeven aangenomen. Mijn inbreng in de economie is geweest hoewel, ik ben meer importeur van Amerikaanse en andere buiten landse theorieën wat in Amerika sinds twintig jaar is ontwikkeld, na melijk de economische theorie van de politiek. Die probeert met de zelfde modellen waarmee de eco nomie de economie verklaart, het politieke gedrag te verklaren en te voorspellen. Op die manier kunnen wij verklaren waarom al die zaken 'stijgen. En als je dan wat anders wilt en je weet de verklaring waar om het is gebeurd, dan kun je ook proberen de problemen op te los sen. Ook de loonstijging". „Ik wil dat het besluitvormingsme chanisme zo wordt aangepast dat wat de mensen zelf willen ook wordt gerealiseerd. En niet via au toritaire dwang van ene meneer Al beda, die zegt wat er moet gebeu ren. We zullen ook tot een betere loondifferentiatie, loonstructuur, moeten komen. Maar niet zo, dat de mensen meer moeten verdienen omdat er in een bepaalde bedrijfs tak goed wordt verdiend. Neem de olie-industrie. Moeten ze daar meer verdienen? Hebben zij de olie uitge vonden? Dat hoort in beginsel aan de gemeenschap". „De geleide loonpolitiek van de ja ren '50 had een geweldige loondif ferentiatie. In de jaren '60 is door Kloos de vrije loonpolitiek geïntro duceerd met het argument dat nog meer differentiatie nodig was. Maar wat is er gebeurd? De differentiatie is vernietigd. Want als iemand iets had, wilde een ander het ook heb ben. Zo is er enorm genivelleerd dank zij het vrije mechanisme! Nu moeten we een denivellering heb ben binnen de loonstructuur zodat zwaar en onaangenaam werk beter betaald wordt". „Als er gesproken wordt van loon matiging moeten de ambtenaren ook extra inleveren. Want zij zijn in feite tegen werkloosheid verzekerd. 1 Dat geldt ook voor de trendvolgers in de quartaire sector. Maar je moet ook daar wel weer differentië ren naar zwaar en niet-zwaar werk. Maar uniforme loonronden kan niet meer, dat is voorbij". Consument houdt de zaak tegen „Concreet toegespitst heb je een beleid nodig, zoals het plan voor de werkgelegenheid dat de PvdA vlak hi Vi in I 4 ói lel r Jf voor de verkiezingen heee ceerd en waarvan ik een vaei stellers ben. De uitkomstenU| zijn modelmatig getoetst middellange termijnrapporiia Centraal Planbureau. Daaj 40.000 extra arbeidsplaats^ de 50.000 plaatsen die he^e had opgenomen (in het k i Nederlandse economie in de collectieve dienstverleniktj politie, onderwijs en zi^ Verder krijgen de particuli^ teringen via dat investerijol een stroomstoot die op^ dertien miljard extra in de c prijzen van 1985. In de der w worden de investeringen) bouw via stadsvernieuwinal miljard opgevoerd, altöll stroomstoot. In de vierend- wórden de particuliere beseg lonen aangepakt, zo, dat d\ s inkomens in vier jaar bijnare cent teruggaan in inkomeou minimuminkomens een dah ben van in totaal vier proctd tot slot een arbeidstijdv^h* van vijf procent". m „Dit plan is natuurlijk alleer^n baar als aan een aantal vte den is voldaan. Je moet cm ciering door loondaling re dus een geleide loonpoliti$r ook het arbeidsmarktmec moeten we aanpassen zodjne een vacature wordt gesch^aa ook bezet kan worden. Dit jrk een loondifferentiatie en ee sche verruiming van he^ „passende arbeid". In dt plaats doen de investeringi particuliere sector het allee afzet mogelijk is. Dus verl van het exportpakket door sing aan de comperatieve len. Verder moeten we erv ken dat de loondaling in Ni niet ongedaan wordt gemai een waardestijging van de Daarom zit in het plan een j waardedaling van de guk twee procent. Verder ho plan.in een terugbrengen va nancieringstekort van de I tot vijf procent". „Als dit allemaal wordt uit{ stijgt volgens de berekenin het CPB onze economise! van een procent naar 5,5' per jaar. Dat is zeer fraai. B wordt de werkloosheid in i met 300.000 tot 350.000 1 bracht. Alles mits de veror lingen van het CPB kloppe de groei elders in Europa procent per jaar. Valt da' dan zal nog verder In d moeten worden gematigd". „Maar zo zie je, dat je wel iets kunt doen. We hebben i het gevoel dat we machtek dat de internationale conl over ons heenkomt en we o! hebben aan te passen. Maa werkelijk bereid zijn om L sumptle aan te pakken erjjl zetten in investeringen in J*1 en de particuliere sector, be het instrumentarium daarfW ontwikkelen en_ de arbeid 1% korting toepassen, dan kuij in wezen het werklooshj bleem in vier jaar oplossen! dit nu niet kunnen, komt oir niet bereid zijn die consul fers te brengen. Daar ligt ddf h neck van het werklooshei«lct stuk. Het is niet zo dat de aanr tionals de zaak blokkerenjljk, Van Agt de zaak blokkeert,(tndi consument houdt de zaalj.aai door op te komen voor de i) oi ving van zijn koopkracht. 800 met een valse pseudo-Ke^Ijke theologie valse illusies lar, scheppen, die absoluut niL gemaakt kunnen worden. lr*er de kern van het probleemJ®®_ juist hét probleem van dP®£ schappelijke besluitvorming! Van den Doel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 12