Ar Nagy, alias goochelt weergaloos er suf van wordt Jaco is gesteld op vrouwen NA TWEE JAAR VINGERVLUGGE PRAKTIJKIN WASHINGTON D.C. Ip/REGIQ LEIDSE COURANT ZATERDAG 13 JUNI 1981 PAGINAL Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naai toestel 18 vragen. noe en ontgoocheld i ik gisteren terug van vluchtige séance; de wel ier persoonlijke, hoogst 'irticuliere audiëntie, die j door de Wizard erleend was. Ik had er met ï'n neus letterlijk en iguurlijk pal bovenop ezeten. „Kom maar ichterbij", had de tovenaar ie nog aangemoedigd en nijn ogen waren hooguit wintig centimeter van zijn nanipulaties verwijderd eweest. Maar Ai-pad had, (yj( ioogst charmant, riendelijk en welwillend, 'Ie kluit belazerd. Niet één teer, maar wel tienmaal len ik er met open ogen ngetrapt. „Ik weet het, ik veet het: deze art, deze cunst werkt frustrerend op /eel mensen. Men kan er ;een touw aan vastknopen >n dan raakt men jemakkelijk ontmoedigd, lou nou maar op zegt nen dan het is niet meer 9 te harden", was de epiloog van Arpad. „Ik zal het je nog eenmaal, heel er-langzaam, laten zien. Kijk goed". De jonge reus met in- het Magyarengezicht toonde me een munt, geklemd tussen de middelvinger van [jJzijn linkerhand. Duidelijk: Q. daar zat die munt; bijna onzichtbaar, maar hij zat er wel degelijk. Ar („laat dat ■pad er maar vanaf") strekte vervolgens de omklemmende vinger geheel, maar de munt was weg. Spoorloos. Ik was er opnieuw ingetuind. Totdat hij'm achter mijn rechteroor vandaan haalde. iEen keiharde, verzilverde, Amerikaanse halve dollar. Nee, zoiets is niet leuk „Ar Dutch, Wizard", komt |er op z'n bestelde 3jvisitekaartje te staan. Dat loopt lekker, en de magie I druipt er al een beetje vanaf. Maar laat ik hem eerst even voorstellen: I Arpad, Ar dus, Nagy, 22 Zelf spreekt hij voor Hollandse gemak zijn achternaam uit als „nagie", maar sinds de verstoten (resident Imre, jaren jeléden, weten we dat je „nodj" zou moeten zeggen. Moeder Nagy antwoordt aan de telefoon dan ook immer met „nodj". Zij kwam, samen met haar man die ze twee jaar later door een ongeluk verloor, in 1956 naar ons land. Uitgeweken. Geen spijt van gehad: „gelukkig niet", lichtte ze toe, met een niet te overwinnen oegrisch accent: „het is hier zo slecht nog niet De Nagy's waren Hongaren die het in Boedapest en daaromtrent voor gezien hielden. Ar is overigens een originele Leidse glibber, want hij wérd hier geboren. Spreekt alleen thuis met zijn moeder nog Hongaars, maar een boek (in de daartoe geëigende kast staan er tientallen) in die taal lezen wordt al moeilijker. Ar Nagy deed in Leiden de Mavo 4, beproefde daarna wat baantjes en ging in '78 naar zijn oom in Amerika, een equivalent van de neef in Canada. Voor drie weken vakantie. Hij bleef er bijna drie jaar hangen en werken. In Washington D.C., als barkeeper. „Ik heb er ook wat hotel-management gedaan, maar ik kwam in een Frans restaurant terecht, achter de bar, en goochelend trok ik extra klanten. Dat mis ik nou wel, want ik heb daar veel vrienden en kennissen gemaakt, vooral onder de goochelende jongens, van wie ik veel geleerd heb. Het was een avontuur, en je voelde je er een ander mens. Zeven maanden heb ik hier in Nederland naar een leuke job gezocht, nou, dat is me dan deze week gelukt: barkeeper in het Scheveningse Kurhaus". Boven in het ouderlijk huis aan de Leidse Kapteinstraat heeft Ar een op zijn begoochelend métier afgestemde zolderkamer ingericht. Hij zaagt er geen mensen door, want daar houdt Ar niet zo van. Zou ook veel te duur worden, dat doorzagen van personen. Dat kost kapitalen, en die heeft de jonge wizard nog niet. Nog niet; njaar het zit te komen, ongetwijfeld. Wacht maar af: Ar Dutch, wizard, is niet de eerste de beste. Misschien is zijn repertoire nog wat begrensd, maar geen wereldkampioen verbetert wat Ar doet. Aan een muur hangt zo'n voormalige „Weltmeister": de in magische en niet-magische kringen betreurde Fred Kaps, de Grote Wizard der Lage Landen met het lachje en de kostelijke foefjes. Als een ingelijst matglanzend bidprentje. Even verder, bijna op gelijke hoogte, een Amerikaanse meester in het manipuleren: Del Ray, een crack met kaarten en munten. De foto's worden niet bewierookt, maar Ar kijkt er vaak naar als hij zich prepareert voor een act. „Als kind had ik al interesse voor goochelen. Ik las daarover een boek uit de Arpad Nagy, de vingervlugge wizard. bibliotheek en haalde er een paar trucs met kaarten uit. Verder ging ik niet en de belangstelling zwakte wat af. 't Zou me ook te veel geld gekost hebben om door te gaan. Maar ik heb uit Washington een vracht goochelliteratuur meegenomen. Dat kostte me tweehonderd gulden aan overgewicht". Ar Nagy bevindt zich nu de op kaartentoer; werkt met munten. Geen hoge hoed en geen konijnen. Zo is hij niet. De Leidse Magyaar met het flinterdunne snorretje verslijt in twee weken één spel kaarten; „daarna worden de kaarten klefferig en bruin. Dan zijn ze aan vervanging toe. Ik heb nog een tijdje met dobbelstenen gewerkt, maar daar ben ik mee gestopt. Dat lag me niet zo. Ik wil eerst die kaarten en munten goed in de hand hebben". En dat hèft-ie, die Ar Dutch, wizard. Gisteren, ten overstaan van een nerveuze fotograaf, die een oplaaiende vuurbol wenste vast te leggen op z'n lichtgevoelig materiaal, exposeerde Ar achteloos zijn kaarten. In de vreemdste standen. Hij liet een hele formatie wiebelen onder één kaart die almaar heen en weer ging. Gesneden koek. Voor Ar, althans. Die zich in de handen wreef, er een aansteker in liet ontbranden, en zie daar: dè vlam uit de hand; als acteerde hij mee in het verhaal van Kuifje_ over de zeven vuurbollen. De vlam zoefde omhoog en was zó weer gedoofd. De arme fotograaf kon er naar fluiten. „Puur vuur", noemde geslepen Ar de flitsende voorstelling; „daar houden we het maar bij, als de heren het niet erg vinden". Verder ging het. Drie bekers „niks mee aan de hand" en een toverstokje als het stafje van Merlijn. En drie witte balletjes. „Cups and balls" heet dat. Te gek. De balletjes verdwijnen of verschijnen, al naar gelang des wizard's wens of gril. Op een onnavolgbare manier. Niks mee aan de hand. Ar beduvelt, ongevraagd, de zaak waar iedereen bij zit. Toen ging hij zich professioneel aanstellen: „ik ben niet erg in vorm vandaag". Het leek erop, dat iets mislukte. Maar ook de mislukkingen van een ware „magician" zijn je reinste nep. „A ja: Nep; neep, zeg maar; dat betekent volk in het Hongaars Ar's nep dan liet van drie kleine balletjes opeens één heel grote bal worden. Onder dergelijke omstandigheden moet het vaderlandse gezegde „daar snap ik de ballen van" geboren zijn. Puur bal. Maar Dutch, alias Nagy, schakelde over op vier klinkende munten. Een lichte tik met het stafje en het wonder was weer geschied. D'r was weer van alles verwisseld; ondershands of bovenshands. Joost mocht het weten. Maar Ar vertelt zelfs zijn bloedeigen moeder niet hoe het allemaal in elkaar steekt. Ze heeft er nog geen punthoofd van, maar als het te erg wordt gaat ze boodschappen doen. Niks aan de hand. De Amerikaanse dollars, met John F. Kennedy als beeldenaar, klinken in het zilver mooier en voller dan de wettige betaalmiddelen die in een legéring geslagen zijn. Het goochelt fijner ook. Ar kreeg het even warm, wiste zich het voorhoofd en poetste de brilleglazen op. En maar zeggen, dat-ie niet zo best in vorm was, natuurlijk. Nep, beste mensen, en „neep"; allemaal nep met een dubbele bodem. Immers, Ar bleef van alles uit z'n mouw schudden, via de ene afleidingsmanoeuvre na de andere. Onze toeziende ogen puilden bijna uit, maar iets zinnigs viel er niet meer waar te nemen. Arpad liet nog enkele proeven van bekwaamheid zien die er niet om logen. Resultaat van twee jaar intensief bezig zijn met magische praktijken: ,,'t gebeurt gewoon, en ik doe er geen moeite voor", was zijn excuus. De kaarten. Lijdend voorwerp: een schoppenvrouw, die in een zee van magisch geweld onder ging en steeds weer op een andere plaats boven kwam. Een ander hoogstandje: de fotograaf trok een, voor Ar ongeziene, kaart. Schoppen zes. De kaart werd gewaarmerkt en tussen de stock geschoven. Uitwerking: Ar Dutch, wizard, vergaloppeerde zich zogenaamd bij het identificeren twee keer en zei, dat hij zich minstens drie keer vergist had. „Maar in dergelijke gevallen heb ik altijd een reservemogelijkheid bij de hand". En hij haalde uit z'n binnenzak een portefeuillle tevoorschijn waarin een verzegelde envelop zat. De fotograaf (want ik zat nu eenmaal te schrijven) opende het couvert en de inhoud was: de gewaarmerkte schoppen zes- Toen wilde ik henen. Tot schreiens toe had ik het volgehouden. Ik had er voor joker gezeten. Met de neus gedrukt op een gemanipuleerde schoppenvrouw. Ar ging me te ver. Leidens enige gepeesde goochelaar op niveau. Daar is dan nog grootheid Anverdi, maar die legt zich vooral toe op het vervaardigen van „prachtige goochelapparatuur". Ar had het, en passant, over z'n vrind Tim in Washington D.C., 20 jaar oud, maar al vier jaar met talent goochelend. Dat is een vent met feeling, „daar kan ik uren naar kijken", zou Ar best nog wel willen. Ik werd er niet goed van. „Oh, ik heb wat fouten gemaakt", zei hij, de olijkerd. Had je gedroomd Zijn hele arsenaal bestond uit zinsbegoocheling. Sensatie op een zolderkamer. De wereld wenst bedrogen te worden, en Ar Nagy wil daar best aan meewerken. En hij doet het erg goed. Sigaret op m'n handpalm willen uitdrukken... en plotseling is die peuk foetsie. In rook opgegaan. Ik zag nog wat assporen. „Ik heb er vaak nog meer plezier van dan het publiek. De techniek heb je, dat is net als met fietsen. Veel oefenen. In het begin voor de spiegel. En dan verder gaan, voor veel mensen; niet bang zijn. Gaat er echt iets mis, dan maak je een grapje, wijzig je iets, en ze merken het niet eens. Ja, ik ben begonnen met eenvoudige trucs, zelfwerkende, mechanische trucs. Die ben ik nu ontgroeid". Elke dag doet Ar vingeroefeningen, met de ijver van een concertpianist Om de routine erin te houden. Het leukste vindt hij het optreden voor vrouwen: „die reageren spontaan, lachen, denken niet zo door als mannen. Ze nemen het zoals het is. Het mannelijk publiek voelt zich soms onmachtig, begrijpt er niets van, wordt onzeker en raakt gefrustreerd". Collega's. Die in Amerika zijn open, wisselen gemakkelijk ideeën uit als je de vondsten maar niet ter plekke gebruikt. De Nederlandse goochelwereld is veel meer gesloten, volgens Ar. Hij is nu en dan in de bar-bodega 't Vattegat in Leiden te vinden, goochelend van tafeltje tot tafeltje. Daar kennen ze hem al. Maar hij wil met zijn potentieel wel verder komen. Hoort, zegt het voort. Goochelen. De oude Romeinen deden het al, en de Griekse geschiedschrijver Herodotus noteerde rond 400 v. Chr. bereids gedetailleerd enkele goocheltrucs. Maar er waren toen nog geen artiestennamen. Tegenwoordig grijp je al snel naar een illusionaire feestnaam met een „i" aan het eind: Gualdini, Dirksini, Grapefruitini, of Malversati. Je kunt als modern tovenaar in de westerse wereld een aardige keus maken. Voorlopig kunnen we het doen met Ar Dutch, Wizard; een wat geheimzinnig aandoende kwalificatie die deviezen moet kunnen opleveren. Arpad Nagy (die tussentijds ook internationale jokers verzamelt, zoals ook bedrijfsmoede goochelaars wel plegen te doen) heeft een enkele keer het gevoel, dat hij „er ziek van wordt". Goochelt dan een week lang niet, „maar dan beginnen m'n vingers weer te jeuken, en, trouwens, het is leuk voor de mensen, ook". Hij gaat niet bij de kaarten neerzitten; wil eens terug naar de States. Desnoods goochelt Ar zichzelf over de Atlantic heen. Ar mag geen croupier bij een casino worden, als goochelaar. Dat is duidelijk. Op die manier heeft goochelen iets crimineels in zich en daar wenst Arpad zich verre van te houden. „Maar van dat goochelen kom ik nooit meer af. Tenzij ik een hand verlies of zo. Maar anders nooit Het is de mooiste hobby die er is. En een kunst". Daar kon Toon Hermans destijds met z'n „doivies" van meepraten. Ar Dutch, Wizard, te bestellen op recommandatie; en zienderogen leg je het loodje, bij Ar's art Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver- blijft om daar een zekere dood tegemoet te paan.» tenzij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek beschre ven honden zijn óf gevonden, óf door hondenbezitters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopende re denen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook vols lagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschreven die ren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur onder gaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 60 gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geopend di. t/m vr. 10-12 en 14-17 uur, za. 10 ^ot 12 en 14-16 uur. Zondag en maandag gesloten. Hivier lco, een j tonnetjes- «ter. Jaco, de zesjarige bouvier van deze week, houdt het op vrouwen. Niet zozeer uit liefde voor het vrouwelijk geslacht, zijn voor keur spruit voort uit een zekere angst voor mannen. Bovendien, Jaco is een reu, en maakt in deze wellicht een instinctieve keuze Zijn wantrouwen tegen de heren der schepping weerhoudt hem er echter niet van zelf zijn mannetje te staan. In die zin is hij dan ook een ware bouvier, een eer lijke en sterke waakhond die de baas en zijn bezittingen tot het uiterste toe zal ver dedigen. De welbekende vreemde snuiter zal er bij Jaco dan ook niet langs komen. Jaco werd ruim een maand geleden naar het asiel gebracht In het gezin waarvan hij deel uitmaakte gingen zowel de man als de vrouw werken en dat brak de hond op. Hïj~ kon niet tegen eenzaamheid en raakte in paniek. Het is dus zaak dat de toekomstige eigenaar voldoende aandacht aan de hond kan besteden. Van hem wordt tevens een sterke persoonlijkheid verwacht. De bouvier is een lieve en erge trouwe hond doch beschikt zelf over zo veel personality dat hij de de dienst gaat uitmaken wanneer hij niet voelt dat zijn baas het voor het zeggen heeft. Wat dat betreft heeft Jaco een ideale opvoeding achter de rug, hij heeft een rustig karak ter, in huis merk je niet zoveel van hem en buiten loopt hij zowel los als aan de riem rustig mee. Voor het overige luistert hij perfect De hond houdt niet van vech ten maar gaat een onenigheidje ook niet uit de weg. Met kleinere huisdieren kan hij best opschieten slechts in de buurt van schapen weet hij zich niet te gedragen. Dat laatste zit hem in zijn bloed, bijna alle bouviers zijn schapenjagers. Kleine kinderen zijn we jnig favouriet bij Jaco. Hij vindt het getrek en gesjor aan staart en oren hinderlijk en wil daar nog; wel eens boos op reageren. Bij grotere kinderen, die dit soort aktiviteiten achter-; wege laten, zal hij zich beter weten te ge-- dragen. Het is een goede waakse hond eiv prima geschikt voor een alleenstaande' vrouw die hij tot het uiterste toe zal be schermen. In afwijking tot de meeste van zijn soort genoten is Jaco niet getekend door gecou peerde oren. Zijn staart is helaas wel ge coupeerd. Nanouk Nanouk, de poes van vorige week, vond al spoedig een nieuw tehuis. De belangstel ling voor het beestie was overweldigend en nog steeds wordt er voor haar opge beld. De poes heeft een onderkomen ge vonden bij <?en gezin in Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 5