<1
Met drop
minder mans...
Jodenkamp
l
Jderney
Amerikanen zetten nog vraagtekens bij
samenwerking Fokker-McDonnell Douglas
DEN HAAG Per jaar ver
dwijnt zo om en nabij twee
kilo drop in de maag van ie
dere Nederlander. Zoute, ka
tjes-, laurier-, centendrop,
kauwstangen, veters, het kan
niet op. Twee kilo, tweedui
zend gram per Nederlander,
dat is eigenlijk niet eens zo
veel, nog lang geen half ons
per week, ruim anderhalf ons
per maand. En wat is nou an
derhalf ons helemaal? Zo'n
heel klein puntzakje! Dat we
twee kilo drop gebruiken is
een gegeven van de Stichting
Studiecentrum voor de Zoet-
warenindustrie in Zeist. Die
stichting heeft dat correct be
rekend door de hoeveelheid
verkochte drop te delen door
het aantal Nederlanders. Sta
tistische uitkomst: twee kilo.
Jawel, maar zelfs de grote
Engelse staatsman Disraeli
zei in zijn tijd al: „Er zijn drie
soorten leugens: leugens,
erge leugens en statistieken".
Als we nu eens de zuigelingen
van het aantal Nederlanders
aftrekken, bovendien het
aantal kinderen van verstan
dige ouders dat geen drop
mag gebruiken, en ook nog
die ouders zelf plus degenen
die geen drop lusten en het
niet mogen hebben, dan gaat
zo'n cijfer er heel anders uit
zien. Dan wordt in Nederland
door de dropeters zo'n zeven
kilo geconsumeerd per per
soon per jaar en dat ligt ge
vaarlijk dicht bij de 20 gram
per dag, die we als we de
medici mogen geloven maxi
maal mogen consumeren.
Daarboven kan drop zeer
schadelijk voor de gezond
heid zijn. Niet alleen omdat
drop het gebit aantast, want
dat doen een paar dropjes
per dag ook, maar omdat een
overmaat aan sommige soor
ten drop de bloeddruk kan
doen stijgen, de kaliumspie-
gel in het bloed kan doen da
len en waterzucht tot gevolg
kan hebben. En alsof dat al
lemaal nog niet genoeg is, de
consumptie van grote hoe
veelheden drop kan leiden tot
het wegblijven van de men
struatie en tot onvruchtbaar
heid bij de vrouw. Dat is ge
bleken uit een onderzoek van
twee zenuwartsen in Amster
dam, S. Scheffer en W. Op
den Velde.
De boosdoener in de drop is
het zogenaamde glycyrretine-
zuur, dat een zeer belangrijke
invloed heeft op het hormo-
1 nale evenwicht in het lichaam.
Het glycyrretinezuur remt de
afbraak van de hormonen,
die door de bijnierschors
worden geproduceerd en
waarschijnlijk ook de afbraak
van het geslachtshormoon
progesteron in de lever. Pro
gesteron is een hormoon dat
zowel bij de man als de
vrouw in de schors van de
bijnier wordt gevormd en bij
de vrouw bovendien in de
eierstok en de placenta. Bij
twee vrouwen hebben de bei
de artsen waargenomen dat
ze ongewenst onvruchtbaar
waren, mogelijkerwijs omdat
ze twee tot drie kilo drop per
week gebruikten.
De dropverslaafden die plot
seling stoppen met dropeten
zijn misschien nog slechter
af. De schors van de bijnier
kan dan wel eens plotseling
alle dienst weigeren en dat
kan de dood tot gevolg heb
ben.
De artsen Scheffer en Op den
Velde kwamen tot deze con
clusie, die zij publiceerden in
het Nederlands tijdschrift
voor Geneeskunde, door on
derzoek bij vrouwen die leden
aan anorexia nervosa (mager-
zucht, een ziekelijke lust tot
vermageren, waarbij de pa
tiënten vaak in het geheel
niet meer willen eten). Deze
vrouwen bleken vaak langdu
rig grote hoeveelheden drop
te hebben gegeten, sommi
gen 100 tot 200 gram per
dag, anderen 50 gram per
dag, maar dan wel meer dan
twee jaar lang.
Maar hoe zit het nu met de
drop etende mannen? Dr.
Scheffer: „Er zijn onderzoe-
ken gedaan in Engeland
waaruit is gebleken dat over
matig dropgebruik op man
nen evenveel invloed heeft als
op vrouwen. Er is echter nog
nooit echt goed onderzocht
of mannen steriel worden
door te veel drop. We hebben
echter een sterk vermoeden
dat dat wel het geval is al
hebben we het nog niet kun
nen bewijzen. Aangenomen
mag worden dat het eten van
veel drop steriliteit bevordert
Overigens blijkt dat de mees
te drop door jonge meisjes
wordt verslonden".
Een goede raad aan de drop-
verslaafde: afkicken, want
zonder drop meer mans of
vrouw. GERARD CRONÉ
het kan niet op.
I/BOEK OVER
WELDADEN IN NAZIKAMPE
RITS KANAALEILAND
r' dat de montagehal van McDonnell Douglas in Californiö vol stond met in aan
lijnde DC-10 toestellen lijkt voorbij.
(Van onze correspondent)
WASHINGTON De aamenwerking tus
sen de Nederlandse vliegtuigbouwer Fok
ker en de Amerikaanse maatschappij
McDonnell Douglas bij de bouw van een
nieuw vliegtuig voor 150 passagiers, de
MDF-100, wordt door Amerikaanse des
kundigen vooralsnog als „riskant" be
stempeld. Ofschoon er internationaal een
grote belangstelling voor een dergelijk
vliegtuig lijkt te bestaan, wordt er eon hef
tige concurrentie verwacht. Bovendien be
staan er in de Verenigde Staten de nodige
twijfels over de financiële mogelijkheden
van McDonnell Douglas voor het ontwik
kelen van een duur nieuw programma.
In het hoofdkwartier van de vliegtuigbouwer
in St. Louis, waar ruim 82.000 mensen wer
ken, stelt men zich echter veel voor van de
samenwerking met Fokker. Maar, zo meent
men, het is nog te vroeg voor zinnige voor
spellingen. „De details moeten nog verder
worden uitgewerkt, we beginnen onze part
ner pas net een beetje te kennen", aldus
een woordvoerder van het bedrijf.
De twijfels over de mogelijkheden van
McDonnell Douglas zijn vooral het gevolg
van de problemen met de DC-10. Op 25
mei 1979 stortte een DC-10 van American
Airlines, kort na de start vanaf Chicago's
O'Hare, het drukste vliegveld ter wereld,
neer. Deze grootste ramp uit de Amerikaan
se luchtvaartgeschiedenis eiste 273 men
senlevens en een enorme materiële schade.
Een afgebroken motor veroorzaakt door
een technisch mankement bij de ophanging
bleek de oorzaak van de ramp. Over de
hele wereld werden DC-10 toestellen we
kenlang aan de grond gehouden. Nabe
staanden van de slachtoffers dienden 275
claims voor schadevergoeding in. Daarvan
staan er nog 156 open. In enkele gevallen
zijn vergoedingen toegekend tot een totaal
van ruim 5 miljoen gulden. Maar de groot
ste financiële klap is geleden doordat de
verkoop van de tot dan succesvolle DC-10
na mei 1979 diep kelderde. In de eerste
twee kwartalen van 1979 werden nog 24
nieuwe orders binnen gehaald. Negen door
Al Italia en American Airlines gedane be
stellingen werden geannuleerd. In de twee
de helft van 1979 werden er nog maar tien
nieuwe DC-10's besteld, in het hele jaar
1980 twaalf en dit jaar tot nu toe slechts
twee. Van de verwachte verkoop van 410
toestellen worden er misschien 360 ver
kocht.
Dat het concern als geheel over het afgelo
pen jaar nog een gunstig resultaat heeft
kunnen boeken (290 miljoen gulden in 1980,
400 miljoen gulden in 1979) is te danken
aan de militaire poot van het bedrijf en de
kleinere ruimtevaart- en computerafdelin
gen. Op de passagiersvliegtuigen werd ech
ter een verlies geleden van 290 miljoen dol
lar. Niet alleen de verkoop van de DC-10
liep sterk terug. Zo is voor de gewone DC-9,
een weliswaar verouderd maar nog steeds
veel gevraagd toestel, dit jaar nog geen en
kele order geplaatst.
)EN De joodse geschiedkundige van
fritaanse afkomst Solomon Steckoll
.beertdeze zomer een Granada-pocket-
over wat hij noemt „Het Dodenkamp
ley". Geruchtmakende uittreksels
worden momenteel gepubliceerd
Ie Londense zondagskrant „The Ob-
Alderney Is een van de kleinere Ka-
landen. Het ligt heel dicht bij de kust
■ankrijk, dat het als een van de Nor-
sche eilanden beschouwt. Tijdens dé
Ie Wereldoorlog, van 1940 tot 1945,
Alderney samen met Jersey, Guern-
lerm en Sark door de Duitsers bezet,
heeft geen enkel ander deel van het
grondgebied veroverd. Steckoll
>4t, dat de aanwezigheid van vier Nazl-
itratlekampen op Alderney een van
it bewaarde geheimen van de Tweede
S^doorlog Is. Hij beweert, dat respectie-
Britse regeringen geprobeerd heb-
Duitse gruweldaden op dat Kanaal-
zoveel mogelijk geheim te houden en
i de doofpot te stoppen,
uitvoerig gedocumenteerd boek „ts-
In Danger" (Eilanden In Gevaar),
in de eerste uitgave gepubliceerd
In 1955, vertelt het Britse echtpaar
Wood en Mary Seaton Wood noch-
„Er valt niet aan te twijfelen, dat op
r>ey tijdens de bezetting akelige din-
lebeurd zijn". Behalve de arbeiders,
tëfangarbeid verrichtten voor de Orga-
ïei m Todt en daar niet veel slechter of
I beter behandeld werden dan hun lot
en op de andere Kanaaleilanden, ver-
7a; i op Alderney ook zogenaamde „poli-
^ngevangenen". Deze eufemistische be-
a g werd gegeven aan personen, geïn-
est rd in de concentratiekampen van Hit-
juitsland.
n zekerheid
m ilgen van die slachtoffers van het nazl-
i, onder wie Franse en andere joden,
h(ise republikeinen, Polen, Tsjechen,
e® hllnge" (half-joden), Fransen, Neder-
"lfrs en Belgen, werden naar Alderney
da urd. „Ze waren daar ondergebracht In
f-1 len de enige Duitse concentratiekam
pen op Brits grondgebied kan noemen", al
dus Alan en Mary Wood In „Islands In Dan
ger".
Beide auteurs schreven In de jaren vijftig al,
dat over de bedrijvigheid van de Duitsers
op het meer afgelegen Alderney altijd veel
minder bekend is geweest dan over hun
aanwezigheid op Jersey en Guernsey. „Op
Alderney waren de Duitsers praktisch op
zichzelf en konden ze bijna ongemerkt hun
gang gaan; er deden geruchten de ronde
over gruweldaden, erger dan elders".
Toen de oorlog voorbij was, beschuldigden
sommige mannen van Jersey en Guernsey,
die op Alderney voor de Duitsers gewerkt
hadden, hun vroegere meesters van massa
le terechtstellingen en andere gruwelen.
Ene George Pope vertelde, dat hij duizend
gevallen genoteerd had, waarin gevangenen
van de Duitsers het leven lieten op Alder
ney.
Alan en Mary Wood schrijven In dat ver
band: „Het Is waar dat een aantal buiten
landse arbeiders op Alderney begraven
werd op een plaats, die Longy Common
heet. Die begrafenissen werden gezien door
ene Tom Creron, een Schot van Guernsey,
die voor de Duitsers een kudde schapen
hoedde. Daardoor had hij op Alderney meer
bewegingsvrijheid dan de meeste andere
mensen. Soms zag hij dat de lijken begra
ven werden In zakken, maar hij kon zich niet
meer herinneren hoeveel stoffelijke over
schotten het waren. We hebben alle andere
personen ondervraagd, die gruweldaden op
Alderney gemeld hadden en die nog gevon
den konden worden, maar we zijn er In
geen enkel geval zeker van, dat ze betrouw
bare getuigen waren".
Bovengenoemde George Pope bleek op
verzoek van belde auteurs niet In staat zijn
gruwelverhalen met bewijzen te staven.
Alan en Mary Wood: „Opgravingen op ver
schillende plaatsen gedaan, leverden even
min het bewijs van gruwelen op de schaal
van de verhalen, die de ronde deden. Er
werd onder meer verteld dat sommige lijken
In de grondvesten van In aanbouw zijnde
defensie-installaties gegooid werden, waar
na de arbeiders gewoon moesten doorgaan
met betongieten. Het Is erg moeilijk om te
bewijzen dat dit ooit gebeurd Is. Maar wij
vinden het verdacht, dat precies hetzelfde
niet te bewijzen verhaal verteld wordt over
andere betonnen bunkers, op verschillende
plaatsen en op alle Kanaaleilanden. Het Is
ons niet gelukt ook maar één getuige te vin
den wiens verhaal grondig gecontroleerd
kon worden".
Marsliederen
Van de oorspronkelijke bevolking van Al
derney bleven tijdens de Duitse bezetting
maar zeven mannen en vrouwen over; de
anderen waren tijdig naar Engeland ge
vlucht. Na de oorlog heeft de Britse over
heid een speciale militaire commissie van
onderzoek opgedragen uitvoerig na te
gaan, wat zich op Alderney en de andere
Kanaaleilanden afgespeeld had. Haar rap
port over Alderney werd later gewoon ge
klasseerd en zal inmiddels wel verdwenen
zijn.
Over de vier concentratiekampen op Alder
ney schrijft het echtpaar Wood: „Of die
kampen beter of slechter waren dan hun te
genhangers op het vasteland, kunnen we op
geen enkele manier aan de weet komen.
Sommige politieke gevangenen waren toe
vertrouwd aan de Organisation Todt; ande
re kampen stonden evenals die op het
vasteland onder toezicht van de S.S. De ge
vangenen droegen de bekende concentra
tiekamp-pyjama met blauwe en witte stre
pen en de gebruikelijke verschillend ge
kleurde vierkanten of driehoeken of strepen
om onderscheid te maken tussen verschil
lende klassen: Joden, misdadigers, homo-
sexuelen, „Schutzhëftlinge", enzovoort".
Een van de vier kampen bevond zich vlakbij
het vroegere vliegveld van de RAF. Boeren
die In deze omgeving hun vee lieten grazen,
konden aan de ingang nog net de rijen hok
ken van de waakhonden zien. De gevange
nen moesten elke dag naar hun werk mar
cheren, terwijl ze marsliederen zongen.
Alan en Mary Wood spreken in „Islands in
Danger" de hoop uit, dat de gevangenen op
Alderney minder geleden hebben dan zij die
waren ondergebracht in Duitse concentra
tiekampen op het vasteland. Belde auteurs
geloven, dat het handjevol Britten op het
kleine eiland er meer van geweten zou heb
ben als het er heel erg geweest was. Ze
schrijven: „Het Is zeker, dat er nooit massa
le terechtstellingen geweest zijn, zoals later
wel verteld werd, want de aanwezige Britten
zouden het schieten hebben moeten ho
ren".
Het echtpaar Wood geeft evenwel toe, dat
misschien niemand ooit precies zal weten
welke stille gruwelen zich afgespeeld heb
ben achter de hoge prikkeldraadversperrin
gen, die er nog altijd stonden toen zij hun
„Islands in Danger" aan het schrijven wa
ren.
Alan en Mary Wood besluiten hun hoofd
stuk over Alderney als volgt: „Aurigny; He
du silence, du cauchemar et de l'épouvan-
te" („Alderney, eiland van de stilte, van
nachtmerries en terreur"). Zo schreef een
Frangaise, die van de Duitsers In een van de
OT-kampen als kokkin moest werken. Het
verhaal van Alderney kan nu alleen geraden
worden aan de hand van enkele zinnetjes in
een paar brieven, die toevallig bewaard ge
bleven zijn.
Nederlandse collaborateurs?
Solomon Steckoll haalt In zijn boek hetzelf
de oordeel over Alderney aan. Hij zegt, dat
hij „Het Dodenkamp Alderney" achttien
maanden voorbereid heeft op vier verschil
lende continenten. Hijzelf woont In Israël.
„Overlevenden van de concentratiekampen
van Alderney trachten te vinden, was als het
zoeken van een naald in de spreekwoorde
lijke hooiberg", schrijft hij. In veel landen,
waaronder Groot-Brittannlë en West-Duits-
land, werd Steckoll gewillig geholpen door
regeringsdepartementen.
In Nederland had hij minder geluk. Mogelijk
was het gebrek aan hulp daar een gevolg
van het feit, dat tenminste drie Nederlandse
bouwfirma's (zo meent de Britse militaire
spionagedienst te weten) met de Organisa
tion Todt gecollaboreerd hebben om op Al
derney onderdelen van de beruchte Atlantic
Wall op te richten. Voor dit werk maakten
de Duitsers gebruik van hun „politieke"
dwangarbeiders.
Steckoll vindt het vreemd, dat de Britten
geen enkele kampcommandant van Alder
ney voor een militaire rechtbank gebracht
hebben. De Duitse bevelhebber van het ei
land, majoor Carol Hoffman, werd in 1945
overgebracht naar Londen. Daarna zou hij
uitgeleverd zijn aan de Russen, die hem in
de herfst van dat jaar In Kiev zouden heb
ben opgeknoopt.
Steckoll meent echter te weten, dat Hoff
man tot 1948 In een Brits kamp voor krijgs
gevangenen gebleven is. Hij schrijft, dat de
gevreesde commandant van Alderney pas
op 8 maart 1974 gestorven is in het West-
duitse Hameln.
In zijn boek haalt Steckoll gewezen joodse
gevangenen aan, die hom lange verhalen
vertelden over gruweldaden van de Duitsers
In de vier concentratiekampen van Alder
ney. De bezetters zouden daar vaak gevan
genen van de rotsen in zee gegooid heb
ben.
Van Britse zijde wordt evenwel gezegd, dat
Steckoll de zaken schromelijk overdrijft.
Een van de gewezen militairen, die deelge
nomen heeft aan het na-oorlogse officiële
onderzoek en tegenwoordig nog op Alder
ney woont, zegt dat daar maar één keer Ie
mand van de rotsen in zee gevallen is. De
Duitsers hebben hem doodgeschoten op de
rand van de begane grond, waarna hij van
een grote hoogte in het water viel.
Ook wordt van Britse zijde ontkend, dat op
Alderney meer dan duizend doden gevallen
zouden zijn. Londen voelt er kennelijk wei
nig voor om in 1981 de Duitse bezetting van
Alderney opnieuw op te rakelen, misschien
omdat daar veel minder gebeurd is dan So
lomon Steckoll veertig Jaar later komt ver
tellen, ofwel omdat de vroegere aanwezig
heid van vier Duitse concentratiekampen op
Brits grondgebied nog altijd een onderwerp
Is, waarover officieel zo weinig mogelijk ge
praat wordt om de glorie van Moeder Brit-
tannla niet te schaden. Maar een goed
bewaard geheim kun je dat stukje geschie
denis niet noemen.
ROGER SIMONS
misschien zal niemand ooit te weten komen welke stille gruwelen zich achter de hoge prikkeldraadversperringen hebben afgespeeld