De puzzel die niet paste 1 1 mn De P&C van het sportieve katoen. 98.- 109.- BINNENLAND LE1DSE COURANT DINSDAG 26 MEI 1981 PAG1 (Vervolg voorpagina) DEN HAAG „Begeleidster, stimulator, medestrijdster - ik ben van alles een beetje, denk ik. Het best zou ik kunnen zeggen dat ik me één voel met het ideaal van mijn man en dat ik steeds meer persoonlijk mee strijd". Prinses Irene koud twee jaar gele den in een vraaggesprek. „Toen ik met Car los trouwde, wist ik dat ik met zijn hele per soonlijkheid trouwde. Het politieke werk is zijn leven; het is geen werk waar je om vijf uur van thuis komt". Prinses Irene in 1976 tijdens een ander interview. „Ik houd van Carlos en ik geloof dat het de rol is van een vrouw om in alles te delen wat het leven van haar man aangaat". Prinses Irene in 1968 voor de televisie. Uitgerekend op de klippen van dat werk echter, op een leven vol politieke activiteiten die steeds uitzicht- lozer werden (niet eens een zetel voor de Carlisten in het Spaanse parlement bij de jongste verkiezingen; zestien verloren strijd baren) is het huwelijk van Carel Hugo en Juliana's tweede dochter gestrand. Een tu multueus huwelijk van begin tot eind, com pleet met een verbanning uit Spanje - „Als we daar maar weer terug zijn, zal alles op zijn plaats terechtkomen" en een moord aanslag door sluipschutters tijdens een be devaart naar de berg Montejurra, het heilig dom van de Carlisten „De gevestigde orde is natuurlijk bang voor de massale Carlistische Beweging; het is een beweging die tienduizenden militanten achter zich heeft". Op de achtergrond de nodige intriges boven dien die zo uit een koningsdrama van Shakes peare konden zijn geknipt. Sixto, de broer van Carlos, met zijn poging de Carlistische partij een ruk naar uiterst rechts te geven, desnoods gewelddadig. Magdalena de Bourbon, hertogin van Parma, moeder van Carlos, met haar be schuldiging dat de zoon de nagedachtenis van zijn vader ontheiligd had door te kiezen voor radicale ideeën. Wat moet het bij tijden ge stormd hebben in huize Irene. En de veilige ha ven van politiek of maatschappelijk welslagen altijd maar buiten bereik. Eén op de' vijf Nederlandse huwelijken strandt. „Alleen statistisch gezien al mocht dus ook bin nen de koninklijke familie een echtscheiding verwacht worden", stellen de nuchteren onder ons vast. En hanteert de volksmond niet sinds eeuwen de vergoelijkende zegswijze dat „het in de beste kringen voorkomt"? Waarschijnlijk stond wijlen Godfried Bomans indertijd vrij al leen met zijn mening: „Een koningskind is geen gewoon mens. Het is om die reden dat uit 's lands kas miljoenen worden opgebracht voor zijn opvoeding, huisvesting en persoonlijke be zittingen. Daarvoor moet een koningskind een offer brengen". Veeleer zal de natie, het nieuws van Irene's scheiding vernemend, geneigd zijn het oordeel van Oranje-vriendin Freule Wtte- waal van Stoetwegen te volgen „dat vorsten doodgewone mensen zijn met gevoel en hart, met verstand en rede en ook met fouten en ge breken, zoals ieder mens bezit". Wie de menin gen peilt, stoot nauwelijks op beroering over de stap van prinses Irene. Hoogstens hoort men, en dit vrij algemeen, de verzuchting: „wat jam mer nou dat Juliana er zoiets nog bij moest krij gen; alsof ze niet genoeg te verduren heeft ge had". De historicus prof. N. Cramer schrijft het zo: „Wellicht geleid door de herinnering aan verscheiden ongelukkige huwelijksverbintenis sen binnen het koninklijk huis in vroeger tij den, had het koninklijk paar besloten dat zijn dochters uit liefde zouden mogen trouwen. Ook hier volgde de konigin de stem van haar hart". Zou dat hart nu over de mislukking van een dergelijke verbintenis niet dezelfde pijn voelen die iedere echtscheiding veroorzaakt? De fru stratie van goede bedoelingen die verkeerd hebben uitgepakt? Staatsrechtelijk zal de scheiding ondertussen in de Hofvijver geen enkele rimpeling teweeg brengen. Onmogelijk. Toen op 29 april 1964 ter overstaan van kardinaal Giobbe in de basiliek Santé Maria Maggiore te Rome het huwelijk tussen Irene en Carel Hugo gesloten werd, ge schiedde dit zonder de grondwettelijk vereiste toestemming van de Staten Generaal. Daarmee verspeelde prinses Irene (toen nog tweede in de lijn van opvolging) automatisch alle aanspraken op de troon. Wat het staatsrecht betreft, had ze, onelegant gezegd, evengoed kunnen overlijden. En dat blijft zo, daarover zijn alle deskundigen het eens. Noch lijkt het kerkelijk recht veel kanten uit te kunnen met dé zaak Irene, al schijnt de kerkelijke rechtbank in Rome zich nu ook over de al dan niet geldigheid van het huwelijk te buigen. Mededeling daarover ver schaft het Vaticaan echter niet. Maar iedereen herinnert zich ongetwijfeld hoe kardinaal Al- frink de prinses aan de vooravond van haar huwelijk op 3 januari 1964 te Rome in het ge heim herdoopte en opnam als lidmaat van de rooms-katholieke kerk. Deze wederdoop ontke tende zelfs een oecumenisch stormpje. Was haar eerste doop in de ogen van God soms niet goed genoeg geweest? vroeg het protestantse volksdeel zich af. Over de manier waarop de echtverbintenis van Irene en Carel Hugo tot stand is gekomen, heeft altijd een waas van geheimzinnigheid ge hangen. In hun onlangs verschenen boek „Juliana, vorstin naast de rode loper" proberen de geschiedkundigen dra. M.G.Schenk en Mag dalena van Herk ook van die sluier een tipje op te lichten. We citeren: „Het is een feit dat Irene zich tijdens haar studietijd in Utrecht amuseer de met de avances van allerlei jongelieden, zon der overigens in ernst aan trouwen te denken. Er was bovendien nog haar studie Spaans. In het kader daarvan was ze in juli 1961 de gast van de president van Mexico, Lopez Matecs, en zijn vrouw. Toen ze bij hen een jonge „grande" ontmoette, leek het erop dat hij de uitverkore ne zou worden. Haar grootmoeder Armgard, de moeder van prins Bernhard, was niet gelukkig met die keuze; zij gunde haar favoriete klein dochter „iets betersMet de listigheid haar ei gen, slaagde zij erin een andere kandidaat op Irenes pad te brengen: een prins uit het Huis Bourbon Parma dat - aldus Armgard die zelf was opgeklommen van simpel barones tot gra vin en vervolgens tot prinses - nog meer kwar tieren had dan het Huis van Oranje". Prins Bernhard juichte volgens beide schrijf sters in het begin de plannen van zijn moeder toe om Irene te koppelen aan een jongeman uit een hoogadellijke familie. „Maar tijdens de ge sprekken met die familie", zo staat in het bock, „is hem duidelijk geworden dat het Carlisme vóór Nederlanders, zijn eigen vrouw en andere dochters inbegrepen, nooit aanvaardbaar zou zijn". Wat was dat Carlisme precies waaraan Irene plotsklaps hart en toekomst wilde ver panden? Nederland had er nooit van gehoord en ging druk in de folianten neuzen. Nou: die waren weinig vleiend. De beweging bleek te stammen uit 1830 als vrucht van de broeder strijd tussen de koningskinderen Ferdinand VII en Don Carlos om de Spaanse troon. Carlos steunde daarbij op de geestelijkheid, Ferdinand op de liberalen. Bloedig werd de twist toen Car los bovendien zijn toevlucht zocht tot de Bas- ken die te vuur en te zwaard ijverden voor hun „fueros", hun eigen privileges en regering, hun vrijstelling van Spaanse krijgsdienst en belas tingen - een strijd die tot op de dag van van daag voortduurt, zoals men weet. Deze Carlis ten benoemden de Heilige Maagd Maria tot de generalissima van hun troepen en ontketenden onder dat vaandel menige burgeroorlog en op stand. Tot diep in de twintigste eeuw golden de Car listen als de uiterste rechter vleugel in de Spaanse politiek. Ze heetten daarom ook wel Traditionalisten. Toen in 1936 de Spaanse bur geroorlog uitbrak, sloten ze zich zonder dralen aan bij de fascistische strijdmacht van Franco en hun gewapende formaties, de „Requeté's", oefenden veel invloed uit op het krijgsverloop. Berucht werd het lied dat ze zongen: „Breng mij mijn schoenen, geef mij mijn baret en mijn geweer, ik ga meer rooien doden dan er bloe men zijn in mei en april". Intussen was de laat ste afstammeling van de Don Carlos met wie alle ellende een aanvang had genomen, overle den. Verschillende verwanten stonden te trap pelen om de aanspraken op de Spaanse troon over te nemen en van hen bleek de in Parijs woonachtige Xavier de Bourbon Parma de beste papieren te hebben. Zo zag het milieu eruit waarin Irene dreigde te gaan trouwen. Tot overmaat van ramp bleek dat Carlos, de zoon van Xavier, helemaal niet de Spaanse na tionaliteit bezat, dat er in Parijs geknoeid was met zijn doopakte en dat het stamslot Lignières van de familie een nauwelijks gemeubileerde bouwval was. Meer nog dan deze bedenkelijke achtergronden echter prikkelde de houding van de familie De Bourbon Parma en van Irene zelf koningin Juliana en prins Bernhard tot verzet tegen de echtverbintenis. De Carlisten bombardeerden het profijtelijk uit de hemel gevalled huwelijk tot reclamestunt van de eeuw. Terwijl het ko ninklijk paar zijn verdriet verbeet en soms ne derig in een vliegtuig bleef zitten wachten of het Irene zou behagen iets over haar volgende stappen te onthullen, kwamen de volgelingen van Carel Hugo in groten getale naar Neder land en vestigden ze zelfs een hoofdkwartier in Hilversum om van de bruiloft een grootse de monstratie te maken. Carel Hugo en vader Xa vier logeerden op Soestdijk en bleven daar han gen, ook nadat koningin Juliana en prins Bernhard voor een reeds lang gepland staatsbe zoek aan Mexico waren vertrokken. Schenk en Van Herk daarover in hun boek: „Het was dui delijk dat ze er niet aan dachten te vertrekken. Ze ontvingen Carlistische delegaties, telefo neerden druk, Carel Hugo maakte autoritten waarvan het doel duister bleef. Soestdijk leek een Carlistenkantoor. De hoofden van dienst van de hofhouding wisten zich geen raad en besloten tenslotte de gasten mee te delen dat het in Nederland de gewoonte is dat logees ver trekken als hun gastvrouw niet aanwezig is". Conclusie: „De Bourbon Parma's mogen dan nog meer kwartieren hebben dan de Oranjes, hoffeliikheid hebben ze niet". De politieke munt die de Carlisten met alle geweld uit de bruiloft probeerden te slaan, maakte het voor koningin Juliana en haar ge zin onmogelijk bij de plechtigheid in Rome aan wezig te zijn. Men volgde de gebeurtenissen op de televisie en geen feestelijke stemming zal er geheerst hebben. Bovendien viel halverwege de uitzending de stroom uit. Voorteken? Het Ne derlandse volk beschouwde daarmee de affaire Irene als afgedaan. Een halfhartige poging om geld in te zamelen voor een huwelijksgeschenk liep dood toen bleek dat het comité werd aan gevoerd door een ex-NSB'er. Maar in de jaren die volgden, revancheerde Carel Hugo zich. Hij ontnam het Carlisme zijn fascistische gezicht en maakte er een progressieve partii van. „Wij Carlisten willen meewerken aan alle pogingen om Spanje te veranderen in een veelvormige socialistische democratie. Wij zijn voorstander van een democratie die op alle gebied van on der af aan wordt opgebouwd. Zelfbestuur dus vanaf de basis". En Irene stond hem bij de her vorming aktief terzijde. „Het is mijn levenstaak om samen met mijn man democratische struc turen te brengen in Spanje. Ik heb er alles voor over. Ik heb indertijd dè allermoeilijkste keuze gemaakt die ik kon doen, maar ik heb toch ge kozen. Het is de weg die mijn geweten mij voorschrijft en waarvan ik nooit berouw heb gehad, hoe vreselijk moeilijk deze weg soms be gaanbaar was". Terwijl Carel Hugo zich na de dood van dicta tor Franco in de verkiezingsstrijd wierp, was Irene maatschappelijk werkzaam. Ze schreef het boek „De vrouw en de samenleving" waar in ze - ongehoord voor Spaanse begrippen - een brede seksuele voorlichting eiste, gratis ver schaffing van voorbehoedsmiddelen, het in richten van kinderbewaarplaatsen, gelijkwaar dige deelneming van mannen en vrouwen aan het arbeidsproces, twee jaar doorbetaling van loon nadat een vrouw een kind had gebaard en het toestaan van medisch gewettigde abortus. Ze wist waarover ze het had, want door haar werk in de „Asociaciones de Vecinos" - wijkve- renigingen die zich sterk maken op het gebied van onderwijs en sociale zorg - had ze de noden van de Spaanse vrouw aan den lijve leren ken nen. Maar het Carlisme-nieuwe-stijl met zijn maatschappelijke betrokkenheid op Marxisti sche onderbouw bleek toekomstloos. Carel Hugo verwierf zich het imago van een Don Quichotte, een eeuwige verliezer. Noch droeg het tot zijn geloofwaardigheid bij dat hij wei gerde zijn aanspraken op de Spaanse troon ein delijk eens weg te wuiven. Zo kwam het tot de voor hem verpletterende verkiezingsnederlaag die Irene ontgoochelde - met de echtscheiding als uiterste consequentie. Een interviewer heeft prinses Irene ooit ge vraagd: „Wat me altijd s enorm gefascineerd heeft, is het volgende - dat u op een gegeven moment iets gaat ondernemen wat dan later zo'n merkwaardige lijn in uw leven ten gevolge heeft. U gaat gewoon Spaans studeren en alles wat dan verder volgt, lijkt gewoon logisch. Tot op de huidige dag. Hebt u dat zelf achteraf niet als iets wonderlijks ervaren?" Het antwoord van Irene toen: „Wel, het begin was heel ge woon: ik ben dol op talen. Maar inderdaad. Het is wonderlijk dat daar iets begint dat steeds ei- r logische vervolgen krijgt. En het is hi er lijk als je vast kunt stellen dat je alles wat je gedaan hebt, kunt integreren in het leven waar je nu mee bezig bent. Eigenlijk zit het als een puzzel in elkaar; en al de stukies passen". Dat is dus anders gelopen. De stukjes passen niet meer. De puzzel ligt door elkaar en prinses Irene zal met haar vier kinderen opnieuw moe ten beginnen. Blouson. Parka. Met openvallende colkiaag en Met asymmetrische sluiting en raglanmouwen. Van katoen In o.a. steekzakken. Van katoen. In o.a. rood, wit rood en geeL Mt 36 t/m 44. geel wit en blauw. Mt 36 t/m 42. tOME lë een en wel mdern< chter ijn eni eten or llpi dc oek op en te d n zijn ran jmr ille ;gei LRUS inistisi ilalisti anfóis legedet eds o au wil gering, rzoek riemen comn r Geor. t stand ie tijd* (i een u Irchais de pr nmunis ka bin verkie" Ie verg li leid erderh mden z: ?le hoi zijn ig van de da epen e •er in d 5>ben n< ""luldigd isident held a Itoesp verkl Valonanschap is Meesterschap ex-pre en sch en van d il Edei irokke ig tot iel Em [usch, c een st

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 8