„Mama, mag
ik vandaag
rood eten?"
chtvaartrebel
ke Koster
\!nkt driemaal
ellerdan
geluid...
v
ken me
dxe4 d
l Lxa1
Pb5 g
d spel]
5 Lxef
:6+ Ld
Dc6+
b2-b?pORMIJAL
11. b2\
maai
wit oi
zijn 0|
p FREDDY LAKER DOET,
JEN EEN ROUTINEKLUS"
54 P<
rdt in
een
valiteit.]
erras!
lakmi
itgaan,
de mi
uit:
a6, b7
II
^HOL Tussen de tienduizenden vader-
fs, die op en rond de nationale luchthaven
™^™1iol werken, is Mike Koster een getalen-
dwarsligger, die bij voorkeur zijn weg
dwars door de massieve muren, die amb-
>n met kelen van wetten, bepalingen en
ïties hebben opgetrokken. Als directeur
IEFAU, die zijn luchtreizigers ronselt met
iwekkende reclameboodschap, dat alleen
post Goedkoper vliegen de kreet is bijtijds
knteerd in Europa, Amerika en Canada
van door ve,en bewonderd en door even
Nada|n ver9uisd en gewantrouwd.
's te boor je collega's veelvuldig
ihoop uitroepen, „hij denkt driemaal snel-
5e st^n bet geluld en heeft zijn beslissingen
g bojaans al genomen, voordat wij ons goed en
van d^realiseerd bebben, dat er wat te verdie
nt. Het lijkt waarachtig wel, of hij de gaten
3qmarkt zelf maakt".
uten r kwalificaties Koster ter ore komen, ho-
IS U}1 hij ze per omgaande met een glimlach,
n waï tevoren met hoogwaardige spot heeft
istiqd 'len9d- Het Z'J z0- Het ,s bem inmiddels
bekend, dat zijn prljzenswaar-
in|*unts» d,e hij In geforceerd tempo en met
het e lef uitbroedt, door omhoog gevallen lucht-
hild u eronnen met veel animo gedwarsboomd
Kante lengewerkt worden. Het deert hem niet,
e 'U beeft zich tijdig gepantserd tegen pes-
Post en P'eegstoten onder de gordel en wenst
bord 'entimeter van zijn spectaculaire marsrou-
aentiéte w,iken- Ondertussen snijden zijn llcht-
van 0 laserstraal-ogen de zielen van zijn oppo-
laat S1 genadeloos open en leggen zij vermoede
od (jJ>edoelingen open en bloot te kijk.
0£k (&er Freddy Laker", zegt hij schouderopha-
oostr »wordt nu allerwegen geprezen om zijn
•n'voo 0ven In de luchtvaart. Maar wat hij doet,
id wir m,J al Jaren 660 routinekarwei. Toen ik In
bevpen luchtbrug organiseerde tussen Europa
en"0rika was Laker nog een onbeschreven
Jn de luchtvaart",
is e
verzsiVtfUCS
Pos,chlphol heeft hij een klein, onaanzienlijk
cje, waar hij tussen zijn medewerksters re-
iwwwflrt de hele wereld per telefoon bestookt.
at glamour en nodeloze showtrucs, rookt
y drinkt het liefst mineraalwater. „Mensen,
niet kennen en op kantoor naar de di-
vragen", zegt hij, „worden altijd wan-
I, wanneer een van de meisjes naar een
In het midden van de kamer wijst en
Daar zit-ie". Dan zie je ze denken: Dat
it mogelijk zijn; een directeur zit niet tus-
personeel. Maar daar vergissen ze zich
Want ik voel me daar prima op mijn ge-
heb geen eigen kamer nodig om me
maken".
dster, zoon van een bouwondernemer uit
Mike Koster: „Het gevecht om de krenten in de luchtvaart wordt steeds grimmiger".
het boerendorp Sloten, dat inmiddels door het
uitdijend Amsterdam is opgeslokt, heeft In zijn
Jonge Jaren als springruiter triomfen gevierd.
Met zijn Ierse lievelingspaard Cobbey bruin Zonder bril
met lange sokken werd hij Indertijd kam
pioen van Nederland. „De pest is", geeft hij
achteraf grootmoedig toe, „dat je je zaken gaat
verwaarlozen, als je achter elkaar successen
boekt. Dan verlies je gaandeweg je klenheld.
Daarom is het goed, dat ik in de luchtvaart
voortdurend van alle kanten geattaqueerd word.
Dat houdt een mens wakker. Ik heb de uitda
ging blijkbaar nodig om te kunnen functlone-
Hlj begon zijn carrière bij het vrachtbedrijf Van
Swietenin Amsterdam, dat internationaal ope
reert met een blauw-geel gespoten vloot van
grommende paardekrachten. Toen dit bedrijf
ook een kleine rederij overnam zat bij de inboe
del ook een vergunning om vliegreizen te orga
niseren. Mike Koster zag er op dat moment
geen belegde boterham in en bleef liever met
belde ruiterbenen op de grond. Een mening, die
hij bliksemsnel wijzigde, nadat een verkooplei
der van de houtgigant Bruynzeel hem had ge
polst over kerstvluchten tussen Nederland en
Suriname, waar Bruynzeel al geruime tijd met
een zeer succesvol bijltje hakte in de tropische
regenwouden. Koster rook handel, organiseerde
In ijltempo vier vluchten, die In recordtijd waren
volgeboekt. Het jaar erop werden tien vluchten
gemaakt tussen Suriname, de Nederlandse An
tillen en Nederland.
Extra glahs
Zijn volgende klant was de COÖP, die het hon
derdjarig bestaan extra glans wilde geven met
een reeks feestvluchten naar een verre bestem
ming. „Ik heb een middag in Hotel Apollo in
Amsterdam met een COÖP-man zitten praten
en de zaak rondgebreid. Eerst was het de be
doeling om naar Amerika te vliegen, maar uit
eindelijk kwam Toronto In Canada uit de bus,
dat we aanboden voor de ongehoorde prijs van
579 gulden voor een retourtje, dat In die tijd per
lijndienst dik 2000 gulden kostte. Vier dagen
vóór vertrek kregen we pas de vergunningen
voor de eerste vlucht van een reeks van acht.
Het jaar erop kreeg ik alle COÖP-organisaties in
Europa als klant en toen brak de storm pas
goed los. We maakten 300 vluchten naar Ameri
ka, Canada en Australië, die maanden tevoren
uitverkocht waren. En dat had nog jaren zo
door kunnen gaan, als de grote bazen van
COÖP hun kerngezonde zaken niet verkwanseld
hadden. De wijze, waarop dót gebeurd is, tart
alle beschrijvingen. De paar Coöperaties in Ne
derland, die aan dat vieze spelletje niet wensten
mee te doen en zelfstandig door zijn gegaan,
maken tot op de dag van vandaag winst en zijn
De zieltogende COÖP, die als honderdjarige
zonder bril zijn eigen doodsbericht kon lezen,
werd opgevolgd door de Nederlandse vakvere
nigingen NW, KAB en CNV, die hun leden ook
een goedkope reismogelijkheid per vliegtuig wil
den aanbieden. Kort daarna werd de affiniteits
regeling Koster mocht alleen mensen vervoe
ren, die aanwijsbare binding hadden met de
vakverenigingen veranderd en introduceerde
de overheid bodemprijzen, waar reisorganisato
ren niet onder mochten duiken. Het antwoord
van Koster was kort, duidelijk en afdoende: de
zaterdag erop verscheen in de dagbladen een
paginagrote advertentie zonder adres en tele
foonnummer, waarin de organisatie GEFAU in
ternationale vluchten vanuit Brussel aanbood
tegen verbijsterende afbraakprijzen „Mijn
telefoon heeft dat weekend constant rood
gloeiend gestaan", herinnert hij zich met intens
genoegen, „ledereen wilde weten, wie daar
weer achter zat".
Nou, dat was Koster dus. Wat toen gebeurde
elke dag de gegarandeerde mogelijkheid om
per DC10 vanuit Brussel naar Amerika en Cana
da te vliegen vanaf 399 gulden retour, inclusief
gratis busvervoer van Nederland naar België en
terug - is volgens hem in 1981 geen haalbare
kaart meer. „In die tijd was het publiek nog be
reid om uren in een bus te zitten. Maar dat is
voorgoed voorbij".
„De glorieperiode van de chartervluchten is
trouwens ook definitief afgesloten. Er Is een tijd
geweest, waarin de gerenommeerde luchtvaart
maatschappijen laatdunkend de neus optrokken
voor chartervluchten. Maar van dat hoogmoedi
ge standpunt zijn ze wijselijk teruggekomen. Het
verschil tussen lijndienst en charter is sindsdien
steeds meer vervaagd".
„Sinds de luchtvaartmaatschappijen met de
neus op de keiharde feiten zijn gedrukt en ein
delijk hebben begrepen, dat ook in de lucht
vaart de bomen niet tot aan de hemelpoort
groeien, hebben ze noodgedwongen de tering
naar de nering moeten zetten. Er is geen geld
meer voor nodeloos vlagvertoon en poeha, er is
geen behoefte meer aan een vloot van vliegtui
gen, die vele malen te groot fs voor een bevol
king van ruim 14 miljoen mensen. Een dergelijk
aantal kon men straffeloos aanhouden In een
tijd, waarin het Westen vrij spel had en kon de
creteren, wat er in de luchtvaart moest gebeu
ren. Maar nu eet de Derde Wereld ook dapper
mee uit de pot en intussen staan de volgende
gegadigden alweer op de stoep te dringen. Ook
landen In Zuid-Amerika, Chili, Peru en Brazilië
willen een flink stuk van de koek, die vroeger
exclusief was voorbehouden aan het Westen".
„Het logisch gevolg van deze ontwikkeling Is,
dat er door het Westen pas op de plaats moet
worden gemaakt: dat betekent voor vele lucht
vaartmaatschappijen efficiënter werken, minder
franje, inkrimping en aanpassing van de vloot
en het afstoten van een aantal vliegroutes. De
KLM maakt momenteel 44 Amerika-vluchten
per week. Dat is in feite een belachelijke situa
tie. En hoe bewonderenswaardig het ook is, dat
de Rijks Luchtvaart Dienst telkens weer kans
ziet om positieve resultaten uit de onderhande
lingen te halen, iedereen kan met zijn klompen
voelen, dat er eens een boemerangeffect zal op
treden. Het gevecht om de krenten in de lucht
vaart wordt steeds grimmiger. En op een gege
ven moment zal er ook door de KLM ingeleverd
moeten worden".
Overcapaciteit
Koster is er heilig van overtuigd, dat de huidige
malaise in de burgerluchtvaart niet in de eerste
plaats veroorzaakt wordt door een teruglopend
aantal passagiers, maar door een overcapaciteit
aan materieel. Er zijn domweg te veel vliegtui
gen. En daarom zou een vermindering met 25
procent zeer welkom zijn.
Uiteraard geldt dit niet voor het hoogseizoen,
want dan is er overal onvoldoende capaciteit
om de stroom reizigers te vervoeren. Maar tus
sen half augustus en half juni gaapt een gat, dat
ook rendabel gevuld moet worden. Vandaar
ook, dat door Fokker In samenwerking met
Douglas en door Boeing en de Airbusindustrie
koortsachtig gewerkt wordt aan een toestel met
een capaciteit van 165 tot 250 passagiers. Dat
is namelijk het ideale aantal, waarmee straks
zowel voor de lijndiensten als voor het groeps-
vervoer flexibel geopereerd kan worden.
Snoeimes
Volgens Koster wordt het hoog tijd, dat het
snoeimes gezet wordt In de salarissen van het
cockpitpersoneel. „Die zijn in de loop der jaren
uitzinnig de pan uitgerezen", meent hij, „en
daarom móét die financiële negenoog verwij
derd worden. De mensen in de cockpit zullen
eindelijk eens moeten toegeven, dat de tijd
waarin ledereen die vloog automatisch een held
was, voorbij Is. Vliegen is nu even alledaags en
normaal als reizen per auto, bus en trein. Ik ben
de eerste die erkent, dat een vlieger grote ver
antwoordelijkheden heeft. Maar de honorering,
die hij voor zijn taak krijgt, is allang niet meer In
verhouding tot zijn feitelijke werkzaamheden".
Aldus Mike Koster, de Vliegende Hollander met
straalaandrijving, die als rebellerende solist
Schiphol en omstreken ongetwijfeld zal blijven
tracteren op de verrassende noten, die hij op
zijn zang heeft.
LEO THURING
NIJMEGEN Als uw dochter van tien morgen tus
sen de middag thuis komt met de vraag: „Mama,
mag Ik vandaag rood eten?1', grijp dan niet onmid
dellijk vertwijfeld naar de telefoon om de huisarts
te bellen. Heus, ze is volkomen in orde, ze heeft
waarschijnlijk die morgen op school kennis ge
maakt met het jongste en beste leermiddel op voe-
dingsgebied: de voedingsplank. De „geestelijke
vader" ervan is dr. ir. A. B. Cramwinckel, verbon
den aan het onderzoeksteam van het Instituut voor
Preventieve en Sociale Tandheelkunde van de Uni
versiteit van Nijmegen en coördinator van het
GVO-project Nijmegen. De letters GVO staan voor
Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding.
De voedingsplank Is eigenlijk het zoveelste ei van Columbus.
Een „plank" met drie horizontale gleuven onder elkaar, met
onder die gleuven een schaalverdeling In KCalorieën en KJou-
les. Bij de plank behoort een doosje met kaartjes in drie kleu
ren, rood, oranje en groen. Op die kaartjes staan afbeeldingen
van bepaalde voedingsmiddelen. De „goede" op de groene,
de „minder goede" op de oranje en de „slechte" op de rode
kaartjes. Deze begrippen tussen aanhalingstekens, omdat de
begrippen goed en slecht In de voedingsleer erg relatief zijn.
De kaartjes zijn door verticale strepen In „porties" verdeeld.
Je kunt door de kaartjes in de gleuven te steken meteen zien
hoeveel calorieën je neemt. De kinderen kunnen zo hun eigen
maaltijden samenstellen. Om de zaak te completeren zijn er
ook nog kaartjes waarop lichamelijke activiteiten staan afge
beeld. Door die in de gleuf te steken kan men aflezen hoeveel
calorieën men verbruikt. Het lijkt, zo verteld, allemaal nogal
Ingewikkeld, maar met de voedingsplank voor zich Is het een
fluitje van een cent. Het is een leermiddel, dat In klare voor
stellingen aan kinderen, maar ook aan volwassenen, uit de
doeken doet hoe een volwaardige voeding moet zijn samenge
steld, hoeveel men moet eten, wat een goede voeding Is en
wat niet.
Dan rijst natuurlijk onmiddellijk de vraag: Maar is de oude
schijf van vijf of de nieuwe schijf van vier dan niet goed ge
noeg? De schijf van vijf heeft inmiddels plaats moeten maken
voor de schijf van vier, ofwel de maaltijdschijf. De eerste richt
te zich op de voeding voor een hele dag en de laatste op elke
maaltijd. De schijf van vijf ontstond In 1953 om de Nederlan
ders te leren hoe een volwaardige voeding met eiwitten, mine
ralen en vitamines moest worden voorgeschoteld. Tekorten
aan deze stoffen komen In een normale voeding praktisch niet
meer voor, maar dat wil niet zeggen dat elke voeding dan ook
gezond Is. Te veel vetten kunnen nog wel degelijk van Invloed
zijn op onze gezondheid. Denk maar eens aan de hart- en
vaatziekten. Vandaar die nieuwe maaltijdschijf, die vier be
langrijke groepen voedingsmiddelen brengt, die te zamen zor
gen voor een goede en volwaardige voeding. Snoepjes, zoet
broodbeleg zult u er niet in aantreffen, maar dat wil nog niet
zeggen dat die niet gebruikt mogen worden.
Wat is nu het grote verschil tussen de maaltijdschijf van het
Voorlichtingsbureau voor de voeding en de voedingsplank uit
het GVO-project. Die vraag legden we voor aan dr. Cramwin
ckel.
„De voedingsplank", zegt hij, „gaat uit van drie groepen
voedsel, het basisvoedsel, dat weergegeven staat op de groe
ne kaartjes, het aanvullend voedsel, dat op de oranje kaartjes
staat vermeld, en het niet noodzakelijke voedsel, het gezellig
heidseten, dat op de rode kaartjes staat. In het doosje zitten
zes soorten kaartjes: voor de broodmaaltijd, de tussendoor
tjes, het warme eten, de drahken en dan nog twee soorten
bezigheidskaartjes, namelijk voor rustige bezigheden en voor
actieve bezigheden. Op die laatste kaartjes kun je zien hoe
veel calorieën je verbruikt".
„Onze filosofie is: laat de kinderen bezig zijn met hun eigen
eten. Laat ze zelf hun maaltijden samenstellen. Zo kunnen ze
zelf zien wat goed voor hen is en wat niet. De basis van de
moderne voeding is dat alle eten goed is, maar van het ene
eten Is het beter meer te eten dan van het andere. Er even
van uitgaand natuurlijk dat het eten van bijvoorbeeld alleen
maar jam tot bepaalde ziektebeelden zal kunnen gaan leiden.
Maar kijk, jam staat op een rood kaartje. Alleen maar rode
kaartjes In de gleuven stoppen mag voor een kind misschien
wel lekker lijken, maar hij heeft geleerd dat zijn voeding veel
groene kaartjes moet bevatten. Oranje erbij en wat rood is
niet erg, maar de balans moet niet te veel naar die twee laat
ste kleuren overslaan".
„Het kind kan ook meteen door de energiekaartjes te gebrui
ken met de groene, oranje en rode kaarten zien of hij eigenlijk
niet te veel calorieën tot zich neemt in vergelijking met de ac
tieve bezigheden die hij heeft. Hij kan aflezen dat hij bijvoor
beeld 2500 calorieën per dag eet, maar dat hij er maar 500
verbruikt. Gevolg: dikker worden. Dat Is Iets, waar de plank
onmiddellijk op wijst. Onze interpretatie van dik-zijn Is: het is
het gevolg van de totale voedselopname in relatie tot het
energieverbruik. Dikke kinderen zullen soms ook weinig eten
omdat ze zo weinig In beweging zijn. De plank geeft al een
aanwijzing aan de kinderen van: hé Joh, je eet wel veel. maar
Je beweegt te weinig. Dit zijn allemaal mogelijkheden, die de
maaltijdschijf niet biedt".
De voedingsplank is nog niet in geheel Nederland als leermid
del op de scholen Ingevoerd. Alles bevindt zich nog min of
meer In het experimentele stadium. Op een aantal scholen,
onder andere In Rhoden, Hengelo en Almelo, die zich bereid
hebben verklaard als proefscholen te dienen voor het toetsen
van experimentele pakketten leermiddelen van het GVO-
project, wordt al met de voedingsplank gewerkt. Tot volle te
vredenheid van het onderwijzend personeel en de leerlingen.
Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding is een nog niet op alle
scholen Ingevoerd leervak. In de nieuwe wet op het basison
derwijs, die waarschijnlijk in 1983 van kracht wordt, wordt de
„bevordering van gezond gedrag" gezien als een van de taken
van het basisonderwijs. Het GVO-project speelt daar op in
door de leermiddelen te ontwerpen, ervan uitgaand dat de ge
zondheidsvraagstukken in vergelijking met zo'n veertig tot vijf
tig jaar geleden zeer sterk zijn veranderd. Waren het toen be
smettelijke ziekten, voedingsstoornissen en gebreksziekten
die de mensheid bedreigden, nu zijn het de welvaartsziekten:
hart- en vaatziekten, psychische spanningen, caries, enzo
voort. Ziekten, die door de mensen zelf moeten en kunnen
worden voorkomen. De verantwoordelijkheid voor de gezond
heid komt daarmee veel meer te liggen bij de mensen zelf. Dat
Is dan ook het centrale uitgangspunt voor gezondheidsvoor
lichting en -opvoeding.
Dat daarmee zo vroeg mogelijk moet worden begonnen, op de
kleuter- en basisscholen, ligt voor de h.and. De voedingsplank
Is daarbij een uitstekend hulpmiddel, waarvan men alleen
maar kan wensen, dat zij binnenkort op alle scholen als leer
middel zal worden gebruikt.
GERARD CRONÉ
r -—s
Dr. Cramwinckel, de geestelijke vader, met zijn
voedingsplank.