Kinderen van N.S.B.'ers helpen zichzelf te helpen Kamp A/esterbork wordt weer zichtbaar soonlljkheld wonden ge slagen, die vaak nooit meer helen". Is voor deze Indirecte oorlogsgetroffenen eni gerlei vorm van hulp be schikbaar? „Nee", luidt In dit slotverhaal het zodanig omslaat dat le dereen in de omgeving van het kind zegt: „Jouw ouders zijn hele maal geen lieve men sen, Jouw ouders zijn gemene verraalers, vuile rot-N.S.B.'ers die ze aan de hoogste boom antwoord van de Am- moesten ophangen", sterdamse psycholoog dan raakt zo'n kind ge- M. Montessorl. desorlënteerd, de kluts Ds. Klamer: „Het adres van de werkgroep Is: Oranjelaan 8, 1217 LW Hilversum". kwijt. Wanneer Je als kind zoiets overkomt, worden er In je per- DOELSTELLING I WERKGROEP DS. KLAMER: Ds. Klamer: „We willen ze de gelegenheid vertellen". nu eindelijk eens hun verhaal te Foto: Cees Verkerk Harry Mounts: „Ook politiek gezien is de verruiming van begrip oorlogsgetrof fene" volstrekt onhaalbaar". dertig Jaar na de trofe '40 - '45 het lijden dat toen ig Is gezet nog al lo rt te duren. In de „Niet de Schuld, j Straf" Is de aan- a Nj gevestigd op een S^^Arie oorlogsgetrof- "^^Hdle tot nu toe vol- I is genegeerd. De aren van de Neder- j-s die tijdens dé ■^ing collaboreer- net de Duitse over- be jer. Voor het aller- ste deel geboren en 930, dragen deze lanrt 00 200 000 na" 14,1 ,u lingen geen enkele strekend aan de oorlogs- gs de kiflen, maar moeten en voor è?or wel de straf on" lan. Hoe triest hun emen zijn, bleek levering I van deze len reen 20rjienreeks, gepubli- lete keul<j op 2 me|. q0 Am- K '"J' nbegrepfemse psychiater Hugenholz bracht u voren: „Kinderen n EurOaf" hel ,n,odl9 Irma breenzelvlgen met dappere, lieve, -4ce ouders. Wan- de situatie opeens STERDAM UTRECHT welke instantie de kinde van foute Nederlanders r hulp kunnen aanklop- i, als ze dreigen te stik- i in hun isolement? De sterdamse psycholoog M. Montessori reageert iet- ironisch: „Hulp voor wie, u? Ha ha. Maar meneer, doen wij in Nederland niet aan! Fout is fout. met pek omgaat wordt iee besmet. Als jouw ou- s in de oorlog aan de fou- kant hebben gestaan, kom eelf ook niet voor hulp in ^^merking. Discriminatie? hoor. Het verschijnsel w -riminatie speelt zich per ■"""lnitie buiten onze lands- and m onzen af. Humoristische "lessor! Is verbonden aan het Psycho- AKANTHisch Instituut in de hoofdstad en Frankrijivan 1945 af de opvatting gehuldigd rava), z4U|pver|eners g^n onderscheid die- eisburek maken tussen „goed" en „fout" in orlog. ledereen die gewond is heeft op hulp, vindt hij. Of de verwonding jnelijk dan wel geestelijk Is. doet 17a)ij niet terzake. Hoe weinig collega's 38£P hem 00,15 z'jn. ondervond hij on- soé n°9- b'j de opstelling van een rap- jchten ^oor zijn instituut over psycho-analiti- i. en bcj therapie voor oorlogsgetroffenen, paragraaf over kinderen van j.'ers en S.S.'ers mocht er niet In, zo &n zijn mede-auteurs. „Ik heb moeten met weggaan en er is speciale emming van de minister aan te pas men vóór die paragraaf er uiteindelijk In Is opgenomen". ■^"slleen onwil, ook onbekendheid staat loeltreffende hulpverlening aan klnde- an foute Nederlanders in de weg. De weet dat 00k we1, 'Olllval onder de jongere hulpverleners r ongetwijfeld velen bij wie de onver- huur. Hijkheid jegens de „foute Nederlan- zijn farf nog maar een geringe rol speelt", )owlingi erkent hij. „Maar hier Is het probleem dat men onvoldoende of in het geheel niet op de hoogte Is. Ook voor de bonafide slacht offers geldt dat hun lijden te weinig her kend" en erkend wordt. De pijn van de slachtoffers van „de andere kant" ont snapt echter helemaal aan de aandacht. Of het nu om huisartsen of pastores gaat, maatschappelijk werkers of psychothera peuten van de ontwrichtende werking die de Tweede Wereldoorlog tot op de dag van vandaag heeft op de levens van hon derdduizenden Nederlanders, heeft men nauwelijks besef. Wat de slachtoffers van de foute kant aangaat, komt daar natuur lijk nog iets bij. Veel sterker dan de bona fide oorlogsgetroffenen zijn ze geneigd het verleden geheim te houden. Als ze zich al realiseren dat de oorlog verband houdt met hun klachten, durven ze dat niet zelf naar voren te brengen. De schaamte is zo diep Ingevreten, het taboe zo groot, dat alleen in een intense vertrouwensrelatie het N.S.B.- of het S.S.-geheim aan de op pervlakte kan komen. Heeft de hulpverle ner daarvoor echter geen antenne, dan blijft het nóg verborgen. Dat betekent dat in de praktijk vrijwel niemand hulp ver leent aan hetzij de collaborateurs zelf, het zij hun kinderen". Verwijt Als voorbeeld van pure onwil om de slachtoffers uit de „foute sector" een hel pende hand te reiken wijst Montessori op het zogeheten Icodo In Utrecht. Het Infor matie- en Coördinatie Orgaan Dienstverle ning Oorlogsgetroffenen. In 1978 door de regering opgericht en ruim een maand ge leden door koningin Beatrix officieel ge presenteerd, probeert het Icodo de hulp verlening aan bonafide oorlogsgetroffenen in ons land zoveel mogelijk te stimuleren. Het geeft voorlichting aan oorlogsslachtof fers die op zoek zijn naar materiële of im materiële hulp en probeert de deskundig heid van de hulpverleners te bevorderen. „Waarom helpt men alleen de bonafide slachtoffers?", aldus het verwijt van Mon tessori. „Dat men de collaborateurs zélf buiten de deur houdt, Is nog tot daaraan toe. Maar dat men zich ook van hun kin deren distantieert, mensen die aan het oorlogsdrama part noch deel hebben dat maakt me rebels. Hoe kun je nu kinde ren verantwoordelijk stellen voor de daden van hun ouders? Als we met z'n allen pro beren er hier een beetje betere wereld van te maken, moeten we daar toch wat ratio neler tegen aankijken". De directeur van het Icodo, Harry Mourits: „Om dat begrip „rationeel" draait het. Als ik het louter rationeel bekijk, ben ik het voor een groot deel met Montessori eens. Ook ik zie de kinderen van foute Neder landers als oorlogsgetroffenen. Ik weet uit ervaring dat hun leed heel groot is en dat het verschrikkelijk moeilijk voor ze is om hulp te krijgen. Het gebeurt regelmatig dat ze met onze organisatie contact opnemen. Denk vooral niet dat we ze dan zonder eni ge toelichting wegsturen. Maar aan deze groep oorlogsgetroffenen echte hulp bie den, kan het Icodo niet. Ik zou het dol graag willen, maar het is onmogelijk. En dat komt doordat de bonafide slachtof fers, juist door hun oorlogsverwondingen, niet in staat zijn de tegenstelling „goed" „fout" rationeel te benaderen. Die oor log heeft zulke ontwrichtende gevolgen gehad dat ze het idee dat het Icodo ook „voor de andere kant" zou werken, emo tioneel volstrekt niet aankunnen. De pijn is daarvoor te groot, het verdriet over wat die andere kant hun heeft aangedaan te intens". „Je moet je in dit verband vooral goed realiseren dat de behoefte aan erkenning van het doorstane leed ontzettend groot Is. Zó groot, dat men zich al bij het minste of geringste tekort gedaan voelt. Bij de of ficiële presentatie van Icodo, eind vorige maand, werden teksten gedeclameerd en een lied gezongen. Het lied had betrekking op de slachtoffers van de Japanse kam pen. Achteraf ben ik door een groepering Indische oorlogsgetroffenen bekritiseerd omdat dat lied volgens hen toch wat min der gehalte had dan de voordrachten. Ze voelden zich achtergesteld bij de slachtof fers van de Duitse kampen en van het ver zet. Stel Je nu voor dat bij diezelfde gele genheid een gedicht was voorgedragen over het lot van de N.S.B.-kinderen Ondenkbaar". Tegen Mourits' overwegingen kan wellicht een argument worden ingebracht. Door de negatieve emoties van de oorlogsgetroffe nen In die mate te respecteren dat men er ook het organisa torisch kader van de hulpverlening naar richt, worden die gevoelens be vestigd en ver sterkt. De beper king van de dienstverlening tot de bonafide oor logsslachtoffers houdto een verte kende kijk in stand op „goed" en „fout" in de Twee de Wereldoorlog. Mourits: „Voor zo ver die kijk verte kend Is, geloof ik niet dat je daarin verandering zou brengen dóór te proberen het Icodo open te stellen voor kinderen van N.S.B.'ers. Erg veel meer dan dat ons bestuur uiteen zou vallen, zou je vermoedelijk niet berei ken. Overigens Is een verruiming van het begrip „oorlogsgetroffene" ook politiek gezien volstrekt onhaalbaar. Het voormalig verzet heeft zoveel invloed binnen de poli tieke partijen dat men pogingen daartoe altijd kan tegenhouden. En dit ook zal doen". Icodo-directeur H. Mourits: „Ook negatieve emoties van bonafide slachtoffers verdienen respect" Isolement De radio-pastor ds. A. Klamer heeft begrip voor de beslotenheid van het Icodo, maar meent niet temin dat 36 jaar na de oorlog In elk geval de kinderen van de „foute Nederlanders" een helpen de hand moet worden gereikt. „Door mijn bemoeienis met radioprogramma's die het oorlogsdrama tot onderwerp hadden", al dus Klamer, „ben ik de afgelopen jaren re gelmatig In contact gekomen met mannen en vrouwen wier ouders destijds bij de N.S.B. of de S.S. hebben gezeten. Hun problemen zijn vaak onvoorstelbaar groot. En door het enorme Isolement waarin ze verkeren worden die problemen vaak al maar groter. Ze zitten In een vicieuze cir kel". In zijn Hitversumse woning heeft ds. Kla mer deze week een bijeenkomst belegd met enkele man nen en vrouwen wier ouders des tijds ook aan de foute kant hebben gestaan. De aan wezigen hebben besloten een werkgroep te vor men om te bezien op welke wijze de betrokken catego rie indirecte oor- itroffenen het best geholpen kan worden. De gedachten gaan vooralsnog uit naar de vorming van zogeheten zelfhulp-groepen. „Het Is zeker niet onze bedoeling een nieuwe stichting op te richten die allerlei professionele therapeuten in dienst neemt", aldus Klamer. „Wat we willen pro beren Is in een Informele sfeer het Isole ment van de mensen te doorbreken. Hun de gelegenheid bieden na al die Jaren ein delijk hun verhaal te vertellen. Een situatie scheppen waarin ze zichzelf en el kaar kunnen hel pen het hoofd bo ven water te hou den. Hoe dat pre cies moet gebeu ren staat nog ter discussie". Deskundigen als de Amsterdamse psycholoog Mon tessori en de Utrechtse zenuw arts Hofman heb ben toegezegd de werkgroep met raad en daad terzijde te staan. Alwie ver der nog belangstelling heeft kan contact opnemen met: Ds. A. Klamer, Oranjelaan 8, 1217 LW Hilversum, (telefoon: 035 - 15555). WILLEM SCHEER Psycholoog M. Montessori: „ledereen die gewond is, heeft recht op hulp" mlü herinneringen en WESTERBORK Een grote lege gras vlakte met hier en daar wat struikgewas. Dat is zowat alles wat rest van het „Juden- durchgangslager Westerbork". Wie over het asfaltweggetje door het veld loopt, ziet na een tijdje een opgebroken spoorlijn die krampachtig, verwrongen omhoogkrult. Een grofgemetseld muurtje achter een stootblok, voorzien van een tekst uit Klaagliederen, completeert het monument ter nagedachtenis aan de joden die in 93 treinen uit dit kamp naar de vernietigings kampen in Duitsland en Polen werden ge transporteerd. ftZij belaagden ons bij elke schrede, zodat wij over onze pleinen niet gaan konden; ons einde was nabij, onze degen waren vervuld, Ja, ons einde was gekomenl". De tekst en het monument beschrijven exact hoe verschrikkelijk dit oord is ge weest, maar van een totaal beeld is geen sprake. Wat gebeurde hier precies, vragen veel bezoekers zich af. Hoe zag het er uit? Als het aan de Werkgroep Westerbork ligt, worden die vragen beantwoord. Na bijna vier Jaar Intensief werken Is men zo ver dat een permanente tentoonstelling vorm kan krijgen. Ergens aan de aftakking van de spoorlijn die vroeger naar Westerbork leidde, komt een gebouw dat wordt inge richt met voorwerpen, foto's en herinnerin gen uit het kamp. „De aanleiding tot het instellen van de Werkgroep", vertelt voorzitter Ron de la Rle, „was de constatering dat er eigenlijk weinig over Is van het kamp. Veel mensen, dat merkten wij uit brieven en gesprekken, vonden dat het duidelijker gemaakt moest „Heidelager" heette het kamp Westerbork tijdens de bezetting. worden wat daar gebeurd Is. Bovendien Is het monument moeilijk te vinden en moet je een heel eind lopen voor je er bent. Een weinig gelukkige situatie". Met een aantal collega's heeft de heer De la Rie verschil lende keren vragen gesteld in de Provin ciale Staten van Drenthe over het verbete ren van de toegankelijkheid van het voor malige kamp. „Steeds stuitten wij op moeilijkheden. Op een gegeven moment vonden de mensen elkaar die van mening waren dat er toch Iets moest gebeuren". Uit Auschwitz Voor de vormgeving van een tentoonstel ling werden zowel deskundigen van het Joods Historisch Museum als van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD) in Amsterdam ingeschakeld. Het RIOD kwam tenslotte met het aanbod dat de werkgroep gebruik mocht maken van de Nederlandse tentoonstelling In het Mu seum van Auschwitz. Die tentoonstelling behandelt een groot deel van de geschie denis van de joden in Nederland en voor een aanzienlijk geringer deel de geschiedenis van Westerbork. „Dat Nederlandse deel van Auschwitz heeft een heel indringend karakter", ver telt de heer De la Rie. „Het bestaat uit dia's over het wegvoeren van de gevange nen met treinen, over SS'ers die met hon den patrouilleren en over de dingen die In het kamp gebeurden. Voor Westerbork hebben wij er aan toegevoegd het herden- kings- en bezinningsldee en een uitbrei ding van het materiaal. Dat extra materiaal konden wij vinden bij het RIOD en het Pro vinciaal Museum. Het bestaat voorname lijk uit foto's, documenten en kleine voor werpen uit het kamp Westerbork". Veel mensen hebben na het oprichten van de werkgroep gereageerd. Aanbiedingen van kampvoorwerpen kwamen niet alleen uit Nederland maar zelfs uit Amerika: kampgeld, bordjes met opschriften, be kendmakingen en herkenningsarmbanden. De werkgroep stelt nog steeds prijs op be richten van mensen die zaken uit het voor malige kamp hebben. Exploitatie Een van de belangrijkste zaken op dit mo ment is het regelen van de exploitatie en voor-financiering van de tentoonstelling. Men denkt op het ogenblik aan een jaar lijkse exploitatielast van ongeveer twee ton. De aanloopkosten worden geraamd op vier ton. De werkgroep ziet geen kans dat bedrag zelf op te brengen. Een groot deel van de gelden zal via subsidies en schenkingen binnen moeten komen. Van de provincie Drenthe en het dorp Wester bork zijn al toezeggingen gedaan. Over een eventuele rijkssubsidie Is nog overleg gaande. De besprekingen zijn al ver gevor derd. Als Den Haag- snel is kan de bouw van de tentoonstellingsruimte nog dit jaar beginnen. Aanvankelijk was men van plan die ruimte op het voormalige kampterrein te bouwen. Nu. door de grootte die het geheel krijgt en het verkeer dat aangetrokken wordt, denkt de werkgroep aan een plaats buiten het stilteterrein van de Sterrenwacht. Bui ten het kamp dus, aan het begin van de spoorlijn, op de plaats waar de spoorlijn aftakte naar Westerbork, meer In de buurt van Hooghalen. In het gebouw zal wel wor den aangegeven waar het kampterrein ligt Misschien komt er zelfs een pad dat van Waarschuwing De voorbereidende werkzaamheden voor de tentoonstelling zijn, op de financiën na. voor het grootste deel afgerond. Als alles mee zit kan de tentoonstelling begin vol gend Jaar al geopend worden. „Voor mij persoonlijk was aanleiding om in de werkgroep te gaan zitten het histo risch belang van het geheel", zegt de heer De la Rie. „In Drenthe is tot dusver te wei nig aandacht beteed aan dit aspect van de geschiedenis. Ik ben leraar aan een scho lengemeenschap in Emmen. Ik geloof, vanuit mijn vak, dat je de jeugd wat meer moet wijzen op wat In Westerbork ge beurd is. Daarom mag een waarschuwend element in de tentoonstelling ook niet ont breken". MARCEL MORINQ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 17