\C.Hooftprijs voor
illem Brakman
:root schrijver
onder groot publiek
Het
geheime
recept
van
Max
Euwe
„Er wordt op grote schaal
door piraten gegapt"
brieven
kenning voor ondergewaardeerd auteur
r—
man. Euwe
won. Dolman
betere
maar ik durfde
Pina Bausch
alsnog in
Holland Festival
programma
AMSTERDAM Het Hol-
land Festival en de VPRO-
televisie zijn er alsnog in ge
slaagd een uitzonderlijke
dansproduktie in het pro
gramma op te nemen. Het
Wuppertaler Tanztheater
brengt op 7 juni in het
VPRO/HF-programma „De
Noodzaak van Dans" in
Theater Carré te Amster
dam, aanvang half negen
het aangrijpende stuk „Café
Müller" van Pina Bausch,
die de laatste jaren wereld
roem vergaart
Zoals vrijwel alle stukken van
Pina Bausch gaat ook „Café
Müller" (1980) over menselijk
onvermogen tot communicatie,
en liefde. Regie/choreografie,
aankleding en belichting zor
gen voor een meeslepend
kunstwerk, waarin voor de la
tere stukken van Pina Bausch
naar verhouding veel wordt
gedanst. Het is het enige stuk
van het Wuppertaler Tanz
theater, in een éénmalige
voorstelling, dat dit jaar gepro
grammeerd kon worden. Met
het oog op het unieke van deze
vorm van bewegingstheater
hebben VPRO en Holland
Festival deze gelegenheid niet
voorbij laten gaan.
Shakespeare's
Cymbeline in
voormalig
kantoren complex
AMSTERDAM Om de vi-
sie van regisseur Jan Decor-
te op Shakespeare's "Cybeli-
ne" optimaal recht te doen,
worden de voorstellingen
door Het Koninklijk Con
servatorium uit Brussel ge
geven in het voormalige
kantorencomplex van
Wiiers, N.Z. Voorburgwal 1-
7, Amsterdam.
De in industriële Jugendstil
opgetrokken ruimte biedt, ge
zien de opzet van de produk-
tie, per voorstelling slechts
plaats aan 40 bezoekers, die als
publiek vrijwel zijn opgeno
men in het toneelbeeld.
De voorstellingen, van acht tot
twaalf juni, beginnen om ze
ven uur.
Schauspielhaus
komt met Vor
dem Ruhestand"
AMSTERDAM De twee-
de voorstelling waarmee het
Schauspielhaus Bochum
naar het Holland Festival
komt, is „Vor dem Ruhes
tand" (Voor het Pensioen)
van Thomas Bernhard in de
regie van Claus Peymann.
Peymann is de motor achter
de wereldpremières van
Bernhard. Hij regisseerde
„Vor dem Ruhestand" als poli
tiek testament bij zijn gedwon
gen vertrek uit Stuttgart in
1979. Het Holland Festival
bracht dat jaar een repertoire-
overzicht van het ensemble,
dat nu huisvesting heeft ge
vonden in Bochum.
In „Vor dem Ruhestand" haalt
een rechter vrolijke herinne
ringen op aan zijn oorlogsver
leden. Hij was SS'er en onder
directeur van een concentra
tiekamp en heeft „alleen maar
het goede nagestreefd". Hier
mee wordt zijn politieke hou
ding nu pijnlijk geaccentueerd.
Het stuk wordt alleen op 9 en
10 juni vanaf kwart over acht
in de Amsterdamse Stads
schouwburg gespeeld.
NOS- VOORZITTER JURGENS:
HILVERSUM NOS-voor-
zitter Erik Jurgens vindt
een veel strakker beleid van
de overheid ten opzichte van
de omroeppiraten noodzake
lijk. Hij Ls van mening, dat,
wanneer de overheid zich er
bij neerlegt dat de piraten
bioscoopfilms zonder rech
ten uitzenden, omroeppro
gramma's zonder toestem
ming overnemen en in
schouwburgen clandestine
opnamen maken en die later
uitzenden, er een soort van
wild-westsituatie ontstaat.
„Er wordt op grote schaal
door de piraten gegapt", zo
zei hij op een persbijeen
komst in Hilversum.
Vrijwel de enige mogelijkheid
om de piraterij op de televisie
afloop van de uitzendingen
van de officiële zendgemach
tigden, waardoor de piraten
niet meer op zo'n grote schaal
als thans het geval is de kij
kers kunnen bereiken.
Mr. Jurgens vindt ook de hou
ding van een aantal technici
ten opzichte van de omstreden
uitzendingen van de Centrum
partij en de Nederlandse Volk
sunie in de door de regering
gevorderde zendtijd onjuist. Er
is binnen het bedrijf wel reke
ning gehouden met de moge
lijkheid om zoveel mogelijk
aan de bezwaren van de mede
werkers tegemoet te komen,
maar volgens hem mag vooraf
ingrijpen in programma's nooit
voorkomen. Over de gesprek
ken, die hij met actievoerders
buiten de poort van de NOS-
studio voerde, zei hij, „dat het
met linkse fascisten net zo
moeilijk praten is als met
rechtse fascisten. Ze wisten al
les al", aldus mr. Jurgens.
Brieven graag kort en
duidelijk geschreven De
redactie behoudt - zich
het recht voor ingezon
den stukken te bekorten
ABVA/KABO
Ik ben vele jaren penning
meester geweest van onze
KABO-afdeling, de katholieke
ambtenarenbond. Maar ik ben
niet meer zo gelukkig met
mijn lidmaatschap na het le
zen van een artikel in Aaneen,
het vakbondsblad van de fede
ratie ABVA/KABO. Hierin
zegt Wim Kok over de huidige
regering: „Deze coalitie moet
weg". Kok zal de FNV bedoe
len. Het enige wat hij en de
zijnen hebben gedaan sinds
deze regering regeert, is er te
genaan schoppen en het beleid
afbreken. Zij denken het altijd
beter te weten. De FNV moet
zo maar doorgaan, dan bedan
ken er nog veel meer christen
mensen voor deze club omdat
ze er zich niet in thuisvoelen.
Ze gaan naar het christelijke
CNV of staan op het punt dat
te doen. Voor veel leden van
de KABO had de federatie
met de algemene bond ABVA
er nooit moeten komen. Altijd
moet de linkse kant tegenwer
ken. Je merkt dat ook in de
Tweede Kamer. Na de verkie
zingen zouden in deze zeer
moeilijke tijd de vier grote
partijen samen moeten rege-
ren. Maar de PvdA wil alleen
met links regeren en houdt
ondertussen de mensen mooie
beloften voor. Nou, dat kun
nen we allemaal. Maar we
moeten ze ook waarmaken en
zaken aan te pakken, ook zo
vlak voor de verkiezingen. La
ten we in Nederland een vre
dige en christelijke regering
op de been houden. Dat is in
het belang van ieder. De we
reld is er al beroerd genoeg
aan toe.
J. v.d. Krogt, Sassenheim.
dat kan zelfs de oppositie niet.
De regering durft tenminste
noodzakelijke maar moeilijke
Onderzoek documentatie hedendaagse kunst
DEN HAAG De mogelijk- van CRM heeft daartoe een De documentatie kent momen
heden tot verbetering van de werkgroep ingesteld, die be- teel veel tekortkomingen. Veel
documentatie op het gebied staat uit L.D. Couprie uit gegevens ontbreken, overlap-
van de hedendaagse beelden- Leiden, N.H.M. Tummers uit pen elkaar of zijn over talloze
de kunsten wordt onder- Heerlen en J van der Wolk instellingen versnipperd,
zocht Minister Gardeniers uit Amsterdam.
V
TACHTIGJARIG SPEELT
PROMINENTEN VAN HET SCHAAKBORD
Max Euwe tij-
taanwedstrïjd
gistermiddag
In zijn partij
tegen Kamer-
later: „Ik weet
stelling had,
gewoon niet
op de 24sta
se gegeven
RDAM - „Ik kan best leven zonder schaken; als ik
had geschaakt, zou ik niet het gevoel hebben dat ik
1 gemist", heeft hij eens gezegd. Wat een jokkebrok
manier dan om de tachtigste verjaardag zo te vie-
|nrtwee uur en 41 minuten in broeihitte op zwarte recep-
ihoenen teneinde een simultaanwedstrijd te spelen te-
■#-25 opponenten, bijeen getrommeld uit de politieke we-
W3B en de media. Want dat deed prof. dr. Max Euwe gister-
j dag in het Amsterdamse Crest-Hotel. In een tempo dat
■r hronometers aanvankelijk nauwelijks konden volgen,
af jsporteerde hij zijn stramme lengte van 1.90 meter
de borden die toch bemand werden door een oud-mi-
r Samkalden (ooit een sterke hoofdklasser), een sena-
an Nagel (parlementair schaakkampioen), een Bas
aay Fortman (fervent clubschaker), een Kamervoor-
Dolman, een Ed van Thijn, een Hein Roethof alle-
spelers met een utstekende beheersing op de 64 vel-
blakend van vechtlust bovendien.
Waarom verkoos de gewezen wereldkam
pioen Euwe het zijn tachtigste verjaardag
aldus te vieren? Een antwoord ligt mis
schien besloten in dit andere citaat uit zijn
mond: „Ik heb me aangewend om alles te
doen wat ik kan doen. Ik zeg nooit nee op
een uitnodiging. Ik doe alsof ik 50 ben. Ik
sta niet stil bij mijn leeftijd. Ik zal er niets
voor laten". Het geheime recept van zijn
vitaliteit
In de wandelgangen wordt tijdens de re
ceptie die op de wedstrijd volgt (Euwe
heeft negentien partiien gewonnen, ne
gentien remise gemaakt, dus niets verlo
ren) beaamt dat het de oud-wereldkam
pioen ernst is met deze leefwijze. Een offi
cial van de Koninkliike Nederlandse
Schaak Bond: „Hii speelt nog steeds één
simultaanwedstrijd per week. Bovendien
bezet hii een kopbord bij de Rotterdamse
Schaakclub Volmac, die in de Nederland
se competitie op de tweede plaats is geëin
digd. Wat die simultaanwedstrijden be
treft - vanwege zijn leeftijd heeft hij zich
even tot 25 torden beperkt, maar hij is
OEN De schrijver Willem Brak
I heeft gisteren op het Muiderslot
11den van de minister van CRM
vr Gardeniers de Staatsprijs
letterkunde, de P.C.Hooftprijs, in
fingst genomen. Het is een defini-
erkenning voor een groot auteur
looit een groot publiek zal halen,
nu 59-jarige schrijver die in 1961
bn 39ste debuteerde (met de roman
winterreis), daar meteen de Van
Hoogtprijs voor ontving, in 1979 de
3 Jewijk-prijs van de Haagse Jan
Jpertstichting kreeg, maar niette-
een van de meest ondergewaar-
ne auteurs van deze tijd bleef. Al
t hij met ijzeren regelmaat sinds
J J debuut wel een tiental romans,
J verhalenbundel en enkele novel-
epubliceerd.
m Brakmans grote kracht ligt in zijn
fineerd compositorisch vermogen,
grote stilistische gaven en een met
rijke eruditie verwezenlijkte thema-
In zijn dankwoord refereerde Brak-
aan verwijten als zou hij een opval-
voorkeur hebben voor de thema's
ziekte en verval, Hij erkende dat, en
pte daar weer een typisch Brakma-
kt; is opstel aan vast over het samengaan
anding van het lichaam in de
laat zich om het begrip ziekte
in de tijd vergelijken, ordenen, door
ben, in een verband plaatsen en soms
■laan. Men zou er een voorkeur uit
len verklaren. Zelf doe ik dat het
vanuit een groot, welhaast „Russi-
interesse in de mens en voor wie
woord niet te ouderwets klinkt, ook
eernis". Een dankwoord dat bij publi-
geen middelbare schoolleerling jui-
id aan het lezen van Brakmans ro-
zal zetten. De verwijzen naar filoso-
naar literatuur liggen er voor de „ge-
kelijke lezer" te onoverkomelijk in
tast. En datzelfde geldt voor een
it deel van zijn toeken. Brakman is
moeilijk auteur. Zelfs in de allerwe-
juichende kritieken rond zijn werk,
i je lichtelijke irritaties tegen om een
loedwillig aandoende virtuositeit en li-
luurderigheid. Terecht of niet, Brak-
i doet een zwaar beroep op interesse,
oudingsvermogen, eruditie en gevoe-
eid van zijn lezerspubliek. Hij geeft
heeft. Het verbreden van het bewustzijn,
inzicht verwerven, vergroten van de aan-
spreekbaartheid, daar doelt een schrijver
op. De uitwerking moge dan praktisch ge
ring ziin, maar als er in enig hoofd licht
gaat schijnen, ben ik al blij. Als je met alle
geweld de maatschappelijke structuur wil
veranderen, kun je beter naar andere
middelen zoeken. Ik richt mij op datgene
waarvan ik vind dat het het meest wezen
lijke van de mens is: namelijk dat hij een
geestwezen is en daarop spreek ik hem
aan, in de hoop dat kwalitatief te verho
gen." Over het nadelige effect daarvan in
de verkoopcijfers van zijn boeken, stelde
hij dan ook in een interview met Jan
Brokken (Haagse Post februari '79): „Hoge
oplages halen mijn romans en verhalen
niet. Maar ik schrijf niet voor het geld.
Bovendien: Ik zou het een verschrikkelij
ke belediging vinden als massa's mensen
mijn boeken unaniem zouden prijzen. Dan
zouden het immers modeprodukten zijn".
Bedrijfsarts
Isels op die je zelf mag oplossen. Daar-
zegt hij in het geheel aan hem gewij-
nummer van net literaire tijdschrift
etin (85): „Een schrijver kronkelt zich
llerlei bochten om een thematiek over
irengen. Wat hij wil is dat een ander
openstelt voor wat hij te vertellen
Brakman is in het dagelijks leven be
drijfsarts in Enschede. Zijn medische loop
baan begon hij in zijn geboortestad Den
Haag, als militair arts, werd daarna alge
meen assistent in een ziekenhuis en begon
een huisartsenpraktijk. Schrijven deed hij
nog niet, maar hij was een fervent lezer,
verkeerde in een sterk literair geïnteres
seerde vriendenkring (o.a. Nol Gregoor)
en onderhield een uitgebreide correspon
dentie waarin hij een hoop schrijfdrift
kwijt kon. Pas toen hij koos voor „een stil
binnenwater in de medicijnen", zijn hui
dige baan als bedrijfsarts in Enschede,
kwam onmiddellijk zijn eerste roman.
Brakman: „Financieel ging ik er natuur
lijk een stukje op achteruit, maar dat
heeft me geen seconde aan het wankelen
gebracht. Het irriteerde me in Den Haag
al dat op de maandelijkse bijeenkomsten
van huisartsen slechts drie woorden gebe
zigd werden: ton-auto-huis." Er volgden
boeken als „Die ene mens", „De gehoorza
me dode" (onlangs herdrukt) over de op
standing van Lazarus waarin hij een mens
Srobeert te vinden achter het wonderver-
aal uit de bijbel, „Het godgeklaagde
feest" (waarin hij de hem typerende eige
naardigheden qua stijl en compositie voor
het eerst compleet uitbuitte), „Het zwart
uit de mond van Madame Bovary" (het
merkwaardige verhaal van een leraar
Frans die monomaan de levens- en lief
desgang van Flauberts heldin naspeurt),
en „Come-back", zijn laatste roman en
die voortdurend stop gezet wordt voor fi
losofieën terzijde, voor briljante uitwijdin
gen. In een zeer rijke taal, waarin vak
woorden, klassieke verwijzingen aanwezig
zijn naast een zeer hedendaags taalge
bruik in innerlijke en uitgesproken mono
logen, dat alles gedrenkt in een vaak ver
ademende, soms zichzelf persiflerende hu
mor. Soms haarscherp, knap en bewonde
renswaardig, soms ongeremd, woorddron
ken, duister en hinderlijk, alsof er een
taaistop is doorgeslagen.
Wat die taal betreft, is Brakman bijna een
verzamelaar van woorden. Hij neemt stel
ling tegen vervlakking van de taal, wil
die zo breed mogelijk gebruiken, bladert
daarvoor in woordenboeken, houdt het
dagelijks veranderende spraakgebruik bij
(„Ik heb via mijn werk iedere dag een
abonnement op gezichten en opmerkin-
gen, ik hoor nieuwe woorden en bizarre
zinnen, zodat miin taal verrijkt wordt").
Het schrijven zelf is bij hem een bijna
„ouderwets" proces: Eerst met de balpen
op wegwerpapier, dan in een school
schrift, daarna via een peperdure Water-
schrijfgerei ook gebruikte) in het net en
dan pas op een oude kast van een schrijf
machine. Brakman is bovendien het soort
schrijver dat met een ijzeren discipline
elke dag naar zijn kamertje-toven gaat en
daar op het bureau met een tapijtje zijn
werk doet
Willem Brakman, op en top een schrijver
met een hoofdletter S. Het pure tegendeel
van de klassieke „verteller", maar ook
een „stille schrijver", „high brow" en eli
tair. Iemand die zich tot schrijver heeft
gelezen, en zich pas door het schrijven is
gaan verwezenlijken. Een in zichzelf ge
keerd auteur, die in een van de afleverin
gen van het VPRO-programma De Schrij
vers stelde: „Ik ben behept met een zoda
nige ingekeerdheid, ik beschik over een
zo grote fascinatie voor het eigen gedach-
tenleven, dat ik altijd het gevaar heb gelo
pen als het ware weg te gorgelen in een
soort hypersubjectivisme. Schrijven is
voor mij dan ook een van de belangrijkste
pogingen om mijzelf te tillen in de rich
ting van een veel grotere geldigheid. Ik
heb dus twee polen: Aan de ene kant een
zeer diep doorleefde eigenheid, aan de an
dere kant de objectiviteit der werkelijk
heid. Die wrijven met elkaar en op dat
wrijfvlak ontstaan mijn boeken."
BERT JANSMA
)RT /KUNST l.nnsprr>lTl?ANTDONDERDAG 21 MH 1981 PAGINA 7
weer overgegaan op 40. Hij dacht dat er
onder 40 tegenstanders meer zwakke
schakels zouden zitten dan onder 25, zodat
hij het gemiddelde van zijn overwinnin-
geh (rond de 80 procent nog steeds) wat
omhoog zou kunnen schroeven".
Hij draait op precies hetzelfde niveau als
dertig jaar geleden, aldus de wandelgan-
gers, onder wie de kopstukken van het
IBM-schaaktoernooi (Karpov, Timman,
Miles, Donner) die de receptie ook met
hun aanwezigheid opluisterden. „Het
heeft alles te maken met zijn filosofie: le
ven is leren; als je niet meer leert, leef je
niet; dan word je bijgezet. Hij wil zelfs een
gooi doen naar het wereldkampioenschap
correspondentieschaak, dat qua theorie op
verschrikkelijk hoog niveau staat. Het
wordt in 1983 gehouden, maar hij bereidt
zich er nu al op voor door deel te nemen
aan de Nederlandse kampioenschappen
correspondentieschaak. Zijn arbeid als
schrijver van schaaktoeken (meer dan
vijftig; over de hele wereld vertaald)
raakt er door achterop, hetgeen hem soms
kwaad kan maken. Maar hij is gewend
twaalf uur per dag te werken en haalt het
dus wel weer in".
Op lauweren rusten behoort voor hem tot
de onmogelijkheden, is een bekende uit
spraak van hem. Lauweren verzamelen
lijkt hem meer te liggen in die zin dat
hij „het ene plicht voor ieder mens vindt
alles te doen wat hij kan". Daarbij neemt
hij zijn hoge ouderdom wel degelijk in
aanmerking. „Ik speel tegenwoordig soms
als een kind, want de verbindingen tussen
de hersencellen gaan steeds trager; je in
zicht wordt minder". Maar stug doordou
wen doet hij.
En van kindsheid geen spoor, gisteren tij
dens de simultaanwedstrijd die schaak
vrienden ter ere van zijn tachtigste ver
jaardag hadden aangericht. Als de man
met de hamer ging nij rond, sportredac
teur Hans van Wissen (de Volkskrant) al
in zes zetten neermokerend. „Blinde vlek
mijnerzijds", mokte de verslagene na. Vijf
ronden langs de tafels in 6 minuten, 41 se
conden. Dan even langzamer. Vooral bij
Samkalden en Van Thijn neemt hii zijn
typische denkhouding aan: twee gebalde
vuisten schrijlings over het bord van de
tegenstander. Een dreigende kolos. Na
vijftien zetten heeft hij zelfs 6 minuten, 41
seconden nodig om een keer rond te gaan.
Nog 23 opponenten zijn in de strijd. Bij
Bas de Gaay Fortman is de eerste die ge
haast op zoek gaat naar een toilet. Alle
colbertjes zijn uit, behalve dat van Euwe
zelf waarop rechts een corsage en links de
orde van de Nederlandse Leeuw prijken.
Bij Ed van Thijn gaat hij van de ene voet
op de andere. Denkt hij soms aan zijn re
cente uitspraak: „Ik ben niet zo'n doorzet
ter meer; als het moeilijk wordt, schuif ik
gauw naar een remise toe". Boven de ta
fels begint een geur van zweet te hangen.
Angstzweet? Later, na uiteindelijk toch
verloren te hebben, zal Ed van Thijn zeg
gen: „Je bent inderdaad zo verschrikke
lijk bang dat hij al in de eerste tien zetten
over je heen walst".
Een spookbeeld wordt Euwe naarmate
meer deelnemers uitvallen. Diezelfde Van
Thijn: „Je krijgt geen tijd meer om na te
denken. Voordat je het weet, staat hij
weer voor je neus. Uit nood doe je dan een
passieve zet, en dat moet je tegen Euwe
nooit doen, want dan ben je meteen weg.
Ik ook, al stond ik een pion voor". Ook
vrees bij Kamervoorzitter Dolman. „Ik
weet zeker dat ik een betere stelling had,
maar ik durfde gewoon niet verder en
heb op de 24ste zet maar remise gegeven".
Andere angsten echter heersten eveneens
onder de deelnemers. Henk Lichtenveldt
bijvoorbeeld, de nieuwe hoofdredacteur
van het ANP, stond vogens alle waarne
mers geheid gewonnen, maar gaf toch een
gelijkspel weg. Was hij bang dat op de
glans van het veijaardagspartijtje van
Euwe de smet van een nederlaag zou wor
den geworpen? Twijfel tenslotte bij Sam
kalden, door de aanwezige deskundigen
gedoodverfd als de enige die de oud-
wereldkampioen zou kunnen verslaan. Hij
moest weliswaar na 2 uur en 16 minuten
zijn koning omleggen, maar zei zuurzoet:
„Ik ga vanavond thuis toch nog eens
analyseren of ik geen winstkansen had
gehad". Het langst hield journalist L. van
der Horst stand. Hij zat na 2 uur en 39 mi
nuten eenzaam en alleen achter ziin bord.
Euwe pootte een stoel tegenover hem en
gunde zijn gemartelde voeten eindelijk
rust. In precies 2 minuten en 11 seconden
hakte hij zijn laatste tegenstander met en
kele zetten, vliimscherp als sabelhouwen,
in de pan. De klus zat er op. Euwe had ge
daan wat hij kon geheel conform zijn
levensopvatting, een zoveelste slagveld
achter zich latend. Bewonderend applaus
klaterde op. Stram liep hii weg, met die
bekende, korte pasjes van nem, de mond
hoeken gekruld in een afwezige glimlach.
PIET SNOEREN