De Kopermolen viert vijf-jarig bestaan
Cees Zandbergen onderscheiden
met verzetsherdenkingskruis
"ECONOMISCH
1 WEL EN WEE
Sobere
herdenking
ginaBTAD/REGIO
LEIDSE COURANT
DINSDAG 5 MEI 1981 PAGINA 5
OUD-VERZETSTRIJDERS KREGEN ACHTERAF LOON NAAR WERKEN
Nog één keer voor de
(denkbeeldige) troep;
een handdruk van de
prins en een, nauwelijks
gezegend, metalen kruis
na. Na 36 jaar een wat
verlate ceremonie.
Daartoe traden
vanmiddag in
Wageningen, in de aula
van de
Landbouwhogeschool,
44 bejaarden aan; en in
Amsterdam 43
gegadigden.
De eerste officiële groepen
die, nadat de levenszee wat
kalmer is geworden,
begiftigd worden met een
nieuwe onderscheiding, van
stichtingswege verstrekt.
Daar stonden ze dan,
vandaag: bijna honderd oud-
verzetstrijders uit de jaren
'40-'45; koninklijk benaderd
met het
Verzetsherdenkingskruis. In
Wageningen was er prins
Bernhard zelf gelieerd
met Wageningen sinds de
Duitse capitulatie, begin mei
'45 om er de kruisen uit
te reiken. En een Oranje in
Amsterdam. Eervolle
uitreiking, eervolle
onderscheiding; misschien in
die volgorde. Eervol
moment. Eén van die oud
verzetsmensen, naar
Wageningen uitgenodigd, is
de in Leiderdorp wonende
73-jarige Cees Zandbergen.
Hij vindt het wel degelijk
eervol, daar te mogen staan.
De procedure omtrent de
„groeiperiode" van het
nieuwe kruis, acht hij
minder belangrijk. „Ik heb
er nooit om gevraagd, ik heb
er nooit aan gedacht". Hij
had dat gistermiddag, te
zijner huize aan de
Middelgeest, nauwelijks
gezegd, of er kwam een
jongeman een grote bos
riekende bloemen bezorgen:
een kleurrijke en hartelijke,
nog wat premature,
felicitatie namens broers en
Cees Zandbergen, met de
grijze nekkrullen: vandaag
weer op appèl. Bijna op
oorlogspad; ofschoon zijn
vrouw, de concertzangeres
Esther Hillinga, hem
daarvan tracht te
weerhouden. Hoe het
allemaal zit en wie hem
voorgedragen heeft, zou
Cees niet weten. Het is wèl
zo, dat er rond de
zevenduizend aanvragen uit
het voormalig verzet zijn
aangedragen ter
verstrekking van het
verzetsherdenkingskruis.
Dat loopt zo vanaf de
mensen van de knokploegen
en het andere gewapend
verzet tot en met de koeriers
en degenen die ooit een
illegaal krantje in de bus
stopten, of plotseling op 5
mei '45 met een driekleurige
armband van de
Nederlandse Binnenlandse
Strijdkrachten rondliepen
om NSB-ers op te brengen,
of aftandse leden van de
bejaarde Volkssturm te
behoeden voor afvallen van
de gestolen fietsen.
Nu heet het,-dat ooit de oude
koningin Wilhelmina al deze
mensen had willen
begiftigen met de Militaire
Willemsorde. Om de één of
andere reden is dat niet
doorgegaan. De erkenning
der verzetsfeiten werd
derhalve enige tijd
opgeschort.
Maar vandaag was het dan
zo ver. De helden uit de
ondergrondse strijd tegen de
niets en niemand ontziende
onderdrukker zijn inmiddels
ruimschoots in de AOW-
leeftijd beland. De beelden
van toen blijven scherp, de
meeste details staan zó voor
ogen, bijkomstigheden zijn
ze inmiddels vergeten. Wel
fijn, dat prins Bernhard er
vandaag was, want die
hoorde er ook bij. Mensen
zoals Cees Zandbergen
pakken dan maar weer oude
albums tevoorschijn, ordners
met kopieën van brieven,
afgezwakte foto's, bijna
verse herinneringen die
nooit meer kunnen sterven
zolang deze zielen nog leven.
Dat was 36 jaar terug, toen
men na een nachtmerrie van
vjjf jaar dacht te kunnen
beginnen met het
verwerkelijken van de
idealen die zovelen zich
hadden voorgesteld; „na de
bevrijding" wordt alles
nieuw en anders. Cees
Zandbergen: „Ja, dat
geloofden we stellig, toen".
Klein resumé: Cees
Zandbergen was toendertijd
en is nog steeds voorzitter
van het Alma Materkoor, en
richlte onmiddellijk na de
oorlog de Stichting
Dodenherdenking Leiden
op. Vandaag is hij ook nog
onvermoeid voorzitter van
het Nederlands
Madrigaalkoor. In het
gewapend verzet was
Zandbergen
compagniescommandant van
de binnenlandse
stijdkrachten in Leiden en
na de bevrijding enige tijd
waarnemend
garnizoenscommandant van
Leiden. Man van gewapend
verzet, een man ook van
cultureel verzet en begaan
met het leed van
hongerenden, die je in de
Hongerwinter van '44- '45
onnoemelijk veel
tegenkwam.
Cultureel verzet tegen de
bezetter. Een typisch
„dienstvak" van de illegale
strijd tegen de Duitse
bepalingen. De bevrijding
was nog niet koud, of
Zandbergen had z'n koren
in de herdenking geworpen;
en het mooie ervan was. Ha»
de dames en heren al een
jaar eerder louter
clandestien en in het geniep
zich zingend op die
bevrijding hadden
voorbereid. Cees
Zandbergen: „In
verenigingsverband zingen
was er niet meer bij, want
we vertikten het om lid te
worden van de verplichte
„Kultuurkamer". Dan moest
je dingen onderschrijven die
je niet met je geweten in
overeenstemming kon
brengen, althans ik en
zovele anderen niet. Maar
we zongen natuurlijk wel,
als mensen van het Alma
Materkoor. Om wat voor
handen te hebben bij de
bevrijding, repeteerden we
al in '44. Dat was in de St.
Barbaraschool aan het
Levendaal, op de derde
verdieping; beneden lagen
Duitsers ingekwartierd".
Helemaal niet zo gek was
ook de omstandigheid, dat
de toen residerende, vrij
gematigde, Duitse
Ortskommandant van
Leiden „zu Hause" dirigent
van een koor was. Die wilde
wel komen luisteren, op een
„leerlingenuitvoering", die
onder Willem Mizee werd
gehouden. Zo konden de
mannen en vrouwen al
zingende, buiten de
Kultuurkamer om, zich op 5
mei '45 gaan voorbereiden.
Veel vreemder was de
reactie, een jaar na die
„bevrijding", van de koster
van de Pieterskerk; althans
diens vrouw bracht „rumor
in casa" teweeg, nadat Alma
Materkoor-moderator Paap
(vandaag nog pastoor in
Stompwijk) in de
Pieterskerk kwam
rondneuzen bij een repetitie
herdenkingsconcert. De
kostersvrouw zag toen zijn
ronde priesterboordje en
waarschuwde de kerkeraad:
de roomsen wilden een mis
gaan doen in de Pieterskerk
en zo'n pater kwam al
kijken waar het altaar zou
moeten komen te staan....
Dat had je nog in '46 en '47:
doodsbenauwd voor de
papen, die dan best in het
verzet gezeten konden
hebben, maar daar moest het
wel bij blijven; anders vielen
er klappen. Op 3 mei 47
(een zaterdag) zou er een
Dodenherdenking worden
gehouden in de Pieterskerk,
maar een verzoek van het
comité Dodenherdenking
om de beschikking te mogen
hebben over de kerk werd
afgewezen namens de
Generale Synode der Ned.
Hervormde Gemeente, die
het advies had gegeven
„geen r.k. priester te doen
optreden in onze kerken".
Dik na de „bevrijding". Aan
roomse zijde had je toen ook
zoiets: in '46 werd aan de
bisschop van Haarlem
toestemming gevraagd, dat
ook „Roomsch Katholieken
de Doodenherdenking in de
Pieterskerk mochten
bijwonen". Ofschoon het
programma toen al vrij
rooms was met
„zangnummers", zoals het
Requiem van Mozart en het
Te Deum van Diepenbrock.
Men was doodsbenauwd
voor „ontwikkelingen" in
politieke of kerkelijke
richting.
Na de bevrijding. Er zijn nu
36 jaar verlopen en in
sommige opzichten verloren
en de mensheid heeft een
evolutie meegemaakt die
destijds niet voor mogelijk
was gehouden. Je krijgt Ceet
Zandbergen, de vandaag
gelouterde officier binnen
het verzet en gelauwerd mei
het kruis ter herinnering,
niet zo gauw meer tot het
doen van confessies. Maar j«
ziet het aan zijn houding, dit
opeens weer geladen wordt.
Hij gaat er bijna weer voor
zitten. Gisteren in het
zwarte pak, voor de
herdenking in de Marekerk
en voordien in de Kooi.
Vanaf zeven uur werden er
klokken geluid; de vlaggen
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telr' -"1 is 071-122244; u kunt dan naar
toestel io tgen.
hingen halfstok. Cees en
duizenden anderen hadden
het weer even moeilijk met
zichzelf. Nog steeds. Op de
avond van de vierde mei in
'45 waren er geen klokken
die geluid konden worden.
Toen was er opeens die
glorieuze zekerheid, dat een
verdervelijk systeem
bedwongen was, terwijl het
wittebrood uit Zweden
circuleerde, en bij de bakkei
honderden in de rij stonden
ongeacht de brooddronken
Nederlandse SS-ers die,
indachtig aan hun eed van
trouw aan de Führer der
germanen, overal vlaggen
naar beneden haalden en
domweg in de lucht schoten
Herdenken op 4 mei '45 was
er nauwelijks bij. Men was
die avond bijna bedwelmd
blij, of in verwarring
gebracht. Na achten en op
een spertijd werd niet gelet,
door de meesten renden
Een HABO-maaltljd In de Stadsgehoorzaal In Leiden: in Januari 1945 genoten ondervoede mensen een kostelijke
eenpansmaaltijd, en Cees Zandbergen rechts, stond op het podium als smaakmaker, terwijl Mizee,
links, de piano bespeelde.
we de straat op en gingen
dansen; ergens in de stad, in
het dorp. In een eerste,
ongelooflijke rondedans. En
we begrepen er eigenlijk
nauwelijks iets van. Tot we
en dat was in mijn eigen
veertienjarige geval in
Haarlem werden
teruggehaald door een stel
„Grünen", die met
getrokken pistolen door de
straten trokken en ons weer
herinnerden aan de laatste
stuiptrekkingen van een
regime dat gevaarlijk bleef
tot aan het einde.
Herdenken. Je zou er, na 36
jaren, bijna echt moe van
worden. De jeugd snapt er
weinig of niets van. Cees
Zandbergen was
gistermorgen, als geëerde
verzetsstrijder, uitgenodigd
op de Leiderdorpse school
van zijn jonge zoon Joris om
over die onbegrijpelijke
toestanden van vroeger te
komen vertellen. Over toen
er geen licht meer was, geen
warmte 's winters, geen
eten; alleen maar angst,
dodelijke angst soms, of
wanhoop en hoop. Het
carbidlampje, het
wonderkacheltje, de
spaarzame fiets op houten
„anti-plof-banden"; die
onderduikers bij de
buurman in het pakhuis,
tussen de hoog opgetaste
balen papier, waar een
kleine ruimte was
uitgespaard. Nog even de
krakende geluiden van
schoten (want dat gebeurde),
en het was voorbij. En toen
werkelijk: echt voorbij-
Want men was zo goed als
uitgepraat, en een nieuw
„bevrijd" leven wachtte.
Cees Zandbergen denkt
weer terug aan z'n
voorzitterschap van de
HABO: Hulp aan de
Burgerbevolking in
Oorlogstijd. Hongerende
mensen in Leiden, na
bombardementen door de
geallieerden. PaSsend in de
strategie der vergelding,
maar tactisch tragisch
uitgevoerd. Overlevende
slachtoffers werden in de
Hongerwinter enorm
geholpen met maaltijden, die
in deze maanden voor
anderen een goden-eten
hadden betekend. De
HABO, met onvoorstelbare
menu's als: runderlapjes met
aparte saus, stamppot van
aardappelen met witte kool,
puddingvla met bessensap,
aardappelpuree, hachee van
lamsvlees, amandelvla.
Tweehonderd kilo zuurkool,
voor een eenpansmaaltijd in
de Stadsgehoorzaal met
lange rijen keurig gedekte
tafels, 20 kg. uien en 30 kg.
gortgries, en een
hoeveelheid amandel-
Wat daaraan voorafging was
intimidatie en plundering
van rijke boeren, die belust
waren op zilver en goud en
grote geldbedragen. Geld
speelde bij Zandbergen c.s.
geen enkele rol: men had er
volop van. „Maar er waren
mensen bij, die krankzinnig
veel vroegen voor het eten
dat uitgehongerde kinderen
kon helpen. En dan deden
we wel dingen die misschien
niet comme-il-faut waren.
Dan deden we dingen die
vandaag absoluut niet door
de beugel zouden kunnen.
Maar ik heb tegen
Sinterklaas '44 kinderen
grienend van de honger uit
school zien komen. En toen
gingen we (want zonder die
tientallen helpers en
helpsters had ik het nooit
voor elkaar kunnen boksen)
op zoek naar een zakje
aaardappelen voor elk van
dat uitgemergelde grut. En
dan moeders helpen, met
kinderen van een jaar die
amper zes pond wogen.
Melkpoeder. Aangelengd
dus. In een lokaal dat
verwarmd werd door een
kachel met gestolen kolen
die ik op de kop had
weten te tikken".
Niet comme-il-faut. Het
klinkt vandaag een beetje
als een wild-west-verhaal
Cees Zandbergen: „Ik heb
aan de weg getimmerd; nou
ja, dan schuif je wat vooruit.
Maar wat ik toen gedaan
heb, zou ik nu niet meer
kunnen". Zandbergen hees
zich gisteren voor de
herdenking in het zwarte
pak, met een grijs lint om de
nek. Het was op slag van
achten, toen de klok
eentonig begon te luiden. En
daarna was het even stil.
Vernietigende schoten, in de
duinen of in de straten;
sommige mensen onder ons
kunnen er nog wakker van
worden. En niet alleen in
mei. Zesendertig jaar
geleden. Het is wat stoffig
geworden, en onze muziek
en andere
schreeuwlelijkerds klinken
er overheen. De
geschiedenis gaat, Goddank,
verder.
BURGERLIJKE
LEIDEN Geboren: Ri
chard Joseph, z.v. D. J. van
Duijvenboden en S. C. A.
Overdevest; Ines, d.v. M. J.
T. Visser en H. Blansjaar;
Nanne, z.v. J. van der Hei
den en A. van der Niet;
Irene, d.v. P. de Bruijn en A.
L. Ie Comte; Adrianus Marti-
nus, z.v. P. Elshout en T
Kattenberg; Mark Wouter,
z.v. R. P. Otten en M. W
Voerhuis; Tim Petrus, z.v. A
P. M. van Rossum en S. J. M.
van Schie; Clemens Ingmar,
z.v. B. J. Flink en M. J. M.
Zwaard; Margot Tamara, d.v.
J. F. Schrijver en K. E. A.
Wijkstra; Rosalie, d.v. C. J.
T. van Velzen en M. Hooft;
Terence Oliver Guy, z.v. M.
D. de Lima en A. Sapulete;
Jim Dorian, z.v. H. C. A.
Kramp en S. Quellhorst; Jo
hanna Cornelia Harmina,
d.v. J. de Vos en J. Borgers;
Sander, z.v. H. Bink en G
Ligtvoet; Samuel, z.v. M.
Oudkerk en T. Koopal; Cat-
harina Johanna, d.v. J.
Schroef en H. C. J. M. Vink;
Jolanda, d.v. G. P. de Haas
en M. J. Bizot; Maijon, d.v.
W. van Duijvenboden en A.
van der Plas; Carlijn Marie
Thérèse, d.v. J. H. M. Heide-
man en C. Th. M. van Heijst.
Overleden: J. P. Zwanen
burg, geb. 13-5-1954 vrl.,
echtg. van A. Vlieland; M. M
van Polanen, geb. 1-9-1905
vrl., echtg. van P. C. Mol; H
C. Hanno, geb. 5-4-1905, vrl.
geh. gew. met H. van de Wa
ter, J. Lens, geb. 8-2-1906
man.
Gehuwd: P. W. F. M. Hom
mel en H. J. van Kempen,
W. R. Derks en M. J. Kerst,
C. Waasdorp en C. M. F. van
Dam, M. Pijnnaken en Elly
Raja Sugiahartyani.
LEIDEN Het winkelcentrum De Ko
permolen in de Merenwijk viert deze
week haar vijfjarig bestaan. Dit gaat ge
paard met een groot aantal activiteiten,
waaronder een kermis en een braderie.
Morgenmiddag is de Dikvoormekaarshow
in het centrum vanaf twee uur aanwezig,
donderdagavond treden de Key Stork Jaz
zmen op, vrijdagavond (de winkels zijn die
avond open) een groot orkest en zaterdag
middag vanaf half twee AVRO's Toppop
met Ben Cramer.
De winkeliers zijn niet ontevreden over het
reilen en zeilen van het centrum in de de
eerste vijf jaar van haar bestaan. Eén van
hen, de heer J. van den Bom: „We mogen
niet klagen. Natuurlijk merken we dat het
minder gaat met de economie, maar dat wil
niet zeggen dat het slecht gaat. Na de ope
ning van de Winkelhof in Leiderdorp is het
wel een aantal dagen erg rustig geweest,
maar in de loop der weken is dat effect
weer verdwenen. We zijn meer dan alleen
maar een winkelcentrum voor de Meren
wijk. Het is een feit, dat ook heel wat men
sen uit Leiderdorp hier naar toe komen. Het
wordt trouwens wel eens tijd dat de ge
meente nu eens toestemming geeft voor de
bouw van de Watermolen. We zijn nu al
sinds 1978 aan het praten en er is nog steeds
geen bouwvergunning." Volgens de plannen
zouden er in de Watermolen vier ambachte
lijke bedrijven gevestigd moeten worden.
Binnen twee weken wordt begonnen met
een „ingrijpende facelift" van het winkel
centrum. De verlichting wordt veranderd,
in de gangen wordt een verlaagd plafond
aangebracht en de entree wordt gemoderni
seerd. Overigens staan er in het broertje van
de Kopermolen, de Rosmolen al geruime
tijd twee winkels leeg, Tot dusver zijn nog
geen gegadigden gevonden. Hierin spelen de
hoge huren van de panden een grote rol.
De handelsnaam van Wernink Beton aan de Morsweg 340 is ge
wijzigd in v.o.f. Korenvliet (handel aan grootverbruikers in be-
tonwaren alsmede het aanleggen van tennisbanen.
In een gedeelte (op nr. 3) van de winkelruimte aan het Vijf Mei-
jplein 3-5 is een winkel in boeken en tijdschriften (filiaal van
boekhandel Cazimier, gevestigd in de Kopermolen) geopend.
Het filiaal aan de Oude Herengracht 20 van het Reformhuis
(hoofdvestiging Gerecht 14) is opgeheven.
In de eerder leeggekomen winkelruimte van het levensmidde-
lenbedrijf Edah aan de Beatrixstraat 17 is een filiaal van Holver-
da, winkel in camping en sportartikelen gevestigd.
In de „Aldimarkt" aan de Raamsteeg 75 is de slagerij „Vleespa
leis Juch" gevestigd.
Aan de Oude Vest 177 is het bedrijf van A. A. M. van Ingh,
bemiddelen bij transacties in onr. goed, afsluiten van verzeke
ringen en hypotheken, gevestigd.
In een eerder leeggekomen caféruimte aan de Zuidsingel 30 is
het cafébedrijf „Taveerne De Drie Bruggen" gevestigd.
De kleinhandel in radio's en t.v.'s „v.d. Greft Televisieservice"
is verplaatst van de G. Doustraat 16 naar de G. Doustraat 27.
In de eerder leeggekomen winkelruimte van de v.m. schoenen
zaak van Oerlemans aan de Haarlemmerstraat 140 is de winkel
in vrijetijdskleding „Fooks" gevestigd.
In de v.m. winkelruimten van de textielsupermarkt Brons aan
de Botermarkt 19 en het Vijf Meiplein 48 zijn winkels van de
texielsupermarkt Zeeman gevestigd.
Het modemagazijn van Vinke is verplaatst van de Hoogstraat 1
naar de v.m. winkelruimte van de textielsupermarkt Brons aan
de Donkersteeg 16.
Aan de Hogewoerd 16 is in een eerder leeggekomen bedrijfs
ruimte het café-rest „De Woerd" gevestigd.
In tal van gemeenten werden gister
avond sobere herdenkingsbijeen
komsten gehouden. In Leiden was
er de gebruikelijke bijeenkomst in
de Marekerk. Het openingswoord
werd hier gesproken door burge
meester C. H. Goekoop. Het Ne
derlands Madrigaalkoor en het en
semble Madrlgalesco voerden ge
deelten van het requiem van Her
man Strategier uit. Lt. Kolonel A. M.
Bosshardt van het Leger des Heils
sprak een herdenkingswoord. Na
afloop vond de Stille Tocht naar het
monument bij „Molen de Valk"
plaats, waar bloemen werden ge
legd. Aan de tocht werd onder
meer deelgenomen door de Bond
van Nederlandse Militaire Oorlogs
slachtoffers. Bij het monument
deed zich een klein Incident voor.
Aan de overkant stonden demon
stranten met spandoeken waarop
stond: „Herdenk ook de slachtof
fers van het neo-fasclsme" met als
namen eronder onder anderen:
Meinhof, Esslln en Baader. De de
monstranten werden door de politie
verwijderd en het spandoek werd in
beslaggenomen.