JPe ter Boo tsmmm 99 Onze muziek past bij het platteland99 Mozarts „Finta Giardiniera in oorspronkelijke gedaante Concertagenda PLATEN 6 mei Stevie Wonder, Ahoy'hal in Rotterdam. 7 mei Stevie Wonder, Ahoy'hal in"Rotterdam. 7 mei Cockney Rejects, Paradiso in Amsterdam. 8 mei Trust, Paradiso in Amsterdam. 10 mei The Clash, Jaap Edenhal in Amsterdam. 10 mei Cockney Rejects, Paard van Troje in Den Haag. 14 mei Jack Bruce Friends, Vredenburg in Utrecht. 15 mei 999, Paard van Troje in Den Haag. 18 mei Stanley Clarke George Duke, Muziekcentrum in Utrecht. 23 mei Tubes, Doelen in Rotterdam. 25 mei Tubes, Carré in Amsterdam. 28 mei Barclay James Harvest, Congresgebouw in Den Haag. 30 mei Moody Blues, Ahoy' Sportpaleis in Rotterdam. 14 juni Dire Straits, Edenhal in Amsterdam. 15 juni Dire Straits, De Doelen in Rotterdam. 16 en 17 juni The Beat, Melkweg in Amsterdam. Kayak Merlin (Verti go) Na de teleurstellende langspeler Periscope Life komt Kayak nu met Mer lin, een halve concept-el pee die handelt over de le gendarische Merlijn, een figuur die in de vijfde eeuw moet hebben geleefd en beschermeling van Ko ning Arthur was. Het Amerikaanse geluid zoals dat nog was te horen op Phantom Of The Night is nagenoeg geheel verdwe nen. Van een doorbraak in de States is niks terecht gekomen en op Merlin klinkt Kayak weer conti- nentaler dan ooit. Van daar ook dat er weer ruimte is voor langere stukken als het titelnum mer en Niniane die beiden zeven minuten duren. De plaat maakt opnieuw dui delijk dat Kayak met haar symphonische pop in Ne derland in ieder geval op eenzame hoogte staat en internationaal gezien be slist geen gek figuur slaat. Soms, zoals in The Sword In The Stone neigt de for matie nog wat teveel naar een zwaarwichtig en bom bastisch geluid, maar voor het overige lijkt Kayak de perfecte balans te hebben gevonden. De rustige tracks, die we maar even heel oneerbiedig „zwijmel- nummers" zullen noemen, leveren het bewijs dat Ed ward Reekers als zanger een gouden keus is ge weest, wiens stemgeluid perfect aansluit bij het symphonische werk van Kayak. De tweede plaat kant kent z'n merkwaar dige momenten in Boogie Heart en Can't Afford To Lose, wat voor een symp- meer thuis dan in de jun gle van exotische muziek. Waarom dan experimente ren? De 34-jarige Ameri kaan speelt met Zebóp! op safe, en ging voor zijn songs te rade bij onder meer J.J.Cale, Cat Stevens en Russ Ballard. De instu- mentale breaks op de plaat nam hij geheel zelf voor zijn rekening en het ge volg daarvan is, dat dege ne die nog altijd zoekt naar een tweede Samba Pa Ti met Tears Of The Kilimanjaro op Zebop! ruimschoots aan zijn trek ken komt. De vocalen zijn voor rekening van Alex Ligterwood en die weet precies wat Santana wil horen. Al met al is Zebop! een weinig verrassende plaat geworden. Maar dankzij Santana's topvorm is er toch (voor de fans) geen enkele reden om Ze bop niet aan te schaffen. AvdM Skin 'Em Up The Sha- kin' Pyramids (Virgin) ho-rockgroep ongebruike lijk swingende nummers zijn. Toch is het Ton meeste aandacht naar zich toetrekt in het slotstuk Love's Aglow. Een relaxt voortkabbelende ballad met het mistige stemgeluid van Scherpenzeel zelf, die ook dit keer weer voor alle muziek op de plaat te kende. En weer jnet suc ces want Merlin kan wor den beschouwd als een van de beste produkten van eigen bodem die tot nu toe dit jaar is uitgeko- N.M. Santana Zebop! Met een verfijnde neus voor talent is Carlos San tana er op zijn vijftien el pees altijd in geslaagd jon ge, begaafde muzikanten te ronselen, maar zelden is het hem gelukt ze te hou den. Het mag dan ook geen bevreemding wek ken dat het niveau van de band Santana nog al eens wil verschillen. Soms lo pen de combinaties niet lekker en wordt er stug en houterig gemusiceerd, een andere keer voelen de bandleden elkaar blinde lings aan en krijgt de la- tin-sound de benodigde souplesse. Die souplesse is ook terug te vinden op San tana's dertiende groep- selpee, Zebop!, een plaat met dezelfde opzet als Abraxas uit 1970. Latin-pop met de nadruk op pop. Terwijl in de pop muziek naarstig wordt ge zocht naar nieuwe ritmen, blijft een van de eerste mannen die rock en ritme fuseerde min of meer stil staan. Dit klinkt als een verwijt, maar zo moet het niet worden opgevat. In beperking kent men de meester, en Carlos voelt zich in de pop duidelijk De met Matchbox ingezet te rockabilly-revival leek met de komst van The Stray Cats een voorlopig hoogtepunt te hebben be reikt. De vraag of deze rage zich zou kunnen handhaven is inmiddels met de hits van The Stray Cats en van Shakin' Ste vens positief beantwoord. Zoals bij elke ontdekte succesformule wordt de platenmarkt dan onmid dellijk gebombardeerd met identieke groepen en zangers die zich bedienen van soortgelijk repertoire. Originaliteit is daarbij meestal ver te zoeken; zo dicht mogelijk bij het gro te voorbeeld blijven is het motto. Als er dan toch een groep is die zich onder scheidt van de grijze mas sa, dan verdient zo'n plaat de aandacht van de pla tenkoper. Eén van die voorbeelden zijn de uit het druilerige Schotland af komstige ShakinPyra mids. Het debuutalbum van dit uit Qlasgow stam mende trio steekt The Stray Cats zelfs naar de kroon. Met begrip en lief de voor rock 'nroll in zijn puurste vorm hebben Da vie Duncan (vocals, harp, percussion), James G. Creighton (guitar, vocals) en „Railroad" Ken'(guitar, vocals) twaalf nummers op de plaat gezet. Recht- voor-zijn-raap-muziek met de „wilde frisheidvan de muziek van Dave Ed munds. Als er al een be zwaar tegen deze schijf moet worden aangevoerd, dan is dat het grote aantal covers (slechts vijf eigen composities) of de korte tijdsduur van de plaat (25 minuten). Maar dat laatste is inherent aan het wezen van rock 'n' roll-muziek: korte en puntige songs in de hoogste versnelling. TvR 1 cats moanin", de tweede el an de New Adventures, heeft groep opnieuw en terecht midden in de belangstelling ge bracht. Het trio, dat twee jaar ge leden nog veelbelovend werd ge noemd, nestelt zich met deze lang speler aan de top van de heden daagse Nederlandse popcultuur. Over wat er in het afgelopen jaar in en rond de studio in Veelerveen is voorgevallen, over de rol van de platenmaatschappij en over hoe het nu verder moet, gaat het on derstaand interview. Het is nog vroeg, die zaterdagmid dag. Peter Bootsman zit verscholen achter een ochtendblad bij één van de ramen die uitzicht bieden op het, stationsgebouw. Op datzelfde mo ment parkeert Harry de Winter zijn roodwitte „slee" van zeker vijfen twintig jaar oud achter het hotel. Henk „Torpedo" Kuiper laat zich voorlopig nog niet zien, maar dat schijnt normaal te zijn. De New Ad ventures dus. Ze staan weer volop in de belangstelling. Hun tweede elpee is net uit en er gaat geen dag voorbij of er worden wel één of meer num mers van gedraaid op de radio. „De meestbelovende groep van 1979" heeft bepaald niet teleurgesteld. Na de opvallende debuutelpee „New Adventures" en een paar hitsingles opnieuw een prima langspeelplaat die, zo voorspelt menig discjockey clichématig, „ongetwijfeld hoge ogen gaat gooien". De drie muzikanten zelf blijven behoorlijk nuchter onder de voor het merendeel lovende kri tiek, al wordt er óol ongeduld ge wacht op de eerste gouden plaat die inderdaad binnen handbereik ligt. Als de eerste glazen bier van die dag op tafel zijn neergezet, kan het ge sprek beginnen. Met de vraag: Na die eerste elpee was het nogal stil rond de New Adventures. Wat is er eigenlijk gebeurd? Peter: „Niets bijzonders. We hebben gewoon het Nederlands clubcircuit afgewerkt. Dus veel opgetreden. Ook in het buitenland. Voor de Oostduitse televisie bijvoorbeeld. Je kunt zeggen dat er sprake is van een bepaalde ontwikkeling. Vóór het uit brengen van die eerste elpee traden we werkelijk overal op. Ook in klei ne kroegjes, achter de tapkast en zo. Nu staan we alleen nog maar in gro te zalen met minimaal vijf- zeshon derd man". Maar een nieuwe elpee liet lang op zich wachten. Peter: I ons contract met Polydor staat: één elpee per jaar. Dat vinden we zelf ook de beste werkwijze. Je moet de markt niet overvoeren. Als je drie elpees in één jaar aflevert, dan ben je zó uitgekakt. Zo'n plaat is een document van wat je al een jaar in de zaal hebt gespeeld". Harry: „Nummers hebben een tijdje nodig voor ze rijp genoeg zijn. Je kunt ze beter niet te snel opnemen. Want als het eenmaal op de plaat staat, krijg je 't er niet meer af... Je vraagt je wel constant af, als zo'n plaat in de winkel ligt' „Waarom hebben we dat niet anders gedaan?" Nou ja, de volgende keer dan maar beter. Zo'n plaat is nieuw voor het publiek. Voor óns is het een afgeslo ten zaak. We zijn nu alweer met de volgende elpee bezig. In Veelerveen. De eerste nummers staan er al op"., Wat vonden jullie zelf van die eer ste elpee? Henk (inmiddels present): „Toen we terug waren uit de DDR - waar je dus weinig hebt op popgebied - en op Schiphol in onze auto stapten, heb ben we meteen de New Adventures- cassette afgedraaid. We waren alle drie echt verbaasd. Het was toch beste een leuke plaat- Peter: „Nou, voor mij was het de eerste keer dat ik hem leuk vond. Als het over moest, zou ik het heel anders doen. Maar ik denk dat je nooit tevreden bent. Bovendien, als je de Perfecte Plaat hebt gemaakt, kun je zo het bejaardentehuis in. Dan heb je niets meer dm na te stre- Niet overdonderd door dat plotse linge succes? Harry: „Het ging inderdaad erg hard. Maar we waren natuurlijk al een hele tijd in de zaal bezig". Peter: „Voor niemand van ons was dit de eerste band. Steeds als je iets begint, verwacht je daar iets Meestal lukte dat niet. Dit keer het wel raak. De mensen verge- WE WAD VENTURES: STOPPEN KAW WIET MEER hebt gewerl Was dit een soort laatste poging? Peter: „Nee hoor. Stoppen kan niet meer. We zitten er tot onze nek in. En op dit moment vind ik het erg 4leuk gaan Er gaan natuurlijk wel steeds meer zakelijke belangen meespe len. Harry: „Maar daar bemoeien wij ons niet mee. Dat laten we over aan Wil lem (de manager, red.). Maar je hebt gelijk, we zijn het grootste bedrijf van Veelerveen en omstreken...." Op de eerste elpee staan verschei dene nummers van Harry Rijn bergen. Op Wild cats moanin" komt zijn naam niet voor. Peter: „Rijnbergen was zelf met een bandje bezig en wilde geen nummers meer afstaan. Dei bewoar ik zulf", zei hij. Waarschijnlijk heeft hij daar nu wel spijt van, want Harry schrijft leuke dingen. Het is alleen zonde dat er niks mee wordt gedaan. Nee, hij heeft zich niet weer aangeboden, 't Mooiste zóu zijn als hij zelf een el pee opnam. Laatst hadden we een interview met een Australische jour nalist van de Wereldomroep. We za ten even verderop een terrasje te praten en kregen het over Harry. Who is that, Harry Rijnburg?", wil de die man weten. Nog voor wij een antwoord konden geven, kwam er een Gado-bus voorbij met Rijnber gen achterin. „And there he goes". Een perfecte timing..." De meeste nummers komen nu van Peter. Hoe ga jij te werk? Peter: „Soms denk ik 's avonds: „Kom, ik schrijf een nummer". Dan ga ik met mijn gitaar en een recor- dertje aan de slag en ben tot vier uur 's nachts bezig. Meestal zonder re sultaat. De volgende dag probeer ik het weer en dan wil er nog wel eens een lekker deuntje komen. Dat scha ven we wat bij en vervolgens kijken we hoe het „live" overkomt. Of Henk drumt iets en ik speel daar op in. Of we nemen een hele middag repeteren op, improviseren wat en zoeken dan thuis de lekkere stukjes er tussenuit. De tekst komt later. Vaak stoot ik eerst zo maar wat klanken uit... Voor ons is vooral de sfeer belangrijk. Het is geen muziek met een boodschap.- Mijn stem is net een instrument. Ik bedoel, het had net zo goed een saxofoon kunnen zijn. In 't begin heb ik vrij veel pro blemen gehad met die stem. Ik heb een tijdje niet mogen zingen van de dokter, omdat ik last had van witte puntjes op mijn stembanden. Om slijmvorming te voorkomen, moest ik toen neusdruppels in mijn keel spuiten. Dat hielp. Ik heb er nu niet zo veel last meer van. Komt ook om dat het monitorsysteem is verbeterd. Tijdens een optreden kan ik nu ein delijk hóren wat ik zing... Zijn er groepen die jullie inspire ren? Peter: „Ik luister vrijwel nooit naar andere bands. Concerten bezoek ik niet. Wat ik thuis aan platen draai, bestaat voor het grootste deel uit oud werk. Jaren vijftig, weet je wel. Die muziek is voor mij de basis. Op onze elpees staan een paar „cover"-versies van oude nummers. Dat moet je zien als een soort eerbetoon. Muziek uit de jaren vijftig en zestig staan bij ons erg in de belangstelling. Wat er te genwoordig gebeurt, vinden wij niet zo interessant. Wij laten ons niet meeslepen door allerlei stromin gen... Hoe groot was de inbreng van George Kooymans die beide el pees heeft geproduceerd? Peter: „Wat nummers betreft, heeft hij geen enkele inbreng gehad. Hij deed uitsluitend de produktie. Wij kozen het materiaal. Maar George was voor ons de man met ervaring. De produktie van de eerste elpee werd tot in Amerika geprezen. Wij vonden dat hij de tweede elpee dan ook maar moest produceren. Maar nu komt van veel kanten het verwijt dat het allemaal te veel op de Gol den Earring gaat lijken. Dat is na tuurlijk onzin, waht het is ónze mu ziek. De Earring heeft toevallig de zelfde producer als wij en ja, die man „maakt" het geluid. Er moet ie mand zijn die de beslissingen neemt. Je kunt niet met z'n drieën producer zijn. George moest knopen doorhak ken. Niet dat wij het daar altijd mee eens waren, maar dat was de af spraak. Je mag inderdaad de vraag stellen in hoeverre onze eigen me ning dan naar voren komt. Daarom zijn we nu bezig om alles zélf te doen. En ik vind dat op deze tweede elpee onze mening al een stuk ster ker naar voren is gekomen. „New Adventures" was wat „heavier". We waren beïnvloed door de punk. Nu proberen we te minimaliseren. Niet krampachtig alles opvullen, maar wat beperkter te werk gaan Harry: „We nemen alles op dat waard is opgenomen te worden. La ter kiezen we daar het beste mate riaal uit. Een goed nummer is een nummer dat naar mate je het vaker hoort, steeds beter begint te wor den". Peter: „Tachtig procent van de plaat bestaat uit nummers die het in de zaal goed hebben gedaan. De overige nummers zijn spontaan ontstaan in de studio. Zoals het instrumentale „Get on the run", dat eigenlijk een „sound-check" was. We waren een beetje aan het „klooien". Maar het klonk zo lekker dat we het op de band hebben laten staan..." Wat is nu de volgende stap? Harry: „Eerst optredens afwerken. En in september gaan we naar Cana da. Onze eerste elpee is daar op nieuw uitgebracht. Portugal is óók zo'n land waar onze plaat het prima doet". Henk: „Ook een plat land, hè?" Peter: „Onze muziek past bij het platteland. Wij zijn uitermate ge schikt voor biertenten. Het wordt er altijd bij gezegd: de New Adventures uit Oost-Groningen. Net als vroeger bij de Ro-d-ys. Ze vinden het blijk baar nog steeds merkwaardig dat er hier ook bands zitten die rock and roll maken. Maar wat moet je an ders, met al die werkloosheid? Of je gaat de kroeg in of je begint een band... Is bet nu, na die bits, geld verdie nen geblazen? Peter: „Zó veel wordt er niet ver diend. We zitten allemaal op het mi nimumloon en de rest van het geld wordt in apparatuur gestoken. Onze studio in Veelerveen wordt helemaal verbouwd, zodat we daar straks goed kunnen werken en meer mogelijk heden hebben om iets met onze mu ziek te doen". Bijna iedere omroep heeft „Wild cats moanin" op Hilversum 3 ge tipt, getroeteld en wat al niet meer. Is die plaat nou werkelijk zo goed? Harry: „Tja, dat gebeurt niet zó maar... We hebben een goeie platen maatschappij. Die mensen werken er hard aan. Als zij niks doen, héél je de radio niet. Zo zit da( nu eenmaal. Natuurlijk hebben we het voordeel van die eerste elpee. Omdat die zo goed werd ontvangen, stellen de discjockeys zich eerder open voor de opvolger". Peter: „Ik denk dat al die aandacht ook te danken is aan het feit dat er momenteel weinig is in Nederland. Neem nou alleen al die bandjes uit Groningen. Wat is er nog van over? Niks toch?" Wanneer loopt bet contract met Polydor af? Harry: „Officieel in juni. In het con tract staat: né de tweede single van de tweede elpee. Maar als je niks zegt, yvordt het stilzwijgend ver lengd". En jullie zeggen niks? Peter: Wij zeggen dus wél ietsAch, eisen... We willen zo veel mógelijk zélf gaan doen. Hoes ontwerpen, produceren, promotie foto's, noem maar op. Gewoon een klein bedrijfje zijn binnen Polydor. Ze zijn ons al gedeeltelijk tegemoet gekomen, om dat wij zelf die hoes hebben gele verd. Ik vind dat je alles in eigen hand moet houden. Het gaat ten slotte óm óns... Het wordt tijd om op te stappen. De fans in Hippolytushoef (N-H) wach ten. Nog een fikse tocht voor de boeg dus. Maar aan dat soort afstanden zijn ze inmiddels gewend geraakt. Aan verhuizen naar centraler gele gen oorden wordt niet eens gedécht, om het idee gelachen. Het westen? „Het is een zootje daar", weet Harry. En Peter: „Het stinkt daar. Allemaal gif in de grond. Daar hebben we hier nog geen last van. Dat wil zeggen, ze weten hier nog niet waar het ligt... BERT JALINK Van Jongsat heeft Mozart een sterke affiniteit gehad met bet speelse muziektheater. Hij was niet zozeer dol op kluchten als wel op blijspelen waarin bij zich een meester kon tonen in het ba lanceren op de grens van ernst en luim, van weemoed en lichte, vrolijke spot Wel eisten de con ventie van zijn tijd en de nood zaak geld te verdienen dat bij zich met de verheven ernst in het genre bezighield, maar dat lag hem van nature eigenlijk niet Van de achttien opera's die hij in zijn korte leven maakte, ver wierven er zich vijf een plaats in het stnadaardrepertoire. Het zijn zonder uitzondering voorbeelden van een psycholigisch geniale mengeling van vermakelijke voorvallen met een actie waarin een tragische ondertoon onmis kenbaar is. „Figaro", „Cosi fan tutte" en „Don Giovanni" zijn als veredelde Italiaanse opera buffa onbetwiste meesterwerken en die kwalificatie geldt zonder voorbehoud evenzeer voor „Ent- fürhrung aus dem Serail" en Wat Mozart in zijn jeugd en jon gelingsjaren en ook in zijn tijd als gerijpt kunstenaar op muziekdra matisch gebied presteerde, zou geen bewonderaar van zijn werk willen missen. Er zitten ook in deze opera's buiten het standaar drepertoire hartsveroverende stukken maar als geheel zijn ze niet volledig geslaagd, hetzij om dat de componist nog te jong was om het genre volledig onder de knie te hebben, hetzij omdat het libretto niet boven de smaak van zijn tijd uitkwam en beneden het niveau van de componist bleef, hetzij om welke andere redenen dan ook. „La Finta Giardiniera" (de gefin geerde tuinierster), een omvang rijk werk van een 18-jarige, eind 1774 in opdracht gecomponeerd voor het carnaval in Munchen bevat een finale en twee vooraf gaande sopraansoli die gerekend mogen worden tot het mooiste wat Mozart schreef. Er zitten meer meesterlijke gedeelten in het werk maar als geheel is het van wisselende kwaliteit. Tot een paar jaar geleden kenden we het werk overigens alleen in een Duitse versie van andere hand en wel onder de titel „Gartnerin aus Liebe" (Tuinierster uit liefe). Nu is opnieuw gebleken dat het ori gineel van een genie toch nog net wat anders is dan een bewerking, ook al is het niet uitgesloten dat de componist zelf in die bewer king meer of minder de hand aan heeft gehad. In elk geval wordt algemeen aangenomen dat het manuscript van de eerte van de drie acten van „La Finta Giardiniera"al tij dens het leven van Mozart verlo ren is gegaan. Dit eerste bedrijf kon tot heden niet worden gere construeerd omdat de muziek bij de Italiaanse tekst, en ook die bij de recitatieven, ontbraken. Bij de voorbereiding van de nieuwe Mozart-editie die sinds 1956 aan het verschijnen is, stuitten de re dacteuren in een bibliotheek in Moravië gelukkig op een 18e eeuwse afschrift van de complete partituur van Mozart. Door ver gelijking met het libretto van een opera van Anfossi, dat in Rome werd gedrukt en ook als uit gangspunt voor Mozarts „Finta Giardiniera" diende, kon de ori ginele versie volledig en weten schappelijk verantwoord worden gereconstrueerd. Die reconstructie is vorig jaar in Salzburg voor het eerst opge voerd en vlak daarvoor door Deutsche Grammophon op vier platen vastgelegd, (box 2740 234). Het is de zevende opname in de reeks vroege Mozart-opera's die Leopold Hager met het Mozar- teum Orchester en een aantal zangsolisten liet registeren. Het ligt voor de hand deze opname te vergelijken met de uit 1973 date rende opname van Philips van de Singspiel-versie van hetzelfde werk onder de al genoemde titel „Gértnerin aus Liebe". Naar mijn mening behoeft er dan niet aan te worden getwijfeld dat „Dinta Giardiniera" als muziek dramatische compositie de voor keur verdient boven de „Gërtnè- rin". De componist, de schepper van het werk, is altijd belangrij ker dan de herscheppers), de uit voerende(en). Welnu, die compo nist komt in de nieuwste versie het overtuigendst over en de weergave staat op een goed peil. Waarmee beslist niet gezegd wil zijn dat bezitters van de „Gértne rin "-opname die nu maar van de hand moeten doen. De vocale prestaties immers van Contrubas, Doanth, Norma, Prey en Unger blijven soms superieur aan die van Ihloff, Con well, Sukis, Mc Daniel en Di Cesare. Daarente gen wint Brigitte Fassbaender het in de travesti-rol van Don Ramiro gemakkelijk van Troya- nos in 1973 terwijl Thomas Moser We tig Elke opera-bezetting heeft ook s graaf Beïfiore weinig toegeeft. hier onvermijdelijk plus en punten maar voor mij is zeker dat Mozart en zijn werk met de nieuwste versie het meest zijn ge diend. JOHN KASANDER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 12