JPe ter Boo tsmmm
99 Onze muziek
past bij het
platteland99
Mozarts „Finta Giardiniera
in oorspronkelijke gedaante
Concertagenda
PLATEN
6 mei Stevie Wonder, Ahoy'hal in Rotterdam.
7 mei Stevie Wonder, Ahoy'hal in"Rotterdam.
7 mei Cockney Rejects, Paradiso in Amsterdam.
8 mei Trust, Paradiso in Amsterdam.
10 mei The Clash, Jaap Edenhal in Amsterdam.
10 mei Cockney Rejects, Paard van Troje in Den Haag.
14 mei Jack Bruce Friends, Vredenburg in Utrecht.
15 mei 999, Paard van Troje in Den Haag.
18 mei Stanley Clarke George Duke, Muziekcentrum in
Utrecht.
23 mei Tubes, Doelen in Rotterdam.
25 mei Tubes, Carré in Amsterdam.
28 mei Barclay James Harvest, Congresgebouw in Den
Haag.
30 mei Moody Blues, Ahoy' Sportpaleis in Rotterdam.
14 juni Dire Straits, Edenhal in Amsterdam.
15 juni Dire Straits, De Doelen in Rotterdam.
16 en 17 juni The Beat, Melkweg in Amsterdam.
Kayak Merlin (Verti
go)
Na de teleurstellende
langspeler Periscope Life
komt Kayak nu met Mer
lin, een halve concept-el
pee die handelt over de le
gendarische Merlijn, een
figuur die in de vijfde
eeuw moet hebben geleefd
en beschermeling van Ko
ning Arthur was. Het
Amerikaanse geluid zoals
dat nog was te horen op
Phantom Of The Night is
nagenoeg geheel verdwe
nen. Van een doorbraak in
de States is niks terecht
gekomen en op Merlin
klinkt Kayak weer conti-
nentaler dan ooit. Van
daar ook dat er weer
ruimte is voor langere
stukken als het titelnum
mer en Niniane die beiden
zeven minuten duren. De
plaat maakt opnieuw dui
delijk dat Kayak met haar
symphonische pop in Ne
derland in ieder geval op
eenzame hoogte staat en
internationaal gezien be
slist geen gek figuur slaat.
Soms, zoals in The Sword
In The Stone neigt de for
matie nog wat teveel naar
een zwaarwichtig en bom
bastisch geluid, maar voor
het overige lijkt Kayak de
perfecte balans te hebben
gevonden. De rustige
tracks, die we maar even
heel oneerbiedig „zwijmel-
nummers" zullen noemen,
leveren het bewijs dat Ed
ward Reekers als zanger
een gouden keus is ge
weest, wiens stemgeluid
perfect aansluit bij het
symphonische werk van
Kayak. De tweede plaat
kant kent z'n merkwaar
dige momenten in Boogie
Heart en Can't Afford To
Lose, wat voor een symp-
meer thuis dan in de jun
gle van exotische muziek.
Waarom dan experimente
ren? De 34-jarige Ameri
kaan speelt met Zebóp! op
safe, en ging voor zijn
songs te rade bij onder
meer J.J.Cale, Cat Stevens
en Russ Ballard. De instu-
mentale breaks op de plaat
nam hij geheel zelf voor
zijn rekening en het ge
volg daarvan is, dat dege
ne die nog altijd zoekt
naar een tweede Samba
Pa Ti met Tears Of The
Kilimanjaro op Zebop!
ruimschoots aan zijn trek
ken komt. De vocalen zijn
voor rekening van Alex
Ligterwood en die weet
precies wat Santana wil
horen. Al met al is Zebop!
een weinig verrassende
plaat geworden. Maar
dankzij Santana's topvorm
is er toch (voor de fans)
geen enkele reden om Ze
bop niet aan te schaffen.
AvdM
Skin 'Em Up The Sha-
kin' Pyramids (Virgin)
ho-rockgroep ongebruike
lijk swingende nummers
zijn. Toch is het Ton
meeste aandacht naar zich
toetrekt in het slotstuk
Love's Aglow. Een relaxt
voortkabbelende ballad
met het mistige stemgeluid
van Scherpenzeel zelf, die
ook dit keer weer voor
alle muziek op de plaat te
kende. En weer jnet suc
ces want Merlin kan wor
den beschouwd als een
van de beste produkten
van eigen bodem die tot
nu toe dit jaar is uitgeko-
N.M.
Santana Zebop!
Met een verfijnde neus
voor talent is Carlos San
tana er op zijn vijftien el
pees altijd in geslaagd jon
ge, begaafde muzikanten
te ronselen, maar zelden is
het hem gelukt ze te hou
den. Het mag dan ook
geen bevreemding wek
ken dat het niveau van de
band Santana nog al eens
wil verschillen. Soms lo
pen de combinaties niet
lekker en wordt er stug en
houterig gemusiceerd, een
andere keer voelen de
bandleden elkaar blinde
lings aan en krijgt de la-
tin-sound de benodigde
souplesse. Die souplesse is
ook terug te vinden op
San tana's dertiende groep-
selpee, Zebop!, een plaat
met dezelfde opzet als
Abraxas uit 1970.
Latin-pop met de nadruk
op pop. Terwijl in de pop
muziek naarstig wordt ge
zocht naar nieuwe ritmen,
blijft een van de eerste
mannen die rock en ritme
fuseerde min of meer stil
staan. Dit klinkt als een
verwijt, maar zo moet het
niet worden opgevat. In
beperking kent men de
meester, en Carlos voelt
zich in de pop duidelijk
De met Matchbox ingezet
te rockabilly-revival leek
met de komst van The
Stray Cats een voorlopig
hoogtepunt te hebben be
reikt. De vraag of deze
rage zich zou kunnen
handhaven is inmiddels
met de hits van The Stray
Cats en van Shakin' Ste
vens positief beantwoord.
Zoals bij elke ontdekte
succesformule wordt de
platenmarkt dan onmid
dellijk gebombardeerd
met identieke groepen en
zangers die zich bedienen
van soortgelijk repertoire.
Originaliteit is daarbij
meestal ver te zoeken; zo
dicht mogelijk bij het gro
te voorbeeld blijven is het
motto. Als er dan toch een
groep is die zich onder
scheidt van de grijze mas
sa, dan verdient zo'n plaat
de aandacht van de pla
tenkoper. Eén van die
voorbeelden zijn de uit het
druilerige Schotland af
komstige ShakinPyra
mids. Het debuutalbum
van dit uit Qlasgow stam
mende trio steekt The
Stray Cats zelfs naar de
kroon. Met begrip en lief
de voor rock 'nroll in zijn
puurste vorm hebben Da
vie Duncan (vocals, harp,
percussion), James G.
Creighton (guitar, vocals)
en „Railroad" Ken'(guitar,
vocals) twaalf nummers
op de plaat gezet. Recht-
voor-zijn-raap-muziek met
de „wilde frisheidvan de
muziek van Dave Ed
munds. Als er al een be
zwaar tegen deze schijf
moet worden aangevoerd,
dan is dat het grote aantal
covers (slechts vijf eigen
composities) of de korte
tijdsduur van de plaat (25
minuten). Maar dat laatste
is inherent aan het wezen
van rock 'n' roll-muziek:
korte en puntige songs in
de hoogste versnelling.
TvR
1 cats moanin", de tweede el
an de New Adventures, heeft
groep opnieuw en terecht
midden in de belangstelling ge
bracht. Het trio, dat twee jaar ge
leden nog veelbelovend werd ge
noemd, nestelt zich met deze lang
speler aan de top van de heden
daagse Nederlandse popcultuur.
Over wat er in het afgelopen jaar
in en rond de studio in Veelerveen
is voorgevallen, over de rol van de
platenmaatschappij en over hoe
het nu verder moet, gaat het on
derstaand interview.
Het is nog vroeg, die zaterdagmid
dag. Peter Bootsman zit verscholen
achter een ochtendblad bij één van
de ramen die uitzicht bieden op het,
stationsgebouw. Op datzelfde mo
ment parkeert Harry de Winter zijn
roodwitte „slee" van zeker vijfen
twintig jaar oud achter het hotel.
Henk „Torpedo" Kuiper laat zich
voorlopig nog niet zien, maar dat
schijnt normaal te zijn. De New Ad
ventures dus. Ze staan weer volop in
de belangstelling. Hun tweede elpee
is net uit en er gaat geen dag voorbij
of er worden wel één of meer num
mers van gedraaid op de radio. „De
meestbelovende groep van 1979"
heeft bepaald niet teleurgesteld. Na
de opvallende debuutelpee „New
Adventures" en een paar hitsingles
opnieuw een prima langspeelplaat
die, zo voorspelt menig discjockey
clichématig, „ongetwijfeld hoge ogen
gaat gooien". De drie muzikanten
zelf blijven behoorlijk nuchter onder
de voor het merendeel lovende kri
tiek, al wordt er óol ongeduld ge
wacht op de eerste gouden plaat die
inderdaad binnen handbereik ligt.
Als de eerste glazen bier van die dag
op tafel zijn neergezet, kan het ge
sprek beginnen. Met de vraag:
Na die eerste elpee was het nogal
stil rond de New Adventures. Wat
is er eigenlijk gebeurd?
Peter: „Niets bijzonders. We hebben
gewoon het Nederlands clubcircuit
afgewerkt. Dus veel opgetreden.
Ook in het buitenland. Voor de
Oostduitse televisie bijvoorbeeld. Je
kunt zeggen dat er sprake is van een
bepaalde ontwikkeling. Vóór het uit
brengen van die eerste elpee traden
we werkelijk overal op. Ook in klei
ne kroegjes, achter de tapkast en zo.
Nu staan we alleen nog maar in gro
te zalen met minimaal vijf- zeshon
derd man".
Maar een nieuwe elpee liet lang
op zich wachten.
Peter: I ons contract met Polydor
staat: één elpee per jaar. Dat vinden
we zelf ook de beste werkwijze. Je
moet de markt niet overvoeren. Als
je drie elpees in één jaar aflevert,
dan ben je zó uitgekakt. Zo'n plaat is
een document van wat je al een jaar
in de zaal hebt gespeeld".
Harry: „Nummers hebben een tijdje
nodig voor ze rijp genoeg zijn. Je
kunt ze beter niet te snel opnemen.
Want als het eenmaal op de plaat
staat, krijg je 't er niet meer af... Je
vraagt je wel constant af, als zo'n
plaat in de winkel ligt' „Waarom
hebben we dat niet anders gedaan?"
Nou ja, de volgende keer dan maar
beter. Zo'n plaat is nieuw voor het
publiek. Voor óns is het een afgeslo
ten zaak. We zijn nu alweer met de
volgende elpee bezig. In Veelerveen.
De eerste nummers staan er al op".,
Wat vonden jullie zelf van die eer
ste elpee?
Henk (inmiddels present): „Toen we
terug waren uit de DDR - waar je
dus weinig hebt op popgebied - en op
Schiphol in onze auto stapten, heb
ben we meteen de New Adventures-
cassette afgedraaid. We waren alle
drie echt verbaasd. Het was toch
beste een leuke plaat-
Peter: „Nou, voor mij was het de
eerste keer dat ik hem leuk vond.
Als het over moest, zou ik het heel
anders doen. Maar ik denk dat je
nooit tevreden bent. Bovendien, als
je de Perfecte Plaat hebt gemaakt,
kun je zo het bejaardentehuis in.
Dan heb je niets meer dm na te stre-
Niet overdonderd door dat plotse
linge succes?
Harry: „Het ging inderdaad erg
hard. Maar we waren natuurlijk al
een hele tijd in de zaal bezig".
Peter: „Voor niemand van ons was
dit de eerste band. Steeds als je iets
begint, verwacht je daar iets
Meestal lukte dat niet. Dit keer
het wel raak. De mensen verge-
WE WAD VENTURES:
STOPPEN KAW WIET MEER
hebt gewerl
Was dit een soort laatste poging?
Peter: „Nee hoor. Stoppen kan niet
meer. We zitten er tot onze nek in.
En op dit moment vind ik het erg
4leuk gaan
Er gaan natuurlijk wel steeds
meer zakelijke belangen meespe
len.
Harry: „Maar daar bemoeien wij ons
niet mee. Dat laten we over aan Wil
lem (de manager, red.). Maar je hebt
gelijk, we zijn het grootste bedrijf
van Veelerveen en omstreken...."
Op de eerste elpee staan verschei
dene nummers van Harry Rijn
bergen. Op Wild cats moanin"
komt zijn naam niet voor.
Peter: „Rijnbergen was zelf met een
bandje bezig en wilde geen nummers
meer afstaan. Dei bewoar ik zulf",
zei hij. Waarschijnlijk heeft hij daar
nu wel spijt van, want Harry schrijft
leuke dingen. Het is alleen zonde dat
er niks mee wordt gedaan. Nee, hij
heeft zich niet weer aangeboden,
't Mooiste zóu zijn als hij zelf een el
pee opnam. Laatst hadden we een
interview met een Australische jour
nalist van de Wereldomroep. We za
ten even verderop een terrasje te
praten en kregen het over Harry.
Who is that, Harry Rijnburg?", wil
de die man weten. Nog voor wij een
antwoord konden geven, kwam er
een Gado-bus voorbij met Rijnber
gen achterin. „And there he goes".
Een perfecte timing..."
De meeste nummers komen nu
van Peter. Hoe ga jij te werk?
Peter: „Soms denk ik 's avonds:
„Kom, ik schrijf een nummer". Dan
ga ik met mijn gitaar en een recor-
dertje aan de slag en ben tot vier uur
's nachts bezig. Meestal zonder re
sultaat. De volgende dag probeer ik
het weer en dan wil er nog wel eens
een lekker deuntje komen. Dat scha
ven we wat bij en vervolgens kijken
we hoe het „live" overkomt. Of
Henk drumt iets en ik speel daar op
in. Of we nemen een hele middag
repeteren op, improviseren wat en
zoeken dan thuis de lekkere stukjes
er tussenuit. De tekst komt later.
Vaak stoot ik eerst zo maar wat
klanken uit... Voor ons is vooral de
sfeer belangrijk. Het is geen muziek
met een boodschap.- Mijn stem is net
een instrument. Ik bedoel, het had
net zo goed een saxofoon kunnen
zijn. In 't begin heb ik vrij veel pro
blemen gehad met die stem. Ik heb
een tijdje niet mogen zingen van de
dokter, omdat ik last had van witte
puntjes op mijn stembanden. Om
slijmvorming te voorkomen, moest
ik toen neusdruppels in mijn keel
spuiten. Dat hielp. Ik heb er nu niet
zo veel last meer van. Komt ook om
dat het monitorsysteem is verbeterd.
Tijdens een optreden kan ik nu ein
delijk hóren wat ik zing...
Zijn er groepen die jullie inspire
ren?
Peter: „Ik luister vrijwel nooit naar
andere bands. Concerten bezoek ik
niet. Wat ik thuis aan platen draai,
bestaat voor het grootste deel uit oud
werk. Jaren vijftig, weet je wel. Die
muziek is voor mij de basis. Op onze
elpees staan een paar „cover"-versies
van oude nummers. Dat moet je zien
als een soort eerbetoon. Muziek uit
de jaren vijftig en zestig staan bij ons
erg in de belangstelling. Wat er te
genwoordig gebeurt, vinden wij niet
zo interessant. Wij laten ons niet
meeslepen door allerlei stromin
gen...
Hoe groot was de inbreng van
George Kooymans die beide el
pees heeft geproduceerd?
Peter: „Wat nummers betreft, heeft
hij geen enkele inbreng gehad. Hij
deed uitsluitend de produktie. Wij
kozen het materiaal. Maar George
was voor ons de man met ervaring.
De produktie van de eerste elpee
werd tot in Amerika geprezen. Wij
vonden dat hij de tweede elpee dan
ook maar moest produceren. Maar
nu komt van veel kanten het verwijt
dat het allemaal te veel op de Gol
den Earring gaat lijken. Dat is na
tuurlijk onzin, waht het is ónze mu
ziek. De Earring heeft toevallig de
zelfde producer als wij en ja, die
man „maakt" het geluid. Er moet ie
mand zijn die de beslissingen neemt.
Je kunt niet met z'n drieën producer
zijn. George moest knopen doorhak
ken. Niet dat wij het daar altijd mee
eens waren, maar dat was de af
spraak. Je mag inderdaad de vraag
stellen in hoeverre onze eigen me
ning dan naar voren komt. Daarom
zijn we nu bezig om alles zélf te
doen. En ik vind dat op deze tweede
elpee onze mening al een stuk ster
ker naar voren is gekomen. „New
Adventures" was wat „heavier". We
waren beïnvloed door de punk. Nu
proberen we te minimaliseren. Niet
krampachtig alles opvullen, maar
wat beperkter te werk gaan
Harry: „We nemen alles op dat
waard is opgenomen te worden. La
ter kiezen we daar het beste mate
riaal uit. Een goed nummer is een
nummer dat naar mate je het vaker
hoort, steeds beter begint te wor
den".
Peter: „Tachtig procent van de plaat
bestaat uit nummers die het in de
zaal goed hebben gedaan. De overige
nummers zijn spontaan ontstaan in
de studio. Zoals het instrumentale
„Get on the run", dat eigenlijk een
„sound-check" was. We waren een
beetje aan het „klooien". Maar het
klonk zo lekker dat we het op de
band hebben laten staan..."
Wat is nu de volgende stap?
Harry: „Eerst optredens afwerken.
En in september gaan we naar Cana
da. Onze eerste elpee is daar op
nieuw uitgebracht. Portugal is óók
zo'n land waar onze plaat het prima
doet".
Henk: „Ook een plat land, hè?"
Peter: „Onze muziek past bij het
platteland. Wij zijn uitermate ge
schikt voor biertenten. Het wordt er
altijd bij gezegd: de New Adventures
uit Oost-Groningen. Net als vroeger
bij de Ro-d-ys. Ze vinden het blijk
baar nog steeds merkwaardig dat er
hier ook bands zitten die rock and
roll maken. Maar wat moet je an
ders, met al die werkloosheid? Of je
gaat de kroeg in of je begint een
band...
Is bet nu, na die bits, geld verdie
nen geblazen?
Peter: „Zó veel wordt er niet ver
diend. We zitten allemaal op het mi
nimumloon en de rest van het geld
wordt in apparatuur gestoken. Onze
studio in Veelerveen wordt helemaal
verbouwd, zodat we daar straks goed
kunnen werken en meer mogelijk
heden hebben om iets met onze mu
ziek te doen".
Bijna iedere omroep heeft „Wild
cats moanin" op Hilversum 3 ge
tipt, getroeteld en wat al niet
meer. Is die plaat nou werkelijk
zo goed?
Harry: „Tja, dat gebeurt niet zó
maar... We hebben een goeie platen
maatschappij. Die mensen werken er
hard aan. Als zij niks doen, héél je
de radio niet. Zo zit da( nu eenmaal.
Natuurlijk hebben we het voordeel
van die eerste elpee. Omdat die zo
goed werd ontvangen, stellen de
discjockeys zich eerder open voor de
opvolger".
Peter: „Ik denk dat al die aandacht
ook te danken is aan het feit dat er
momenteel weinig is in Nederland.
Neem nou alleen al die bandjes uit
Groningen. Wat is er nog van over?
Niks toch?"
Wanneer loopt bet contract met
Polydor af?
Harry: „Officieel in juni. In het con
tract staat: né de tweede single van
de tweede elpee. Maar als je niks
zegt, yvordt het stilzwijgend ver
lengd".
En jullie zeggen niks?
Peter: Wij zeggen dus wél ietsAch,
eisen... We willen zo veel mógelijk
zélf gaan doen. Hoes ontwerpen,
produceren, promotie foto's, noem
maar op. Gewoon een klein bedrijfje
zijn binnen Polydor. Ze zijn ons al
gedeeltelijk tegemoet gekomen, om
dat wij zelf die hoes hebben gele
verd. Ik vind dat je alles in eigen
hand moet houden. Het gaat ten
slotte óm óns...
Het wordt tijd om op te stappen. De
fans in Hippolytushoef (N-H) wach
ten. Nog een fikse tocht voor de boeg
dus. Maar aan dat soort afstanden
zijn ze inmiddels gewend geraakt.
Aan verhuizen naar centraler gele
gen oorden wordt niet eens gedécht,
om het idee gelachen. Het westen?
„Het is een zootje daar", weet Harry.
En Peter: „Het stinkt daar. Allemaal
gif in de grond. Daar hebben we hier
nog geen last van. Dat wil zeggen, ze
weten hier nog niet waar het ligt...
BERT JALINK
Van Jongsat heeft Mozart een
sterke affiniteit gehad met bet
speelse muziektheater. Hij was
niet zozeer dol op kluchten als
wel op blijspelen waarin bij zich
een meester kon tonen in het ba
lanceren op de grens van ernst
en luim, van weemoed en lichte,
vrolijke spot Wel eisten de con
ventie van zijn tijd en de nood
zaak geld te verdienen dat bij
zich met de verheven ernst in het
genre bezighield, maar dat lag
hem van nature eigenlijk niet
Van de achttien opera's die hij in
zijn korte leven maakte, ver
wierven er zich vijf een plaats in
het stnadaardrepertoire. Het zijn
zonder uitzondering voorbeelden
van een psycholigisch geniale
mengeling van vermakelijke
voorvallen met een actie waarin
een tragische ondertoon onmis
kenbaar is. „Figaro", „Cosi fan
tutte" en „Don Giovanni" zijn
als veredelde Italiaanse opera
buffa onbetwiste meesterwerken
en die kwalificatie geldt zonder
voorbehoud evenzeer voor „Ent-
fürhrung aus dem Serail" en
Wat Mozart in zijn jeugd en jon
gelingsjaren en ook in zijn tijd als
gerijpt kunstenaar op muziekdra
matisch gebied presteerde, zou
geen bewonderaar van zijn werk
willen missen. Er zitten ook in
deze opera's buiten het standaar
drepertoire hartsveroverende
stukken maar als geheel zijn ze
niet volledig geslaagd, hetzij om
dat de componist nog te jong was
om het genre volledig onder de
knie te hebben, hetzij omdat het
libretto niet boven de smaak van
zijn tijd uitkwam en beneden het
niveau van de componist bleef,
hetzij om welke andere redenen
dan ook.
„La Finta Giardiniera" (de gefin
geerde tuinierster), een omvang
rijk werk van een 18-jarige, eind
1774 in opdracht gecomponeerd
voor het carnaval in Munchen
bevat een finale en twee vooraf
gaande sopraansoli die gerekend
mogen worden tot het mooiste
wat Mozart schreef. Er zitten
meer meesterlijke gedeelten in
het werk maar als geheel is het
van wisselende kwaliteit. Tot een
paar jaar geleden kenden we het
werk overigens alleen in een
Duitse versie van andere hand en
wel onder de titel „Gartnerin aus
Liebe" (Tuinierster uit liefe). Nu
is opnieuw gebleken dat het ori
gineel van een genie toch nog net
wat anders is dan een bewerking,
ook al is het niet uitgesloten dat
de componist zelf in die bewer
king meer of minder de hand aan
heeft gehad.
In elk geval wordt algemeen
aangenomen dat het manuscript
van de eerte van de drie acten
van „La Finta Giardiniera"al tij
dens het leven van Mozart verlo
ren is gegaan. Dit eerste bedrijf
kon tot heden niet worden gere
construeerd omdat de muziek bij
de Italiaanse tekst, en ook die bij
de recitatieven, ontbraken. Bij de
voorbereiding van de nieuwe
Mozart-editie die sinds 1956 aan
het verschijnen is, stuitten de re
dacteuren in een bibliotheek in
Moravië gelukkig op een 18e
eeuwse afschrift van de complete
partituur van Mozart. Door ver
gelijking met het libretto van een
opera van Anfossi, dat in Rome
werd gedrukt en ook als uit
gangspunt voor Mozarts „Finta
Giardiniera" diende, kon de ori
ginele versie volledig en weten
schappelijk verantwoord worden
gereconstrueerd.
Die reconstructie is vorig jaar in
Salzburg voor het eerst opge
voerd en vlak daarvoor door
Deutsche Grammophon op vier
platen vastgelegd, (box 2740 234).
Het is de zevende opname in de
reeks vroege Mozart-opera's die
Leopold Hager met het Mozar-
teum Orchester en een aantal
zangsolisten liet registeren. Het
ligt voor de hand deze opname te
vergelijken met de uit 1973 date
rende opname van Philips van de
Singspiel-versie van hetzelfde
werk onder de al genoemde titel
„Gértnerin aus Liebe".
Naar mijn mening behoeft er dan
niet aan te worden getwijfeld dat
„Dinta Giardiniera" als muziek
dramatische compositie de voor
keur verdient boven de „Gërtnè-
rin". De componist, de schepper
van het werk, is altijd belangrij
ker dan de herscheppers), de uit
voerende(en). Welnu, die compo
nist komt in de nieuwste versie
het overtuigendst over en de
weergave staat op een goed peil.
Waarmee beslist niet gezegd wil
zijn dat bezitters van de „Gértne
rin "-opname die nu maar van de
hand moeten doen. De vocale
prestaties immers van Contrubas,
Doanth, Norma, Prey en Unger
blijven soms superieur aan die
van Ihloff, Con well, Sukis, Mc
Daniel en Di Cesare. Daarente
gen wint Brigitte Fassbaender
het in de travesti-rol van Don
Ramiro gemakkelijk van Troya-
nos in 1973 terwijl Thomas Moser
We
tig
Elke opera-bezetting heeft ook
s graaf Beïfiore weinig toegeeft.
hier onvermijdelijk plus en
punten maar voor mij is zeker
dat Mozart en zijn werk met de
nieuwste versie het meest zijn ge
diend.
JOHN KASANDER