van Goozen: Bonafide handel heeft nog steeds de puurste waar" Weer protesten tegen atoombeleid Rijnland Professor en studenten van TH Delft veroordeeld voor „ontvoeringsgrap" T^ondanks pijn in het harten een lege t^winkel: deze delica tesse is niet in haar nada gen 500 GULDEN BOETE BURGERLIJKE /STAND PATAD/REGIO LEIDSE COURANT DINSDAG 28 APRIL 1981 PAGINA 5 ?r, in 1 aqua iizen etaris de i: i eke i rsport I ?sfauil )e ret ïsï o; cenfn if ze\ id he 'ond eren *r acti Hi Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. ssen JjPalingvissers zijn geen parelvissers meer, sinds ons (bloedeigen ministerie van volksgezondheid vorige Iweek met de onheilstijding t moijkwam, dat al die wkronkeldieren, gevangen in van de besmette wateren van en in omide grote rivieren, vergiftigd /oiJtjzoiiden zijn. En bijgevolg Ook droken vele, zich voordien zijn Ihandenwrijvende, iar jRpalingrokers thans een oudenzware pijp- Het is bar en gstge(boos. Wie tot voor kort nog s zaajbij voorbaat zich de vingers aflikte, als aan een vette paling al slechts werd gedacht, kruipt nu in z'n (schulp en ziet af van deze delicatesse. Als grootste loflied op de paling heb ik ooit iemand horen getuigen: „als ik een paling was, vrat ik mezelf op..." Een hard gelag, waar het ministerie het lekkerbekkende volkje mee opscheepte. Een veel harder gelag nog voor de zich afslovende vissers, rokers en berookte venters, die opeens, als bij donderslag, nog nauwelijks aan de bak komen. Slachtoffers van het plaatselijk verspreide, grote ongelijk. Immers, de bonafide palingslijters weten wel beter: er is niets aan de hand Gistermiddag stapte ik bij Piet van Goozen binnen. Met zijn 28 jaren een jonge maar kundige vakman, die van snijden en roken weet en in het waterrijke Hoogmade zes jaar geleden voor zichzelf begon met de opslag en verkoop. Vader en grootvader Goozen wisten trouwens ook wel wat een paling „uit de koffietent" was. Piet heeft een kleine rokerij, die groter lijkt dan hij is als hij leeg is. En Piets rokerij is leeg: er komen nauwelijks nog klanten. „Als ik vandaag 12 pond heb verkocht is dat veel", zegt Van Goozèn van de bijna tevergeefs vers gerookte öesi|Bij de rookkast toont Goozen men lette niet op zijn Ietwat sceptisch voorko- «uw, mende gelaatsuitdrukking een diepglanzende produktie van het zuiverste wa- i,er- paling. De klanten blijven ten onrechte weg, want bij Piet junior en zijn collega's in Leimuiden, Koudekerk en Hazerswoude, en waar ook, is geen door polychloor-bifenylen vergiftigde aal of palinkje te vinden. „Ik durf er m'n vingers voor in de rookkast te stoppen. Daar, bij die mensen, wordt het zuiverste handwerk verricht en worden de puurste spullen verkocht. Daarvan ben ik overtuigd. Kijk maar eens, hoe mooi blankroze en moddervet", laat Piet zien, terwijl hij met z'n duim een stukje vel van een prachtexemplaar wegdrukt. „Het is hard te merken, die terugval in de belangstelling; ik schat, dat ik dertig procent minder verkoop sinds die publikatie in de krant. Ik ben in '75 begonnen met een x-aantal klanten en de omzet groeit en bloeit nog steeds, ondanks de duurte van het artikel en de economische teruggang. De klandizie komt overal vandaan, tot uit Brabant, Den Haag en Haarlem. Even bij Goozen een warm happie paling halen. Ja, het is duur, intensief handwerk, die verse paling, warm uit de rookoven. En dat wil men hè. Dat maakt het voor ons, kleine rokers, aantrekkelijk om maar één artikel te verkopen". Van Goozen is, aan de Vissersweg, dagelijks met paling in de weer. Daar is de donkere paling met de zilveren kleuren en de dikke velletjes, de bekende „zilverbuikies". Die goudgekleurde langere, dat is aal. Wist ik niet. „Die paling gaat, als ik zit te werken, vier tot vijf keer door m'n vingers. Nou, dan merk ik al gauw of ze uit het „zeepsop" komen. Zeepsop ja, want daar komt het met die vergiftiging wel zo'n beetje op neer. Een minder goed exemplaar vliegt er zo uit. Er komt weieens wat voor, maar dat zie je zó, in een kleine rokerij. Je staat oog in oog met je klant en ik moet wel iets goeds verkopen, anders kan ik beter opdoeken, snap je?" „Maar waar maakt men zich zorgen over Bij de groothandel in paling wordt enorm gecontroleerd. Ik betrek veel handel van de beste die er op dat gebied is, de Gebroeders Dil uit Akersloot. Uit de kunst. Verder heeft paling uit rivieren (die al tientallen jaren vervuild en besmet Piet van Goozen schept een lading gezonde, levenslustige paling uit z'n bun. zijn) nooit mijn aandacht gehad. Die paling daar is al zo lang ziek. Nee, 's winters komt onze paling als kweekaal uit door biologen samengesteld water. Vaak wordt die paling in het buitenland gekweekt, in Egypte zelfs ja, Nijlpaling. Maar de allerbeste komt 's zomers uit Ierland overgevlogen: zomeraal, in het wild gevangen. Die paling is nog beter dan de IJsselmeerpaling. Het IJsselmeer heeft mineraalrijk water, maar de paling is er te dun", vindt Piet van Goozen, die paling en aal voor het gemak nog even door elkaar mengt. Hij haalt voor een procent of veertig ook paling bij Nieuwkoopse en Reeuwijkse vissers vandaan: „beste kwaliteit, uit gecontroleerd water. Daar wordt niet met emmertjes sop aan de stoep geknoeid. Maar het is rottig hoor, dat we dit nu moeten meemaken. Het artikel is toch al moeilijk te verkopen omdat het zo duur is: 35 gulden een kilo, voor de grootste. Ik ben ervan overtuigd, dat wil ik ook wel vermelden zeg maar, dat er niet veel paling uit het gepubliceerde slechte water komt. De vissers werken daar met materiaal dat erg snel slijt door die verontreiniging". De ogen van Piet van Goozen zijn van nature ook vanaf zijn tijd verdrijvende racefiets op het water gericht, „en ik heb nog nooit fuiken in de Oude Rijn zien staan. Ja hier, in de Does en de Wijde Aa, daar zie je nog de bodem; dat is best water. Daar komt m'n vis ook wel uit. Dat is vette paling die zich aandient voor de rokerij. De bak- en stoofpaling, de magere aal, zijn onze favorieten niet. Die worden voornamelijk in België, Frankrijk of Zwitserland geconsumeerd. Ach wat, de mensen verzieken zelf de boel, doen die beesten schade aan; die vissen verzuipen in allerlei troep. Hier aan de Vissersweg, waar vanouds de vissers visten, hebben ze van hun leven nog niet een zieke paling gevangen". Dan neemt Piet, als een verongelijkte profeet, me mee naar de boorden van de lichtelijk kabbelende, toeristisch in de Does, die zo heerlijk het gezicht van Hoogmade bepaalt. Langszij een steigertje hangen twee grote kaars of bunnen, of hoe dan ook geheten, halverwege in het doorzichtige water, dat uit tientallen gaatjes druipt als je ze ophaalt. In die ene bun krioelt zwaarwichtig vijfhonderd pond „levendige", glimmende paling. Het water is er acht tot negen graden koud; daar voelen ze zich lekker in thuis, volgens Piet, die deze dagen veel te weinig uit voorraad kan leveren omdat de klanten zich vol argwaan op het hoofd krabben en daarna maar liever afzien van een grandioze versnapering. Tegen de stroom in, instinctief, liggen kwekelingen kronkelend op het gezonde verstand der consumenten te wachten. Het glanst er aan alle kanten. En dan zijn ze nog niet eens gerookt. Dat is vers twee. „Kijk, hartstikke mooi rond. Even in het zout, niet te lang. anders onttrekt het zout te veel vocht aan de paling. Zout is om het slijm ervan af te bijten". Daarna volgt de hele procedure, waar uren werk in zitten. Vers gerookte paling van de bovenste plank is geen zakkie patat. Nog steeds voelt Piet van Goozen zich als een kleine, wat verpieterde vorst bij z'n rookkasten; met z'n pennen en raamwerk dat boven het vuur van eikenhout komt te hangen. „Ja, stoken doen we met eikenhout en met nog iets er doorheen, maar dat is het geheim van de smid en dat vertel ik ook niet aan de krant". De telefoon gaat, pring pring, in de lege, betegelde ruimte. Een rokend minimum aan investering. Een tijdsverschijnsel, want geld is duur. Een voorzichtige mevrouw aan de lijn. Ik hoor Piet zich, wat timide, verweren: „Heus mevrouw, echt niet, u hoeft niet bang te zijn. Mijn paling is zo zuiver als ze altijd geweest is; of niet soms Ach ja, natuurlijk; dat weet u ook wel. Niets aan de hand". Piet bepaalt zich. Mevrouw was gerustgesteld, en wat palingen hadden hun bestemming weer gevonden. En dat zouden we allemaal moeten zijn: gerustgesteld; als de lekkere trek zich voordoet Voor Piet van Goozen, kortweg Goozen genoemd, en zijn mede-palingboeren, is veel onheil onnodig aangericht „Ik vind het prachtig, in deze handel te zitten. Ik doe het met hart en ziel. Wie dat niet doet, daar gaat de verkeerde paling naar toe. Snap je het een beetje Inderdaad. Ik heb niet nee gezegd, toen Goozen een portie verguisde rijkdom in vetvrij papier verpakte, na me in de fileerkunst te hebben ingewijd. Het verorberen ervan heeft me niet de minste moeite gekost. En zie: ik leef nog. Wat méér is: het smaakte buitensporig excellent. Een vertrouwd adres (en die adressen zijn er bij de vleet) doet veel; maar ja, dat heb je met alles. hT 1500 GULDEN eldloper 0(£nbaan uindigt broofd LSSENAAR Een tot nu I onbekende man heeft tal 2|dagmiddag omstreeks een If vijf een geldloper van "tichting Totalisator Ne- tnd op de renbaan Duin- 14,5 mille afhandig ge kt. De 41-jarige geldlo- uit Voorburg werd een tte met papiergeld uit Al handen gerukt. Dit ge- ersoiirde zo snel, dat het :htoffer geen signale- van de dader heeft inen geven. Stichting Totalisator Ne land zet zoals bekend op de '>aan grote geldbedragen Om een overval op de >iers te voorkomen, wordt geld regelmatig door een iewerker van de stichting [ehaald en naar een bevei- le ruimte op Duindigt ge- pht. De dader van de over- moet uiteraard op de hoog- fijn geweest van deze trans- :en. Toen de geldloper op was naar de beveiligde te, werd hem de cassette de handen gerukt. De da- wist aan de achterzijde de renbaan te ontkomen de richting van camping ihorst. DELFT/DEN HAAG Drie studenten aan de Delftse Technische Hogeschool zijn door de Haagse politierechter veroordeeld tot 500 gulden boete waarvan 250 gulden voorwaar delijk. Deze straf werd hun opgelegd naar aanleiding van een „grap" op 3 december vo rig jaar, waarbij de Delftse professor Du- parc zogenaamd werd ontvoerd als protest tegen de bezuinigingsplannen van onder wijsminister Pais. De professor werd even eens beboet met 500 gulden voor zijn vrij willig meedoen aan de praktical joke. Hij werd echter bij verstek veroordeeld. De academicus ondergaat een oogoperatie. De gemeente Delft overweegt een schadeclaim van 20.000 gulden in te stellen tegen de vier ver dachten als genoegdoening voor de groot scheepse zoekactie, die de Delftse politie inder tijd heeft opgezet. De ontvoering was voorbereid met voorkennis van de professor. Tegen middernacht op die derde december werden enkele journalisten ge waarschuwd. Ze kregen echter niet te horen, dat de professor zijn medewerking had gegeven aan de actie. De persmensen wonnen op hun beurt inlichtingen in bij de Delftse politie, die groot alarm sloeg. In overleg met de hoofdoffi cier van justitie werd een speciaal recherche team gevormd, dat een uitgebreide speuractie op touw zette. De volgende morgen omstreeks twaalf uur keerde professor Duparc naar zijn woning terug. Toen ook werd de ware toe dracht van de ontvoering bekendgemaakt. De officier vond het een gevaarlijk spel, dat ver dachten hadden opgevoerd. Echter mede door het karakter van de zaak, wilde hij geen hoge boetes eisen. De officiële" aanklacht, het mede- plegen van valse aangifte, werd onverkort ge handhaafd. De advocaat van de drie studenten vond dit juridisch niet steekhoudend. Verdach ten hadden immers, toen zij de journalisten in seinden over de operatie, niet de bedoeling de politie te waarschuwen, zo luidde pleiter's ver weer. LEIDEN De uitspraak van de Algemene Raad van het Energie Bedrijf Rijn land (EBR), dat de kerncen trale in Dodewaard open moet blijven totdat de brede maatschappelijke discussie over kernenergie is afge rond, is onverantwoord en vooral ondemocratisch. Dit vindt de Werkgroep Giro- blauw van het Energie Ko- mitee Rijnland. De Algemene Raad deed deze uitspraak op 1 april. Het over grote deel van de raad had geen behoefte aan een motie, waarin om sluiting van Dode waard werd gevraagd. Het EBR betrekt een gedeelte van zijn energie van Dodewaard. De werkgroep schrijft in een brief aan het energiebedrijf: „Ondanks het besef, dat u een dienstverlenend bedrijf bent en het besef, dat u een aardige monopoliepositie heeft, blijkt u zich niets aan te trekken van uw klanten. Als zij niet kun nen betalen, hebt u volop aan- handhaven onze eis dat u geen werkgroep ondemocratisch, dacht, maar als de klanten niet atoomstroom meer levert door omdat een aantal gemeentera- willen meewerken aan het alle medewerking aan de leve- den nog geen uitspraak over openhouden van gevaarlijke, ring van atoomstroom te wei- het probleem heeft gedaan, vuile en dure kerncentrales, geren." Het besluit van de Al- Een tweede reden is, dat enke- haalt u de schouders op. Wij gemene Raad is volgens de le Leidse gemeenteraadsleden, die in de Algemene Raad zit ting hebben, zich niet aan een motie van de Leidse gemeen teraad hebben gehouden, waarin sluiting van Dode waard werd geëist. De wer- groep blijft doorgaan met haar pogingen het EBR dwars te zitten via haar giroblauwactie. De bedoeling van deze actie is, dat iedereen, die het met het standpunt van de werkgroep eens is, zijn rekening aan het EBR niet via een acceptgrio- kaart betaalt, maar met behulp van een gewone blauwe over schrijving. De rekening niet in één keer betalen is volgens de werkgroep e^n tweede manier om via administratieve midde len het EBR te bewegen haar besluit over de kernenergie te rug te draaien. Sebastiaan Antonius Maarten M. J. Fransen en R. H. J. Koster; Jes sica dv. R. G. de Gans en A. M. Cools; Irma Rianne dv. H. D. van den Berg en Sri Murdiati; Vanja Martina Maria dv. J. J. M. Tetteroo en A. R. M. G. Helmink; Martha Leuntje dv. G. P. E. Hickmann en A. A. van Duijn; Hester Maria dv. D. Hogewo- ning en M. J. Nijenhuis; Jacobus zv. T. Hülters en C. IJzendoorn; Anne- marie dv. H. Brouwer en M. van der Niet; Chantal dv. P. Westerhoven en H. de Ru; Alastair Christopher Ant hony zv. A. C. Perera en S. M. M. Logger; Joanna Henriëtte dv. H. Pander en Th. M. Th. de Vogel; Dirk Cornelis zv. I. Schaddé van Dooren en G. J. E. de Zeeuw; Hiddo Henri- cus zv. H. Kettenis en V. A. de Jong; Tsak Kin zv. S. T. Man en W. M. Tang; Leon Frederik zv. W. Zand bergen en J. Kuivenhoven; Brian zv. H. B. Degens en L. L. Martina; Jaco Clemens zv. F. W. van Kleef en M. T. Jagtman; Antoinette Willemina dv. D. Elissen en A. J. Varkevisser. Jochem zv. P. C. M. Prins en C. M. M. van Veen; Jochem Antonie zv. A. van Delft en J. A. M. van der Meer, Sugeng Ernest Pangestu Chliongswie zv. Ch. Ch. S. Rahardjo en A. E. M. D. Koelman; Adriana dv. W. A. Kuijt en A. Kleen; Paulus Wilhelmus Hen- ricus zv. W. J. P. Groeneveld en G. A. Schrama; Samira dv. B. Srour en J. Boutouil; Tim zv. P. A. J. Grim bergen en A. W. M. Bosch; Monique dv. C. Kwakernaat en D. J. Roele ven; Kim dv. F. H. Hofmans en T. M. Kooien; Gert Jan zv. G. Ouwehand en A. van der Plas; Menno zv. L. J. M. de Kort en W. A. J. Zuethoff; Mi randa dv. J. van der Mark en A. van der Boon; Cindy dv. A. N. Wijers en L. J. de Keizer, Nicoline dv. C. N. Kuijt en P. Vermeulen; Karolien Mi chelle dv. R. F. Lammen en P. J. Goedings; Maria Trijntje dv. P. ter Veen en K. Sijp.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 5