snelle stijger op criminele top-tien Belangrijke doorbraak bij produktievan interferon DEN HAAG „Ik denk wel dal het mo gelijk ia het steeds toenemende vanda lisme in te dammen. Wat dat betreft ben ik niet zo negatief ingesteld. Goed, ik geef direct toe, dat het erg moeilijk is en dat je in het begin als een blindeman be zig bent: je weet niet goed waar je moet beginnen, er zit kop noch staart aan het probleem vandalisme. Maar ik denk dat je met gezamenlijke krachtsinspanning en kleine gerichte projecten het vanda lisme voor een deel kunt bestrijden. Ik ben overigens realist genoeg om te zeg gen, dat er altijd wel vandalisme zal blij ven bestaan". Aan het woord drs. Paul van Soomeren over bestrijding van van dalisme. Hij is een van de weinige „des kundigen" op dit gebied in Nederland. Het woord deskundigen mag inderdaad tussen aanhalingstekens, want over maar weinig echt belangrijke maat schappelijke problemen is zo weinig be kend, zo weinig onderzoek naar verricht, als van vandalisme. „Vandalisme wordt veel te vaak weggedrukt", zegt Van Soomeren, die samen met drs. Poul van Dijk werkzaam is bij het Landelijk Bu reau Voorkoming Misdrijven van het mi nisterie van buitenlandse zaken en justi tie. Tijdens hun studie sociale geografie schreven zij een scriptie over vandalis me in Amsterdam. „Met een natte vinger schat ik dat het vandalisme in ons land zo'n anderhalf mil joen gulden per dag kost", zei het PvdA- kamerlid Hein Roethof een poos geleden eens. Anderhalf miljoen gulden per dag, meer dan een half miljard per jaar. En laat die natte vinger van Roethof er per dag eens een ton naast zitten, vast staat in elk geval dat vandalisme de gemeenschap elke dag schrikbarend veel kost. Het van dalisme is de meest verwaarloosde straf bare gedraging en neemt inmiddels de tweede plaats in op de criminele top-tien. Het is zelfs, om nog even in termen van discjockeys te blijven, een „stipnotering", want nog elk jaar stijgt het aantal vernie lingen enorm. Lantaarnpalen, autospiegels, struiken In parken en plantsoenen, ruiten van scholen en winkels, telefooncellen, schade op sta tions, in treinen, bussen, trams, vernielin gen aan wachthuisjes van streekvervoer. Met het grootste gemak kan iedereen nog wel een aantal uitingen van pure verniel zucht opnoemen. Vrijwel iedereen kent wel een paar oorzaken van de vernielzucht („slechte opvoeding, geen ouderlijke con trole") en tallozen komen met oplossingen aan („opsluiten dat tuig", of „de ouders moeten maar eens een flink pak op hun duvel hebben"). „Ongetwijfeld zit er een bepaalde kern van waarheid in die „volkswijsheden", maar dè oorzaken en dè oplossingen zijn het zeker niet. Daarvoor is het probleem vandalisme te ingewikkeld. Weinig bekend „Over de oorzaken van vandalisme is wei nig bekend. Bovendien", aldus Van Soo- meren„zijn er verschillende soorten vanda lisme, elk met zijn eigen oorzaken, facto ren en motieven die aan vernielzucht ten grondslag liggen. Je kunt beslist niet van bovenaf zeggen: dit is het vandalisme en dat kun je er tegen doen. Een bijkomend, maar niet minder belangrijk obstakel is dat de daders van de vernielingen zo moeilijk te traceren zijn". „Tijdens zo'n onderzoek in Amsterdam", zo gaat Van Soomeren verder, „hebben we nagegaan waar de vernielingen werden aangericht en of onze bevindingen over eenstemden met de bestaande theorieën, die links en rechts worden gehanteerd. Je zou verwachten dat de vernielzucht hoogtij viert in de asociale buurten, maar vreemd genoeg is dat niet zo. In Amsterdam stel den we vast, dat het vandalisme met name voorkwam in het centrum en aan de ran den van de stad". Volgens de twee belangrijkste conclusies die uit het onderzoek naar voren kwamen zijn er. heel algemeen gezegd, twee soor ten vandalen. „Je hebt", zeggen Paul van Soomeren en Poul van Dijk, „de vernielin gen die gepleegd worden door de rand groep van jongeren, afkomstig uit de „lage-status-gezinnen". de sociaal-mln- der-draagkrachtigen. Als zij vernielingen plegen, gebeurt dat vaak in groepsver band en heeft het over het algemeen een vrij grote omvang. Het gebeurt naar onze mening veelal uit verveling, vaak ten op zichte van de maatschappij of uit een soort frustratie. Daarnaast is er het vanda lisme door de „gewone kinderen", die zo nu en dan eens iets vernielen: spelvanda- lisme. „Op zich", stelt Paul van Soomeren, „valt dat laatste soort vandalisme niet zo geweldig op, maar omdat het niettemin zeer regelmatig voorkomt, wordt er door dit spelvandallsme behoorlijk wat schade aangericht". Onderzoeken in Engeland hebben uitgewezen, dat daar een derde van het totaal aantal vernielingen ontstaat door „spelvandalisme" door de jeugd van af acht jaar. Van Soomeren en Van Dijk hebben het idee dat de situatie in Neder land identiek is. Verkennen Een moeilijkheid bij het spelvandalisme is, dat veel van de kinderen die zich daaraan „schuldig maken", eigenlijk niet eens in de gaten hebben dat ze wat vernielen. „Er is geen duidelijk boosaardig opzet in het spel. Vaak gaat het gewoon om een lolle tje of is het 't verkennen van de omgeving: hoe stevig zit het allemaal In elkaar. Uit onderzoeken op scholen is ons gebleken dat de meeste kinderen op die manier wel eens wat hebben vernield, zonder dat ze het zich op dat moment zelf realiseerden. De kinderen geven die vernielingen ge makkelijk toe. Ik heb daarom het idee dat het vernielen een soort gewoonte lijkt te worden", zegt Paul van Soomeren, die er de nadruk op legt dat kinderen uit alle mi lieus zich aan dit soort vernielingen bezon digen. „Natuurlijk, de meeste ouders zul len zeggen: mijn kind doet zoiets niet, ver nielt geen struiken in een plantsoen, trapt geen lantaarn uit. En dat Idee wordt nog eens versterkt door de tv. Als daarop over vernielingen en vandalisme wordt gepraat of beelden ervan worden getoond, gaat het vrijwel altijd om die opgeschoten jon geren in leren jacks, kinderen uit achter buurten, steeds de jeugd uit de lagere mi lieus. Maar laten we ons wat dat betreft niets wijs maken, vandalisme kornt voor in alle lagen van de bevolking". ,,V(Ve! is het, zoals ik al zei", aldus Van Soomeren, „dat de vandalen uit de „lage- status-gezinnen" over het algemeen in grotere groepen opereren en ook een wat hogere leeftijd hebben dan de „speelvan- dalen". Hun frustraties, verveling of wraak op de maatschappij vieren ze in veruit de meeste gevallen bot op allerlei openbare objecten. „Ze pakken sneller een lantaarn paal dan een fiets, eerder het plantsoen dan een tuintje van een particulier". „Dat komt voornamelijk", vult Van Dijk aan, „doordat men over het algemeen het idee heeft dat die zaten niets kosten. Dat merk je ook als je een gesprek met die vandalen begint: „Het kost niets. of: „De verzekering betaalt toch.Doordat de ouders vaak niets weten van de vernie lingen of anderen, die de vernielingen zien gebeuren, de politie niet durven opbellen, wordt het de jeugd bovendien steeds ge makkelijker gemaakt, ze kunnen gewoon doorgaan met hun geintjes". Voorkomen Wat valt er nou eigenlijk tegen die steeds verder voortwoekerende vernielzucht te doen? „Ik denk", zegt Van Soomeren, „dat we binnen de gemeenten zeer doel gerichte projecten moeten starten. Daarbij moeten dan zoveel mogelijk verschillende geledingen worden betrokken: het ge meentebestuur, de politie, de scholen, de oudercommissies van die scholen, noem maar op. Je kunt echter beslist geen kant- en-klaar-recept geven voor de aanpak. In de ene gemeente zou je het zus moeten bestrijden, in de andere gemeente zo. Die bestrijding van het vandalisme moet niet alleen bestaan uit hét geven van voorlich ting. Je zult de problemen goed moeten onderzoeken en van daaruit werken. Waarom wordt in een bepaald gedeelte van de stad veel vernield? Mist de jeugd misschien iets, ontbreken bepaalde voor zieningen? Je zult dan, denk ik", aldus Van Soomeren, „moeten bekijken of je al ternatieven kunt bieden. Echt, we geloven dat je met een doelgerichte aanpak talloze uitingen van vandalisme kunt indammen". Proefprojecten In enkele plaatsen in Nederland zijn de af gelopen tijd kleinschalige projecten voor de bestrijding van vandalisme op touw ge zet. Zo hield een jubilerende woningbouw vereniging in Zoetermeer een actie om de jeugd ervan te doordringen dat men zuini ger behoort te zijn op de woonomgeving. „Stuur per klas of school maar een grote tekening in, een maquette of ander werk stuk. waarop duidelijk tot uitdrukking komt hoe de jeugd over de vernielzucht denkt". Het resultaat was ronduit bedroe vend. Slechts enkele scholen reageerden, want het karakter van de actie was te vrij blijvend. In Oldenzaai werd door de gemeenteraad 25.000 gulden beschikbaar gesteld voor de bestrijding van het vandalisme, leder een was enthousiast, de uitwerking in de praktijk, ja, wat moest men daarmee aan? Het werd uiteindelijk een enorme flop. In Raalte lijkt een proefproject wel te zijn geslaagd. Daar werd door een speciale werkgroep een uitgebreid activiteitenpro gramma op poten gezet en er werden in groten getale discussiemappen verspreid over het onderwerp „Vandalismebestrij ding". Die mappen kwamen voor een groot deel terecht bij allerlei ve en oudercommissies van schol scholen in Raalte werd het ther vangrijk aangepakt, ledereen lef thousiast en. toeval of niet, meldingen van vernielzucht daa „Ik durf nog niet te zeggen of d de actie te maken heeft, maar h daad wel opvallend", zegt de Jonge Poering van de Rijkspol die zeer nauw bij de actie bef „Maar met die discussiemapp bespreken van het probleem ben je er nog niet", zo stelt hij. bevolking keer op keer van hel vandalisme moeten blijven dc slachtoffers van vernielzuchtig y steeds op de hoogte moeten h het politie-onderzoek, hun vert< dit en dat aan is gedaan. Het maal, dat realiseer ik me best, kracht en tijd. Maar het is wel ni vernielzucht en het vandalisme iken. Ik denk dat een gerichte a ■de politie wat dat betreft uiteii zijn vruchten zal afwerpen". Voor de politie is dus, volgens ging van de heer Jonge Poerini langrijke taak weggelegd bij de van vandalisme. Ze zal niet all fend moeten optreden, maar mi nu toe de preventieve zaak van moéten benadrukken. Het steeds wijzen op het onzinnige laatbare van vandalisme, wijzen dat al die vernielde openbare^1 ook geld kosten, stimulator zijn selijke acties. Meehelpen bij r van specifieke voorzieningen jeugd, noem maar op. „En echt helemaal geen geld te kosten. Goed, ik geef toe, het is mis: idealistisch gedacht, en het is de doorsnee-politieman bereid erin te steken, en zich voor v; bestrijding vrij te maken, maar h geval de moeite van het proberi HENDRI ISEE, O itor va 000) h chaufl lien om De taxi i de bes adres 115.0( at stem >lik te s de Eb schoud aan hi irlijn, de joo laken, zich we van er jJJeuwige gjaatsen ik nu ;)levend zorg zi maar I taatsinl )r de denf be: alied rr aatste de m geen ti :n verr< mag ekten I ien strc irt. De in bij ik vr< pet ggen. de v hoeten ''bevoel ptshoo verd reng g de dr i, door vrante, vers: enaar I hier ee zij DESKUNDIGEN WAARSCHUWEN VOOR TE GROOT OPTIMISME RIJSWIJK De universiteit van Seattle en de biotechnologische onderneming Genentech in de Verenigde Staten heb ben een nieuwe veelbelovende methode ontwikkeld voor de produktie op grote schaal van interferon. Van dit menselijk eiwit is bekend dat het bij proefdieren een werkzaam middel tegen virussen is en dat het mogelijk gebruikt kan wordert bij de bestrijding van bepaalde vormen van kanker bij mensen. De nieuwe me thode is door de interferon-deskundige dr. H. Schellekens van het TNO Prima tencentrum in Rijswijk een doorbraak genoemd in het moeizame onderzoek naar snellere produktiemethoden van in terferon. Toch zal het nog jaren duren voordat de toepassing van interferon bij mensen tot verantwoorde conclusies kan leiden. De nieuwe ontwikkelingen in de produktie van dit eiwit zullen volgende week in Rot terdam besproken worden op het Interna tionale congres dat TNO in samenwerking met de Erasmus Universiteit aan interferon wijdt. Deskundigen uit de hele wereld zul len er met elkaar praten over de vorderin gen die gemaakt zijn bij het onderzoek naar het werkingsmechanisme en de bete kenis van deze biologisch meest actieve stof die tot nu toe is ontdekt. Onder hen zijn de Zwitser Jean Linden- mann, die samen met de Brit Alick Isaacs in 1957 de aanwezigheid van interferon in het menselijk lichaam ontdekte, Hans Strander uit Zweden die als eerste de wer king van het eiwit als bestrijdingsmiddel tegen kanker bestudeerde en Kari Cantell uit Finland, momenteel de voornaamste producent van interferon. Te optimistisch Na de eerste berichten van vorig jaar die zoveel optimistische verwachtingen heb ben gewekt over de werking van het eiwit is het de laatste maanden wat rustiger ge worden. De onderzoekers zijn kennelijk geschrokken van het effect van hun mede delingen. Veel mensen dachten dat men nu eindelijk hét middel tegen kanker had ontdekt, terwijl het toch in de eerste plaats ging om een anti-virus preparaat, met een bovendien nog beperkte bruikbaarheid. Bij behandeling van een aantal virusziek ten (hepatitis B en het virus dat gevaarlijk is voor patiënten met een getransplan teerd orgaan) waren enkele gunstige ge volgen aangetoond. Daarnaast was aangetoond dat interferon de deling en groei van cellen kan remmen. Enkele jonge patiënten met een zeldzaam voorkomende soort tumor In het strotte- hoofd knapten aanzienlijk op na toedie ning van interferon; in een aantal gevallen was zelfs sprake van gehele genezing van de ziekte. Vooral bij zeer jonge kinderen komt deze tumor voor. Het enige redmid del was tot nu toe de gezwellen steeds maar weer operatief verwijderen om de luchtwegen open te houden. En die laatste mededeling sprak het grote publiek aan en werd oorzaak van de op winding rond interferon; men dacht dat hét middel tegen kanker was ontdekt ter wijl de deskundigen juist op dit terrein slechts povere resultaten hadden bereikt en ook nog maar bij enkele van de vele vormen van kanker. Afweermechanisme Voor een goed begrip daarom eerst het volgende: interferon is een eiwit dat in het menselijk lichaam wordt gemaakt. Bijna elke lichaamscel is hiertoe in staat zodra deze geprikkeld wordt door bijvoorbeeld een virus. Als zodanig maakt interferon deel uit van het afweermechanisme dat ons lichaam tegen indringers opbouwt. In terferon schakelt het virus uit, maar zet ook andere cellen aan tot produktie. Zo is tijdens een virusinfectie een verhoogde concentratie van interferon in het bloed te vinden. Ook is interferon in staat grote witte bloedlichaampjes aan te maken die de door virussen aangetaste cellen vernie tigen. Toen men dit eenmaal had ontdekt, was het de kunst Interferon buiten het mense lijk lichaam aan te maken, omdat het li chaam zelf in bepaalde gevallen blijkbaar niet voldoende interferon aanmaakt om als afweermechanisme effectief te zijn. Het lukte, zij het dat de tot nu toe gevolgde methode slechts zeer geringe hoeveelhe den oplevert. Voor een gram interferon is een miljoen liter bloed nodig. (Omdat in terferon zo actief werkt kunnen met dit ene gram wel tweeduizend patiënten met een aantal virusziekten en een bepaald soort tumor gedurende een jaar worden behandeld). Het onderzoek richtte zich daarom voornamelijk op nieuwe produk tiemethoden. En daarmee is men thans weer een stap verder. DNA-techniek De eerdergenoemde Amerikaanse onder zoekers zijn er nu met behulp van de DNA-techniek (waarbij erfelijke eigen schappen worden veranderd) in geslaagd een gen (erfelijkheidsdrager) van het men selijk alpha-interferon in een gist over te brengen. Tot nu toe werd bij deze geneti sche manipulatie de darmbacterie E coli gebruikt, maar de nieuw gevonden metho de biedt veel meer mogelijkheden, waarbij een veel hogere produktie kan worden be reikt. (Naast alpha- bestaat er ook bèta- en het nog weinig bekende maar sterker werkende gamma-interferon). Een andere nieuwe ontwikkeling is de zui vering van het door de DNA-techniek ver kregen interferon. Dit gaf tot nog toe grote problemen, maar bij Cetus in Amerika heeft men een nieuwe zuiveringstechniek ontwikkeld die puur interferon oplevert. Op grond van de huidige ontwikkelingen verwacht dr. Schellekens dat volgend jaar in grote hoeveel! schikbaar komt. Dan kan het naar de uitwerking van dit eiwit op gang komen. Tot nu toe is nauwelijks bij patiënten uitgë'gg^ Met behulp van de tot voor kor methoden kon het immers slee!, geringe hoeveelheden verkreger ri in jaar opzie roofde Geen zekerheid dl ee i Uitgebreid klinisch onderzoek de interferon-deskundigen drini want niemand weet nog iets ov< sing van het middel bij de men: van verschillende kanten meldinj van gevallen waarbij interferon ge uitwerking zou hebben bij de ling van kankerpatiënten, maar hierover bestaat niet. De Enge' ceutische industrie meldt dat van enkele van de negen met behandelde kankerpatiënten maar om meer zekerheid te krij(i sterke uitbreiding van het onde dig. De meeste onderzoekingen melden bij enkele van de behar tiënten enig resultaat, maar bij veelvoud daarvan geen enkel Schellekens meent dan ook d: te hoge verwachtingen moet h< de specifieke anti-virale werki mogelijkheden tot kankerbesti interferon. bleef or het ig doel '9* :holsky v1ienstac sodat f '1 Jen s> eiilietras jnderg inzon erlijner M is e en grs bovei ze duit Jides lafplaa' door "in een rlok dat Jn in d< ilaats d doi was dodi Weiss zo er !t illus het Ji de joc

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 16