r Poolse communisten luisteren niet meer naar Moskou De dreigende ontmaskering van Jan Nico Scholten hofb Kampleven maakte Molukkers overgang naar Nederlandse maatschappij zwaar pa)UITENLAND binnenland" leidse courant zaterdag 4 april 1931 pagina 9 pMER 1 tussendoortje temid- l L/Cln van de zwaarwich- \e debatten over de et op het basisonder- \js, het omgangsrecht i slechor gescheiden ouders ,gravft hun kinderen en n het'* radio-actieve afval ppj- Jn onze kerncentrales t fld de Tweede Kamer int deLderdag opeens een een Qhtvoetige gedachten- onderfsseJing die de burger [et Cffer moed gaf. Het was rechtP debatje dat nauwe- ziirv F uur duurde J par dat wel van groot "J*56 Ilang was voor de be en helers van de Wad- vovdemeilanden Schier- zakelpnnikoog en Vlieland pol ij voor de jaarlijks dui- 'J'^hden toeristen die (re kostelijke stukjes ligt de d n zij het partij end 4 zijn. Nederland bezoeken. Het ging erom, de beide eilanden autovrij te houden. Even de herinnering wakker schudden. Op Schiermonnikoog (door de eilanders en vaste bezoekers in laatst genoemde categorie be vindt zich de auteur van deze regels kort weg „Schier" genoemd) en op Vlieland mogen sinds een jaar of vijftien geen auto's komen. De gemeentebesturen had den dat autoverbod in de Algemene Politie verordening vastgelegd. Alleen voor enkele ei landbewoners mocht een uitzondering wor den gemaakt, maar dat stelde niet veel voor. Ondanks die paar vier wielers verdienen de ei landen nog met gemak het predikaat „oase van rust". Maar eind vorig jaar, twee dagen voor Kerst mis, sprak de Hoge Raad uit dat het auto verbod op Schiermon nikoog ongeldig moest worden verklaard. Een maffe jurist uit Putten had uitgevonden dat een gemeente helemaal niet op eigen houtje een autoverbod voor alle wegen kan opleggen en de Hoge Raad gaf hem daarin geliik. Paniek op Schier. Iedereen die dat wilde kon nu dus weer met de auto het eiland op. „Schande!" riepen de 815 eilandbewoners en velen met hen in koor. Maar er was niets tegen te doen. Begin dit jaar reden de eerste auto's al vanaf de boot de steiger van Schier monnikoog op. De voer tuigen werden door boze eilanders met stic kers beplakt en met modder besmeurd, maar dat veranderde niets aan de uitspraak van de Hoge Raad. On dertussen waren de Vlielanders ook bang geworden voor een auto-invasie. Logisch: wat voor Schier gold, moest ook voor Vlie land opgaan. SCHIER 2 Gelukkig was de auto- rel niet ongemerkt aan het Catshuis voorbijge gaan. Minister Tuijn- man (verkeer en wa ter staat) vond het „een bi zarre situatie" en hij be sloot een apart wetje te maken waarmee de re gering de beide eilan den hun autoverbod weer terug zou geven. Welnu, het ontwerp van dat wetje werd donderdag in de Twee de Kamer behandeld. Er stond (kort gezegd) in, dat de minister van verkeer en waterstaat, samen met zijn collega van CRM het recht heeft, om in bepaalde gebieden met een waar devolle natuur of een landelijk karakter geen auto's toe te laten. En zo zou dus van regerings wege bepaald kunnen worden dat Schier en Vlieland autovrij moe ten blijven. Daar zou geen enkele rechter iets tegen kunnen inbren gen, laat staat een ver veelde jurist uit Putten. Natuurlijk ging de hele Kamer met het wets ontwerp je akkoord. Wel stelden de VVD'er Pol de Beer en de SGP'er Hendrik van Rossum vast, dat de regering nu niet alleen de beide ei landen, maar ook ande re gebieden voor het autoverkeer zou kun nen afsluiten en dat za gen ze niet zo zitten. Stel je voor, dat je geen enkel mooi plekje meer met je auto zou mogen doorkruisen! De socia list Frits Castricum, die als eerste spreker op trad, zag het niet zo somber in. Terwijl De Beer door de Kamer ijs beerde, zei Castricum vanaf het spreekge stoelte: „In théorie kan nu heel Nederland voor het autoverkeer worden afgesloten. Ik zeg: in theorie, want ik zie de heer De Beer al onrus tig rondlopen„Nee hoor", reageerde De Beer, „ik loop gewoon rond". „Niet ongerust?", vroeg Castricum quasi- verbaasd. Nee, schudde De Beer. „Dat is uw slechte geweten". Maar later bleek dat De Beer wel degelijk ongerust was, evenals Van Ros sum. Laatstgenoemde vond dat het wetsont werp niet helemaal wa terdicht was. En omdat hij van oorsprong wa terbouwkundig inge nieur is, trok hij een vergelijking met zijn ei gen voormalige beroep: „Waterbouwers zijn er altijd huiverig voor, het water ergens een ope ning te geven, want een klein gaatje kan al aan leiding zijn tot een dijk doorbraak". Minister Tuijnman wuifde de bezwaren van de Beer en Van Rossum achteloos weg. Hij zei dat het afsluiten van wegen voor het au toverkeer slechts bij hoge uitzondering mo gelijk zou zijn. „Men moet niet te veel leeu wen en beren op zijn pad zien zei hij. Waar op De Beer direct rea geerde met: „Beren al leen zijn al erg genoeg". „Ja, daar zit er één", antwoordde Tuijnman, wijzend in de richting van de spreker. Die zat. Enfin, we kunnen bin nenkort gelukkig weer met een gerust hart naar Schier. Voor de broodnodige rust. JARIG Opgediept uit een bu reaula. Zomaar voor de aardigheid ooit eens uit gevlooid: de verjaarda gen van de ministers uit het kabinet-van Agt en even publiceren vóór het kabinet weg is, want anders hebben we het allemaal voor niets gedaan. De vijftien man en één vrouw sterke ministersploeg bestaat uit drie Watermannen (Van Agt - 2 febr; Van Trier - 7 febr; Garde niers - 18 febr), drie Tweelingen (Braks - 23 mei; Ginjaar - 28 mei; Albeda - 13 juni), twee Vissen (De Geus - 23 febr; Van Aardenne - 18 maart) twee Ram men (Pais en Tuijnman, allebei jarig op 16 april), twee Kreeften (Van der Stee - 30 juni; Wiegel - 16 juli), een Boogschut ter (Beelaerts van Blok land - 8 dec.) een Leeuw (Van der Klaauw - 13 aug.), een Maagd (De Koning - 31 aug.) en een Stier (De Ruiter, die op Konin ginnedagjarig is). Dege nen die er waarde aan hechten, mogen er hun conclusies uit trekken. amen] ontni DA-bj illeen' atoonj ;n mj ide v| >t de ïidde rden, t niej icussij ijk zijl tondel len z| stral ng OS V| toe n ieme| rogr; DEEL 3: Wat eerder gebeurde !e disf Deei twee van het boek „Minne e disr strijd voor de RMS" beschrijft de oortc jeugd van de Zuidmolukse jon- besli geren in het Kamp Schattenberg iaat. in Westerbork. Verscholen tus- i sen dè bossen lag het kamp als een eiland dat in plaats van door water door bomen omgeven was.- Het kamp werd in de loop der m1 jaren ontruimdde bewoners r- -a kwamen in verschillende delen LX van Nederland terecht. Een groot deel van de mensen uit Schattenberg vond een woning in Bovensmilde: „Het leven in het kamp was dus echt een aparte belevenis in mijn leven. Je had niet of weinig te maken met het „blanke" gezag, en alles werd toen binnen ons territorium geregeld, tot een bepaalde gedeelte werd overge bracht naar verschillende plaatsen, waar het Nederlandse gezag hen in nieuwbouwwoningen stopte. Langzamerhand liep het kamp leeg, tot het moment waarop ik en mijn ou ders en andere kampgenoten ook naar die plaatsen gebracht werden. Het was als het ware, alsof er een nieuw tijdperk in je leven begon, omdat je precies in de Nederlandse samenle ving terecht kwam, en je dus aanpas singsmoeilijkheden kon krijgen, voor al de wat oudere generatie, zoals onze ouders die voor het merendeel proble men had met de Nederlandse taal. Dat het een moeilijke periode zou worden in het begin, was al gauw merkbaar, daar wij in het kamp meer bewe gingsvrijheid genoten en meer moge lijkheden hadden in alles, wat wij in de nieuwe wijk duidelijk misten. Het was ook merkbaar dat er nauwge zet op ons werd gelet, door de nieuwe nd Abe Sahetapy, die het boek „Min ne strijd voor de RMS" schreef, dat binnenkort verschijnt, heeft niet alleen de kaping van de trein bij Wijster beschreven waarbij zoals bekend drie doden vielen, bij het begin van de actie de ma chinist en een dienstplichtig mili tair, later nog een slachtoffer toen aan de eisen van de Zuidmo lukse jongeren niet terstond werd toegégeven maar ook be schrijft hij de achtergronden en de geschiedenis van de strijd voor de zelfstandige republiek van de Zuid-Molukken. In de serie afle veringen uit het boek vandaag het laatste deel. buren (Nederlanders) hoe wij ons voort bewogen en gedroegen. Meestal leidde het dan ook tot verwij ten naar onze kant toe en kon het ook op bepaalde momenten op een slaande ruzie uitlopen. De overgang was voor de meesten te groot. De bewustwording van onze Molukse strijd kwam voort uit twee ervarin gen, waarmee ik toen gekonfronteerd werd door verschillende groeperingen oftewel partijen. Je moest je wel afvragen wat er aan de hand was. Je kon niet neutraal blijven, omdat je ook een Molukker was. Je moest dus kiezen, of je hoort bij de een of bij de ander. Het waren wel verschrikkelijke moei lijke beslissingen en tijden, omdat het vaak kon uitlopen op echte vechtpar tijen onderling tussen twee groeperin gen. De ervaring zegt dat zulke tegen strijdigheden onze Molukse strijd geen goed doen. Het speelt de viiand alleen maar troefkaarten in de handen en brengt zo in het Molukse volk meer verdeeldheid. Het volk was met het gelijk van de partijen druk bezig, en zag daardoor de uitwerking (verwijde ring) niet en de daarop volgende ge volgen. In verschillende plaatsen en wijken ging het er ook altijd erg hardhandig aan toe tussen de groepen. De kerk segon zich daarin te mengen, met het gevolg, dat er ook een verwijdering ;ussen bepaalde kerkgangers ont stond, met als gevolg de overstap naar jen andere kerkgenootschap en in sommige wijken ook het stichten van indere kerken. Zo kwam ik in aanraking met de /raag naar mijn eigenlijke „ik" als Molukker zijnde, die in een ander and verblijft dan het werkelijke va derland van mijn ouders en volk. De radicale gedachten onder de jonge ren van mijn leeftijd begonnen grote vormen te krijgen. Steeds meer jonge ren zagen de vieze kneepjes van de Nederlandse regering en zijn vriend Indonesië in en wilden zich daartegen verzetten. Wassenaar had eigenlijk het startschot moeten wezen voor meer harde acties, maar in plaats daarvan hielden de ra dicale jongeren zich in. Men was nog te ongeorganiseerd omdat alles te snel en ook bij verrassing plaats vond. Die dag, waarop de actie-Wasssenaar plaats vond, stelde in feite aan meer jongere Molukkers de vraag: wat nu?? Je kon zien dat iedereen meeleeft met de actie. Ieder zat thuis of buiten aan de radio gekluisterd. Je zag als het ware op ieders gezicht op dat moment, dat men wachtte op het sein, om tot actie over te gaan. We wisten dat dit het begin was van de gewapende strijd en dat er meer van zulke acties zouden komen. Ieder vroeg zich af of hij het wel aan kon, of in aanmerking zou komen voor de gewapende strijd. Het was voor mijzelf de dag waarop ik beslo ten heb, met andere vrienden, dat wij niet zouden terugdeinzen, wanneer de strijd van ons verlangd werd. Ik realiseerde mij dat het zo niet meer kon, wilden wij nog wat van onze strijd terecht brengen. De situatie werd met de jaren slechter, en de Mo lukse strijd werd de dupe van onze ei gen stomme nalatigheid, zowel bij de hoogste top als bij de jongeren. De ka meraden waarmee ik toen omging verschilden ook vaak van mening over de voortgang van de Molukse vrijheidsstrijd. Men was te veel met andere dingen bezig, wat hen niet kwalijk kon worden genomen, en men kon zich dan ook niet vaak bezig houden met de werkelijke situatie op dat moment van de strijd". In het laatste hoofdstuk van het boek geeft Abe Sahetapy een op somming van wat er gebeurd is in de 30-jarige RMS-strijd. Ook signaleert hij dat de kloof die er was tussen het Molukse volk, vooral de jongeren daarin, en de „hoge heren" van de regering in ballingschap, steeds groter werd. Het slot van „Minne strijd voor de RMS" bestaat uit een geloofs belijdenis voor de zaak van de RMS en een kritische kantteke ning bij het functioneren van de pers, radio en tv tijdens en na de acties. Het boek komt uit op 25 april, de onafhankelijkheidsdag van de Vrije Republiek der Zuid Mo- lukken. V DEN HAAG Het Russische persa gentschap Novosti heeft zich deze week in een opvallend stilzwijgen ge huld over de jongste zitting afgelopen zondag van het Centrale Comité van de Poolse communistische partij. Nog opvallender was de berichtgeving van de partijkrant Pravda, die wel mel ding maakte van de bijeenkomst van de Poolse top maar niet van de resul taten. De uitkomsten van dat overleg en het daarop gevolgde akkoord tussen Solidariteit en de re gering moet de Russen ook wel aanleiding heb ben gegeven tot die sprakeloosheid. Wat is er aan de hand Geheel in tegenstelling tot wat de Russische partijleiding tijdens de laatste Pools-Russische top op 4 maart hun Poolse collega's op het hart had gedrukt is, be sliste immers de Poolse broederpartij. Begin maart was aan partijleider Kania en pre mier Jaruzelski te verstaan gegeven dat zij de alsmaar uitdijende activiteit van Solidariteit niet langer dienden te tolereren. Dat consigne leek te worden opgevolgd. In de weken die vooraf gingen aan de bijeenkomst van het Cen trale Comité van zondag had het er dan ook alle schijn van dat de speelruimte van Solidari teit zou worden ingeperkt. Tegen Poolse dissi denten, voornamelijk van het KOR, werd hard opgetreden en hun activiteiten plaatste men in een antisemitisch daglicht. Ook net bloedige in cident met vakbondsleden in Bydgoszcz, was het toevallig of werd het doelbewust geprovo ceerd leek een uiting van deze confronta tiepolitiek, en zeker de wijze waarop de autori teiten hun lezing van het gebeurde aan Solida riteit wilden doordrijven. Afgelopen zondag werd en dat was het meest opmerkelijke van het gebeuren van de confrontatiepolitiek alsnog afgezien. De hardli ners binnen het Poolse politburo verloren een belangrijke slag ten voordele van de gematigde hervormingsgezinden. Velen in de partij, voor al de lagere kaders, zagen in dat het roer om moest. In het slotcommuniqué na afloop van de zitting stond onder meer dat de partij „de lijn van overleg wenst voort te zetten en dat zij re kening wenst te houden met de sociale opinie", een verwijzing die betrekking had op Solidari teit. Geheel in tegenstelling met wat het Krem lin wilde. Realisme De basis om tot een akkoord te komen met So lidariteit was gelegd op voorwaarde dat ook So lidariteit enige concessies zou willen doen. Soli dariteit was daar om begrijpelijke redenen niet erg voor geporteerd, maar het realisme, waar van Lech Walesa getuigde bleek toch op het al lerlaatste moment te kunnen zegevieren. Doordat het akkoord door Solidariteit niet is verworpen, lijkt het voor het eerst ook moge lijk dat er een basis is gelegd voor een vorm van samenwerking tussen Solidariteit en de communistische partij. Voor vakbondsleider Walesa was het evident dat hij de niet afwijzen de gezindheid van de Poolse communistische partij jegens Solidariteit moest honoreren. Hij begreep dat de speelruimte van de Poolse partij in het licht van de aanmaningen vanuit Mos kou niet al te groot is. Natuurlijk komt een daadwerkelijke samenwerking bij Solidariteit niet zo maar van de grond omdat de vakbond juist is ontstaan als een organisatie die haar rechten op de communistische partij moest be vechten. Een van de belangrijkste resultaten van de acti viteiten van de vrije vakbond Solidariteit is dat zij ervoor heeft gezorgd dat grote delen van de communistische partij „om" zijn gegaan. Een van de tekenen van die hervormingsgezindheid is wel de open kandidaatsstelling waartoe het Centrale Comité van de Poolse communistische partij zondag heeft besloten. De partij wordt daardoor als het ware opengebroken, want be langrijke posities komen niet meer automatisch in handen van vertrouwelingen. Deze ontwikkelingen moeten het Kremlin veel zorgen baren. De Poolse partij luistert immers niet meer naar Moskou, maar meer naar Soli dariteit. Grote delen van Solidariteit en van de Poolse partij begrijpen dat ze elkaar nodig heb ben. Deze samenwerking waarin beide partijen weliswaar veren zullen moeten lijkt toch nog de beste basis te zijn dat het unieke experiment in Polen kans van overleven heeft. PAUL VAN VELTHOVEN >EN HAAG „In feite gaat het Ij ons nog maar om één ding: of n Nico (Scholten) nu wel of et „poep" mag zeggen tegen het ibinet". Op deze wijze formu- erde iemand in de top van de 'DA-fractie hoe men momenteel o christen-democratische kring taat tegenover het Zuid-Afrika- leleid van de regering. Volgende ffeek is in de Tweede Kamer ein- lelijk aan de orde wat elke be langstellende al maanden weet, lamelijk dat de regering nog al tijd niets voelt voor een eenzij- Hg olie-embargo tegen Zuid-A- rika. De redenen, die minister Chris van der Klaauw (buitenlandse zaken) daarvoor aanvoert in zijn afgelopen ag gepubliceerde brief, zullen jeen kreten van verrassing wek ten. Ten eerste: het heeft geen zin, want de Zuidafrikanen kunnen el ders ook olie kopen. Ten tweede: een embargo kan ertoe leiden dat Zuid-Afrika gaat weigeren grond stoffen te leveren, die Nederlandse bedrijven hard nodig hebben. Ten derde: economische strafmaatrege len kunnen schade berokkenen aan i.onschuldigen", te weten de zwarte landen, die economisch afhankelijk zijn van Pretoria. Tegen deze argumentatie zal in het kamerdebat wel weer (en terecht) Worden aangevoerd, dat het niet gaat om een werkelijk effectief verbod op de uitvoer van olie. De fracties, die vorig jaar op 27 juni de motie-Scholten aanvaardden, wil den dat de regering door het instel len van een embargo een „signaal zou uitzenden". Enerzijds naar de blanke leiders, om afschuw te to nen van de apartheid, en anderzijds naar de zwarte bevolking, om haar een teken te geven van solidariteit. Premier Van Agt kon zijn kabinet in die juni-nacht dan ook op geen andere wijze in het zadel houden dan door zo'n maatregel nadrukke lijk niet uit te sluiten. Alleen op die voorwaarde wilden enkele CDA- dissidenten hem nog wel de tijd ge ven om te onderzoeken of hetzij de partners in de Benelux, hetzij de Noordse landen mee zouden willen doen aan een olie-embargo. Zoals ook al geruime tijd geleden bekend werd, lieten de aangezochte landen zich niet verleiden, zelfs niet door een inderdaad indrukwekkende brief van Van der Klaauw. Zij zul len alleen dón een embargo instel len, als de Veiligheidsraad daarom verzoekt. Hoewel hij dat zelf al sinds 19 september weet, heeft Van der Klaauw dit nü pas aan de Tweede Kamer meegedeeld. Schuiven Dat kon zo lang duren, omdat Van Agt het vervolgdebat zover moge lijk voor zich uit wilde schuiven. Zou hij bijvoorbeeld eind septem- Jan Nico Scholten ber met lege handen aan het Bin nenhof zijn verschenen, zijn val zou alsnog vrijwel zeker zijn ge weest. Uitstel was dus geboden en de reden daarvoor vond hij iro nisch genoeg ook in de motie- Scholten. Daarin werd immers te vens gepleit voor „vergroting, in tensivering en coördinatie" van de hulp van de EEG aan de zwarte staten in Zuidelijk Afrika. Welaan, daar zou heel wat tijd mee gemoeid zijn. In dat kader paste de reis van Van der Klaauw naar Mozambique, waar hij op de conferentie van Ma puto financiële steun kwam toezeg gen. In dat licht moet ook, zo zeg gen ingewijden, het recente bezoek van premier Van Agt aan Zimbab we worden gezien. „De Minister- President heeft van deze gelegen heid tevens gebruik gemaakt om over de totaliteit van de problema tiek van Zuidelijk Afrika gesprek ken te voeren", aldus Van der Klaauw in zijn brief aan de Kamer. Zo verstreek de tijd en werd het 30 maart, voordat Van Agt het einde lijk verantwoord vond de Tweede Kamer te laten weten of de motie- Scholten zou worden uitgevoerd. Met al dat voor-zich-uit-schuiven heeft de premier in elk geval be reikt dat zijn kabinet al die maan den kon doorgaan met regeren en het gewenste (sociaal-economische) beleid kon ontwikkelen. Hij zal zich bovendien hebben gerealiseerd dat er wel zéér dringende redenen moeten zijn om een kabinet zes we ken voor de verkiezingen ten val te brengen. Verguldsel Die redenen ziet het overgrote deel van de CDA-fractie inderdaad niet. Temeer, omdat de regering de bit tere pil rijkelijk voorzien heeft van verguldsel. Zo wijst Van der Klaauw op een advies van het zo geheten Comité van Juristen van de Benelux. Dit college met zijn eerbiedwaardige naam is tot de slotsom gekomen dat het instellen van een olie-embargo door slechts één of. twee der lidstaten „in strijd moet worden geacht met letter en geest van het Benelux-Unieverdrag en van de Overeenkomst tot instel ling van het Benelux-douanege- bied". Een eenzijdig embargo kan dus helemaal niet, zegt de regering. En om de pil helemaal makkelijk door de CD A-kelen te krijgen heeft Van Agt het verguldsel ook nog een zoet smaakje meegegeven, door zijn bezoek aan de premier van Zimbabwe, Robert Mugabe. Dat tripje en vooral de broederlijke wijze waarop Van Agt in Salisbury werd omarmd, hebben diepe in druk gemaakt, met name op de AR-mannenbroeders in de fractie. Daarmee vervloog de laatste kans, die Jan Nico Scholten nog had voor het verwezenlijken van zijn al ja ren gekoesterde droom. Want wat moet hij zonder de steun van zijn eigen „bloedgroep"? Waarbij men tevens dient te beseffen dat ook de dissidenten in het CDA maar men sen zijn en dat ook zij na de verkie zingen graag een plaatsje onder de zon willen hebben. Mensen met zulke verlangens zijn er doorgaans niet op gebrand ruzie te krijgen met hun lijsttrekker en hoogst waarschijnlijk ook eerste man van het CDA na de verkiezingen. Onmogelijk Geen kabinetscrisis dus volgende week en als gevolg daarvan een vrijwel onmogelijke positie voor Scholten. Iemand, die zijn gehele politieke carrière heeft gebouwd op de kwestie-Zuid-Afrika, kan het niet maken „bravo" te roepen naar een kabinet, dat voor de zoveelste keer doodleuk weigert te voldoen aan de wens van het parlement. Zou hij dat wel doen, hij zou wor den verscheurd door actiegroepen als het Angola Comité en de werk groep Kairos. Maar anderzijds is ook Scholten maar een mens en heeft hij geen zin zich nog meer vijanden te maken in de fractie. Zeker nu hij op een niet direct ver kiesbare plaats staat op de kandida tenlijst en in het gunstigste geval pas drie maanden na de verkiezin gen in de Kamer kan komen. „Be grijp je nu waarom hii een opge jaagde indruk maakt? aldu^een andere CDA'er. Daardoor wordt ook duidelijk, waarom Scholten afgelopen dins dag al een paar uur na binnen komst van cle brief van de rege ring, voor de camera van het NOS- journaal de voor velen verbijste rende uitspraak deed dat „de zaak niet met een kabinetscrisis gediend zou zijn". Kennelijk heeft hij geko zen voor een wanhoopspoging: goodwill kweken in de fractie en daardoor toestemming te krijgen voor een „hard" verhaal en een daarbij behorende motie. Daarmee zou hij immers nog enige indruk kunnen maken op links Nederland. Het ziet ernaar uit dat hij althans het verhaal mag houden, omdat fractieleider Lubbers geen comple te breuk wil met het tot dusver ge voerde beleid. Bovendien zou dat laatste grote risico's inhouden, om dat de meeste dissidenten, hoe goed zij het kabinet nu ook gezind zijn, dat niet zouden accepteren. Iets anders is echter of Scholten de motie, waarin hij vraagt om onder meer een verbod op de invoer van steenkool uit Zuid-Afrika, mag in dienen. Daarmee immers zou hij weer echt lelijk kunnen gaan doen tegen het kabinet, met toch nog de kans op een botsing tussen CDA- bewindslieden en CDA-fractie. Een antwoord op deze vraag is wellicht gelegen in de ontspannenheid van Ruud Lubbers. Deze lijkt er aardig zeker van dat Scholten zonodig de voorkeur zal geven aan een ont maskering als opportunist boven een stille afgang door één van de (vele) ziideuren, die het CDA-ge- bouw rijk is. RIK IN T HOUT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 9