r
Poolse communisten
luisteren niet
meer naar Moskou
De dreigende ontmaskering van Jan Nico Scholten
hofb
Kampleven maakte
Molukkers
overgang naar
Nederlandse
maatschappij zwaar
pa)UITENLAND binnenland"
leidse courant
zaterdag 4 april 1931 pagina 9
pMER 1
tussendoortje temid-
l L/Cln van de zwaarwich-
\e debatten over de
et op het basisonder-
\js, het omgangsrecht
i slechor gescheiden ouders
,gravft hun kinderen en
n het'* radio-actieve afval
ppj- Jn onze kerncentrales
t fld de Tweede Kamer
int deLderdag opeens een
een Qhtvoetige gedachten-
onderfsseJing die de burger
[et Cffer moed gaf. Het was
rechtP debatje dat nauwe-
ziirv F uur duurde
J par dat wel van groot
"J*56 Ilang was voor de be
en helers van de Wad-
vovdemeilanden Schier-
zakelpnnikoog en Vlieland
pol ij voor de jaarlijks dui-
'J'^hden toeristen die
(re kostelijke stukjes
ligt
de d
n zij
het
partij
end 4
zijn.
Nederland bezoeken.
Het ging erom, de beide
eilanden autovrij te
houden.
Even de herinnering
wakker schudden. Op
Schiermonnikoog (door
de eilanders en vaste
bezoekers in laatst
genoemde categorie be
vindt zich de auteur
van deze regels kort
weg „Schier" genoemd)
en op Vlieland mogen
sinds een jaar of vijftien
geen auto's komen. De
gemeentebesturen had
den dat autoverbod in
de Algemene Politie
verordening vastgelegd.
Alleen voor enkele ei
landbewoners mocht
een uitzondering wor
den gemaakt, maar dat
stelde niet veel voor.
Ondanks die paar vier
wielers verdienen de ei
landen nog met gemak
het predikaat „oase van
rust".
Maar eind vorig jaar,
twee dagen voor Kerst
mis, sprak de Hoge
Raad uit dat het auto
verbod op Schiermon
nikoog ongeldig moest
worden verklaard. Een
maffe jurist uit Putten
had uitgevonden dat
een gemeente helemaal
niet op eigen houtje een
autoverbod voor alle
wegen kan opleggen en
de Hoge Raad gaf hem
daarin geliik. Paniek op
Schier. Iedereen die dat
wilde kon nu dus weer
met de auto het eiland
op. „Schande!" riepen
de 815 eilandbewoners
en velen met hen in
koor. Maar er was niets
tegen te doen. Begin dit
jaar reden de eerste
auto's al vanaf de boot
de steiger van Schier
monnikoog op. De voer
tuigen werden door
boze eilanders met stic
kers beplakt en met
modder besmeurd,
maar dat veranderde
niets aan de uitspraak
van de Hoge Raad. On
dertussen waren de
Vlielanders ook bang
geworden voor een
auto-invasie. Logisch:
wat voor Schier gold,
moest ook voor Vlie
land opgaan.
SCHIER 2
Gelukkig was de auto-
rel niet ongemerkt aan
het Catshuis voorbijge
gaan. Minister Tuijn-
man (verkeer en wa ter
staat) vond het „een bi
zarre situatie" en hij be
sloot een apart wetje te
maken waarmee de re
gering de beide eilan
den hun autoverbod
weer terug zou geven.
Welnu, het ontwerp
van dat wetje werd
donderdag in de Twee
de Kamer behandeld.
Er stond (kort gezegd)
in, dat de minister van
verkeer en waterstaat,
samen met zijn collega
van CRM het recht
heeft, om in bepaalde
gebieden met een waar
devolle natuur of een
landelijk karakter geen
auto's toe te laten. En zo
zou dus van regerings
wege bepaald kunnen
worden dat Schier en
Vlieland autovrij moe
ten blijven. Daar zou
geen enkele rechter iets
tegen kunnen inbren
gen, laat staat een ver
veelde jurist uit Putten.
Natuurlijk ging de hele
Kamer met het wets
ontwerp je akkoord. Wel
stelden de VVD'er Pol
de Beer en de SGP'er
Hendrik van Rossum
vast, dat de regering nu
niet alleen de beide ei
landen, maar ook ande
re gebieden voor het
autoverkeer zou kun
nen afsluiten en dat za
gen ze niet zo zitten.
Stel je voor, dat je geen
enkel mooi plekje meer
met je auto zou mogen
doorkruisen! De socia
list Frits Castricum, die
als eerste spreker op
trad, zag het niet zo
somber in. Terwijl De
Beer door de Kamer ijs
beerde, zei Castricum
vanaf het spreekge
stoelte: „In théorie kan
nu heel Nederland voor
het autoverkeer worden
afgesloten. Ik zeg: in
theorie, want ik zie de
heer De Beer al onrus
tig rondlopen„Nee
hoor", reageerde De
Beer, „ik loop gewoon
rond". „Niet ongerust?",
vroeg Castricum quasi-
verbaasd. Nee, schudde
De Beer. „Dat is uw
slechte geweten". Maar
later bleek dat De Beer
wel degelijk ongerust
was, evenals Van Ros
sum. Laatstgenoemde
vond dat het wetsont
werp niet helemaal wa
terdicht was. En omdat
hij van oorsprong wa
terbouwkundig inge
nieur is, trok hij een
vergelijking met zijn ei
gen voormalige beroep:
„Waterbouwers zijn er
altijd huiverig voor, het
water ergens een ope
ning te geven, want een
klein gaatje kan al aan
leiding zijn tot een dijk
doorbraak".
Minister Tuijnman
wuifde de bezwaren
van de Beer en Van
Rossum achteloos weg.
Hij zei dat het afsluiten
van wegen voor het au
toverkeer slechts bij
hoge uitzondering mo
gelijk zou zijn. „Men
moet niet te veel leeu
wen en beren op zijn
pad zien zei hij. Waar
op De Beer direct rea
geerde met: „Beren al
leen zijn al erg genoeg".
„Ja, daar zit er één",
antwoordde Tuijnman,
wijzend in de richting
van de spreker. Die zat.
Enfin, we kunnen bin
nenkort gelukkig weer
met een gerust hart
naar Schier. Voor de
broodnodige rust.
JARIG
Opgediept uit een bu
reaula. Zomaar voor de
aardigheid ooit eens uit
gevlooid: de verjaarda
gen van de ministers uit
het kabinet-van Agt en
even publiceren vóór
het kabinet weg is,
want anders hebben we
het allemaal voor niets
gedaan. De vijftien man
en één vrouw sterke
ministersploeg bestaat
uit drie Watermannen
(Van Agt - 2 febr; Van
Trier - 7 febr; Garde
niers - 18 febr), drie
Tweelingen (Braks - 23
mei; Ginjaar - 28 mei;
Albeda - 13 juni), twee
Vissen (De Geus - 23
febr; Van Aardenne -
18 maart) twee Ram
men (Pais en Tuijnman,
allebei jarig op 16 april),
twee Kreeften (Van der
Stee - 30 juni; Wiegel -
16 juli), een Boogschut
ter (Beelaerts van Blok
land - 8 dec.) een
Leeuw (Van der
Klaauw - 13 aug.), een
Maagd (De Koning - 31
aug.) en een Stier (De
Ruiter, die op Konin
ginnedagjarig is). Dege
nen die er waarde aan
hechten, mogen er hun
conclusies uit trekken.
amen]
ontni
DA-bj
illeen'
atoonj
;n mj
ide v|
>t de
ïidde
rden,
t niej
icussij
ijk zijl
tondel
len z|
stral
ng
OS V|
toe n
ieme|
rogr;
DEEL 3:
Wat
eerder
gebeurde
!e disf Deei twee van het boek „Minne
e disr strijd voor de RMS" beschrijft de
oortc jeugd van de Zuidmolukse jon-
besli geren in het Kamp Schattenberg
iaat. in Westerbork. Verscholen tus-
i sen dè bossen lag het kamp als
een eiland dat in plaats van door
water door bomen omgeven was.-
Het kamp werd in de loop der
m1 jaren ontruimdde bewoners
r- -a kwamen in verschillende delen
LX van Nederland terecht. Een
groot deel van de mensen uit
Schattenberg vond een woning
in Bovensmilde:
„Het leven in het kamp was dus echt
een aparte belevenis in mijn leven. Je
had niet of weinig te maken met het
„blanke" gezag, en alles werd toen
binnen ons territorium geregeld, tot
een bepaalde gedeelte werd overge
bracht naar verschillende plaatsen,
waar het Nederlandse gezag hen in
nieuwbouwwoningen stopte.
Langzamerhand liep het kamp leeg,
tot het moment waarop ik en mijn ou
ders en andere kampgenoten ook naar
die plaatsen gebracht werden. Het
was als het ware, alsof er een nieuw
tijdperk in je leven begon, omdat je
precies in de Nederlandse samenle
ving terecht kwam, en je dus aanpas
singsmoeilijkheden kon krijgen, voor
al de wat oudere generatie, zoals onze
ouders die voor het merendeel proble
men had met de Nederlandse taal. Dat
het een moeilijke periode zou worden
in het begin, was al gauw merkbaar,
daar wij in het kamp meer bewe
gingsvrijheid genoten en meer moge
lijkheden hadden in alles, wat wij in
de nieuwe wijk duidelijk misten.
Het was ook merkbaar dat er nauwge
zet op ons werd gelet, door de nieuwe
nd
Abe Sahetapy, die het boek „Min
ne strijd voor de RMS" schreef,
dat binnenkort verschijnt, heeft
niet alleen de kaping van de trein
bij Wijster beschreven waarbij
zoals bekend drie doden vielen,
bij het begin van de actie de ma
chinist en een dienstplichtig mili
tair, later nog een slachtoffer
toen aan de eisen van de Zuidmo
lukse jongeren niet terstond werd
toegégeven maar ook be
schrijft hij de achtergronden en
de geschiedenis van de strijd voor
de zelfstandige republiek van de
Zuid-Molukken. In de serie afle
veringen uit het boek vandaag
het laatste deel.
buren (Nederlanders) hoe wij ons
voort bewogen en gedroegen.
Meestal leidde het dan ook tot verwij
ten naar onze kant toe en kon het ook
op bepaalde momenten op een slaande
ruzie uitlopen. De overgang was voor
de meesten te groot.
De bewustwording van onze Molukse
strijd kwam voort uit twee ervarin
gen, waarmee ik toen gekonfronteerd
werd door verschillende groeperingen
oftewel partijen.
Je moest je wel afvragen wat er aan
de hand was. Je kon niet neutraal
blijven, omdat je ook een Molukker
was. Je moest dus kiezen, of je hoort
bij de een of bij de ander.
Het waren wel verschrikkelijke moei
lijke beslissingen en tijden, omdat het
vaak kon uitlopen op echte vechtpar
tijen onderling tussen twee groeperin
gen. De ervaring zegt dat zulke tegen
strijdigheden onze Molukse strijd geen
goed doen. Het speelt de viiand alleen
maar troefkaarten in de handen en
brengt zo in het Molukse volk meer
verdeeldheid. Het volk was met het
gelijk van de partijen druk bezig, en
zag daardoor de uitwerking (verwijde
ring) niet en de daarop volgende ge
volgen.
In verschillende plaatsen en wijken
ging het er ook altijd erg hardhandig
aan toe tussen de groepen. De kerk
segon zich daarin te mengen, met het
gevolg, dat er ook een verwijdering
;ussen bepaalde kerkgangers ont
stond, met als gevolg de overstap naar
jen andere kerkgenootschap en in
sommige wijken ook het stichten van
indere kerken.
Zo kwam ik in aanraking met de
/raag naar mijn eigenlijke „ik" als
Molukker zijnde, die in een ander
and verblijft dan het werkelijke va
derland van mijn ouders en volk.
De radicale gedachten onder de jonge
ren van mijn leeftijd begonnen grote
vormen te krijgen. Steeds meer jonge
ren zagen de vieze kneepjes van de
Nederlandse regering en zijn vriend
Indonesië in en wilden zich daartegen
verzetten.
Wassenaar had eigenlijk het startschot
moeten wezen voor meer harde acties,
maar in plaats daarvan hielden de ra
dicale jongeren zich in. Men was nog
te ongeorganiseerd omdat alles te snel
en ook bij verrassing plaats vond. Die
dag, waarop de actie-Wasssenaar
plaats vond, stelde in feite aan meer
jongere Molukkers de vraag: wat nu??
Je kon zien dat iedereen meeleeft met
de actie. Ieder zat thuis of buiten aan
de radio gekluisterd. Je zag als het
ware op ieders gezicht op dat moment,
dat men wachtte op het sein, om tot
actie over te gaan. We wisten dat dit
het begin was van de gewapende
strijd en dat er meer van zulke acties
zouden komen.
Ieder vroeg zich af of hij het wel aan
kon, of in aanmerking zou komen
voor de gewapende strijd. Het was
voor mijzelf de dag waarop ik beslo
ten heb, met andere vrienden, dat wij
niet zouden terugdeinzen, wanneer de
strijd van ons verlangd werd.
Ik realiseerde mij dat het zo niet meer
kon, wilden wij nog wat van onze
strijd terecht brengen. De situatie
werd met de jaren slechter, en de Mo
lukse strijd werd de dupe van onze ei
gen stomme nalatigheid, zowel bij de
hoogste top als bij de jongeren. De ka
meraden waarmee ik toen omging
verschilden ook vaak van mening
over de voortgang van de Molukse
vrijheidsstrijd. Men was te veel met
andere dingen bezig, wat hen niet
kwalijk kon worden genomen, en
men kon zich dan ook niet vaak bezig
houden met de werkelijke situatie op
dat moment van de strijd".
In het laatste hoofdstuk van het
boek geeft Abe Sahetapy een op
somming van wat er gebeurd is
in de 30-jarige RMS-strijd. Ook
signaleert hij dat de kloof die er
was tussen het Molukse volk,
vooral de jongeren daarin, en de
„hoge heren" van de regering in
ballingschap, steeds groter werd.
Het slot van „Minne strijd voor
de RMS" bestaat uit een geloofs
belijdenis voor de zaak van de
RMS en een kritische kantteke
ning bij het functioneren van de
pers, radio en tv tijdens en na de
acties.
Het boek komt uit op 25 april,
de onafhankelijkheidsdag van
de Vrije Republiek der Zuid Mo-
lukken.
V
DEN HAAG Het Russische persa
gentschap Novosti heeft zich deze
week in een opvallend stilzwijgen ge
huld over de jongste zitting afgelopen
zondag van het Centrale Comité van
de Poolse communistische partij. Nog
opvallender was de berichtgeving van
de partijkrant Pravda, die wel mel
ding maakte van de bijeenkomst van
de Poolse top maar niet van de resul
taten.
De uitkomsten van dat overleg en het daarop
gevolgde akkoord tussen Solidariteit en de re
gering moet de Russen ook wel aanleiding heb
ben gegeven tot die sprakeloosheid.
Wat is er aan de hand Geheel in tegenstelling
tot wat de Russische partijleiding tijdens de
laatste Pools-Russische top op 4 maart hun
Poolse collega's op het hart had gedrukt is, be
sliste immers de Poolse broederpartij.
Begin maart was aan partijleider Kania en pre
mier Jaruzelski te verstaan gegeven dat zij de
alsmaar uitdijende activiteit van Solidariteit
niet langer dienden te tolereren. Dat consigne
leek te worden opgevolgd. In de weken die
vooraf gingen aan de bijeenkomst van het Cen
trale Comité van zondag had het er dan ook
alle schijn van dat de speelruimte van Solidari
teit zou worden ingeperkt. Tegen Poolse dissi
denten, voornamelijk van het KOR, werd hard
opgetreden en hun activiteiten plaatste men in
een antisemitisch daglicht. Ook net bloedige in
cident met vakbondsleden in Bydgoszcz, was
het toevallig of werd het doelbewust geprovo
ceerd leek een uiting van deze confronta
tiepolitiek, en zeker de wijze waarop de autori
teiten hun lezing van het gebeurde aan Solida
riteit wilden doordrijven.
Afgelopen zondag werd en dat was het
meest opmerkelijke van het gebeuren van de
confrontatiepolitiek alsnog afgezien. De hardli
ners binnen het Poolse politburo verloren een
belangrijke slag ten voordele van de gematigde
hervormingsgezinden. Velen in de partij, voor
al de lagere kaders, zagen in dat het roer om
moest. In het slotcommuniqué na afloop van de
zitting stond onder meer dat de partij „de lijn
van overleg wenst voort te zetten en dat zij re
kening wenst te houden met de sociale opinie",
een verwijzing die betrekking had op Solidari
teit. Geheel in tegenstelling met wat het Krem
lin wilde.
Realisme
De basis om tot een akkoord te komen met So
lidariteit was gelegd op voorwaarde dat ook So
lidariteit enige concessies zou willen doen. Soli
dariteit was daar om begrijpelijke redenen niet
erg voor geporteerd, maar het realisme, waar
van Lech Walesa getuigde bleek toch op het al
lerlaatste moment te kunnen zegevieren.
Doordat het akkoord door Solidariteit niet is
verworpen, lijkt het voor het eerst ook moge
lijk dat er een basis is gelegd voor een vorm
van samenwerking tussen Solidariteit en de
communistische partij. Voor vakbondsleider
Walesa was het evident dat hij de niet afwijzen
de gezindheid van de Poolse communistische
partij jegens Solidariteit moest honoreren. Hij
begreep dat de speelruimte van de Poolse partij
in het licht van de aanmaningen vanuit Mos
kou niet al te groot is. Natuurlijk komt een
daadwerkelijke samenwerking bij Solidariteit
niet zo maar van de grond omdat de vakbond
juist is ontstaan als een organisatie die haar
rechten op de communistische partij moest be
vechten.
Een van de belangrijkste resultaten van de acti
viteiten van de vrije vakbond Solidariteit is dat
zij ervoor heeft gezorgd dat grote delen van de
communistische partij „om" zijn gegaan. Een
van de tekenen van die hervormingsgezindheid
is wel de open kandidaatsstelling waartoe het
Centrale Comité van de Poolse communistische
partij zondag heeft besloten. De partij wordt
daardoor als het ware opengebroken, want be
langrijke posities komen niet meer automatisch
in handen van vertrouwelingen.
Deze ontwikkelingen moeten het Kremlin veel
zorgen baren. De Poolse partij luistert immers
niet meer naar Moskou, maar meer naar Soli
dariteit. Grote delen van Solidariteit en van de
Poolse partij begrijpen dat ze elkaar nodig heb
ben. Deze samenwerking waarin beide partijen
weliswaar veren zullen moeten lijkt toch nog
de beste basis te zijn dat het unieke experiment
in Polen kans van overleven heeft.
PAUL VAN VELTHOVEN
>EN HAAG „In feite gaat het
Ij ons nog maar om één ding: of
n Nico (Scholten) nu wel of
et „poep" mag zeggen tegen het
ibinet". Op deze wijze formu-
erde iemand in de top van de
'DA-fractie hoe men momenteel
o christen-democratische kring
taat tegenover het Zuid-Afrika-
leleid van de regering. Volgende
ffeek is in de Tweede Kamer ein-
lelijk aan de orde wat elke be
langstellende al maanden weet,
lamelijk dat de regering nog al
tijd niets voelt voor een eenzij-
Hg olie-embargo tegen Zuid-A-
rika.
De redenen, die minister Chris van
der Klaauw (buitenlandse zaken)
daarvoor aanvoert in zijn afgelopen
ag gepubliceerde brief, zullen
jeen kreten van verrassing wek
ten. Ten eerste: het heeft geen zin,
want de Zuidafrikanen kunnen el
ders ook olie kopen. Ten tweede:
een embargo kan ertoe leiden dat
Zuid-Afrika gaat weigeren grond
stoffen te leveren, die Nederlandse
bedrijven hard nodig hebben. Ten
derde: economische strafmaatrege
len kunnen schade berokkenen aan
i.onschuldigen", te weten de zwarte
landen, die economisch afhankelijk
zijn van Pretoria.
Tegen deze argumentatie zal in het
kamerdebat wel weer (en terecht)
Worden aangevoerd, dat het niet
gaat om een werkelijk effectief
verbod op de uitvoer van olie. De
fracties, die vorig jaar op 27 juni de
motie-Scholten aanvaardden, wil
den dat de regering door het instel
len van een embargo een „signaal
zou uitzenden". Enerzijds naar de
blanke leiders, om afschuw te to
nen van de apartheid, en anderzijds
naar de zwarte bevolking, om haar
een teken te geven van solidariteit.
Premier Van Agt kon zijn kabinet
in die juni-nacht dan ook op geen
andere wijze in het zadel houden
dan door zo'n maatregel nadrukke
lijk niet uit te sluiten. Alleen op die
voorwaarde wilden enkele CDA-
dissidenten hem nog wel de tijd ge
ven om te onderzoeken of hetzij de
partners in de Benelux, hetzij de
Noordse landen mee zouden willen
doen aan een olie-embargo. Zoals
ook al geruime tijd geleden bekend
werd, lieten de aangezochte landen
zich niet verleiden, zelfs niet door
een inderdaad indrukwekkende
brief van Van der Klaauw. Zij zul
len alleen dón een embargo instel
len, als de Veiligheidsraad daarom
verzoekt. Hoewel hij dat zelf al
sinds 19 september weet, heeft Van
der Klaauw dit nü pas aan de
Tweede Kamer meegedeeld.
Schuiven
Dat kon zo lang duren, omdat Van
Agt het vervolgdebat zover moge
lijk voor zich uit wilde schuiven.
Zou hij bijvoorbeeld eind septem-
Jan Nico Scholten
ber met lege handen aan het Bin
nenhof zijn verschenen, zijn val
zou alsnog vrijwel zeker zijn ge
weest. Uitstel was dus geboden en
de reden daarvoor vond hij iro
nisch genoeg ook in de motie-
Scholten. Daarin werd immers te
vens gepleit voor „vergroting, in
tensivering en coördinatie" van de
hulp van de EEG aan de zwarte
staten in Zuidelijk Afrika. Welaan,
daar zou heel wat tijd mee gemoeid
zijn. In dat kader paste de reis van
Van der Klaauw naar Mozambique,
waar hij op de conferentie van Ma
puto financiële steun kwam toezeg
gen. In dat licht moet ook, zo zeg
gen ingewijden, het recente bezoek
van premier Van Agt aan Zimbab
we worden gezien. „De Minister-
President heeft van deze gelegen
heid tevens gebruik gemaakt om
over de totaliteit van de problema
tiek van Zuidelijk Afrika gesprek
ken te voeren", aldus Van der
Klaauw in zijn brief aan de Kamer.
Zo verstreek de tijd en werd het 30
maart, voordat Van Agt het einde
lijk verantwoord vond de Tweede
Kamer te laten weten of de motie-
Scholten zou worden uitgevoerd.
Met al dat voor-zich-uit-schuiven
heeft de premier in elk geval be
reikt dat zijn kabinet al die maan
den kon doorgaan met regeren en
het gewenste (sociaal-economische)
beleid kon ontwikkelen. Hij zal
zich bovendien hebben gerealiseerd
dat er wel zéér dringende redenen
moeten zijn om een kabinet zes we
ken voor de verkiezingen ten val te
brengen.
Verguldsel
Die redenen ziet het overgrote deel
van de CDA-fractie inderdaad niet.
Temeer, omdat de regering de bit
tere pil rijkelijk voorzien heeft van
verguldsel. Zo wijst Van der
Klaauw op een advies van het zo
geheten Comité van Juristen van
de Benelux. Dit college met zijn
eerbiedwaardige naam is tot de
slotsom gekomen dat het instellen
van een olie-embargo door slechts
één of. twee der lidstaten „in strijd
moet worden geacht met letter en
geest van het Benelux-Unieverdrag
en van de Overeenkomst tot instel
ling van het Benelux-douanege-
bied". Een eenzijdig embargo kan
dus helemaal niet, zegt de regering.
En om de pil helemaal makkelijk
door de CD A-kelen te krijgen heeft
Van Agt het verguldsel ook nog
een zoet smaakje meegegeven, door
zijn bezoek aan de premier van
Zimbabwe, Robert Mugabe.
Dat tripje en vooral de broederlijke
wijze waarop Van Agt in Salisbury
werd omarmd, hebben diepe in
druk gemaakt, met name op de
AR-mannenbroeders in de fractie.
Daarmee vervloog de laatste kans,
die Jan Nico Scholten nog had voor
het verwezenlijken van zijn al ja
ren gekoesterde droom. Want wat
moet hij zonder de steun van zijn
eigen „bloedgroep"? Waarbij men
tevens dient te beseffen dat ook de
dissidenten in het CDA maar men
sen zijn en dat ook zij na de verkie
zingen graag een plaatsje onder de
zon willen hebben. Mensen met
zulke verlangens zijn er doorgaans
niet op gebrand ruzie te krijgen
met hun lijsttrekker en hoogst
waarschijnlijk ook eerste man van
het CDA na de verkiezingen.
Onmogelijk
Geen kabinetscrisis dus volgende
week en als gevolg daarvan een
vrijwel onmogelijke positie voor
Scholten. Iemand, die zijn gehele
politieke carrière heeft gebouwd op
de kwestie-Zuid-Afrika, kan het
niet maken „bravo" te roepen naar
een kabinet, dat voor de zoveelste
keer doodleuk weigert te voldoen
aan de wens van het parlement.
Zou hij dat wel doen, hij zou wor
den verscheurd door actiegroepen
als het Angola Comité en de werk
groep Kairos. Maar anderzijds is
ook Scholten maar een mens en
heeft hij geen zin zich nog meer
vijanden te maken in de fractie.
Zeker nu hij op een niet direct ver
kiesbare plaats staat op de kandida
tenlijst en in het gunstigste geval
pas drie maanden na de verkiezin
gen in de Kamer kan komen. „Be
grijp je nu waarom hii een opge
jaagde indruk maakt? aldu^een
andere CDA'er.
Daardoor wordt ook duidelijk,
waarom Scholten afgelopen dins
dag al een paar uur na binnen
komst van cle brief van de rege
ring, voor de camera van het NOS-
journaal de voor velen verbijste
rende uitspraak deed dat „de zaak
niet met een kabinetscrisis gediend
zou zijn". Kennelijk heeft hij geko
zen voor een wanhoopspoging:
goodwill kweken in de fractie en
daardoor toestemming te krijgen
voor een „hard" verhaal en een
daarbij behorende motie. Daarmee
zou hij immers nog enige indruk
kunnen maken op links Nederland.
Het ziet ernaar uit dat hij althans
het verhaal mag houden, omdat
fractieleider Lubbers geen comple
te breuk wil met het tot dusver ge
voerde beleid. Bovendien zou dat
laatste grote risico's inhouden, om
dat de meeste dissidenten, hoe goed
zij het kabinet nu ook gezind zijn,
dat niet zouden accepteren.
Iets anders is echter of Scholten de
motie, waarin hij vraagt om onder
meer een verbod op de invoer van
steenkool uit Zuid-Afrika, mag in
dienen. Daarmee immers zou hij
weer echt lelijk kunnen gaan doen
tegen het kabinet, met toch nog de
kans op een botsing tussen CDA-
bewindslieden en CDA-fractie. Een
antwoord op deze vraag is wellicht
gelegen in de ontspannenheid van
Ruud Lubbers. Deze lijkt er aardig
zeker van dat Scholten zonodig de
voorkeur zal geven aan een ont
maskering als opportunist boven
een stille afgang door één van de
(vele) ziideuren, die het CDA-ge-
bouw rijk is.
RIK IN T HOUT