je maar
>woon,
in doe
al gek
Ü!TÜrouwen
Pasen en Pasen
vallen op één dag
APRIL
Uniek verschijnsel herhaalt zich pas weer
over ruim anderhalve eeuw
Moedert plegen jengelend kroost eindt mensenheugenis
sf te schepen met de dooddoener. „Als Posen en Pinkste
ren op één deg vallen". Met Sint Juttemis dus. Helemaal
nooit. Zouden ze echter hun kinderen een sprankje hoop
willen laten, dan zouden ze de zegswijze kunnen vervan
gen door iets in de trant van: „Als het Joods en het Chris
telijk Psasfeeet op dezelfde dag worden gevierd".
Ook nog een kluit In het riet van jewelste, maar het gebeurt
tenminste een doodenkele keer. Dit jaar met name, op 19
april. Daarna zal er tot het verre verschiet van het jaar 2123
gewacht dienen te worden voordat de data weer samenval
len; in heel de volgende eeuw doet het verschijnsel zich niet
voor, zo zeldzaam is het.
De eeuw die wij beleven. Is er curieus rijk mee bedeeld ge
weest. Maar liefst vijfmaal zijn het Israëlisch en het Christelijk
Paasfeest op dezelfde dag gevierd: in 1903, 1923, 1927,
1954 en nu dus in 1981.
Met dit laatste Jaartal is de totale score op acht gekomen
sinds In oktober 1582 de Gregoriaanse kalender werd inge
voerd. We kennen nog 1609, 1805 en 1825. In de rest van de
zeventiende en in heel de achttiende eeuw bleef het ver
schijnsel achterwege.
Bovendien gaat het er dit jaar niet helemaal eerlijk toe. Sinds
de,negende eeuw is het een heilige Christelijke traditie dat
Paaszondag valt op de eerste zondag na volle maan na het
begin van de lente. Welnu, die eerste volle maan schijnt op
19 april en dus zou het eigenlijk op zondag 26 april Pasen
moeten zijn. Een even heilige traditie echter wil dat 25 april
de alleruiterste datum is waarop Pasen mag worden gevierd.
Daarom heeft men het feest een week achteruit moeten
schuiven en kreeg men een beetje kunstmatig die zeldzame
samenvat met het Israëlisch Pasen. De noodzaak om achter
uit te schuiven is overigens op zich al uitzonderlijk. Men heeft
dat in de geschiedenis slechts één keer eerder hoeven doen,
in 1609. De volgende keer zal pas het jaar 2076 zijn. Wie dus
zijn jengelende kroost belooft: „Als Pasen een week achter
uit geschoven moet worden", houdt ook aardig de boot af.
Alle statistici tevreden? Dan de historie van het merkwaar
dige fenomeen. Het Joodse Paasfeest begint sinds duizen
den Jaren (sinds de uittocht uit Egypte die door Bijbelken
ners rond het jaar 1220 voor Christus wordt gesitueerd) op
de avond van de 14e op de 15e van de Israëlische maand
Nlsan (maart-april) of, met andere woorden, op de datum
waarop het volle maan is in de maand waarvan de veertiende
dag, gerekend vanaf de nieuwe maan, valt op of na de lente
equinox. Een vaste datum dus, al staat het er wat ingewik
keld, geregeld in het Bijbelboek Leviticus, om de bevrijding
uit Egypte te herdenken en de tocht door de Rode Zee en de
woestijn naar het land en de stad van Jahwe. Deze herden
king van Jahwes grote daden moet het geloof en de hoop op
de toekomst voeden.
De Christelijke Paasviering herdenkt dezelfde geschiedenis
van God en zijn volk, maar nu vooral rond de persoon van
Jezus, de Messias, die het nieuwe Paaslam werd. Het feest
van de Opstanding. Hoewel het Nieuwe Testament ons het
jaar van. die Verrijzenis niet leert, zijn de vier Evangelisten
wel eenstemmig over de dag van de week en de tijd van het
jaar waarop dat wonder zich voltrok: in de vroege ochtend
namelijk van de eerste zondag na het Paasfeest der Joden.
En aangezien dat Israëlische Pasen gefixeerd is op een da
tum, zou het Christelijk Pasen ook gefixeerd moeten zijn,
denkt de simpele ziel; op de zondag na de avond van de 14e
op de 15e van de Joodse maand Nisan dus. Geen probleem.
Er was In den beginne geen probleem. De eerste Christenen
te Jeruzalem waren gedoopte Joden. Ze hielden zich in alle
opzichten aan de Joodse wetten.
„Nog nooit Is iets dat onheilig of onrein was. in mijn mond
gekomen", zei de apostel Paulus toen de Christengemeente
toch al enige tijd bestond. Naarmate echter het aantal hei
den-Christenen groeide voor wie het Joodse Paasfeest zon
der zin was, verviel ook de betekenis van de samenhang en
dwaalden de data uit elkaar. Een belangrijke rol speelde
voorts het feit dat de hoofdzetel van de Christengemeente al
spoedig werd overgeplaatst naar Rome waar de Juliaanse
kalender van kracht was, iets heel anders dan de maanka
lender van de Joden.
Paasstrijd
Zo kon er in de tweede eeuw zelfs een Paasstrijd ontbran
den. Onder de Christenen in Griekenland en Klein Azië heer
ste toen nog het gebruik om het Pasen van de Opstanding te
vieren op de veertiende dag van de eerste maand, gewend
als ze waren om in maanjaren te rekenen, niet in de Romein
se zonnejaren. Deze samenhang met het Joodse Pasen von
den de moderne Christenen in Rome een uiting van ortho
doxie. Ze namen er aanstoot aan. Ze gingen die achtergeble
ven „Quatradecimanen" (mensen van de veertiende dag) be
schouwen als ketters.
Het eindigde ermee dat de Griekse en Aziatische Christenen
massaal in de ban werden gedaan. De breuk met het Joodse
Pasen kwam definitief toen 318 Eerwaarde Vaderen tijdens
het beroemde Concilie van Nicaea in het jaar 325 een eigen.
Christelijke sleutel afspraken voorde bepaling van de Paas-
datum. In het begin van de negende eeuw werd die sleutel
nog verfijnd en toen paus Gregorius XIII, vervolgens in de
zestiende eeuw de Juliaanse kalender verving door zijn eigen
tijdrekening, was het systeem zoals we dat nu nog hanteren
compleet.
De grote kerkvader Augustinus zei het omstreeks het jaar
400 in zijn 55e brief aldus: Wij trachten niet uit de loop
van de zon of maan, noch uit de wisseling van jaren en
maanden te weten te komen hetgeen geschieden zal; wij
zouden zodoende in de stormen des levens te pletter gesla
gen worden op de rotsen van een ellendige slavernij en de
schipbreuk veroorzaken van ons vrije oordeel. Maar wij ont
lenen er in diepe vroomheid vergelijkingen aan die geschikt
zijn om de heilige waarheden tot uitdrukking te brengen". De
In Nicaea gevonden sleutel voor het bepalen van de juiste
Paasdatum diende volgens Augustinus „om het feest te on
derscheiden van dat der Joden" met zijn louter astrologische
achtergrond.
Hoe die sleutel werkt Is te ingewikkeld om hier uit te leggen.
Er worden begrippen bij gehanteerd als „het gulden getal"
en „de zondagsletter". Hogere wiskunde. Men past er tegen
woordig de zogenaamde formule van Gauss op toe, in 1800
door het gelijknamige Duitse cijfergenie gevonden. Je kunt
er geweldig ver mee in de toekomst kijken; zo zullen in het
jaar 11710, mochten we dat ooit beleven, over bijna tiendui
zend jaar dus, de dagen samenvallen waarop de westerse
Christenen de dood van Jezus herdenken en Grieks-Ortho
doxen zijn geboorte. De leer ondertussen vraagt zich af of
het niet wat eenvoudiger kan. Zou het geen mooie oecumeni
sche gedachte zijn om eindelijk tot een uniforme Paasdatum
te komen? En zou het feit dat het Joods en Christelijk Paas
feest dit jaar voor het laatst in meer dan een eeuw samenval
len, geen aanleiding kunnen zijn voor een dergelijk streven?
Economie
Geen nieuwe gedachte. Reeds bisschop Paulus van Middel
burg had in de 15e eeuw de mogelijkheid geopperd om de
Paasdatum te fixeren en ook de grote hervormer Luther
hield een pleidooi in die richting. „Dat dit feest zo schom
melt. is de schuld der vaderen die verzuimd hebben de rege
ling tijdig op te heffen".
Talloze malen is het idee sindsdien door anderen uit de do
cumentenkoffer gehaald, niet echter om redenen van geeste
lijke aard. maar als onderdeel van een ingrijpende kalender
hervorming met het doel de kalender voor het economische
leven, voor de zakenwereld, praktischer te maken.
Nog pas zes jaar geleden waren het de Verenigde Naties die
aandrongen op een uniforme Paasdatum. Tien jaar eerder al
had het Tweede Vaticaanse Concilie besloten zich niet tegen
een algemene, vaste Paasviering te zullen verzetten. De We
reldraad van Kerken legde vervolgens de suggestie voor aan
al zijn leden. Hoe Is de huidige stand? Een vraag voor prof.
H.A.M. Flolet, secretaris van de Nederlandse Raad van Ker
ken. „De bezinning is op gang gekomen", meldt hij. „maar
heeft nog niet tot een beslissing geleid. De grote moeilijkheid
Is dat de Oosterse kerken wachten op hun oecumenisch con
cilie. Daarover zijn al een aantal voor-vergaderingen gehou
den, maar het is er tot nu toe niet van gekomen. En zonder
zo'n concilie kan er binnen de Oosterse kerken geen besluit
vallen. Dus moeten de Westerse kerken afwachten. Veel be
zwaren tegen een vaste Paasdatum leven er binnen de Wes
terse kerken niet, is mijn indruk. Hoewel, een aantal Christe
nen heeft zich furieus tegen verklaard. Die voelen zich te zeer
verbonden met de traditie om zelfs maar de gedachte aan
een vaste Paasviering te kunnen verdragen. Ik ken een pre
dikant die zegt: Als het gebeurt, breek ik met mijn Kruis".
PIET SNOEREN
jaar heeft iedere Nederlander een
kans van 1 op 5 om slachtoffer van
een of ander misdrijf te worden. Min
der dan de helft van de wetsovertre
dingen wordt bij de politie aangege
ven, slechts een kwart van die geval
len wordt in een proces-verbaal vast
gelegd en ongeveer tweederde daar
van wordt opgelost. De kans op her
trouwen na overlijden van de partner
is voor mannen 97 percent en voor
vrouwen 42 percent.
Schat aan illustraties
Natuurlijk wist prof. Galjaard de grie
zelige hoeveelheid feiten en feitjes die
in zijn boek liggen opgetast, niet uit
het blote hoofd. In een slotwoord
zwaait hij dan ook lof toe aan „wie dit
boek echt gemaakt hebben"; meer
waterdragers uit allerlei vakgebieden
dan v op handen en voeten te tellen
vallen. „Je zou het eigenlijk Het Grote
Plagiaat Boek kunnen noemen", geeft
hij eerlijk toe. Zo kon de blik in de
spiegel een uiterst volledige worden;
geen jeugdpuistje of rimpel, geen
mee-eter of grijs haar ontsnapt aan
de aandacht. Dit alles verlucht en ver
duidelijkt met een schat aan illustra
ties, het keurmerk van alle boeken
van de maand.
Maar de conclusies die getrokken
worden zijn natuurlijk van prof. Gal
jaard. Deze bijvoorbeeld: „Gelukkig
zijn blijkt niet zozeer af te hangen van
de omstandigheden waaronder ie
mand leeft en de problemen die hij
ondervindt, maar heeft veel meer te
maken met Je zeker voelen, het ge
voel hebben ergens bij te horen, ei
gen verantwoordelijkheid te dragen
en gewaardeerd te worden. Maar we
hebben verleerd om de hele tijd bezig
en tevreden te zijn met het vervullen
van de primaire biologische levensbe
hoeften: voedsel, warmte, veiligheid,
seksualiteit en liefde. We streven nu
naar maximale zelfontplooiing, maar
helaas kiezen velen daarbij de ver
keerde wegén: verwerven van steeds
meer macht, het leveren van een
steeds grotere prestatie of het stre
ven naar steeds meer en nieuwere
materiële zaken. Dat we de goede
wegen niet gevonden heben, mag je
toch afleiden uit de toenemende
(jeugdcriminaliteit, apathie tegenover
het onderwijs, het hoge arbeidsver
zuim en de eenzaamheid onder jon
geren en ouderen, ondanks al onze
sociale zekerheden en materiële wel
vaart". Prof. Galjaard wijst vervol
gens hoe de goede wegen wel lopen
en geeft aan welke veranderingen no
dig zouden zijn. Helaas echter heeft
hij 200 bladzijden eerder al vastge
steld: „Te grote veranderingen in een
korte tijd hebben In het algemeen
onze sympathie niet". Hoe compleet
het spiegelbeeld ook Is dat hij ons
voorhoudt, er blijven twee grote, vra
gende ogen in staan.
PIET SNOEREN
Het leven van de Nederlander, prof.
dr. Hans Galjaard, Boek van de
Maand, van 9 april tot 10 mei
22,50, daarna 39.50
(VAN DE MAAND:
.EVEN VAN
ïDERLANDER
ïn doelden van de Nederlander: we
anisatiepn meer naar muziek dan dat
sn taakr maken.
euren nj
belangij
jcretarii
rt
leven van de Nederlander"
Bt nieuwe boek van de maand
naf 9 april in de winkel ver
ing |ar ie, maar waarvan de 150
O van de Tweede Kamer via
it-exemplaren al kennia heb-
innen nemen. Een problematic
Itel. De Nederlander, wie mag
*at ppn1' *ijn? Hoeveel schakeringe
Qr_ j- zich verzinnen tuesen SiTvi
7 0 e 1 en koningin Beatrix, tussen
et cursigmbergen en professor Die-
ïfoon, mst? De auteur, prof dr. Hans
rd, beseft de moeilijkheid
feertien miljoen Nederlanders
XK) vierkante kilometer", ver-
inuciaci"'- "Al> S*"ik-
iuusias^ou varda|sn ovsr onze g p«r.
m zich Sbouwde kom, 61 percent cut-
Dor is eend en 10 percent bos, heide
s een td, zouden ze elkaar op on-
ie afstanden van 50 meter ge-
wpr nr-J'jk z,*n *1000 en zouden ze
9 Tien zien hoe verschillend ze
n is in sf
lanks heeft prof. Galjaard (u
cht een»rt hem zich wellicht als de in-
ndeafc?6 commentator bij de Grote
1 van Koos Postema over ouder
i) geprobeerd die 14 miljoen
srwjte inventariseren en te syste-
ren, er grote lijnen en rode
i in te ontdekken. Zo citeert hij
jidelijke bijval deze uitspraak
idfried Bomans: „Alles wat er-
itsteekt, wekt in de Nederlan-
2 55* onweerstaanbare drang om
ijk te maken. Deze oerdrift tot
B^Qjen leeft al bij onze kinderen.
B|t krijt op de schutting geschre-
MBiet is gek" betekent niet dat
^Hmkzlnnig is, want dan zouden
^■^liddellijk voor hem hebben ge-
Berd. Het betekent dat Piet
I niHon 'vallend heeft gedragen en dat
Lwuen nj niet te doen".
nd.: engenders wantrouwen een topper
outon piafe vertelt hoe het moet, of dat
uk®n. tn Uyl, Wiegel, Arle Groeneveld
L: 2 kam( veen is. Doe maar gewoon,
k- ie je al gek genoeg. En deze af-
Bn het uitzonderlijke heeft nog
jhrAotetr"®n 00k» vindt P1"0'- Galjaard.
,uroeR5U| vrijwel onvoorstelbaar dat één
amer appde politicus of groepering zo-
m apartelvloed krijgt dat minderheden
i, toiieteer gehoord worden. Dictatuur
e woonktmenuit lijkt In ons land onmo-
tkamer er Anderzijds echter dit be-
„Nederiand telt alleen al meer
6.000 organisaties die over-
rendaal übsid,es krijgen; dan kun je na-
hoeveel tienduizenden er nog
root app.) we zelf betalen. De Nederlan-
ind.: entfeft daardoor een vrijwel onbe-
sie karnap mogelijkheid zich met an-
'Pkanwa&nkenden, anders-willenden of
fktrU/hIItdoenden bezi9 te houden- Dat
(.hdan ook en het zou interes-
mik). ini. en u|t t0 rekenen h0eveel tijd en
loihorn ,|Jke inspanning de Nederlan-
lolDeiy Mjtraakt aan het creëren van
jsingei 7,Standen en conflicten, het be-
>7i-i49ien ervan en het zoeken naar
)losslng, dit zowel in de politiek
f kerk, gemeente, buurt, het
de familie en zelfs in de vrije-
Het leven van de Nederlander: gelukkig ouder worden, steeds tevreoener zijn met het kleine.
Het leven van de Nederlander: wie durft te zeggen dat we niet overbevolkt zijn?
tijdsbeteding. Wat zou er In Neder
land veelTneer bereikt worden als we
de .tijd die we nu in vechten stoppen,
zouden besteden aan het vooruit
brengen van de gebieden waar het
om gaat. Maar dat is veel moeilijker
omdat het vindingrijkheid vereist en
bij ruzievergaderingen Is dat niet zo
nodig".
U ziet: de spiegel die prof. Galjaard
zijn landgenoten voorhoudt, is geen
voordelige. In het hoofdstuk „Toe
komst" bijvoorbeeld deze veeg uit de
pan: „Veel mensen hebben terecht
het gevoel dat er in de landelijke
politiek weinig tot stand wordt ge
bracht op terreinen die hun direct
aanspreken. Waar bjijven in ons par
lement de discussies over toekomsti
ge ontwikkelingen van de bevolking,
prioriteiten in de gezondheidszorg of
over de problemen van jongeren en
de vereenzaming van ouderen? Dat is
politiek niet vertaalbaar, hoor ik wel
eens. Dan denk ik: laten onze politici
dan beter leren vertalen. Daarnaast
zijn decentralisatie nodig en meer
mogelijkheden om zelf te kiezen, zelf
verantwoordelijkheden te dragen".
Toch rijst bij het lezen van deze en
dergelijke kritiek onwillekeurig de
vraag hoe glad het ijs is waarop prof.
Galjaard zich waagt, en welke schaats
hij rijdt.
Hij is namelijk hoogleraar In de cel
biologie en heeft zich als zodanig ge
concentreerd op erfelijke ziekten en
de methoden voor vroegtijdige onder
kenning van aangeboren afwijkingen.
Een duidelijke specialist dus. In „Het
leven van de Nederlander" echter be
strijkt hij de terreinen van de sociolo
gie, de politicologie, de demografie,
de massa-psychologie, de andrago-
gie, de communicatie-wetenschap, de
statistiek, de cultuur-filosofie en nog
het een en ander alsof het niks is. Bij
hoeveel leesten mag een schoenma
ker blijven?
Documentatie
„Daar heb je weer zo'n typische Ne
derlander die niet ontevreden is over
zichzelf en de kans het grootst acht
dat de ander ongelijk heeft", zal prof.
Galjaard wellicht tegenwerpen, mocht
hij deze voorzichtige vraag onder
ogen krijgen. En inderdaad is uw re
censent een Nederlander. Maar prof.
Galjaard is dat ook. Daar zit hem de
kneep.
Gedocumenteerd is het boek in ieder
geval. Wist u dat we onze 6- tot 20-
jarlgen meer dan 5 miljard gulden
zakgeld geven? Hoe aardig zou daar
uit het gat van 119 miljoen gedempt
kunnen worden dat minister Pais op
zijn onderwijsbegroting heeft. En
weet u waarom Nederland niet echt
belangrijk is? „Omdat er op de we
reld 1.000 miljoen ondervoede kinde
ren zijn, 800 miljoen analfabeten, 55
miljoen kinderen onder de 15 jaar die
werken, 14 miljoen zuigelingen die In
het eerste jaar sterven, 50 miljoen
abortussen per jaar".
Van alle Nederlandse gezinnen heeft
97 percent een koelkast, 66 percent
een elektrische naaimachine en 62
percent een stereo-installatie. In een