Gruwel op de weg „ALLES IS WEER PIEKFIJN IN ORDE, MENEER" de als Eu rijgen? de rul e L ntevaar rot du: nd. Mai >ok gaa In de ellijker rs bljvcxhet canvas verslattn. Ter vergelijking boven een band met een htlooshtfuk profiel. ^eel zuh !?ïïtVEN Meneer van Bern- zacht glooiend alpenweitje. Een wiel Ie AT.ht hnrrl aar» unkontlo aes ruln,s 00,11 hard aan vakantie ïdaan Jri9 iaar ,s het er nlet van Q°- >or Am? Hoe 0aat dat» 000 kle'ne Da zo'nrd'00 0n dan net a,s de zaak t hflt nwN0 b09,nt te lopen. „Laten Ie SoacF133' uitst0"en volgend atiA\/fl3arie- 00 kinderen vermaken oeklaP wel"* Maar dit Jaar h00ft Jaak de zaak gelaten, de im- ua te viop de öut0 fleschroe,d. d0 irheid rrl °P90l09d' de caravan ach- itwikkePut0 9ehangon, Marle en de ktnir«icrt,d0r0n ,at0n Instappen* en Is het ovSi.9 naar Zwitserland ge- ..Meneer Van Bemmelen is Hetcjj*1 zakenman. zeer consciën- ij laat niets aan het toeval larom heeft hij ook voor het zijn auto nog naar de gara- rffonH Jracht met de opdracht een mena ^0.000 km-beurt uit te voe- <at hij In de vakantie In elk >rgeloos zal kunnen rijden, ïebhfin' 90b0urd- De garagehouder l ^hem een prettige vakantie iao \Wfl'enst- hem nog eens extra eèrd: „Alles Is weer piekfijn In at purnPiene0r" 0n hem 000 reke" .„..ïit^oorgeschoteld van over de "0I'®|den, inclusief btw. verloopt voorspoedig. Mls- rhoudkdat de aut0 ,ets mlnder goed »h« v!iraar 'a- met zon caravan r»no An r 00 000 b°0t 0rOP 'S dat 0i" it dufü.i,09,sch* Prachtig landschap, o^Qii™ltserse' al griezelen de kinde- ffjjr"9 nu en dan, als je vlak naast te vm( 000,1 9rand meer ziet, maar luldt enderden meters d'epe af- Is roodgloeiend. De rook slaat eraf. De familie stapt doodsbleek uit, de jongste van zeven huilt. Aan de an dere kant van de weg gaapt de af grond. Het duurt niet lang of er komt hulp. Het enige dat meneer Van Bemme len kan zeggen is: „De wagen piep te zo, en toen. Tot op de bodem Ze hebben naderhand de zaak tot op de bodem uitgezocht. De rem men waren bij de extra-beurt niet nagekeken. Een van de remblokken was totaal versleten, de stalen grondplaat was op de remschijf ge drukt en vastgelopen. Toch had de garagehouder nog eens extra ge zegd: „Alles is weer piekfijn in orde, meneer. Mag ik even met u afreke nen? Dat wordt dan, inclusief btw nicatte le,h JhWat P,0Pt er nu zo aan de e lucnr de caravan wel zijn", meneer Van Bemmelen, toch even luisteren. het weer. Het gaat snerpend gekrijs. De slingert vlak langs de af- iert de andere kant op. De dreigt te scharen. Moor- ikrijs van staal op staal. De slingering is gelukkig de kant op. Met een schok Ie auto tot stilstand op een vierhonderd en zestien gulden en tweeënveertig cent". De familie Van Bemmelen had voor dat geld dood op de bodem van het ravijn kunnen liggen. De stille getuigen van dit bljna-dra- ma, remschijf en remblok, liggen nu op een van de rekken in de „gru welkamer" van de Verkeersschool Korps Rijkspolitie in Bilthoven. Niet als curiositeit of als afschrikwek kend voorbeeld voor alle garage houders en monteurs die er maar met hun pet naar gooien en graag willen „vangen", maar er niets voor willen doen. Nee, als Instructiema teriaal bij de opleiding tot technisch specialist bij het Korps. Zo van: kijk jongens, zulke dingen kun Je nu op de weg tegenkomen. Deze remaffaire is natuurlijk een schoolvoorbeeld van het niet goed onderhouden van een auto. De el- AMSTELVEEN Met het teruglo pen van de koopkracht zal de Ne derlandse consument zich steeds minder van status gaan aantrekken. De tijd van poenerige stereotorens, metershoge hamsterkasten, ruim bemeten limousines en driedubbel toiletpapier lijkt voorbij. „Functio neel" wordt het credo van het kooppubliek In de jaren tachtig. Het lijkt paradoxaal, maar bij het slan ker worden van de portefeuille wordt meer geld besteed aan ver maak, ontspanning en ontplooiing. Wijs en met een glimlach de econo mische misère tegemoet dus. Zie daar het toekomstbeeld van de vakgroep die zich het meest met de consumenten bezighoudt: de recla memakers. Het zal niemand verbazen dat de vraag: „Hoe ziet de consument er over tien jaar uit?" zowel reclame makers als producenten In toene mende mate bezighoudt. Niets Is immers zo bepalend voor het koop gedrag als het geld dat men te be steden heeft. En de vetlederen geldbuidel van het Nederlandse kooppubliek verliest aan gewicht, althans: daar ziet het naar uit. In de tijd van gestage groei ging een nieuwe reclameleus er nog vrij een voudig in. Maar nu er moet worden Ingeleverd, moeten reclamemakers en producenten harder knokken voor hun brood. Congres „Het is van het grootste belang dat wij weten: wat gaat de consument doen als zijn koopkracht terug loopt?", zegt reclamemaker Cees van Staal, vooruitlopend op het re clamecongres „Nieuw: morgen inle veren" dat 19 en 20 maart wordt gehouden in het Jaarbeurscongres gebouw te Utrecht. Voor Van Staal, die het congres voor een groot deel organiseert, staat één ding als een paal boven water: over tien jaar ziet de modale „klant" er onvergelijk baar anders uit dan nu. Op het congres bepalen de recla memakers zich hoofdzakelijk tot een toekomstonderzoek dat sympa thiserende vorsers In Amerika heb ben verricht volgens de betrekkelijk nieuwe „Delphl-methode". Van Staal legt uit: „De methode houdt in dat een aantal specialisten op uiteenlopende terreinen bij elkaar gaat zitten en probeert overeen stemming te bereiken over bepaal de zaken. Een computer registreert waar men het wel, in grote lijnen, of helemaal niet over eens kan wor den. Zo kun je vaststellen welke ontwikkelingen volgens de spe cialisten waarschijnlijk of minder waarschijnlijk zijn". Om er achter te komen hoe de za ken er in Nederland voor komen te staan hebben zestien specialisten uit het bedrijfsleven, wetenschap, consumenten- en culturele organi saties, overheid en vrouwenbewe ging twee dagen lang In de aanwe zigheid van een alerte computer ge debatteerd en gefilosofeerd. Pas 20 maart worden de resultaten van deze intellectuele Inspanning be kend, maar Cees van StaaJ wil er alvast wel wat over kwijt. Status „Het Stanford Research Institute heeft in de VS en In Europa op ons terrein toekomstonderzoek gedaan. Dit instituut constateert de opkomst van de, zo dat heet 'inner directed consumer*, de als het ware naar binnen gekeerde consument. Deze mens heeft een heel andere opstel ling ten aanzien van de welvaart. Hij vindt status minder belangrijk. Rijdt liever In een eendje dan in een ben- zineslurpende bolide die Je boven dien moeilijk kunt parkeren. Hij be steedt zijn geld liever aan uitgaan, goed eten, muziek en boeken dan aan chique kleding. Hij koopt liever een paar degelijke stappers dan kwestbare lakschoenen". De eerste voorlopers van deze nleu- De „toekomstgroep", die twee dage ter debatteerde over consumenten; Cees Van Staal. we categorie men3 werden al in de zestiger jaren gesignaleerd. Vooral jonge mensen, die zich mede uit begrotingsoverwegingen weinig van geldvretende praal aantrekken. Deze groep groeit nu snel volgens Van Staal. Bij het krapper worden van de kas zal Jan Modaal zich ook als deze „alternatievelingen" gaan gedragen, stelt Van Staal. „Het nieuwe consumentisme is een pro ces dat al langer loopt, maar nu door de teruglopende koopkracht versterkt en versneld wordt. Het is natuurlijk ook een kwestie van wat Je je kunt veroorloven, en status-ar- tikelen zijn in de regel nu eenmaal duur". Rek Het verhaal van Van Staal Is lllu- I in het bijzijn van een compu- Tweede van links (met hond) stratlef voor de gedachte dat er In de koopkracht van de welvarende westerse consument nog enorm veel rek zit. De reclameman: „Je hebt een heleboel zaken natuurlijk niet nodig. Neem nu die torenhoge ijskasten. Voor veel mensen een grotendeels overbodig statusartikel. Het functionele krijgt volgens mij met de jaren meer aandacht. Ste- reo-apparatuur is daar een goed voorbeeld van. Stereotorens be staan voor meer dan 50 procent uit lucht. Dat gaat de consument nu in- zJen. Vandaar de opkomst van de mini-sets. Kleinere apparatuur, maar met evenveel elektronica en net zo goed. Het Is overigens goed denkbaar dat het onderwijs in de toekomst meer aandacht gaat be steden aan hoe Je Je geld verstan dig kunt besteden; wat wel en niet belangrijk Is. Uit deze hoek kunnen dan belangrijke impulsen komen om allerlei statusverschljnselen te doorbreken". Schone schijn De nieuwe consument laat zich dus, mogen wij uit het bovenstaande af leiden, minder verleiden door de schone schijn en van status afgelei de geluksgevoelens. Sombere tij den derhalve voor de reclamema kers, met hun creaties van droom werelden. opperste gelukzaligheid bij witter dan witte was, romantiek van snel gesneden costuums en avontuur bij zeevarende flesjes scheerwater. Of is dat een misver stand? Van Staal: „Bij een nieuwe consu ment hoort natuurlijk een nieuwe reclame-aanpak. Vandaar ook ons congres. Nu is het congres niet be doeld omdat de reclamewereld een voorloper wil zijn. Dat is een groot misverstand. De vrouwenbeweging schopt nog steeds tegen de recla- me aan, omdat die sexistisch en traditioneel Is. Omdat de rol van vrouw als verzorgster wordt bena drukt. Maar de reclame kan niet an ders. Die loopt altijd op de ontwik kelingen achter. Je kunt geen voor loper zijn, want dan spreken je tek sten en commercials niet meer aan bij het grote publiek". „Maar toekomst blijft er voor de re clamewereld. Wel zal er een verhe vigde strijd losbarsten. Het wordt voor het bedrijfsleven van belang het marktaandeel te behouden. Daar is goede reclame bij nodig. En los daarvan: stel dat wat wij nu on der status verstaan helemaal ver dwijnt. Nou, dan komt daar weer een variant voor terug. Een mens wil zich nu eenmaal van anderen onderschelden. Totale afschaffing van status is daarom psychologisch en praktisch onmogelijk". PAUL KOOPMAN ken zijn afgebroken. Ze waren van een niet al te best merk. Andere wielen, waaronder van vrachtwa gens, laten uitgelopen gaten van wlelbouten zien. Slecht of scheef aangedraaide wielmoeren waren de oorzaak, ovale gaten het gevolg. Met als resultdat een slingerend wiel, dat er een keer moet aflopen. Levensgevaarlijk! De afdeling trekhaken is een ver haal apart. Zoals die van die boer, wiens karretje niet op de op 's mans auto gemonteerde trek haak paste. Wat deed hij? Hij zaag de de trekhaak door, haalde een roestige ijzeren pijp, die het gaas rond zijn tuin overeind hield, uit de grond, zaagde daar een stuk af en laste dat tussen de twee stukken van zijn oorspronkelijke trekhaak. Het zag er prima uit, vond hij. Hij hing zijn karretje achter de auto. Nog geen twaalf kilometer verder, op de weg van Utrecht naar Arn hem, boog de pijp, brak, het karre tje schoot los en vloog als een raket over de rijksweg. Gelukkig geen schade aanrichtend. Of die andere doe-het-zelver, die zijn trekhaak met stukken bandijzer had vastgezet. Je kon het nage noeg met de hand buigen. Voor de sterkste-man-van-Nederland zou het een peuleschilletje zijn geweest. Zijn caravan had er nog minder moeite mee. Man nog boos dat de politie hem vriendelijk doch beslist aan zijn verstand bracht dat dit toch echt niet kon. En dan die Jonge Jongen, een ver woed sleutelaar, een die het mis schien nog heel ver kan brengen in het constructeursvak. Een heel net te Jongen ook, verzekert adjudant Brouwer. Hij had zelf zijn motor ge construeerd: een Zündapp blok en een speciaal zelf gelast wiegframe. Knap gedaan, de lasjes waren nog wat slordig, maar dat komt nog wel. Alleen jammer dat hij voor het fra me ouderwetse ijzeren elektrici- teitspijp had gebruikt. Het machien tje liep „oerend" hard, maar het „dweilde" wel over de weg. Gasslang Of die man, wiens remleiding was kapotgegaan. Nou ja, dacht hij, als ik er nu maar een slangetje tussen zot en dat goed vastklem, kan me niets gebeuren. Hij nam een stuk gasslang, zette dat aan beide kan ten met twee slangklemmen muur vast. Toen ging hij rijden en moest remmen. De druk werd natuurlijk te groot en de slang barstte uiteen. En hij had hem nog wel zo goed vast gezet, zei hij later. En dan die jonge knaap die brede wielen wilde monteren. Stoer, dacht hij, en een betere wegligging Is ver zekerd. Hij laste stukjes draadeinde op de wlelbouten, zaagde velgen door, laste daar stroken plaatijzer tussen, monteerde heel brede ban den en ging rijden. Het resultaat laat zich voorspellen. De wlelbouten bogen en knapten, de gaten in de velgen lubberden uit. Weg mooie stoere coureursdroom. Maar ai die tijd was hij wel een gevaar op de weg. De keurcollectie banden In de „gru welkamer" mag er ook wezen. Ad judant Brouwer laat „opgesneden" banden zien, waar men, toen ze wa ren versleten, een nieuw profiel In heeft aangebracht. Jawel, tot op het canvas toe. Andere banden zijn te slap bereden. Zo zelfs dat het loopvlak eraf is gevlogen. Nog eventjes en het mooie weer is daar. Dat betekent een grotere ver keersdrukte die gedeeltelijk wordt veroorzaakt doordat de wat oudere karretjes van stal meestal straat worden gehaald, om er eens lek ker mee te gaan toeren. Geen kwaad woord over'oudere karre tjes. Als ze maar in goede staat zijn en volgens de voorschriften. Niet zo gek en veel veiliger om daar nu al vast eens naar te kijken of te laten kijken. Poetsen Is niet genoeg. Even een vlekje wegwerken kan altijd nog. Eerst een „gruwel" wegwerken! GERARD CRONÉ FOTO'S: CEES VERKERK genaar treft hier geen blaam. Maar er zijn ook duizenden automobilis ten in Nederland, die het periodiek onderhoud maar zelf doen, omdat het In een garage laten-doen zo duur is geworden. Nu is daar hele maal niets op tegen al wordt in kringen van onderhoudsbedrijven anders beweerd als de zelfdoe ner maar over de nodige vakkennis beschikt, de Juiste accommodatie en het juiste gereedschap. En daar ontbreekt het nogal eens aan. Maar wat wilt u, de Nederlander wil blij ven rijden, de garagehouders willen of kunnen niet terug In hun inkom sten en verhogen hun rekeningen. Het onderhoud moet eronder lijden. Er zijn boze tongen die beweren dat er garagebedrijven zijn die de strin gente opdracht hebben gegeven dat er koste wat kost, op een 10.000 km-beurt 90 gulden moet worden bespaard. Maar of de gara gehouder nu bespaart of de cliënt door het zelf te doen, het gevaar zit erin, dat het noodzakelijke onder houd achterblijft, met alle gevolgen (lees: gevaren) van dien. Die gevaren op de weg, die „gruwe len", komen echter beslist niet al leen door achterstallig onderhoud. Vele worden In het leven geroepen door te weinig terzake kundige au- tofans, die hun voertuigen met van alles en nog wat optuigen om ze maar mooier, sneller, indrukwek kender en beter te maken dan de fabrikant ooit heeft durven dro men. Levensgevaarlijk Adjudant C. Brouwer, docent auto techniek aan de Bilthovense Ver keersschool laat een collectie licht metalen velgen zien waarvan stuk-. Zelfs dit soort trekhaken kom je tegen. Snelheid volgens de politie ongeveer 120 km per uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 15