ui wliiil a n r Nu weer „De slag om Arnhem"en „hoe het debacle kon geschieden if E$jNj Minoe doet aan struisvogelpolitiek Met drie boeken achter de steeds malende kiezen staat schrijvende buschauffeur Bart Rijnhout uit Leidschendam opnieuw klaar om kloeke volumens aan geschiedschrijving over de oorlogsvliegerij 1940- 1945 aan ons en het nageslacht af te leveren. Negen uur dagelijks achter het stuur, de rest van de dag en zowat alle vrije uren die dan nog mogelijk zijn, stelt Bart ten dienste van de historie. Nu weer word ik geconfronteerd met een pil in manuscript over de ontsnapping over de Rijn van een RAF-navigator na de dagen van „Arnhem". Tegelijkertijd staat op stapel een standaardwerk, bestaande uit twee tot de bodem toe gedocumenteerde delen thans nog vervat in vier uitpuilende ordners: „Market Garden: het laatste oordeel". De geschiedenis van de luchtverliezen der geallieerden tijdens de slag om Arnhem, van 17 tot en met 26 september '44. Op 1750 getypte vellen papier. Barts meest omvangrijke werk tot nu toe. Het Prins Bernhard Fonds was daar bijzonder gevoelig voor en kende vorige week deze rusteloze arbeider onder vliegtuigwrakken, gecrashde bemanningen en geverifieerde rapporten en tabellen waar niemand weet van heeft, een behoorlijke financiële tegemoetkoming in de kosten toe. Daar is Bart bijzonder dankbaar voor, want zijn werk verslindt aanmerkelijke sommen gelds. Bart Rijnhout en de Slag om Arnhem. Ze hebben elkaar blijkbaar gevonden, ofschoon over het Britse debacle in september '44 meer dan 1200 geschriften en boeken al een aardige bibliotheek zouden kunnen vullen. „Wel moeilijk dus", meent Bart, „maar ik tracht nieuwe feiten, nieuwe Een Horsa glider, RAF-zweefvliegtuig, dat bij Arnhem een lading „hoop op de eindzege" kwam neerzetten; voordat het door de Duitsers In brand werd gesto ken. Bijna 99 pet. van de neergekomen gliders ging In vlammen op. belevenissen en nieuwe foto's bij elkaar te brengen. Daar ben ik een bloedhond voor, een duivel; ik moet er alles van weten. Foto's: hoe kom ik daar aan? Ach en Bart lacht wat mysterieus het is zoeken hè, op de gekste plaatsen. Ik heb een goeie stelling: alles is er en als ie 't niet vindt, heb je pech gehad. Ik beschik over honderden rapporten die niemand heeft, put m'n gegevens uit ongeveer 400.000 pagina's in micro beeldjes. En als er weer eens iemand is die zegt, dat ik er geen echte studie achter plaats, dan klim ik er wel in hoor. Zo'n bewering vind ik een aantasting van de geschiedenis. Daar schrijf ik voor, en niet voor die onnozele 6 percent van de opbrengst". Voorlopig lijkt het me een eerste opmerkelijke opbrengst van Bart Rijnhouts zweten en eigen visie komt over „het verraad van Arnhem", waar de laatste tijd nogal over gepubliceerd is in de Nederlandse pers. Overigens heeft hij zijn Arnhem-boek opgedragen aan onbekende nabestaanden van Duitse, bij Arnhem vermiste, militairen. Na aanleiding van een krantenberichtje deze week: Lijk Duitse militair gevonden op Ginkelse heide bij Ede. Zomaar, na 35 jaar. Dit heeft hem erg getroffen. „Laten we wel bedenken, mm Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elt uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. dat, mocht deze man inderdaad tijdens die septemberdagen van '44 als vermist zijn opgegeven, zijn familie maar liefst 35 jaar heeft zitten wachten en nu, misschien, van een „vrolijk droevig nieuws" kan worden voorzien. Zoveel jaar na Hitiers laatste overwinning is er dan toch een naam van een vermiste van de lijst geschrapt; een „geluksvogel"? Misschien is zijn familie beter af dan die vele duizenden die nooit meer iets zullen horen. Daarom draag ik aan hen dit boek als een postume hulde op". Maar Bart is tot nog meer in staat, rond „Arnhem". Hij verwijst min of meer alle King Kong-mystificaties naar het rijk der fabelen. King Kong zou als dubbelspion de Duitsers gegevens in handen hebben gespeeld over de op touw zijnde geallieerde operaties ten behoeve van een bruggehoofd over de Rijn. „Ik zeg verder niets. Ik bewijs niets, kom ook niet met nieuwe stellingen, maar ik trek conclusies en constateer feiten. Ik heb mijn visie op „het verraad van Arnhem" en ik wil liever niet over verraad spreken; en King Kong kan voor mijn part Kong.King heten. Wat prof. Lou de Jong er ook over moge zeggen". Daar is dan de heer A.J. uit Heerlen, die als 17-jarige uit avontuurlijke overwegingen in '41 tot de Waffen SS toetrad. De heer A.J. leidt nu het leven van een betrapte, maar destijds werd hij marconist (Funker), zittend bij bevelen en STADR EGIO LEIDSE COURANT r BART RIJNHOUT LAAT DE OORLOGSVLIEGERIJ NIET UITZIJN GRIJPENDE „KLAUWEN" ONTSNAPPEN LEIDEN „Wat moet je nu met zo'n beest", is de eerste gedachte bij het aanschouwen van de hoofdrolspeler van deze week. Geen hond, maar een poes in deze kolommen, om dat een poes het ook wel eens moeilijk heeft en omdat de meeste hondehokken in het asiel toch niet bewoond worden. Maar vraag niet wat voor een poes, want Minoe is een geval apart. Minoe ziet er uit als een doodgewone poes. Er valt niets bijzonders over haar uiterlijk op te merken. Zij heeft een rood en wit gekleurde vacht en ze is twee a drie jaar oud. Zij heeft een wit befje en ook haar poten zijn wit. De staart doet aan een zebra denken, wat wordt veroor zaakt door de rode en witte ringen. Maar haar gedrag en karakter zijn minder alle daags. Minoe zit al sinds oktober vorig jaar in het asiel aan de Besjeslaan. Zij werd daar ge bracht door een Leidenaar, die Minoe als zwer ver door de straten zag schuiven. Zij droeg een witte vlooienband en zocht haar heil in de struiken rond de Schokkenwerf in de Leidse Merenwijk. Het probleem met Minoe is, is dat ze voor alles en iedereen bang is. Andere poe zen gaan nog wel ze zit in het asiel met een andere poes in één hok maar daar is alles mee gezegd. Wanneer je het hok binnengaat, springt ze tegen de tralies op, rent van de ene naar de andere hoek en probeert met alle macht uit je buurt te blijven. Als je Minoe dan eindelijk te pakken hebt, is het onmiddellijk gedaan met haar zenuwachtig gespring. Ze zit doodstil in de armen van degene, die haar vast houdt en duwt haar kop zo ver als zij kan tegen de arm. Resultaat: alleen de achterkant van haar kop en haar oren zijn te zien. Ze zit minu tenlang stil, maar onmiskenbaar is, dat ze over haar hele lijf trilt. Minoe bijt en of krabt niet ze doet geen vlieg kwaad maar feit is, dat zij door angst bevangen is. Het lijkt alsof ze aan een winterslaap bezig is. Een misschien nog be ter omschrijving van haar gedrag is een verge lijking met een struisvogel, die van angst zijn kop in het zand steekt, als hij niet wil weten wat er in zijn omgeving gebeurt. De oorzaak van haar gedrag is waarschijnlijk, dat ze vroe ger slecht is behandeld. Dit wil allemaal niet zeggen, dat er geen hoop is voor Minoe. De ervaring met dergelijke poe zen leert, dat zij zich een stuk vrolijker gaan gedragen, wanneer ze een thuis gevonden heb ben. Wat Minoe nodig heeft is een baas, die be reid is een gokje te wagen met dit probleemge val, haar voorlopig met rust laat en haar niet de kans geeft om het huis uit te gaan. Mocht Mi noe er toch in slagen om te ontsnappen dan is het niet waarschijnlijk, dat ze nog terugkomt: van angst gaat ze weer zwerven. Kinderen in haar buurt zijn niet zo best: dat verkleint de kans, dat ze haar angst voor mensen kwijt raakt. Helaas is dit de laatste kans voor Minoe. Mocht het niet lukken om een nieuwe, geduldi ge baas te vinden dan zal ze moeten inslapen. Midas en Laika Midas, het zwarte gevaarte van vorige week heeft een nieuwe baas gevonden bij een boer uit de Leidse regio. Ook Laika, de Mechelse Herder van twee weken eerder heeft inmiddels het hok in het asiel voor een prettiger omge ving verwisseld. ZATERDAG 7 MAART 1981 PAGIN K&O brengt Bach-cyclvAK van twee concerten LEIDEN Met de alom geslaagd genoemde Beethovei clus, die K&O in januari organiseerde nog vers in hel heugen, kan deze maand een vergelijkbaar project tegen gezien worden, nu gewijd aan Bach en twee van zijn zoi Op woensdag 11 en 18 maart concerteert het Arion-ensei in de Stadsgehoorzaal, waarbij een aantal vooraansf musici als solist meewerkt Het werk van Johann Sebastiaan Bach bezit niet die populai dat het met de regelmaat van de klok op de concertprogrami prijkt. Daarvoor wordt het door velen als te „academisch" ej „degelijk" ervaren. n ZOI sen) ;ta» jlart^ amr Barokcomponist jtej Bach zou dergelijke typeringen waarschijnlijk als een corrflen I ment opgevat hebben. Hij behoorde tot de school van Duitserlegg rokcomponisten, die het contrapunt intensief beoefende enlconf componeren als een behendig omgaan met muzikale vormeflUnifc regels zag. Hij beschouwde zichzelf dan ook als een muziLjnd, ambachtsman die ijver en ervaring als grote deugden van rV componist zag. „Wat ik kan, kan jij ook, als je maar hard wen*8 moet hij eens tot één van zijn leerlingen gezegd hebben. |ams< Veel gevoel voor artistieke eigenwaarde spreekt hier niet I het Nu kon Bach zich dat ook eigenlijk niet permitteren, omdaP en ït I h la? ei voor het onderhoud van zijn groot gezin (hij heeft in de loop r twee huwelijken zo'n twintig kinderen gehad) sterk afhanke was van de muzikale voorkeuren van zijn adellijke klanten' de aan hen gerichte brieven die zijn overgeleverd, preesj vaak in de meest onderdanige bewoordingen zijn „produkt aan. Dat nam niet weg dat hij als vakman voldoende eigenw; de bezat om het regelmatig met zijn directe broodheren aai stok te hebben. Wat heeft Bach tot zo'n uitzonderlijke beroemdheid gemaa Zijn enorme produktie (men denke alleen al aan de honder*^^] cantaten) bewijst dat hij inderdaad hard, zo niet bezeten gewe' heeft. Maar de bewonderende uitroep van Beethoven: „B Beek (in het Duits Bach), maar Zee moet hij heten", doelt ootfTERl de onbegrensde creativiteit waarmee Bach het contrapunt bé hon fende en verbond met een melodiek die het muzikaal gevoel pchole steeds sterk aanspreekt. rwijs) volgt Wereldlijke muziek De werken die in de cyclus te horen zijn, stammen uit de peP. *es de 1717-1723 toen Bach als componist verbonden was aan Pp m hof van de vorst van Anhalt-Cöthen en diens orkest van nie^rV?? repertoire moest voorzien. Deze vorst was zelf een goed mus|~? en slaagde er als enige werkgever in Bach een aantal jarer vriend te houden. Daar het hof protestant was, moest Bach i Sl tot de wereldlijke muziek beperken. In deze periode ontstonr?.w< naast veel sonaten, soloconcerten en suites de zes „Brandenb ger Concerten". Deze concerten waren genoemd naar de ma! 0 graaf van Brandenburg, die de aan hem opgedragen muzf1® echter niet kon waarderen. Andere tijdgenoten deden dat evj? eens niet, getuige het feit dat na de dood van de graaf het r10"15 nuscript voor de prijs van oud papier werd verkocht. De concerten zijn geschreven in de indertijd gangbare vorm het concerto grosso, waarin een groep van drie a vier solistjj^ het zogeheten concertino, begeleid wordt door een klein orki Het karakteristieke hiervan is, dat de partijen van de solistenQQj gezette tijden samenvallen met die van het orkest. Van de nu mers drie, vier en vijf die in de cyclus worden uitgevoerd, nummer drie een duidelijk concertino en bezit slechts een zwf ke afspiegeling daarvan in de vorm van enkele solopassaLppp door de strijkers. Het concertino van nummer vier bestaat Er viool en twee fluiten, dat van het vijfde concert uit viool, fren en clavecimbel. De dominerende partij van dit laatste inst* ment in het eerste deel geeft het werk daar de allure van soloconcert. De ontwikkeling die hier zijn invloed liet gelden, is die van soloconcert uit het concerto grosso. Bachs grote voorbeeld hiel™ v was Antonio Vivaldi een van de gangmakers van de nieup>e" vorm in Italië van wie hij verschillende soloconcerten |ered< werkte. Voorbeelden van hem zelf die in de cyclus uitgevi BAn worden zijn het concert voor twee violen in d en het viooli cert in E. De orkestsuites, waarvan de tweede wordt gespeeld, lijKen hun elegant karakter te neigen naar de muzikale normen ve"s de Rococcostijl die toen in opkomst was, maar waar Bach v? j"iv het overige weinig voeling mee had. Hij bleef in de traditie v de de Barok werken en werd zo de laatste vertegenwoordiger L van. Bij zijn dood, in 1750, werd hij voornamelijk als musif0" herdacht en kreeg zijn compositorisch werk nauwelijks argrj5* jde k; Kinderen als componist Zijn beide zonen zijn sterk beïnvloed door de muzikale ontwL kelingen in hun tijd, de één als componist aan het Pruisis£jjus hof, de andere als hofcomponist in Engeland. De vernieuw^ pQ] van de instrumenten, vooral die van de piano, vergrootten mogelijkheden tot expressie aanzienlijk. Zowel Carl Philij Emanuel (1717-1788) en Johann Christian (1732-1785) schrev. in een stijl die de uitdrukking van emoties vooropstelde en dafcVTl om ook wel „Empfindsamkeitsstil"genoemd wordt. Een tweede ontwikkeling was de opkomst van het openb4rll concertleven naast die in de adellijke salons. De grotere ruirr waarin gemusiceerd werd, vereiste uitgebreidere muziekvormft n in een grotere bezetting. Eén daarvan was de driedelige sinfon waarin de behoefte aan variëteit en emotionaliteit volop bevjj jja digd kon worden. Verder kreeg de solist een grote rol toelj ^eej deeld en werden concerten voor hem geschreven die danl^r.pr( hun virtuositeit van de uitvoering een eervolle zaak maakte!^ Van Johann Christian Bach wordt de sinfonia concertante uitgjjn„ i het concert v^t £>t 1 lan De akoustiek in de Stadsgehoorzaal heeft nogal eens kritiek dergaan. In het verleden is echter bewezen dat de ruimte vq^ kleinere orkesten uiterst geschikt is. De kwaliteiten van het Fpent sidentiekamerorkest, oftewel het Arionensemble, hebben d^g j ook alle kans tot hun recht te komen. De reeks solisten die d(Laj w het ensemble onder leiding van Alexandru Lascae begeleid w<j^ den, bestaat uit de violisten Zino Vinnikov, Wiktor Liberman Vfl Cara Mia Antonello en verder Vladimir Mendelssohn, altvio^ ^jei Godfried Hoogeveen, cello, Jglle de Witt, fluit en Anastaie Braudo, clavecimbel. Kaarten kunnen besteld worden bij K&O, Oude Vest tel.141141. A V DIRK VOOREf1- T foi Jreid 1 maar met wat geduld is er nog veel plezier met haar De laatste minuten van een door Duits afweervuur getroffen Amerikaanse Consolidated B-24, bij Udenhout; nadat het (waarschijnlijk tevergeefs) voorraden had laten vallen bij Arnhem. berichten in morse. Half augustus '44 hoorde hij al van zijn regimentscommandant, dat binnen afzienbare tijd een grote luchtlanding te verwachten viel. A.J. bediende toen een radio afdeling, met groot afluisterbereik, in Scheveningen. Op 6 september '44 had zijn afdeling contact met een zender die gesignaleerd was in Engeland of op de Noordzee. Gedecodeerde boodschappen in slecht Engels, maar goed Nederlands. En wat hoorde A.J. aan boodschappen De inhoud aan manschappen en materieel en de aanvliegroute van de zweeftransporttoestellen; het aantal toestellen; de opmarsroute's van de gelande Britse en Poolse para's. „Lekkages in de geallieerde plannen waren het, en daar hebben de Duitsers zich te goed aan gedaan. Achter King Kong houd ik geen rekening, daar zet ik 88 vraagtekens achter", zegt Bart Rijnhout. „Spionage ja, maar geen verraad". Dan zijn er ook de notities die SS-generaal Hans Rauter na de oorlog in zijn cel maakte bij Britse rapporten. Hij schreef in de marge, dat op de eerste dag van de luchtlandingen de merktekens van de Engelse afwerpterreinen voor voorraden door de Duitsers werden buitgemaakt; de Duitsers zouden, volgens Rauter, deze tekens hebben gebruikt om Engelse vliegers voorraden binnen dé Duitse linies te laten afwerpen. Daar komt bij de Amerikaanse informatie, dat in het gebied van Arnhem op 11 september al een Duitse concentratie van zware luchtdoelkanonnen werd waargenomen. Hetzelfde was het geval rond Nijmegen en Eindhoven. Een toename van verdedigingsmiddelen tot 80 percent maar liefst. Bart Rijnhout: „een voorzichtige conclusie wijst erop, dat het falen van operatie „Market Garden" mogelijk te wijten is aan een flink aantal „lekkende" omstandigheden die door de vijand werden ontvangen. Door een aantal facetten werd inderdaad verraad gepleegd: de vijand wist af van de op handen zijnde luchtlandingen. De extra hoeveelheid wapens die boven Nederland werd gedropt ten behoeve van de ondergrondse, heeft de Duitsers ook iets „groots" doen vermoeden". In elk geval verloor Montgomery of El Alamein de grootste luchtlandingsoperatie aller tijden. De Amerikanen daarentegen slaagden in hun opzet, tussen Eindhoven en Nijmegen, en veroverden een stuk of vijf bruggen, hetgeen voor de Britten en Polen niet was weggelegd. Rond Arnhem gingen in een week tijd ongeveer 800 geallieerde motorvliegtuigen verloren, om maar niet te spreken van de „gliders", de zweefvliegtuigen. Enorme verliezen, die in feite destiids „onverwacht" geacht werden aan geallieerde zijde. In feite werd het „laatste oordeel" in deze fase van de eindstrijd geveld door Montgomery, en ook Bart heft een postume vinger naar deze eens flegmatieke Britse krijgsman, die na eens de grote woestijnrat Rommel bedwongen te hebben, ook een veer moest laten. Hetgeen hem gaandeweg kwalijk werd genomen. En dan heeft Bart Rijnhout via via nog zoveel meer te vertellen; over beter wetende en beter oordelende Amerikanen, over „grapjes" met de censuur, over dure uitjes in hoofdkwartier Brussel en nog veel meer, dat je gewoon dat „Laatste oordeel" zal moeten aanschaffen, als het na de zomer door de uitgever wordt prijsgegeven ter ieders beoordeling. Ik heb het nu al boeiend gevonden. Het erge van dit alles is eigenlijk, dat de moordende inhoud van zo veel uitputtend werk aan de nostalgie moet worden prijsgegeven. Het is bijna ter lering en vermaak. En het schrijnt nog steeds een iets oudere generatie, die de vliegende armada hoog boven bezet west-Nederland op die vrijwel onbewolkte, nazomerse zondagmiddag heeft zien overtrekken, op weg naar het Laatste Oordeel, dat, volgens Bart Rijnhout, door de burggraaf Montgomery toen al geveld Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of soms ook vfe\ een kat) beschroven die in hot asiel ver blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... tenzij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek beschre ven honden zijn óf gevonden, óf door hondenbezitters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopende re denen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook vol slagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschrevon die ren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur onder gaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 60 gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geopend di. t/m vr. 10-12 en 14-17 uur, za. 10 tot 12 en 14-16 uur. Zondag en maandag gesloten. Minoe is een angstig poesje, beleven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 4