,Geef werknemer een jaar vrij!" iSMaatschappelijk nut rafan spoorwegen wordt «oor samenleving 3lf vastgesteld" CONTRA WERKLOOSHEID EN ZIEKTEVERZUIM en Haag. 9 AMERSFOORT Hij ziet eruit alt een man van den buiten. Gezond, open ge zicht en met ogen die gewend lijken naar de einder te staren. Zijn naam: R. J. Dam. Hij ia chef van de administratie van de hoofdwerkplaats Amersfoort van de Nederlandse Spoorwegen. Nauwelijks een buitenman te noemen dus, al brengt hij graag zijn vrije tijd in de natuur door. Wel heeft hij de filosofische inslag die men zo vaak bij „den genisten landman" vindt, het dieper doordenken over pro blematische situaties in de maatschap pij, de oplossing ervoor vinden ook, maar het vaak allemaal voor zichzeH houden. Chef Dam werkte ook zo'n probleem uit: wat Is er te doen aan het grote ziektever zuim? En, daaraan gekoppeld: hoe slaag je erin een werknemer de maximale pres tatie te laten leveren gedurende zijn hele werkzame periode? Derde vraag: is het probleem van de werkloosheid gedeeltelijk op te lossen? Chef Dam vond de oplos sing. Net als een machine moet een mens ook zo nu en dan in de revisie. Stuur de werknemers er een Jaar tussenuit, op hun veertigste of vijftigste, laat ze dan maar eens die cruise maken waar ze altijd al zin in hadden, laat ze eens uit die werksleur uitbreken, laat ze „bijtanken". Drie vliegen In een klap: een tevreden werknemer, om dat hij nu eens een jaar uit de tredmolen Is; een tevreden werkgever, omdat het ziekteverzuim beslist minder zaJ worden; dalende werkloosheid, want in de periode dat de betrokken werknemers een Jaar weg zijn, nemen werklozen hun plaats in. In de visie van chef Dam moet zo'n jaar verlof dan wel betaald verlof zijn. Het geld ervoor zou in mindering van het pensioen kunnen worden gebracht, de bedrijfsvere nigingen zouden in samenwerking met de werkgevers een regeling kunnen treffen, of de werkgevers zouden een jaar salaris aJs lening kunnen verstrekken om dat in de resterende werkzame jaren in mindering te brengen op het te genieten salaris. In Amersfoort praatten we met chef Dam, die vooropstelt niet als NS-man te spreken, maar zuiver persoonlijk. Wat zijn de gedachten db aan het plan ten grondslag hebben gelegen? „Het Is voor mij al jarenlang een groot probleem te begrijpen dat aan de ene kant het personeel overbelast raakt door een onderbezetting en dat er aan de andere kant zoveel echte werkwilligen in de WW lopen. Het moet toch mogelijk zijn die, al Is het maar tegen een vergoeding die even Is als de WW-uitkering, zinvolle ar te laten verrichten. Nu betaalt de so ciale-verzekering spot grote bedragen uit aan mensen die desondanks en misschien wel daardoor geestelijk nog meer verkom meren". „Neem nu de situatie op de lagere scho len. Het onderwijzend personeel, dat, vooral in plaatsen waar veel gastarbeiders wonen, kampt met grote klassen waarvan de leerlingen extra aandacht behoeven, raakt overspannen. Er zijn genoeg jonge werkloze onderwijzers te vinden die daar zouden willen bijspringen. Zelfs tegen het zelfde geld dat ze van hun WW-uitkering krijgen. Maar nee hoor, hoe gaat het in onze huidige samenleving: er is een zak met centen en de minister van financiën graait daarin en denkt aan elk departe ment een bedrag toe waaruit ze hun activi teiten moeten bekostigen". „Naar mijn gevoel zijn er te weinig deuren tussen de departementen om het geld van het ene naar het andere te kunnen dragen. Wat die scholen betreft zou toch de minis ter van sociale zaken tegen zijn ambtge noot Pais moeten kunnen zeggen: „Hier heb je wat van mijn budget. Ga jij nu maar eens wat onderwijzers op scholen zetten tegen een betaling van een sociale uitke ring, omdat daar het onderwijs kwalitatief mee is gediend". Maar nee. Inplaats daar van moet Pais bezuinigen en dat betekent weer meer werklozen, die weer door socia le zaken moeten worden betaald, enzo voort, enzovoort. Zo kom je er niet meer uit. Er moeten duidelijk andere wegen worden gezocht". „Je zou als uitgangspunt kunnen nemen dat het geld dat nu aan werklozen wordt uitbetaald, ook zou kunnen worden ge bruikt om werknemers eerder of „tussen tijds" met pensioen te laten gaan. En met tussentijds bedoel ik dan eens een jaartje er tussenuit, als voorschot op het pen sioen dus. Het geld dat zij in de onderne ming verdienden kan dan aan de nu nog werklozen worden uitbetaald, die dan het werk kunnen krijgen van hen die er tusse nuit gaan. Als die alleen maar gedurende de tijd dat zij weg zijn een uitkering krijgen dan gaan zij er natuurlijk op achteruit, maar er staat tegenover dat zij geen pen sioenpremie betalen over de tijd dat zij weg zijn en ook automatisch in een lagere belastingklasse vallen. Zij zullen er dan ook niet zoveel op achteruit gaan. Er zou ook een soort voorfinanciering kunnen worden toegepast, waarbij het bedrijfs fonds of de werkgever voor het ontbre kende geld een lening verstrekt die dan weer wordt afgelost In de nog werkzame jaren. Die lening kan dan weer worden ge dekt door een verzekering. Maar ik ben geen financieel expert. Ik draag de ge dachte aan en op het financiële vlak moet die maar door anderen worden uitge werkt". Zbktowerzulm bestrijden Is het tweede doel wen uw plan? „Ik zie mijn plan ook als een middel om het ziekteverzuim naar beneden te bren gen en de werknemers beter te motiveren. Als we de welvaartsmaatschappij van nu vergelijken met de maatschappij van zo'n honderd jaar geleden Is er heel veel veran derd. De gemiddelde mens van nu is on derhavig aan de fatale gevolgen van die maatschappij. Men vlucht in de ziekte. Misschien wel terecht, gezien de monoto nie van vele soorten arbeid. Het is een be kend verschijnsel dat het aanwezigheids percentage van de hogere werknemers; het kader, over het algemeen stukken gunstiger ligt dan van de lagere werkne mers, de uitvoerenden". HIJ kijkt naar buiten, naar het terrein van de werkplaats. „Kijk, die wagenspuiter daar, die doet dat zelfde werk misschien wel veertig jaar ach ter elkaar. Hij zal meer behoefte hebben om eruit te vluchten dan ik. In mijn plan om de werknemers een jaar er tussenuit te laten gaan heb ik In de eerste plaats aan de lagere werknemers gedacht. Voor hen is het ook het gemakkelijkst te realiseren: ze zijn gemakkelijker vervangbaar, er zijn duizend lassers en duizend timmerlieden, maar slechts één directeur. Toch wil ik de Intellectueel hoger staande arbeider be slist niet uitzonderen. Ook bij hen leeft het probleem". Toch nbt een beetje utopb „De oude Drees heeft eens gezegd: ik heb in mijn leven vele idealen gehad, maar hoe ouder Ik word, hoe meer Ik me realiseer dat veel van die idealen utopieën zijn ge weest. Ja. Misschien heeft u gelijk. Mis schien is mijn plan wel een beetje utopis tisch. Maar je moet de kale, naakte meri tes aan de ene kant stellen en de politieke besluitvorming aan de andere kant. Is men wei bereid om mijn plan In de politiek op zijn merites te beoordelen? Het duurt vaak lang voordat men in de politiek durft toe te geven dat een plan eigenlijk beter tot realiteit had gemaakt kunnen worden of alsnog kan worden uitgevoerd. Ik moet u eerlijk zeggen dat ik om één reden heel erg blij ben. Dat Ik zelf te oud ben gewor den om nog van de regeling te kunnen profiteren die uit mijn plan zou kunnen ontstaan. Anders zou men gauw gaan zeg gen: hij heeft het toch weer gedaan om er beter van te worden". GERARD CRONÊ i sterdam. 71. recht, en Haag. 9/77. burg in 1 'dam. Rotterdam irdam. n Den BEIDENDE president- directeur van n.s.: Nu het reizigersverkeer weer flink stijgt zal mijn opvolger het daarmee wat gemakke lijker hebben. Zo'n onderneming runnen is net als zeilen, je moet naar de wind en de stroom kijken". Was nu het werwoer zo toeneemt, achter- et gezien, de sluiting wan de Rolma wel nodig geweest? „Er is In Europa, ook nu, een te groot aan tal wagonfabrieken. De Nederlandse markt was te klein, ook achteraf gezien, om een fabriek van de omvang en de structuur van de toenmalige Rolma als thuismarkt voldoende basis te geven. En die thuis markt Is zo belangrijk omdat het verwer ven van exportorders, zeker binnen Euro pa, een bijna onmogelijke zaak is. Al die andere landen hebben ook „Rolma's" met precies dezelfde problemen als wij. De Rolma was een fabriek die alles kon, ge wone rijtuigen maken, elektrische trein stellen, alle soorten goederenmateriaal, maar de N.S. was niet In staat daarvoor voldoende orders te geven. De fabriek werd onrendabel, omdat ze niet in prijs, wel in kwaliteit, kon concurreren met het buitenland". „De directie van VMF kon niet met het be drijf doorgaan en de toenmalige regering heeft geweigerd er iets aan te doen. Het standpunt van de N.S. is geweest: bij gelij ke prijs en gelijke kwaliteit zijn we bereid bij de Rolma te bestellen. Maar als die ge lijke prijs niet kan worden geboden zonder verliezen en de VMF-directie zegt die ver liezen niet te kunnen dragen, dan is er maar één weg, namelijk dat de regering bijspringt. En die regering was daar ken nelijk nog niet rijp voor". Waar gaat het heen met het spoor? Een Plan 2000? „Als jongmaatje luisterend naar mensen die afscheid namen en zich over de toe komst uitlieten, schudde ik al vaak het hoofd, want wie kan er In de toekomst zien? Waar moet het heen? Heel algemeen kun je zeggen dat de conventionele rail techniek zulke sterke punten heeft dat zij nog geruime tijd een rol in de samenleving zal blijven vervullen. Maar die techniek is zeker nog niet aan het eind van haar ont wikkeling. Ik geloof ook zeker dat er in de toekomst een grotere integratie van de railsystemen in de steden zal komen. Wat het goederenvervoer betreft zie ik een grotere toeneming van het gespecialiseer de transport voor bepaalde goederen en een toenemende betekenis van de rail- wegsystemen". Is een goede spoorman noodzakelijker wijs een autohater? „Absoluut niet. leder is vrij om een auto te hebben als hij de kosten daarvan voor rijn rekening neemt en de kosten die hij voor de samenleving veroorzaakt ook wil beta len. Ik verplaats me trouwens voor de helft per auto. Ik zou een heleboel dingen niet per trein hebben kunnen doen". Jasje over de stoelleuning, ontspannen in zijn overhemd, blikt mr. M. G. de Bruin terug op 35 „spoorjaren". „Zo'n onderneming runnen is net als zeilen, je moet naar de wind en de stroom kijken ECHT Jasje over de stoelleuning, ontspannen in zijn m hemd zit mr. M. G. de Bruin in zijn oude werkkamer in het Clt dgebouw van de N.S. Officieel heeft hij daar niets meer te gewone ien. De tijd dat hij president-directeur van de N.S. was is Va'uu^bij. Mr. de Bruin heeft afscheid genomen. Dat hij er nog is, 'uiien w/\ „spullen uit te zoeken" zoals hij zelf zegt. Met een breed naakte qar wijst hij op de kasten en kastjes die vol zitten met pa- relieken uit een periode van 35 spoorjaren, waarvan gens zo4ien als lid van de hoofddirectie. Van 1969 tot 1979 was hij ^T"'«1dent-directeur. De woeligste periode in feite, de periode "Zjêh&in plannen als Spoorslag 70 en Spoor naar 75 ontstonden ire klierden uitgevoerd. De periode ook waarin de kritiek op de id™Zit luider werd en waarin men de jaar- e verliezen begon te rekenen met -nhetd '"den miljoenen. Een periode waarin op zijn %,vent" nodig was, die enerzijds hard voice graniet kon zijn en anderzijds zacht rZnmij'hn "uwelen handschoen. Een perio- en en scwaarin een van postuur kleine edöe7nn kon bewijzen groot te zijn. De Bruin leciryje het, deed nog zo wat dingen erbij, eeiding. twee jaar voorzitter van de Interna- ZZafflIe Spoorweg Unie, kreeg het Legion de /tajnneur, verdedigde het spoor door dik fdtVw?m> dramde volgens sommigen wel sndaagsl hard door, terwijl anderen tegen $dï dTa °Pza9en a,s 'e9en een vesting. If de maft met mr Qe Bruin is terugzien op ssen en vervelende dingen zoals medewnujten van VMF-dochter Rolma in c"t waiju, waarbij velen werkloos werden spelen /^en naar <je toekomst. Allereerst de ficieel Jfcs©n, nationaal en internationaal, toren c/ef,|j was ook twee jaar voorzitter van t uw gel£t (je internationale Spoorweg Unie. als u jerk, vooral waar het de samenwer- werkst\ussen de spoorwegen in de verschil- i landen betreft, blijft echter voor de •en zesf4|2|ger nogal mistig. elaas njjb me met name ingezet In de UIC het slab organisatie en de besluitvorming te dïge cojteren. Wat het publiek ziet zijn de re- loop too van oie besluitvorming, dat is heel Jat beg^nders. Ik heb me in hoofdzaak ge- ïental a&p het Intern functioneren van de In- Die Plionale Spoorweg Unie, dus op het genre im van doelstellingen, het richten van 10k nietjes op die doelstellingen, het bewa- r een d<an de voortgang en de kosten van t s7a^w4udies. Ik geloof dat Ik daar wel wat 'te is gaWeikt. Te zijner tijd wordt dat ook i steeds het publiek zichtbaar". den fc/ejamenwerking tussen de spoorwegen liter nog niet optimaal, maar dat is ■de sVa^iitijd de schuld van de spoorwegen n, is defie hebben gescheiden beurzen, le en dooiran ons is verantwoording schuldig aktievaen andere regering, en het interna- II vervoer is altijd een optelsom van een plaaodukten. Elk met eigen kosten en ?r twijfigen plaats in die Internationale orga- besliste. Welke diepere oorzaken er zijn dat van fjeiamenwerking niet optimaal is zal 3n de /«and en onafhankelijk moeten wor- olins caiitgezocht. Mevrouw Smit-Kroes heeft mdie (c p [tVeeBMUSMMMMHOHni ioren u dat ook binnen de EG aan de orde ge steld. ik heb begrepen dat de EG-commis- sle een opdracht daartoe heeft verstrekt". Terugkijkend op het werk bij de M.S. Zijn er duidelijke resultaten? „Zeker wel. Maar dan moeten we terug naar de jaren zestig. Toen stagneerde het spoorverkeer eerst en begon daarna lang zaam te zakken. Dat verontrustte ons. Hoe het kwam? Omdat met het stijgen van de welvaart, de Nederlandse samenleving met een reuzenvaart ging in de richting van een gemotoriseerde samenleving. Kijk om u heen, onze hele samenleving is econo misch, sociaal en planologisch-geografisch gestructureerd op grondslag van gemoto riseerd wegverkeer. Voor het goederen vervoer is dat in mindere mate het geval, omdat Nederland een uitgebreid waterwe gennet heeft". „Onze stelling was toen dat er, als dat zo doorging, een moment moest komen dat er te weinig ruimte en te weinig frisse lucht zou zijn om die samenleving goed te laten functioneren als je niet voor bepaalde ver voersstromen, met name voor de massale, een alternatief bood in de vorm van rail- vervoer. De filosofie van de vervoerspoli- tiek destijds In Nederland was dat het o- penbaar vervoer van personen een bedrijfs econom ische bezigheid was net als elke andere. De directie moest op basis van vraag en aanbod haar beleid bepalen. Die filosofie komt uit het midden van de jaren dertig en lag ten grondslag aan de oprich ting van de N.V. Nederlandse Spoorwe gen. Op zich best een goede filosofie, maar binnen vrij enge ecomlsche grenzen. In een gemotoriseerde samenleving In een dicht bevolkt land gaat rij echter niet meer op". Vooruitzien „Het omslagpunt lag In het midden van de jaren zestig. De regering had dat niet van tevoren zien aankomen, hoewel dat best had gekund, want je hoefde maar naar Amerika te kijken of naar de landen om ons heen, die alle een hoge motoriserings- graad hadden, om te weten dat er een dag zou komen, dat die filosofie niet meer op ging en je een nieuwe filosofie moest klaar hebben. Regeren is vooruitzien. Maar ja, niet elke regering doet dat en als rij het doet betekent dat nog niet dat ze de kans krijgt er naar te handelenl Onze zorg toen was het N.S.-apparaat in stand te houden tot de golf van auto's zo groot werd dat men ons weer nodig had. Het bedrijfseco nomisch kompas wees in de jaren zestig eigenlijk naar een snelle liquidatie, maar de N.S. wilde dat terecht niet". „Een samenleving reageert in het alge meen pas als ze voor het blok wordt ge zet. Ik heb daarom gezegd: we zoeken nu vijftien lijnen uit, waar elke dag gewoon geld bij moet om er de treinen op te kun nen laten rijden. Toen heb ik een brief aan de regering geschreven, waarin stond: zegt u het maar, wilt u dat wij doorgaan, dan moet u betalen, want wij gaan failliet aan die lijnen. Wilt u niet betalen dan vraag ik u machtiging om die lijnen te slui ten". „Dat Is het omslagpunt geweest, want successievelijk werd door de regering van elk van die lijnen vastgesteld dat hij toch maar moest blijven bestaan. Toen hadden we een basis: de zaak moest zo efficiënt mogelijk worden gerund, evenwel rende ment was niet meer het kompas waarop we moesten varen, maar het maatschap pelijk nut. En dat wordt vastgesteld door de samenleving zelf'. „Vervolgens hebben we gezegd: wat we nu doen vinden we niet goed genoeg. Met de spullen die we hebben kunnen we het eigenlijk beter. Dat is het plan Spoorslag 70 geweest. Met de bestaande middelen meer doen, Spoor naar 75 was de visie dat we „te weinig winkels" hadden. De steden breidden uit, er kwamen satelliet steden bij. Daar moesten wij ook komen met nieuwe stations aan bestaande lijnen en met geheel nieuwe lijnen. Het is wat la ter geworden dan 1975, maar de goedkeu ring voor de laatste nieuwe lijn, de Flevo- lijn, is nu ook binnen". Resultaat „Het heeft resultaat gehad. Het reizigers- vervoer is duidelijk gestegen. Tot '74-'75 ging dat door en bleef toen redelijk con stant. Nu de conjunctuur weer wat minder is en de mensen weer wat meer op de centen letten stijgt het vervoer weer sterk. Tussen 1975 en 1980 hebben we. afgezien van het gestaag doorbouwen aan de nieu we lijnen, weinig spectaculairs gedaan. We hebben een paar bottlenecks opgeruimd, maar er was weinig geld voor beschikbaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 23