Grandeur en misère van de geharde legionair Itl >0 „Ze keken !Q| aan alsof we wilde dieren warte naar hem komt vragen Is het stereotiepe antwoord: „Er Is hier niemand met die naam". Hetgeen bijna altijd waar Is, omdat Im mers de meesten een andere naam aannemen. Maar voor hals misdaden, moorden, ernstige mishandeiingen, verkrachtingen of gijzeling kan de recruut niet op de bescherming van het legioen rekenen noch op anonimiteit. Hardnekkig wordt verklaard dat de Informanten van het legioen er altijd achter komen wat Iemand op zijn kerfstok heeft. Wie in het legioen is, Is onbekend voor leder, behalve voor het legioen. En het legioen zwijgt. Opleiding De opleiding bestaat voornamelijk uit woestijnmarsen van meer dan zestig kilometer bij soms meer dan veertig graden met de mortier op de rug. Een Spaanse legionair zegt: „Toen de kapitein ons zei dat we zestig kilometer gemarcheerd hadden, wilde geen mens dat geloven". De nieuwe legionair wordt voortdurend op de voet gevolgd tijdens zijn opleiding en om het half jaar wordt de balans opgemaakt. En wel door een computer, want het ge trainde legioen wordt grotendeels door computers gecomman deerd, waarbij een aanmerkelijk wantrouwen voor de technologie bij een aantal officieren misschien een veiligheidsklep is, want In laatste instantie, zo heet het, is niet de computer-uitkomst maar het menselijk oordeel bepalend. De legionair tekent voor een eerste dienstverband van vijf jaren dat hij twee maal kan verlengen. Maar het komt voor en kwam vooral veel voor in het verleden dat hij een maand na het eind van vijftien Jaren dienst enkele dagen verdween, eventueel zijn snor afschoor, en terugkwam onder een andere naam en met een andere leeftijd. En als hij een goed legionair was geweest (een ander zou zeker geen vierde verbintenisecte tekenen), deed iedereen de ogen dicht en wendde voor hem nooit eerder gezien te hebben. Tijdens de eerste vijf jaren is de soldij 900 francs (bijna 450 gul den) per maand. Maar als hij 15 jaren blijft en in Djibouti gele gerd is (speciale premie wegens het moeilijke klimaat) en ser geant of adjudant is, kan hij het tot 14.270 francs per maand brengen, dus bijna 7.000 gulden. Maar in het eerste dienstver band van vijf jaren dienen de meeste legionairs thans minstens twee jaren bulten Frankrijk. In de Stille of Indische Oceaan, in Djiboeti, in Frans Guyana. Zestig van de honderd legionairs teke nen meteen voor een tweede vijfjarig dienstverband. In het ande re geval krijgt hij evenals degenen die binnen een half jaar afge stoten worden, een treinkaartje naar de plaats waar hij voor het eerst inlichtingen over het dienstverband is komen vragnn. Offi cieel worden alleen maar recruten toegelaten tussen 17 en 40 jaar. Er worden geen statistieken verstrekt ©n niemand weet offi cieel welke „oorspronkelijke nationaliteit het meest vertegen woordigd is" behalve dat bijna de helft van de soldaten uit Fran sen bestaat. Maar algemeen is men van oordeel dat het aantal Duitsers en Zwitsers hoog Is. Evenals de nationaliteiten van ach ter het IJzeren Gordijn, br zijn ook wat Scandinaviërs, wat Bel gen, Nederlanders, Italianen en veel Spanjaarden, Portugezen en leren. Weinig Britten en Amerikanen. Bij een stoomcursus in het Frans worden de vreemdelingen zo veel mogelijk in een detachement van Frans sprekende soldaten gevoegd. De opleiding en de discipline zijn inderdaad hard. Niet onmenselijk. De kameraadschap is legendarisch. Het handhaven van de traditie bijna religieus. De verering voor de grote figuren zoals kapitein Danjou en prins Aage van Denemarken hebben bijna iets aandoenlijks. De viering van de grote feestdag Don Ca- merone (zo genoemd naar de slag bij Camerone in Mexico, waar de legionairs zich tot de laatste man doodvochten, omdat „een legionair nooit ofte nimmer terugtrekt") is iets dat alleen begrij pelijk is met een combinatie van Kerstmis, het Chinese Nieuw jaar, Independance Day en Quatorze Juillet. Een van de meest boelende aspecten van dit relatief kleine maar verbluffend doel treffend en soepel functionerende leger (nauwelijks meer dan achtduizend man) is de fabelachtige rijkdom aan ervaring van di recte en Indirecte aard, die men er kan opdoen. Ook als men MacOrlan, die uiteindelijk over „El Terclo" schreef en Blaise Cendrar vergeet, is de inspiratie die het legioen aan schrijvers en kunstenaars verschaft heeft, legio. De dingen die wij in relatief korte tijd In het legioen in Ninh-Binh en Sidi-Bel-Abbès gezien hebben, de fabelachtige verhalen die wij de legionairs hebben horen vertellen, vormen een rijkdom waarmee een schrijver een omvangrijk en boeiend levenswerk zou kunnen vullen. Het legioen is zeer gezocht bij Franse be roeps officieren en geen militaire carrière is afgerond zonder een tijd lang in het legioen gediend te hebben. De officieren (ook van an dere nationaliteiten) zijn veelal verbijsterend op allerlei gebied. We hebben een majoor gekend, die vloeiend negen talen sprak waaronder Basklsch en Russisch, die een doctorstitel in de theo logie en één in de rechtswetenschappen had, een drietal filosofi sche werken en een boek over een Interessant historisch onder werp geschreven had, elke avond als in een film musiceerde (hij speelde claveclmbel en cello), en die de beste dromedarisruiter was die het legioen zoals het heet, ooit gekend had. Toen we hem voor het laatst ontmoetten, had hij juist de versierselen van commandeur van het legioen van eer ontvangen en hij verklaar de over enkele jaren bij de Trappisten te zullen intreden. Zijn ge val Is niet uniek In de lange geschiedenis van het legioen. Men nam sedert het legioen In juli van 1962 uit Noord-Afrika naar Frankrijk overgekomen Is, de specialisaties sterk ter hand. De parachutistenregimenten van dit onderdeel zijn nagenoeg uniek In de wereld en de 1300 man van het tweede parachutis tenregiment kunnen ook overal ter wereld (in woestijnzand in de rimboe, in steden en in poolgebieden) ingezet worden en geven het Franse leger een ongekende flexibiliteit. De bevelhebber ver klaart zonder aarzeling te kunnen zeggen dat zij de beste een heid van de hele Franse gewapende macht vormen en geen mens twijfelt daar aan. Het ministerie van defensie evenmin. Als er nieuwe wapenen komen, krijgt het legioen de eerste exempla ren en een bekende uitspraak van de bevelvoerende kolonel is: „Buiten de poolgebieden kunnen wij letterlijk alles. In Groenland moet u mij een paar dagen de tijd geven". Het legioen betekent voor Frankrijk een enorme troef, omdat he.t Inzetten van het reguliere leger van dienstplichtigen in het bui tenland grondwettelijk door het parlement goedgekeurd moet worden. Voor het legioen is dit niet nodig. Daaraan zijn ook an dere voordelen verbonden, met name dat er geen volksgroepen protesteren tegen het inzetten van „hun jongens" in vreemde strijdgebieden. Bij dit alles kan niet ontkend worden dat het le gioen ergens gebukt gaat onder het odium een „instrument van koloniale verovering en onderdrukking van de volkeren" te zijn geweest. De Marokkaanse, de Algerijnse veldtochten, de acties op Madagascar en in Indo-China hadden ongetwijfeld (ook) dit karakter, maar er zijn geen echte koloniale mogendheden meer. Het legioen is omgevormd tot een modern uiterst doeltreffend en gemechaniseerd legeronderdeel, met eigen luchttransport, en vermoedelijk sneller dan enige andere militaire macht in te zetten In relatief ver van zijn basis gelegen operatiegebieden. Romantiek verdwenen Veel van de zogenaamde romantische aspecten zijn daarmee verdwenen. Het hardste opleidingskamp ter wereld, dat in Corte op Corsica gelegerd was, Is opgeheven, evenals het mobiele le- gerbordeel in Calvi, dat het allerlaatste In het Franse leger was en waar traditioneel jonge vrouwen van de Ouled Naïl-stam uit Algerije haar huwelijksuitzet bij elkaar verdienden. De lange lede ren voorschoot en de traditionele baard van de genietroepen van het legioen, die met een zware bijl over de schouders plachten te Het Vreemdelingenlegioen paradeert op de Quatorze Juillet, Frankrijk* nationale (eestdag, voor de Franse president Giscard d'Estaing. Deze maand is het honderdvijftig jaar geleden dat het roemruchte Franse Vreemdelingenlegioen door koning Louis- Philippe werd opgericht. Onze correspondent in Parijs, Jan Drummen, bezocht het tegenwoordige hoofdkwartier in het Zuidfranse Aubagne, en sprak er met een aantal legionairs. Hij belicht verder de geschiedenis van het meest geharde legerkorps ter wereld en diept en passant uit zijn geheugen enige herinneringen op aan de verrichtingen van het legioen in Vietnam. AUBAGNE Het is het zuiden van Frankrijk, de Provence, en in de hete, droge zomer kan men zich met wat verbeeldingskracht in Sidi-Bel-Abbès wanen. Abbès was het hoofdkwartier van het Vreemdelingenlegioen, dat bij de onafhankelijkheid van Algerije ontwapend werd. De legionairs staken met hun hele hebben en houden, hun museum, hun vermaarde standbeeld, het BMC (Bor- del Mobile de Campagne) en enkele monumenten voor gesneu velden de Middellandse Zee over. Zij vestigden zich op Corsica en in de zuidelijke Provence; de wet moest gewijzigd worden, want zij bepaalde dat het Vreemdelingenlegioen niet binnen de grenzen van het moederland gestationeerd mocht zijn. Het is bij na twintig jaar geleden en alleen de oudere legionairs praten nog over Sidi-Bel-Abbès en het gloeiende zand en de „hamada" en de campagnes van de dorst en de hitte en de strijd tegen de „rebellen" in de woestijnforten. De anderen zijn nieuw en heb ben niet eens meer de befaamde couvre-nuque gekend, de witte lap achter aan de kepie die de legionair tegen de zon moest be schermen. De nieuwe legionairs zijn moderne soldaten, maar de legendarische geest van het legioen en de tradities zijn bewaard. Er is natuurlijk een kolossale massa romantiek rond het legioen geweven, evenals rond „El Tercio", de Spaanse tegenhanger. In boeken, artikelen en films. Er leeft natuurlijk een zekere roman tiek rond dit zogenaamde elite-korps, maar terwijl wij zelf vele jaren geleden bij de verrichtingen van het legioen in Vietnam wa ren en daarna in Sidi-Bel-Abbès, hebben wij ons altijd beijverd nimmer te vergeten dat het roemruchte legioen evenals dat van elke militaire organisatie als taak heeft om uiteindelijk te doden. En dan nog staan de lachwekkende decoraties en de meeslepen de en fascinerende militaire muziek van het legioen (heel anders dan de andere Franse militaire muziek), en de legendes, de ro mantiek en de traditie in laatste instantie in dienst van dit solda tendom. Natuurlijk is een deel van het legioen romantiek. Het gevolg er van is dat dit (met „el Tercio") het enige leger ter wereld is dat niet voor het vaderland vecht. In alle traditie en alle mystiek van het legioen is nimmer sprake van het vaderland en de leuze Is dan ook „Legio patria mea" het legioen is mijn vaderland. Iets betrekkelijk abstracts, iets anders dan het concrete vaderland, dat immers altijd het beste en het mooiste en het dierbaarste Is. Omdat het het vaderland is. En er is geen priester die de wape nen van het legioen zegent alvorens het ten strijde trekt. En het is beter zo. De romantiek wordt ook gevoed door het asiel-ka rakter, het vluchthaven-aspect van het legioen waarin men on derduikt en waarin men zijn identiteit verliest. Het legioen en zijn doeltreffendheid zijn daar voor een goed deel op gebaseerd en het heeft anderhalve eeuw bevredigend gefunctioneerd. Op 9 maart is het 150 jaren geleden dat koning Louis-Philippe het decreet ondertekende om „binnen het koninkrijk een legioen van vreemdelingen die slechts buiten het grondgebied van Frankrijk ingezet kunnen worden" te stichten. Honderdvijftig jaar lang hebben mannen ergens aan een Franse gendarmerie of aan het grote recruteringsbureau in Marseille aangeklopt en „droe gen hun lijven, leugens of hun fantasieën aan". Het legioen neemt alleen de lijven. Tegenwoordig zijn de kansen dat de re cruten hun lijf bij de hele operatie verliezen aanzienlijk geringer oan een jaar of twintig geleden. Maar goed, zo was het niettemin en zo is het nog in theorie. De legionair brengt zijn lijf en zijn leven, het legioen biedt hem bescherming. En wel op de eerste plaats bescherming tegen zichzelf. Aantrekkingskracht De motieven, de verdraaiingen van de waarheid, de uitwijkingen neemt het legioen op de koop toe, omdat zij uiteindelijk elemen ten van het besluit zijn die de man naar het recruteringsbureau gebracht hebben. De toeloop naar het legioen is, ondanks, de re putatie van bijna onmenselijke hardheid, ijzeren discipline, gena deloze strijd en een zeer redelijke kans daar zijn leven bij te la ten, altijd zeer groot geweest. Ook nu nog, nu de romantiek van het hete woestijnzand en het korps kameelruiters tot het verle den behoren. Ook nu. begin 1981, kloppen nog altijd vier maal zoveel gegadigden aan als het legioen kan opnemen. Uiteraard is het legioen zich van de psychologische complexiteit (of eenvoud) van zijn aantrekkingskracht ten volle bewust. Zijn hele filosofie is daarop gebaseerd en het is een filosofie die ver bijsterend doeltreffend werkt. Sedert anderhalve eeuw. Volgens officiële gegevens heeft tachtig procent van degenen die aan de poorten van La Legion Etrangère aankloppen een probleem. Soms een enorm probleem. De resterende twintig procent be staat uit romantici, zoekers naar avontuur. Dus ook mensen met een probleem. Het legioen kan zich gezien de sterke toeloop per mitteren selectief te zijn en de recruut de kans te geven zijn mo tivering te peilen. Vroeger tekende hij zijn verbintenisacte en verdween praktisch stante pede naar het roemruchte fort St.-Nicolas in Marseille. Zonder dat hij eigenlijk goed wist wat er met hem gebeurde, was hij voor vijf volle jaren legionair en soms ging het veel te snel. Nu het legioen een modern leger is geworden krijgt de recruut drie weken om na te denken, drie weken waarin hij kan zeggen; nee, toch eigenlijk liever niet. Niemand kijkt hem daar kwaad op aan. De drie weken worden de „bezinningsperiode" genoemd. Soms blijken drie weken genoeg om over een sentimentele voorstel ling, om over een gebroken hart heen te komen en de recruut is opgelucht en blij als hij terug kan gaan naar zijn dorp in Finland. En als dan de man besloten heeft definitief In het legioen onder te duiken,'is alles nog niet definitief. Het legioen zelf geeft zich een half jaar om na te gaan of het de recruut behoudt dan wel of het hem laat vallen. In deze zes maanden pluist het legioen het verleden na van de man die geen verleden meer wil hebben. Met behulp van de Franse politie en indirect met hulp van Interpol. Met de bijstand van tientallen, honderden agenten in binnen- en buitenland en bonden van oud-legionairs in nagenoeg elke wind streek. Als blijkt dat de man voor een ernstig misdrijf gezocht wordt, krijgt hij een treinkaartje (tweede klas) tot de plaats waar hij zich voor het eerst aan een recruteringsbureau meldde. Want ze zijn niet allemaal vreemdelingen; in 1979 bleek 47,5 procent van de legionairs van Franse nationaliteit te zijn. Iemand die gezocht wordt voor relatief lichte vergrijpen (dat kan diefstal of oplichting zijn), aan hem biedt het legioen zijn bescherming. Als de politie it wen «volle duigen haken; moeilij Ter Li haar e pizzqu I Italia he Fia jegist, ter nie et zön iveerd iuurt v te sok jelege imentf tengc ftathieb Ie deft Een soldaat op wJde voor het gebouw Be VreemdelingenlegiZjtten< dat sinds 1962 in hiodde Zuidfranse Aubagivaag j gehuisvest. izachtt haar iwelijk: allerrr defileren, zullen spoedig tot het verleden behoren. MaaPS90[f staande langzame paradepas die iets dreigends heeft e0 z 9 spirerende marsmuziek van La Legion zullen nog duizenf® ven boeien. Evenals het rijke museum van de geschied!10 Je dit merkwaardige leger, dat van Sidi-Bel-Abbès naar overgebracht is, en waarvan de houten hand van kapitc0; 0 jou, bij Camerone verloren, het praalstuk Is. Enkele jaren was het legioen verbannen van de traditions se Bastilledag-parade op de Champs Elysées, omdat he®=0 parachutistenregiment een actieve rol gespeeld had bif* ging generaal De Gaulle in 1960 ten val te brengen. Het 0* 0 is vergeten en thans is La Legion, zoals voorheen, het derdeel dat tijdens het défilé het uitbundigst toegejuicht"0 D" Iets dat weinigen weten is dat het hoofdkenmerk van her1 niet oorlogvoeren maar het verrichten van positieve weP ..9 heden is. In de loop van meer dan een eeuw heeft het Vi9 lingenlegioen in Noord-Afrika en andere voormalige grondgebieden tal van wegen, bruggen en tunnels (waaro, verbijsterende tunnel van Foum Zabel) aangelegd waar dr afhankelijke staten ten volle van profiteren. Er is wel eenr dat er veel meer legionaires bij de geniewerkzaamhed# ontginning van woeste gebieden omgekomen zijn dan\: slachtveld. Momenteel legt het legioen in Frans-Guyana door het Amazonische oerwoud nog wegen van tachti breedte aan en de bulldozer wordt aanzienlijk meer gebr@n. de pantserwagen. i zonc Het legioen is voortdurend in staat binnen drie uur m^nsee| noodzakelijk materiaal op te breken, of dat nu naar affajr€ Mayotte of Tahiti is, en dit zonder speciale staat van parljt js d want het legioen is altijd paraat. En binnen die drie urende tv begrijpende officieren één uur uitgetrokken om de maig en s kans te geven vaarwel aan hun vrouwen te zeggen, de w^ de" de onwettige. Het wordt even belangrijk geacht als heten f van de ransel, het vullen van de munitieklsten en het tantty f de transportvliegtuigen. J,eg dl Levensverhaal In gezaghebbende kringen is men van oordeel dat het*- zo misschien het enige legeronderdeel ter wereld is dat een lt z°u als die van Entebbe tot een goed einde zou kunnen r daarbij op de voet gevolgd door de Westduitse speciale.—™ den. „Waarom ze naar het legioen komen?" Een Duitserer00 intussen tot majoor gebracht heeft, zegt: „Ik hield niet. z0' Bundeswehr..." „Vertel je levensverhaal niet, Hein!", z?ge Portugese korporaal met een lachje. Ze zijn destijds, jari den, samen begonnen en de korporaal tutoyeert zijn majr0™ „Geeft niet, Manuel, nee. In-de Bundeswehr was geen d'D00r en ik was niet eens soldaat in de Tweede Wereldoord zaak van karakter", zegt de majoor, die Hein genoemd V D0" die in het legioen dezelfde bijnaam heeft als alle Duitser^1 £9.' Ion", wat min of meer moerbout betekent. Niemand h^ geweten waarom. 0* Drie Franse legionaires knikken en zeggen: „Het legioer slotte toch wel wat anders dan het reguliere leger. Mijn fnaKe we er aan denken dat ze met die knapen misschien eenr01 moeten voeren. Maar ze zijn misschien uitstekend om op *®Jj te drukken en de planeet in duigen te laten vliegen. Mar°n° of ook maar veertig kilometer per dag marcheren?" Een Fransman: „Ik was student in de wijsbegeerte en f "J* van Aquino boeide me. Maar aan de Sorbonne doet nir„m' meer aan Thomas. Daarom was ik naar Fribourg in Zwiln gegaan, waar ik promoveerde, en daarna had ik er behoi om iets echt moeilijks te gaan doen en ik ben naar hetim gekomen. Ik heb me niet vergist. Het enige dat me niet N is het hielengelik. Dat herinnert me te zeer aan de SS. I-(jn rest nooit een seconde spijt gehad". die'e- Hun meest pakkende herinnering: „Deelname aan mart H met reguliere Franse en met Amerikaanse troepen. Ze ka' aan of we wilde dieren waren. Durfden nauwelijks het wC ons te richten. En zonder zelfverheerlijking mogen wij wel9 (k dat wij ze allemaal, Fransen en Amerikanen, in minder hemd geze{ hebben. Ze schaamden zich tenslotte voora wij een groep te pakken kregen, terwijl deze sliep. Weet legioen verleert men slapen. Slapen in de woestijn be tientallen jaren lang een zekere dood. Wij slapen allee tenminste evenveel anderen wakker blijven. En dan nc met één oog. Nee, ze waren blij dat wij met onze witt< weer weggingen, want we hadden hun een levensgroot 4 bezorgd. Hun officieren draaiden ons de rug toe en w£pd j handen te schudden bij het vertrek". En de discipline? Zeker, de discipline is hard, maar niet zinnig. „Je weet In het legioen waarom je gedisciplineeLj zijn, want het gaat om je hachje. Je bent hier niet gefiend neerd, omdat de officieren sadisten zijn, omdat een idioteu1.rt dat wil. Maar het Is waar dat het hier geen pensionaat votY burgerdochters is. Er komen weinig misbruiken van dik voor, maar natuurlijk zijn er altijd een paar fanatiekelingeL de onderofficieren en officieren zoals overal. Vroeger in de woestijn verdwenen dezen soms spooi sneuvelden op wonderlijke wijze. Tegenwoordig hebben© dere mogelijkheden, leder kan te allen tijde, zonder zichl 00k geven, totaal anoniem een klacht bij zijn superieuren ir{ (ets En het is doorgaans doeltreffend. Even doeltreffend alsLen Bal-Abbès. De trappen In Sidi-Bel-Abbès. In de kazern(het kroegen in de stad, in de bordelen, hadden de verwon^^ eigenschap de pestkoppen een trede te laten missen. M»maa| ze dan later beneden aan de trap, doorgaans tamelijk géwat soms al koud. Lgp "En toen meenden wij in een donkere hoek van de legj^i e kroeg „Chez Fatimah" onze Nederlandse legionair te zied |em in 1952 in Indo-China gekend hadden. Een magere, vocfo 0j onderwijzer met een brilletje. Hij kwam uit een dorp inLom^ Limburg, maar hij was het natuurlijk niet. Want In de zo$ adv de krijtbergen bij Nih-Bih was hij op Witte Donderdag Lnd, jaar gesneuveld toen hij tussen het bamboe neerhurktioor een korte pauze van de beschieting met 105 mortieren Lggp hoefte te doen. Zonder het te weten was hij op een van <fctroc Claymore-mijnen gaan zitten. Kesi jan drl™ i dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 18