—et kruyssen en vanen
heyliger stede
BROOD GEBROKEN
Honderd
jaar
Stille
Omgang
huisje aan de Amsterdamse Kalverstraat (destijds de
lag op 16 maart 1345 de poorter IJsbrand Dommer
ik te bed. Volgens het desbetreffend communiqué dat de
jamse baljuw Floris van Boeckhorst veertien dagen later
flT* tntbood IJsbrand een priester die hem kort na vespertijd
<*icum bracht. De zieke werd bediend en ontving de H.
"jiie. 's Nachts verergerde zijn toestand. Hij moest braken
ide met de rest van zijn maaginhoud de H. Communie uit.
»en die hem verpleegden slaagden erin het braaksel op
i „in een rein vat" en gooiden dit „gedachtig aan het H.
mt dat hij had ontvangen" in het haardvuur.
;uleuze gebeurtenissen die de aanleiding vormden voor
ip de dag van vandaag bewaarde, document van de bal
lonnen de volgende ochtend. Toen de dames het vuur
[den aanwakkeren, aanschouwden ze tot hun ontzetting
je zwevend in de vlammen en volkomen gaaf. Zonder de
te schroeien namen ze het koel aanvoelende Corpus
h de handen, wikkelden het in een doek en legden het in
nngpi^. De parochiepriester werd weer gealarmeerd en deze
e Hostie in alle stilte terug naar de kerk, de toenmalige
i*,— kerk, thans de „Oude Kerk" op het Oudekerksplein.
- imel; tot tweemaal toe vonden de vrouwen de Hostie
T^ug. 'n de k's* waar ze haar in eerste instantie hadden
gd. Toen begreep men dat Gods bedoeling voor maar
Hwmtg vatbaar was. Aan het wonder moest ruchtbaarheid
jlpjMegeven. De priesters en gelovigen „binnen Amsterdam-
Slfjfemen samen „met kruyssen en vanen ter heyliger stede"
van IJsbrand) en brachten het H. Sacrament in pro-
;:_jt_irug naar de kerk.
«nd nog is opgeknapt weten we niet, maar vast staat dat
-""Hi af jaarlijks een Mirakelprocessie werd gehouden in het
i„tlenende vissersplaatsje dat mede hierdoor tot steeds
rgamsau.oej en b|0ej kwam waar het huisje had gestaan, werd
KonmarUj geb0uwq en vanaf 1360 volgden de bedegangers een
rondom deze H. Stede. Tussen haakjes: nadat keizer
aan van Oostenrijk in 1484 had meegelopen, schonk hij
lam het recht zijn stedelijk wapen te sieren met de kei-
in. Een recht waarvan de stad nog immer gebruik maakt,
leiding van de Moederkerk onder leiding van Luther en
asulteerde in 1578 tot het bevel van de inmiddels protes-
lutoriteiten om de kapel af te staan aan de hervormden,
jgebleven katholieken stonden machteloos maar zetten
tie tot het H. Sacrament wel voort in allerlei schuilkerken,
l de kapel aan het Begijnhof uiteindelijk de belangrijkste
de voor de katholieken donkere eeuwen die volgden, is
jnhofkerkje steeds meer het centrum geworden van de
Hier werden (en worden) de Mirakel-kostbaarheden
zoals een pyxis (Hostiedoosje), altaarkussens en pro-
inen. En hier knielden de gelovigen neer die in de jaren
indig zijnbare processies verboden waren, de nu „stille" omgang
"k moet#n,je maakten of in kleine groepjes meestal 's nachts.
verflauwde in de 18e en 19e eeuw de gedachtenis aan
rament, maar verdwijnen deed zij nimmer,
kwamen twee Amsterdamse vrienden, de heren C.A.J.
idatendrg en J.J. Lousbergh, tot de conclusie dat de tijd daar
de omgang nieuw leven in te blazen. Zij achterhaalden
niddelefPronkeliik traiect van de processie en richtten het Gezel
een flinl£n 0,6 Stille Omgang op, met het oogmerk hun medegelo-
|n te sporen om-de jaarlijkse beevaart (eind maart) weer
I te maken. Volgende maand viert het hoofdstedelijk Ge-
zijn eeuwfeest.
)s Kardinaal Willebrands, thans aartsbisschop van
maar aan het eind van de jaren dertig als kapelaan ver-
aan de Begijnhofkapel, en Ed Elsenburg, huidig voorzit-
an de Stille Omgang, staan er een ogenblik bij stil.
'delingejg,
ling AGhesi
TERDAM/UTRECHT Al sedert ruim zes eeuwen
I het H. Mirakel van Amsterdam in een vrijwel ononder-
in traditie vereerd. Bij voor- en tegenspoed, in oorlogs-
edestijd, en dwars tegen de verdrukking van de Refor-
I in. Op zich zelf al heel wonderlijk. Maar zou die Hostie
fok écht in de vlammen hebben gezweefd?
Isenburg schiet in een ronde roomse lach: „Dat brood
lijn tijdens de consecratie veranderen in lichaam en
van Christus, geloof ik so wie so al. Vergeleken hier-
is het Amsterdams Mirakel een, ik zou haast zeggen,
lertje van ondergeschikt belang. Haha I Dat pik ik ge-
mee".
nburg (71), de huidige voorzitter
Gezelschap van de Stille Omgang,
linzoon van oprichter C.A.J. Elsen-
ten zijn pa hem voor het eerst aan
nam om mee te lopen in de jaar-
idegang (ook zijn vader was jaren-
orzitter van het „familiebedrijf"),
zes, misschien zeven jaar. Hij
de gedurige groei van de bede-
Be. Van enkele duizenden deelne-
n het begin van deze eeuw tot zo'n
tzend pelgrims in het midden van
insdag i vijftig. Uit alle plaatsen in het land
ze in die tijd. Allemaal mannen en
j De Omgang was per traditie een
r~ V' angelegenheid. Honderden bussen
jdstip e%nen treinen werden er afgehuurd,
soneels-of prevelend gebed verzonken,
i ze een urenlange, veel rijen dik-
ir ootmoedige demonstratie door
|k Amsterdam. Vierden dan de H.
itie om vervolgens massaal de ca-
le binnenstad te bestormen voor
i een uitsmijter.
>rgang van de religieuze oriëntatie
samenleving had tot gevolg dat
it eind van de jaren vijftig het aan-
angers eerst geleidelijk en daarna
rk begon te dalen. Een dieptepunt
ireikt in 1973 toen niet meer dan
jelgrims verschenen. Sindsdien
e curve weer omhoog en 22 maart
nde, wanneer de Stille Omgang in
derne vorm voor de honderdste
^^ordt afgelegd, worden er weer
HHHverwacht. Heren én dames. De
>atie van de vrouw was ook hier
er te stuiten. Wat beweegt hen?
i zij, net als voorzitter Elsenburg
rkelijk in wonderen? En in sacra-
Wat moeten we met wonderen in
luur die tot op grote hoogte door
Bnschappelijk denken lijkt te wor-
feersd?
Begijnhofkapel, het centrum van
tot het H. Altaarsacrament, was in
i dertig kapelaan Jo Willebrands
Utatie |en inmiddels aartsbisschop van
luidt zijn antwoord aldus:
Iter
urg:
pndertje
dergeschikt
Dat pik
3on mee"
„Inderdaad is voor velen het begrip won
der een totaal verouderde zaak. Wie daar
in gelooft, wordt gehouden voor een ach
terlijke geest. Vreemd genoeg tref je daar
naast ook nog altijd niet weinigen die op
wonderen belust zijn, die een gemakkelijk
wonderengeloof hebben en naar alle
plaatsen trekken waar wonderlijke ver
schijnselen plaats vinden. Zij verwachten
alleen van een „echt" wonder redding in
de crisis van onze tijd. Ik denk dat beide
opvattingen voortkomen uit een verkeerd
idee over het wonder. Mensen die zó te
gen het wonder aankijken zien daarin
vooral het doorbreken van de natuurwet
ten. Zij zien het wonder niet als een teken
dat oproept tot een dieper verstaan van
de zin van het leven, een teken dat aan
dacht vraagt voor de religieuze betekenis
van het leven, van de geschiedenis. Een
teken dat geest en hart richt op de dingen
die van boven zijn, op de Schepper en Ge
ver van alles wat bestaat. Zo spreekt het
evangelie van Johannes over het wonder
van Kana: „Jezus maakte te Kana een be
gin met de tekenen en openbaarde zijn
heerlijkheid. En zijn leerlingen geloofden in
hem". Jezus wekt verwondering op en
eerbied voor zijn persoon en zending,
roept op tot geloof. Hij doet geen wonde
ren waar Hij geen geloof vindt. Er is im
mers een gelovige gezindheid die aan het
wonder vooraf gaat en die bestaat in een
openheid naar God. Het beste voorbeeld
daarvan is Maria, die het woord van de
engel geloofde over de'wonderbare ge
boorte van Jezus. Elisabeth begroet haar
met het woord: „Zalig gij die hebt ge
loofd".
Ook elders schenken de evangeliën weinig
aandacht aan de uiterlijke omstandighe
den van het wonder?
Kardinaal Willebrands: „Inderdaad. Over
de verdorde vijgeboom bijvoorbeeld zegt
Mattheus, dat deze „op slag" verdorde op
het woord van Jezus. Marcus verhaalt dat
hij de volgende dag was verdord. Is dat
dan ook zo belangrijk Het wonder wekt
op tot bekering des levens, tot erkenning
)ude
setaal
)ienst
ude
1
van Gods nabijheid, tot het Rijk Gods".
„In deze zin zullen tekenen de gelovigen
blijven vergezellen. Het grootste daarvan
is Jezus' Verrijzenis. Bij zijn dood vonden
er tekenen plaats die de Romeinse officier
deden zeggen: „Deze was de zoon van
God". Het blijvend teken van zijn dood en
verrijzenis is de H. Eucharistie. Hij is daar
midden onder ons en de Mysteriën van
ons geloof. Zijn dood en verrijzenis zijn in
de viering van de H. Eucharistie onder ons
aanwezig".
„Wanneer rond dit Mysterie wonderen ge
schieden, dan is de zin daarvan dat wij ze
verstaan als tekenen die het geloof in dit
Geheim versterken, ons tot eerbied en
aanbidding opwekken. Een uiting van dit
geloof, van deze aanbidding Gods is ook
de Stille Omgang
Geen ruzie
Ed Elsenburg denkt er net zo over. Het is
ook tegen deze achtergrond wanneer hij
met een vleug ironie die hij zich als niet-
bisschop kan veroorloven, in het midden
brengt: „Natuurlijk zijn er mensen die zeg
gen: sorry hoor, maar die geschiedenis
met die hostie: dat kan niet, dat is niet ge
beurd. Nou, met hen gaan we geen ruzie
maken. Zonder Stille Omgang kun je ook
zalig worden, dat staat vast. Maar als je
het H. Mirakel van Amsterdam vergelijkt
met de wonderen van Lourdes, Banneux,
Fatima enzovoort, dan kun je niet ontken
nen dat wij in Amsterdam heel sterk in
onze schoenen staan. Ik wil zeker niet af
dingen op andere bedevaartsplaatsen, be
grijp me goed. Maar het Sacrament des
Altaars is door Christus zélf ingesteld. Op
de verering hiervan kun je goed be
schouwd nooit worden aangevallen. Hij
Zelf heeft het gezegd: „Dit is mijn lichaam,
dit is mijn bloed. Doet dit ter mijner ge
dachtenis".
Een gave katholiek ook, Ed Elsenburg.
Diepgelovig èn tolerant. De afnemende
deelname aan het religieuze leven vermag
hem geen overmatige zorg te baren: „God
heeft de tijd". Hetzelfde geldt voor de ver
schuiving in de beleving van de Stille Om
gang, in de richting van een steeds „kale
re" meditatie. „Zelfs als je, wat de linkse
jongens wel eens proberen, de omgang
zou ontdoen van zijn verwijzing naar de
Verrijzenis, dan nog gaat er het signaal
van uit dat er in dit leven iets belangrijkers
bestaat dan geld verdienen. Dat dat idee
wordt levend gehouden onder mensen, is
op zich al heel belangrijk".
Kardinaal
Willebrands:
„Bedevaart
zonder show"
Eenenzeventig jaar oud, heeft de pur sang
Amsterdammer zich alweer geruime tijd
teruggetrokken uit de textielgroothandel,
die hem de bungalow aan de Apollolaan
heeft opgeleverd waarin hij nu nóg woont.
Maar stil zitten kan hij niet. Naast de orga
nisatie van de omgang heeft hij enige tijd
geleden de uitgave op zich genomen van
een blad met Nederlandse vertalingen van
artikelen uit de Osservatore Romano. Op
lage: ruim 2500. „De Stille Omgang, dat is
eigenlijk een seizoenbedrijf. Van eind de
cember tot eind maart is het poot-aan
spelen. De rest van het jaar is er haast
niets te doen. De laatste jaren valt het
werk in het hoogseizoen ook wel mee, na
tuurlijk. Het bestuur kan alles wel zo'n
beetje zelf af. In de bloeitijd van de om
gang werd af en toe het voltallig personeel
van onze textielzaak ingezet; zo'n 60 a 70
man. Bussen en treinen huren, kerken be
spreken dat gaf destijds altijd een enorme
rompslomp".
Knielt Christenschaar
De bloeitijd. Hoeveel ouderen lopen de re
ligieuze rillingen niet over de rug wanneer
ze terugdenken aan het Lof 's avonds
laat, voorafgaande aan de pelgrimage.
Wie buiten Amsterdam woonde vierde
deze samenkomst in de eigen woonplaats.
Zwaar en gedragen klonken de honderden
mannen- en jongensstemmen: „Knielt
Christenschaar voor 't Zoenaltaar". En la-
EcidócSommit
ter, in bus of trein het „Adoro Te". In het
boekje met routebeschrijving van de om
gang stond de waarschuwing: „Tekenen
van devotie (rozenkransen e.d.) dienen
niet zichtbaar te worden gedragen".
Waarom is de omgang eigenlijk zoveel de
cennia lang een exclusieve mannen-aan
gelegenheid gebleven?
Ed Elsenburg (commandeur in de orde van
de H. Gregorius de Grote): „Haha! Ik denk
dat dat indertijd is voortgekomen uit angst
voor nachtelijke vrijpartijen. Verder had je
natuurlijk de toiletgeschiedenis. Tegen
woordig hebben we prima toiletwagens op
het Spui staan, maar vroeger zou dat de
dames aanzienlijke problemen hebben op
geleverd".
Maar hoe losten de mannen dit dan op?
„Hoe zal ik dat zeggen? Laat ik zó zeggen
dat een pastoor wel eens zijn beklag bij
mij heeft gedaan omdat het plein voor zijn
kerk veranderd was in een klein meer.
haha!"
Prominente katholieken telde de Omgang
vroeger ook in maten en soorten. De vroe
gere KVP-leider wijlen de heer C. Romme,
maakte zijn laatste Amsterdamse bede
vaart twee jaar geleden. Erkende hij
's nachts, achter een versterkende drank:
„Sorry hoor, ik heb m'n best gedaan,
maar het is me deze keer niet gelukt de
Omgang helemaal uit te lopen. Hier in
„Kras" ben ik maar uitgestapt". C A
geeft in de persoon van Rudolf Brennink-
meijer nog wel elk jaar acte de prèsence.
Geen show
Volgens kardinaal Willebrands vormt de
gelijkwaardigheid waarin de omgangers
door het nachtelijk duister trekken, on
geacht hun maatschappelijke of kerkelijke
status, juist ook één van de aantrekkelijke
kanten van de bedevaart:
„In de Stille Omgang verschijnt de kerk
niet als institutie, de bisschop loopt naast
iedere andere christengelovige en zijn bis-
schoppelijke waardigheid of hiërarchische
functie treedt niet in het openbaar, leder
loopt daar met zijn eigen vragen, zijn ei
gen gebed, en men voelt zich verbonden
met elkaar in de gemeenschap van het
volk Gods onderweg. Er is geen show,
maar de nacht, de stilte. De viering van de
Eucharistie is inzet of afsluiting. Kunnen
wij God horen in de stilte, Hem zien in de
nacht. Hem ontmoeten in de viering van
de H. Eucharistie?"
Nog één vraag aan de kardinaal. Ligt in
het massale toch niet een gevaar voor
triomfalisme?
„Ik denk dat elk gevaar niet. elke daad
hoeft te beletten. Het bestuur van de Stille
Omgang heeft altijd getracht triomfalisti
sche vormen, ook uitwendige praal, af te
wijzen. Het massale is niet wezenlijk voor
deze omgang. Wezenlijk is dat allen die
deze devotie vervullen, dit doen als een
gebed. Wezenlijk is dat ze God horen in
de stilte, Hem zien in de nacht".
WILLEM SCHEER
Als intentie voor de 100e Stille Omgang, in de nacht van zaterdag 21 op zondag 22
maart aanstaande, is het thema gekozen van het Internationaal Eucharistisch Con
gres, dat de komende zomer in Lourdes wordt gehouden: „Jezus Christus: Brood
gebroken voor een nieuwe wereld".
„Dit thema roept op tot bekering", aldus kardinaal Willebrands, die dit jaar zelf ook
weer deelneemt aan de bedevaart, net als bisschop Th. Zwartkruis van Haarlem en
bisschop A. J. Simonis van Rotterdam. „Tot een njeuwe levensstijl, een herziening
van de houding tegenover elkaar, in het bijzonder tegenover de armen, de zwak
ken, de lijdenden, de verdrukten, tegenover hen die hongeren en dorsten tot de
dood toe. Maar vooral een herziening van de houding in de richting van recht en
vrede".
De eerste deelnemers aan de circa 40 minuten lange tocht starten rond midder
nacht op het Spui, ter hoogte van de ingang van het Begijnhof. Voor informatie
over de mogelijkheden om in groepsverband naar Amsterdam te reizen kunnen in
woners van de Haagse regio terecht bij de heer N. Somers, Da Costaplein 41 in
Voorburg, tel. 070 864104. Voor Leiden en omgeving fungeert als contactper
soon de heer L. Van Hamersveld, Rijn- en Schiekade 116 E in Leiden, tel. 071
124221.
In het Historisch Museum in Amsterdam wordt tot en met 20 april een tentoonstel
ling gehouden onder het motto Honderd Jaar Stille Omgang".