„Bondscoach Kecsksemethy
door de mand gevallen*"
Klaas Lok vindt
zichzelf een
gemaakte atleet
DitissleehÜ
een tijdel
oplossing
HAAGSE HANDBALLERS NA WERELDKAMPIOENSCHAP:
I
SPORT
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 7 MAART 1981 PAGINA OR
[seni
eer i
UTRECHT - Tweevoudig titelhouder Klaas
Lok beschouwt zich bij de nationale veld-
loopkampioenschappen, die morgen op de
renbaan Duindigt bij Wassenaar worden af
gewerkt, allerminst als favoriet Nu geldt
de 25-jarige Utrechtse atleet al jaren als ie
mand die zijn eigen prestaties bagatelliseert
en het liefst in de rol van „underdog"
kruipt maar ditmaal heeft hij voldoende re
denen om de strijd om de nationale titel met
het nodige pessimisme te bezien. Lok, die zo
wel in 1979 als in 1980 de sterkste crosser
bleek, heeft zich verre van optimaal kunnen
voorbereiden op dit kampioenschap, dat
voor hem dit winterseizoen moet goedma
ken. De door de Arubaanse zon gebruinde
loper arriveerde twee dagen voor het natio
naal kampioenschap indooratletiek in ons
land, won daar spelenderwijs de titel op de 1
drieduizend meter, maar werd prompt een
dag na afloop van dit gebeuren door griep
geveld. Een volle week moest hij het bed
I houden en vervolgens een aangepaste trai-
ning volgen waardoor zijn voorbereiding op
de titelstrijd, die hem de derde nationale ti
tel op rij moet opleveren, verre van ideaal
genoemd kan worden.
Maar dat was twee jaar geleden in 's Heeren-
berg eveneens het geval en toen triomfeerde
Lok uiterst gemakkelijk, zoals hij vorig jaar in
Hulst ook deed met precies één minuut voor
sprong op Piet Vonck, die in Zeeuws-Vlaande-
ren een thuiswedstijd liep. Lok: „Ik denk dat ik
zeer uitgekiend moet lopen wil ik op Duindigt
opnieuw winnen. Die griepaanval heeft me de
nodige conditie gekost en ik geloof alleen dan
te kunnen winnen wanneer ik bij het begin
van de laatste ronde nog bij het kopgroepje kan
blijven. Het zal een kwestie van aanklampen
worden, want zwaar kopwerk verrichten, daar
voel ik me momenteel beslist niet toe in staat.
Ik beschouw Ton Luttikhold en Gerard Nijboer
als de belangrijkste gegadigden voor de titel en
als ik me bij dit tweetal kan voegen zal het tus
sen ons drieën gaan. Andere atleten maken vol
gens mij geen kans".
Madrid
Het doel van Klaas Lok op Duindigt is niet zo
zeer de nationale titel, maar een plaats in de
ploeg, die op 28 maart zal deelnemen aan het
wereldkampioenschap in Madrid. Tegen die da
tum hoopt Klaas Lok voldoende hersteld te zijn
om zich redelijk te kunnen klasseren al zal ver
moedelijk een plaats in de toptien van het klas
sement niet voor hem zijn weggelegd. Daarvoor
is de internationale crosselite te sterk en boven
dien beschouwt Lok zichzelf allerminst als een
getalenteerde loper. Ondanks het feit dat hij
het afgelopen seizoen grossierde in nationale ti
tels en hij er vorig jaar in Sindelfingen in slaag
de om ons land een zilveren medaille te bezor
gen op de drieduizend meter tijdens de EK in
door, vindt hij zichzelf het voorbeeld van een
gemaakte atleet die er dankzij doorzettingsver
mogen en de trainingsmethode van Herman
Verheul in geslaagd is zich naar de nationale
top te werken.
Net als clubgenoot Joost Borm laat hij niet na
Verheuls trainingsprogramma meer bekend
heid te geven, omdat hij vindt dat er jarenlang
in atletiekkringen smalend over deze man
werd gesproken. „Herman Verheul", vindt
Lok, „is jarenlang miskend bij de KNAU. De
atleten op de lange afstand zijn er altijd van uit
gegaan dat je 's winters aan duurlopen moest
doen en 's zomers tempowerk moest verrichten.
Wij doen bij Phoenix geen van beiden, maar
een soort intervalduurloop, waarbij je probeert
de wedstrijdsnelheid te benaderen, maar net
niet tot de bodem gaat. Steve Ovett, Eamonn
Coughlan en Gerard Tebroke trainen sinds eni
ge tijd op dezelfde wijze, maar de atletiekwe-
reld vergeet dat Verheul deze methode al vele
jaren volgt. Anderhalf jaar geleden heb ik het
er met de marathonlopers over gehad en die
hebben sindsdien hun programma ook gewij
zigd. Verheul heeft het er vroeger al eens met
Egbert Nijstad uit Dwingelo over gehad, over
die afwisseling en het uitvoeren van gymnas
tiekoefeningen. Nijstad schijnt toen zoiets ge
zegd te hebben van „Wat moet ik met gymnas
tiekoefeningen, ik ben geen konijn". Het punt
is gewoon dat veel atleten te eenzijdig trainen
en daardoor hun progressie blokkeren. Als je
ziet dat Borm en ik met ontspannen lopen tot 3
minuut 38 reiken op de 1500 meter en Arno
Körmeling, Wibo Lelieveld en Evert Hoving
met veel meer trainingsarbeid hetzelfde halen,
dan geeft dat toch te denken. Vroeger maakte
ik ook de fout keihard te trainen, maar ik liep
dan eerder trager dan sneller bij wedstrijden.
Vandaar die afwisseling, waardoor je ook het
plezier in de atletiek houdt en dat is voor mij
op het moment het belangrijkst".
Leraar af
Ondanks die ogenschijnlijk lossere aanpak
heeft Klaas Lok zijn leven sinds enige maan
den ingrijpend gewijdigd. Niet langer meer
staat hij als wiskundelaar voor de klas van de
Driebergse MAVO, waaraan hii tweeëneenhalf
jaar verbonden was. De Utrechtse atleet staat
sinds kort op de loonlijst van een Driebergse
grootgrutter, die hem in staat stelt om meer
aandacht aan atletiek te besteden dan voor
heen.
Lok: „Ik had op de MAVO al een aangepast les-
„GEEN
FAVORIET
VOOR
NATIONALE
CROSS-
TITEL"
Rob Schouten is blij na de overwinning van De
LGB op ZIAN Vitesse.
ROB SCHOUTEN
COORDINA TOR NA TIONAL^l
JEUGDPOLOPLOEGEN: „T
len.
ifdst
Of
It
ijk h
rkin
irdt
SCHIEDAM Het blijft slechts een tijdelijke orfjrf i
lossing. Na het door menigeen betreurde vertreEn
van Ivo Trumbic, die afgelopen zaterdag tijdens eei^
emotioneel geladen receptie officieel afscheid nany n
moest de waterpolocommissie van de KNZB plotseoen
ling op zoek naar een nieuwe bondscoach. Doordat eij
op zo korte termijn geen permanente capabele vei&n o
vanger beschikbaar bleek, werd een noodgreep toeleg d,
gepast. Voor de vier bestaande jeugdgroepen kwage d
men twee coördinators, die zo lang de honneunaat
waar moeten nemen. Harry Vriend kreeg de leefHaas
tijdscategorieën tot veertien en tot zestien jaar on
der zijn hoede, terwijl Rob Schouten zich aan de ou?
dere jeugd tot achttien en negentien jaar ging wijj
den. Voor de senioren is het eerstvolgende belang)
rijke evenement pas het Europese kampioenschap» i
begin september in Split. De voorbereiding daaronf x
wordt door de nog nieuw aan te stellen man (er zijn
drie kandidaten: de Hongaren Pocsic en Markovit
alsmede de Spanjaard Braco) begeleid.
Voor Rob Schouten vormt het tijdelijke karakter van zijigN
nieuwe rol geen enkel bezwaar. „Het is de bedoeling diferok
seizoen af te maken, in afwachting van een nieuwe bonds-jussi
coach. Wanneer die bekend is, kunnen we verder gaai^kcl
praten", aldus de trainer/coach van de Leidse hoofdklassei^n d
De Zijl LGB. „Voorlopig krijgt mijn eigen club nog deg p
voorrang. We hebben de komende weken nog twee be-jal i
langrijke wedstrijden voor de boeg, komend weekeinde&an
een bezoek aan HZC De Robben en vervolgens een thuis-)Un<
duel tegen AZC Alphen. Begin april zijn de laatste wed-(uel
strijden voor de competitie. Daarna wordt de blik op de in- om
ternationale kalender gericht". ,n
e J
Het afgelopen weekeinde maakte Rob Schouten kennisje s
met één van de twee aan zijn zorgen toevertrouwde selec-tet<
ties. Met de groep tot achttien jaar werd een trainingskamp
in Braunschweig belegd, terwijl tevens een aantal oefendu-i dt
els met Westduitse teams werd afgewerkt. „Iedereen wasis di
enthousiast. Direct na het seizoen gaan we naar Regens-
burg. Eind augustus volgt in Barcelona het kwalificatie-;™""
toernooi voor het wereldkampioenschap, een maand later
vermoedelijk in Italië te houden. Het is nog niet bekend of1^
we daarvoor in zullen schrijven. Tegen die tijd moeten de M
meeste jongens weer naar school. We hebben de internatio-^
nale zwemfederatie FINA een brief gestuurd om dit voor-^
taan in de vakantiemaanden te willen organiseren. Ik heb
de KNZB gevraagd wel naar Barcelona te gaan. Daar kan
namelijk een belangrijke portie ervaring worden opge
daan. Die internationale contacten dienen we aan te hou-k
den". H
Persoonlijke ideeën
Ij
Rob Schouten maakt voor beide jeugdgroepen dankbaarj
gebruik van de eerder door Ivo Trumbic verrichte arbeid.
„Deze jQngens spelen al enkele jaren samen. Trumbic, op
technisch en taktisch gebeid een kei, deed dat soort zaken
ook allemaal zelf. De toekomst is onzeker. Dat komt trou-.-j,^
wens vaker voor in waterpolokringen. Maar natuurlijk
verwerk ik mijn persoonlijke ideeën hierin wel degelijk. 2 i
da
Hoe regel je de aanloop naar een bepaald hoogtepunt, wel- de
ke intensiteit geef je de trainingen, in hoeverre ga je aanp e<
de techniek schaven, ènzovoorts".
Omtrent het peil van de Nederlandse waterpolojeugd laatJLjj
Rob Schouten zich op deze manier uit: „In de groep van
veertien jongens tot achttien jaar (de groep tot negentien
jaar bevat trouwens niet meer dan vijf jongens) spelen er 'on
vier bij Het Ravijn uit Nijverdal, momenteel koploper in?e-
de eerste klasse. En volgend seizoen waarschijnlijk van de1 ze
partij in de hoogste afdeling. Die ploeg speelt een attractief ga:
soort waterpolo. De overige leden van mijn selectie komen [t m
van diverse clubs". |een
wee
De waterpolocommissie van de KNZB blinkt al jarenlang fe wi
uit door het uitstellen van snelle beslissingen. „Er wordt al rwii
tijden geschermd met een Jeugdplan Nederland. Telkens
weer komt daar wat tussen. Bovendien zijn we vier jaar
verstoken gebleven van een cursus voor waterpolotrainers.
Dat is pas drie jaar geleden weer op gang gekomen. Daar Pper
plukken we nu pas de eerste vruchten van. Wie waterpolo- r^11
trainer wil worden moet drie opleidingen voltooien. Eerst Pn i
de ABO-cursus, daarna zwemtrainer-A en tenslotte pas Hr E
waterpolotrainer. Dat kost niet alleen veel tijd, maar na- Pe v
tuurliik ook veel geld. Dat schrikt velen af. Waardoor hetIDe
aantal trainers in Nederland, ongeacht de kwaliteit, be- !an
perkt blijft. Hopelijk neemt binnenkort ook de betrokken- hac
heid van de trainers bij bepaalde zaken toe", aldus de be- |g w
drijfsleider van het Sportfondsenbad te Schiedam. U0-1
pon
De laatste herinneringen aan de Nederlandse waterpolo- pon
jeugd waren niet al te florissant. Tijdens het Europées Irt; a
kampioenschap in Sittard werd Jong Oranje vorig jaar ftfs e
slechts zevende. „In verschillende regio's wordt al centraal [eytb
getraind. Dit moeten we in de toekomst zeker verder uit- jidaa
bouwen. Maar hiervoor zal ook wel weer heel wat tijd no- Wft
dig zijn". ben
DICK KIERS [PP,
VOORBURG Het Nederlands handbal
team is begin deze week teruggekeerd van
het toernooi om het wereldkampioenschap
in de B-poule. De formatie van bondscoach
Jan Kecsksemethy wist zich in Frankrijk
niet op dit niveau te handhaven. Dan mag
toch normaal gesproken worden verwacht
dat de stemming gedrukt is. In eerste in
stantie lijkt het vrolijke Haagse kwartet
Ron de Jonge, Kees Kooij, Nanne Prevo
(Duij veste in Wintersport Hermes) en Fred
Berendsen (Duijvestein Wintersport Hel
las) echter niet gebukt te gaan onder dat
trieste resultaat Maar langzamerhand komt
toch een bittere nasmaak boven. En dan
blijkt vooral de oudere garde nogal wat kri
tiek te hebben op de recente gebeurtenissen.
Vooral in de richting van Kecsksemethy.
Merkwaardig genoeg stemde het getoonde
spel met het oog op de toekomst wel rede
lijk tot tevredenheid.
„Laten we voorop stellen dat deze man een
goede trainer is die zijn vak verstaat", aldus
Kees Kooij, duidelijk de felste van de vier gese
lecteerde Hagenaars. „Maar het is toch aller
minst gegaan zoals we haddden gehoopt. De di
recte begeleiding heeft gefaald. Tijdens de eer
ste drie dagen was daarvan nog niet veel te
merken, maar toen de vermoeidheid een
woordje mee begon te spreken, was van enige
persoonlijke opvang totaal geen sprake meer.
Het is de taak van een coach om het moreel
hoog te houden. Kecsksemethy bleef zich even
wel voortdurend verschuilen. Hij is voor een
westerse groep veel te vrijblijvend. Een Oosteu
ropeaan zou volgens zeggen voortdurend hame
ren op de discipline, maar daar was niets van te
merken. Je stond dikwijls geheel alleen".
Met name de voorbereiding van de nieuwe
bondscoach op de verschillende wedstrijden
bleek voor verbetering vatbaar. Ron de Jonge,
de aanvoerder die zijn plaats onder de lat regel
matig moest afstaan aan de jonge Limburger
Jacques Josten: „We kregen regelmatig video
beelden te zien, maar dat was nauwelijks effi
ciënt. Daar moet je bepaalde situaties uit kun
nen halen: schotbeelden voor de doelman, be
wegingen van de aanvallers bij de tegenpartij.
Nu stond onze defensie daar totaal onwetend
tegenover. Met alle nare gevolgen van dien. Er
werd tien minuten van de eerste en tien minu
ten van de tweede helft vertoond, gewoon aan
elkaar geplakt met alle pauzes er tussen. Dat
heeft amper zin. Kecsksemethy liet de spelers
aan hun eigen lot over. Iedere wedstrijd waren
we bij voorbaat kansloos. En achteraf had er
Het kwartet Haagse handballers dat deel uitmaakte van de teleurstellend presterende
Nederlandse ploeg: v.l.n.r. Ron de Jonge, Nanne Prevo, Kees Kooy. Inzet: Fred Be
rendsen.
steevast meer ingezeten. Naar buitenuit deed
hij echter steeds zijn best om alles zo mooi mo
gelijk voor te stellen".
Elementair
Kees Kooij geeft een sprekend voorbeeld, van
de 2ijns inziens door Jan Kecsksemethy ge
maakte fouten: „De sleutelwedstrijd tegen
Frankrijk begon om acht uur. Normaal gespro
ken moet je dan toch minstens één uur tevoren
omgekleed zijn. En je mag verwachten dat de
groep zich als één geheel gedraagt. Niks hoor,
iedereen rommelde maar een beetje aan. Dat
soort zaken is in clubverband strakker gere
geld. En meer van dat soort elementaire situa
ties. Met nog tien seconden te spelen gooide
Jan-Willem Hamers de bal naast. De coach
moet op zo'n moment aangeven hoe lang er nog
te spelen is. Een slechte begeleiding. Ook ach
teraf hebben we hierover niets genuanceerds
gehoord. Natuurlijk werden we door de
scheidsrechters benadeeld, maar dat was niet
de enige oorzaak van de degradatie. Uiteinde
lijk kwamen de Fransen in balbezit en maakten
zij het winnende doelpunt. Tja, toen wisten we
genoeg".
Ron de Jonge: „Ik werd door Kecsksemethy
nog voor geen vijf stuivers gemotiveerd. Inte
gendeel zelfs. Hij praatte wel met iedereen bui
ten de groep, maar tegen ons beperkte hij zich
alleen tot de hoogst noodzakelijke dingen.
Steeds werden externe factoren als oorzaak
voor het mislukken aangevoerd. Hij wees ons
alleen op fouten door constant langs de zijlijn te
gaan staan gillen. Toonde zich maar even, met
een chagrijnig gezicht, in de kleedkamer om
daar als een zielig figuurtje in de hoek te gaan
zitten treuren. Persoonlijke nood was niet rele
vant. Tijdens de aanloop naar het wereldkam
pioenschap is dat niet zo gebleken. Dat komt
pas wanneer je onder druk staat. Kecsksemethy
is voor mij door de mand gevallen".
Driejarenplan
Nanne Prevo is van de drie spelers van Hermes
nog de meest positieve. Hij mocht als jongeling
verrassend regelmatig aantreden en voor zich
zelf heeft hij een bevredigend toernooi ge
speeld. „Het spel op zich heeft heus wel positie
ve punten opgeleverd. Daarom is er ook best
hoop voor de toekomst".
De degradatie naar de C-poule zal overigens
merkwaardig genoeg niet inhouden dat Neder
land volgend jaar ook daadwerkelijk met de al
lerzwakste handbalnaties van de wereld zal
worden geconfronteerd. In 1983 wordt in ons
land immers de volgende B-titelstrijd gehouden
en daarbij mag het gastland niet ontbreken.
Prevo: „Met onze mogelijkheden moeten we in
de middenmoot van de B-poule kunnen meeko
men. Kecsksemethy is ook bewust met dat drie
jarenplan bezig. Qua spel was er ook, ondanks
de degradatie, een stijgende lijn merkbaar. Aan
de nodige mentaliteit ontbrak het ook echt niet.
Dat zullen we straks verder uit moeten bouwen
door middel van internationale contacten. Ho
pelijk wordt de samenwerking met de bonds
coach op langere termijn dan ook soepeler".
Fred Berendsen, de enige speler uit de eerste
divisie in de nationale selectie: „Mij is vooral de
toenemende hardhèid van het internationale
handbal opgevallen. Tijdens de tweede wed
strijd werd ik finaal door de IJslandse doelman
in de grond geboord. Dat gebeurde tijdens een
break, toch al één van de gevaarlijkste acties.
Je kijkt achterom waar de bal blijft en tegelij
kertijd komt van de andere kant de doelman
uitlopen. Dat wil nog wel eens tot botsingen lei
den. Minstens diskwalificatie, dacht ik. Welnee,
alleen een strafworp en die doelman stond ge
woon te glimlachen. We zijn zelf echter ook ste
viger gaan sï-e'-.i. Het hoort er kennelijk bij".
rooster, waardoor ik de tijd kreeg om redelijk
te trainen, maar ideaal was het niet. Je krijgt in
feite te weinig rust en er zijn genoeg dagen ge
weest dat ik na twee uur les geven doodop voor
de klas stond, omdat ik 's ochtends de trai
ningsinspanning in de benen had zitten. Toen
Heymans van een plaatselijke supermarkt mij
het aanbod deed om bij hem in dienst te ko
men, heb ik dat aanbod gretig aangenomen. Ik
sta daar nu op de loonlijst en zou in noodgeval
len zelfs achter de kassa kunnen zitten wan
neer ik bijvoorbeeld vanwege een blessure niet
kan trainen. De bedoeling is echter dat ik me
beter dan ooit op het zomerseizoen voorbereid.
Vandaar ook die trainingsstage op Aruba, waar
ik samen met Harry Jansen, de echtgenoot van
oud-verspringster Ciska Janssen, fijn heb kun
nen trainen. Jansen was een leuke sparring-
partner daar op Aruba waar'hij een sportzaak
drijft. En tien, elf keer per week trainen was
voor mij een weelde, al hadden ze daar alleen
een zandbaan. Daar kon ik twee uur per dag
trainen en daarna voldoende rust nemen en dat
was er voordien in Nederland niet bij. Rust is
namelijk net zo belangrijk als training en voor
komt waarschijlijk ook blessures".
Twee maanden lang ontliep Klaas Lok de Hol
landse kou en .werkte in de Antillen keihard
aan een seizoen waarin hij zich vooral richt op
de tien kilometer, waarop hij een tijd van bene-
Klaas Lok zweert
bij een lichtere trai-
nlngsaanpak.
den de 28 minuten wil realiseren. Verder rei
ken zijn ambities eigenlijk niet: „Ik heb nu een
maal, niet het talent van een Tebroke of Her
mens. Mijn progressie is niet zo groot", zegt Lok
somber. „Ik had natuurlijk in Grenoble op de
EK indoor willen starten, omdat ik vorig iaar
daar ook succesvol was geweest, maar dan had
ik de limiet in Milaan moeten lopen. Die wed
strijd ging vanwege mijn ziekte niet door. Ik
denk dat die griep wel iets met het grote ver
schil in temperatuur tussen Aruba en hier te
maken heeft gehad, hoewel aan de andere
kant, ik loop vaak dit soort ziektes op. Grote
temperatuurveranderingen liggen me niet en
daarom ben ik ook niet zo blij met de keus van
Madrid voor het wereldkampioenschap cross.
Tegen die tijd zal het daar wel een graad of
vijftien, twintig zijn en dan krijg ik weer het
zelfde probleem. Wil je daar een goed figuur
slaan, dan moet je een dag of veertien voor de
wedstrijd arriveren. Dan heb je namelijk het
minste last van aanpassingsmoeilijkheden".
Voorlopig wil Klaas Lok nog niet aan de
Spaanse hoofdstad denken. Voor hem staat een
goede klassering bij het NK cross morgen voor
op en dat zal hem na een voorseizoen met
slechts een achtste plaats tijdens de IJzeren
Manbosloop in Weert als voornaamste wapen
feit al genoeg moeite kosten.
HES LAGRAND