Veel platen van Nederlandse uitvoerende musici (2) Linda Williams: Geen carrière maken, wel Songfesti val winnen 'LATEN C°n eertag jebruari Spliff, Paradiso hmsterdarp. 'ebruari Bow wow wow, pdiso in Amsterdam, februari Saga, Paradiso 1 msterdam. 'ebruari The Nits, Para- I in Amsterdam, februari Herman van jo, Stadsgehoorzaal in Lei- haart Millie Jackson, den burg in Utrecht. II en 12 maart Flairck, gentia in Den Haag. paart Jam, Jaap Eden- Ij'n Amsterdam. paart Hawkwind, Para- in Amsterdam. 27 maart Fats Domino, Edenhal in Amsterdam. 28 maart Status Quo, Ahoy' Sportpaleis in Rotterdam. 20 maart Fats Domino, De Doelen in Rotterdam. 3 april Pauline Murray, Paard van Troje in Den Haag. 11 april Fischer Z, Paradiso in Amsterdam. 19 en 20 april B.J. Spears, Wanda Jackson en Matchbox, tijdens Countryfestival in Ahoy' Sportpaleis in Rotter dam. 26 april Iron Maiden, Stads gehoorzaal in Leiden. 9 mei The Who, Groenoord- hallen in Leiden. De liedkunst blijft het ergste zorgenkind van de Neder landse concertexploitatie. Te meer moet men er erkente lijk voor zijn dat CBS met zijn platen van Nederlandse uitvoerende musici ook een geslaagde opname heeft ge maakt van de alt Cora Canne Meijer als liedzangeres (No. 71095). Die opname had ei genlijk al veel eerder gedaan moeten zijn want mevrouw Canne Meijer toonde al in de jaren vijftig behalve een ta lent voor de opera veel affini teit met het Franse en vooral het Spaanse lied. Nu is haar stem uiteraard niet meer zo glanzend en mist zij een en kele maal de noodzakelijke ademsteun, maar haar artis tiek engagement en haar er varen vakmanschap handha ven zich glansrijk en haar unieke programmakeus maakt haar plaat tot een uit schieter. Wie in ons land zou ze zó kunnen zingen, die Tonadillas van Gra- nados, die Castilliaanse liedjes van Guridi, die specifieke Sefar dische zangen van Saguer. Maar alvorens daar aan toe te komen, hoort u eerst de fijne, dichterlijke Fauré en de spirituele Cha brier en bovendien- een bijzondere plaatpremière, de op de literaire Margaretha van Navarra betrok ken liederencyclus „Saluste du Bartas", die Arthur Honegger in de oorlogsjaren maakte. Thom Bollen begeleidt expressief, maar soms iets te nadrukkelijk. Negen blokflui ten Walter van Hauwe die als leer ling van Frans Brüggen en lid van Quadro Hotteterre aan ontel bare opnamen van oude muziek pijn medewerking verleende, komt met CBS 71102 met een so- loplaat. Liefst negen oude en nieuwe blokfluiten in velerlei stemmingen past hij toe op een Linda Williams: „M'n kinde ren en man blijven nummer één". VALKENSWAARD Carrière maken? Geen haar op haar hoofd die daarover peinst. De Brabantse Linda Williams (25) noemt zich daarvoor niet ambitieus genoeg en stelt bovendien de zórg voor kinderen en man nummer één. Toch kon ze haar geluk niet op, toen ze van haar manager, Piet Roeien, te horen kreeg dat zij mocht deelne men aan het Nationale Songfestival, dai 11 maart in het Rotterdamse Theater Zuid plein wordt gehouden. Waarom de organi satoren haar hebben gevraagd, is haar tot op heden nog onduidelijk. „Ik heb nog nooit een echte plaat gemaakt en ben alleen maar een beetje bekend in de omgeving van Eindhoven". Die vraag interesseert haar trouwens ook niet. „Het enige wat voor me telt is dat ik kan meedoen en mag zingen onder leiding van Rogier van Otterloo, mijn grote favoriet". Harriëtte Willems, zo heet zij eigenlijk, is klein van stuk, tenger en draagt behalve een brede gouden trouwring en een hanger met een kruis geen sieraden. Zij heeft wat piekerig, donkerbruin halflang haar en de kleur van haar ogen is blauw. Hoewel ze spontaan en spraakzaam is, maakt zij de indruk een tikje onzeker en verlegen te zijn. Haar vriendelijke gezicht verstopt zij regelmatig tussen de wat gekromde, opgetrokken schouders en haar woorden laat ze voortdurend vergezeld gaan van een bedeesde glimlach of een wat onzeke re opmerking over zichzelf. Die houding ver dwijnt echter als sneeuw voor de zon, wanneer zich de gelegenheid voordoet om over haar twee kinderen, de negenjarige Odin en de veertien maanden oude Eva-Jane, te praten.. Zij is dan zelfbewust en toont zich meer moe der dan zangeres. Van feministen, die volgens haar „schreeuwlelijkers" zijn, moet ze dan ook absoluut niets hebben. „Niet alleen omdat ik me volledig vrouw voel en het leuk vindt- wanneer m 'n man mijn jas aanreikt, een glaas je inschenkt of de deur voor me openhoudt, maar ook omdat ik waarde hecht aan een goed huwelijk en tegen crèches ben. Kinderen moe ten niet door vreemden opgevoed worden". Desondanks zou zij toch een aantal keren per week willen optreden, het liefst zoals zij een aantal jaren geleden deed op diner-dansants in chique restaurants of op candle-light-avonden in knusse cafeetjes. „Want behalve dat het een aardige bijverdienste oplevert, vind ik het ge weldig fijn om voor mensen te zingen". Pure liefhebberij Vanaf haar achtste jaar, toen zij voor het eerst met haar moeder naar haar vader ging kijken die destijds in een dansorkest speelde, is mu ziek haar lust en leven geweest. „Meteen", herinnert zij zich, „diende ik me toen bij mijn pa als zangeres aan. Natuurlijk ging hij daar niet onmiddellijk op in hij vond me te jong. Maar langzamerhand ging hij aan het idee wennen en vroeg hij me wel eens mee. Ik mocht dan zingen, maar ook een deuntje, op mijn saxofoon spelen Tot haar achttiende jaar bleef zij dat doen. Daarna wilde zij meer, nam zangles en deed mee aan een talentenjacht bij haar in de buurt. Dit leverde geen prijs op, maar wel contact met het jazz-combo „Benja min" dat haar als zangers aantrok. Anderhalt jaar later werd echter de groep ontbonden en moest zij naar iets anders uitzien. Achtereen volgens trad zij als achtergrondzangeres op in het Top Veertig Orkest en in „Benjamin II". Met dit trio maakte zij zelfs een jazzy-plaat, die echter door geen enkele platenmaatschappij wetd geaccepteerd, omdat die niet commer cieel genoeg werd gevonden. Wat teleurgesteld besloten Linda en haar band nooit meer een plaat te zullen maken. 'Zij zouden in het ver volg uitsluitend uit pure liefhebberij muziek maken en zich tevreden stellen met optredens voor een handjevol publiek. Om in haar on derhoud te kunnen voorzien, destijds was zij nog gescheiden, trad zij op in achtergrondko ren in studio's en nam zij nu eens een baantje als serveerster, dan weer als typiste of ver koopster. Teleurstelling Voor Linda brak een iets rooskleuriger tijd aan, toen ze tekstschrijver Kees de Wit ont moette. Hij zag iets in haar zangkwaliteiten, schreef een aantal nummers en vond dat ze het nog maar een keer bij een platenmaat schappij moest proberen. Linda liet zich over halen. Haar eerste solo-single „Don 't need your flowers" werd echter ook geen succes. Wel bracht dit nummer haar in contact met Piet Roeien die het toevallig hoorde, omdat de band waarop het stond, op hol sloeg. Op zijn beurt arrangeerde deze manager weer een ontmoe ting met de directeur van T.T.R., een nog niet zo lang geleden opgerichte platenmaatschappij. Voor deze maatschappij mocht zij de single „I'll bide my time" opnemen, die voor de Kerst werd uitgebracht. „Maar ook dit nummer", stelt zij zónder teleurstelling vast, werd een flop, terwijl ik het toch in TeleBingo heb mo gen zingen, of beter gezegd: playbacken, wat ik overigens doodeng vond omdat je het moment waarop je je mond open moet doen, goed moet timen. Misschien werd die single wel gëen suc ces omdat de tijd niet zo gunstig was. In ons land kun je immers beter rond de Sinterklaas met iets nieuws komen Polen Het is alsof de duvel ermee speelt, maar .ook dit Telebingo-optreden leverde haar iets op. Achter de schermen leerde zij namelijk een Poolse regisseur kennen die gecharmeerd was van haar zangkunst en haar meteen uitnodigde voor een optreden voor de Poolse televisie. Bij een enkel optreden bleef het echter niet. Toen zij twee weken geleden in Polen was, werd er eveneens een muziekprogramma over haar ge maakt en werd zij tot tweemaal toe voor de ra dio geïnterviewd". „Hoewel ik eerst aarzelde, ben ik achteraf blij dat ik erop ingegaan ben. Het was een geweldige ervaring voor me, ze ker nu ik eerdaags hier ook voor de camera's moet staan. Die mensen daar zijn overigens ontzettend ahrdig en moeten nog werken met primitieve apparaten. Camera's die op wieltjes rijden, hebben zij daar bijvoorbeeld niet". Van de stakingen daar heeft zij trouwens niet zó veel gemerkt. Eigenlijk alleen 's morgens bij het ontbijt wanneer er geen boter of melk voorradig was of in de studio's, wanneer uit so lidariteit met de stakers het werk voor drie minuten werd stopgezet. Zielig vrouwtje Terug uit Polen kreeg Linda te horen dat zij als laatste op het Nationale Songfestival zal op treden. Zij is daar wat blij mee. „Ik heb zelf ook wel eens in een jury gezeten en weet dat het laatste nummer het beste bij blijft". Over het nummer dat zij vertolkt, kan zij niet veel vertellen. Zij weet bijvoorbeeld niet wie de muziek en de tekst ervoor schreven. Ook heeft zij er nog geen idee van hoe het gaat heten, want de huidige titel schijnt niet overeen te stemmen met de tekst waarin overigens ook nog het een en ander veranderd moet worden, omdat een paar zinnen niet sterk genoeg tot uitdrukking komen. In ieder geval kan zij wel vertellen dat het liedje een ballad is met swin gende tussenstukjes en verhaalt over een ver laten zielig vrouwtje Franne Golde Restless (CBS) een nog volkomen onbekende nieuweling is altijd, dat je totaal niet weet wat er gaat wanneer de naald in de aanloopgroeven is neer- De gedistingeerde dame die fris van de hoes op- met deze kennismakings-elpee een stevige pot voor te zetten. Vrijwel al het opgediende ma te- de hand van Franne Golde zelf die met Rest- plaat levert die over de hele linie een hechte in- teït'en wf maa^ti nergens verveelt. De nieuwe concurrente van Benatar wordt bijgestaan door een aantal gastmusici voor een strakke èn niet zachtzinnige begeleiding zor- Wat te horen is varieert van een onvervalste lovesong r de zondagmorgen (I Do Love) tot het jachtige en zwe- 1e Run For Your Life. Met name in Survivor (compleet 'een vette saxofoondringt zich leen vergelijking met n werk van Bruce Springsteen op. Zo zijn er meer be- n t/e momenten aan te wijzen. Sailin' bijvoorbeeld ver ft weer een duidelijke hang naar de oude Motown-soul. \iet al is Restless een plaat vol „Modern American Mu- JSew°rden die echter nergens op zichzelf staat. Een ge in maar niet opvallend produkt. N.M. eens begon als het hobby-clubje Toto, is thans een werd^5er,euze zaa^ geworden. De gelegenheidsformatie corner ik a 's best betaalde studio-muzikanten werd bij H\erdocVersc^ijnen van debuutelpee Toto (eind '78) door biiz1 'nn'£ aan het hart gedrukt. Het vervolg op dat sensa- - 'Ie debuut was de elpee Hydra, en ook die werd gretig cht. Op dat punt aangekomen, besloten de heren te toeren en de groep te laten prevaleren boven het stu- verk. De groep vond men leuker, en de verdiensten en hetzelfde (de broertjes Porcaro waren voor hun 22e le malen miljonair, speelden op honderden elpees van namen mee). Bovendien is er voor de leden van Toto jiu nog wel wat tijd te vinden om in de studio een paar ir w 'ij te schnabbelen. Best of both worlds, noemen ze dat beva merjk3- Hoewel. Bij het beluisteren van Turn Back, de e grammofoonplaat van Toto, kom je ongetwijfeld tot ntdekking dat Toto zelf wat stuurloos lijkt, aan zelf- aat doet. De room is er na de eerste twee elpees wel f, het geluid is te vertrouwd en de vaktechnische op- van de songs is ook al geen verrassing meer. Loei- e funk op mathematisch strakke hard-rock ritmen, 'Spelbaar voortkabbelend naar de climax. En toch zeer Ie boekje aar voor mensen d>e uitermate allergisch zijn voor er zegel fevens w ve post >p gebra hebben p., ponc et boekj via baar I 1 x 1 van o^tof^an '-i bloedarmoedig. Het klinkt weer prachtig, duur en eaitsr-du Lr„ aster voi en afbe on-mole drukkei as in h Sons wat maar naar beton ruikt. Instumentaal perfect, tek- ue, maar voegt helemaal niks toe aan het bestaande re tire. Mocht je al een elpee van Toto hebben, dan kun ze, in verband met de waanzinnig gestegen platenprij- met een gerust hart laten liggen. Want zelfs de hoes is laat (XTC, Drums and Wires). AvdM eens moeten lezen en uit zijn tal rijke voorbeelden moeten aflei den hoezeer hij terecht pleit voor een „Entmechanisierung der Mu- sik". Als toegiftjes bevat de plaat twee piano-walsen van Dvorak die hij zelf orkestreerde maar in die versie pas na zijn dood werden uitgegeven. Cale j des elter) Reed heeft eens gezegd dat J.J. Cale vaak klinkt alsof half zes in de ochtend is. Nu ligt het tijdstip van naar \gaan voor iedereen verschillend, maar feit is dat de tÊUMtiek van deze Okie (J.J. Cale komt uit Oklahoma) in- zo introvert „laid back'' is dat de platen bij (eic „after midnight" gedraaid moeten worden. Op vijf les heeft J.J. Cale bewezen dat hij zichzelf voortdurend baalt, zonder overigens vervelend te worden. Daarvoor ij te veel een instituut in de muziekwereld; tenslotte is niet voor niks het grote voorbeeld van Dire Straits ge kt en heeft Eric Clapton zijn come-back aan hem te {ken. I door Pfin b'Jna tienJariSe carrière is zojuist de zesde elpee ver- nog $nen: „Shades". En in tegenstelling tot wat de platenko- 25S?ou verwachten, is hier een extraverte Cale te beluiste- 26.f2-f3P H'j komt zelfverzekerder, zelfs uitbundiger over. Niet ^n in de aanstekelijke country and western-traditional ia don't", maar ook in een aantal blues-georiënteerde Vier van de tien composities zijn live in de studio >nomen. Weliswaar zonder publiek, maar ze zijn in één op de plaat gezet, hetgeen de spontaneïteit alleen (r ten goede is gekomen. Rest te melden dat Carry On h6 30.il Shades op single wordt uitgebracht en dat in verband c1. Zwarl een labelwisseling de zevende elpee van Cale mlijk een verzamelalbum wordt. weinig si Itijd de n deze in het Caecilia Consort plaat die een oude en een nieuwe kant heeft. Op de oude kant een kostelijk galant werkje uit het 14e eeuwse Italië, twee hartvero- verende stukjes van de 17e eeuw- se blinde Utrechtse organist Ja cob van Eyk en nog enkele mooie stukken van Giovanni Bassano en Marin Marais. De mo derne kant brengt wat ik heden daagse decoratieve kunst uit Ja pan zou willen noemen: geraffi neerde klankesthetiek van Shi- nohara en Maki Ishii. U behoeft niet bang te zijn dat een klein uur met een enkele blokfluit eentonig zal werken. Behalve het wisselende repertoi re en de wisselende instru menttypen. is er de muzikale voordracht die u onafgebroken bezighoudt. Al te uitbundig In stilistisch opzicht minder ge lukkig ben ik met de opname van het Caecilia Consort (CBS 71089). Het ensemble van twaalf strijkers met een klaveciniste is best voor zijn taak berekend maar schiet in jachtige tempi en overdreven zwier zijn doel in werken van Vivaldi en Locatelli voorbij. Er werd in hun tijd niet met zo'n wervelende vaart en zo'n extraverte bravoure gemusi ceerd als jaren geleden de Virtu osi di Roma ons wilden doen ge loven. Het musicologisch onder zoek is voortgeschreden en nu doet de door het Caecilia Consort toegepaste stijl als een anachro- Ook de manier waarop de tempe- ramentrijke en zeker kundige so liste Else Krieg het verrukkelijke rondo van Schubert aanpakt, is veel te excessief voor de betrok ken stijl. De soliste zou Talsma's „Wiedergeburt der Klassiker". Tweelingen Het Gemini Ensemble (dat zo heet omdat er twee tweelingen, kleinkinderen van Hendrik An- driessen, inzitten mèt nog een echtgenoot en een pianiste die niet tot de familie behoort) is al verscheidene keren eerder op de plaat geweest. Nu komen ze zelfs met twee nieuwe platen. De Mo- zart-plaat Nr. 71090 bevat het ho bokwartet, een lieflijk fluit- kwatttetje en het klavierkwartet K 478. Ér wordt aanstekelijk fris en levendig gemusiceerd, in de finesses niet altijd feilloos en niet steeds in de ideale balans, maar muzikaal en muzikantesk en ple zierig om naar te luisteren. De tweede plaat (Nr. 71103) heeft meer pretenties. Niet zozeer om het onvoltooide pianokwartet van de 16-jarige Mahler (een in teressante curiositeit) en evenmin om hobokwartet uit 1947 van Marti nu, muzikantenmuziek die wel tegen een stootje kan. Veel belangrijker is evenwel Schön- bergs eerste Kammersymphonie in de zetting die Anton Webern er van maakte met dezelfde in strumenten die in „Pierrot Lu naire" de zang begeleiden. Er zijn enkele keusmogelijkheden zodat de Kammersymphonie opus 9 op de plaat klinkt voor twee violen (waarvan ook altviool), cello, fluit, hobo en piano. Hoewel ik alle respect heb voor de toewij ding, geloof ik niet dat het moei lijke werk hier al in zijn optimale samenhang tot zijn recht komt. Wat niet wegneemt dat de poging en het bijna-bereiken hoog moet worden gewaardeerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 21