Glad genylonde benen, topzware dames en angstige blondines: pulp als kunst :an Mensje Keulen sPhrijft een ballade IAAG Vijftienhonderd ;aanse paperbacks op inge rij van moord, ro- i, science fiction, western torlsche roman. Vljftlen- rd omslagen, van keurig kleurig, van beschaafd ird tot schreeuwend van lie. Met daarop glad inde benen, topzware in negligé, door onnoe- dreiglngen angstig kij- blondines en aanminnl- illderstukjes van roman snit. Je staat in eerste :ie vreemd te kijken die pure Americana in een ik eerbiedwaardig insti ls het Haags Gemeente- im aan te treffen, maar in er wel degelijk. En te- Want „Paperbacks, 1939-1959" is daar tot 21 april een stevig on- il van een grotere ten- lelling die Massacultuur Massacultuur, het lijkt ntradictlo in terminis, foord „massq" pleegt lans wat cultuur betreft wat smalende toonzet- ibruikt te worden, maar it er toch niet om heen massa van de twintig- iw dank zij de geauto- irde en grootschalige llemethoden omringd is in aantal zaken die te- wel degelijk de kenmer- een cultuur dragen. In- in in onze wereld, waar mogen leven, omringen [onafhankelijk van natio- >ïaoleerjt, sociale afkomst of reli- il kunne overtuiging met hetzelf- oefperiort produkten dat zijn >n w<j dankt aan gelijke indu- tobaervf technieken. anderiassacultuur mag dan ne- afvalt.j of positief gewaardeerd heel gepn. Dat doet er minder :en feit is het dat we er worden omringd en dat liet alleen vanuit een so- ilsch standpunt interes- ïame nis de tekenen ervan vast wisten kgen. Terwijl die tekenen risten vfet algemeen nauwelijks ensen.jaai geacht worden, heeft nsen irijaags Gemeentemuseum os niet tap gedaan om die alge- e durej esthetische afstandelijk- gingqte verkleinen en een aan- jogdefoetten uit die massacul- ilt de njientoon te stellen. Waar roeven de paperback, of zoals u gen wtat pocketboek, ontmasj benaming die we aan dat k omd^al op klein formaat ge- ons llcliiceerde boekje geven, lig- m we, trouwens interessante consurr^verschillen. In Neder- t. En vei |S „pocketboek" een ewen>aam geworden. In Ame- >veel bi waar we bet fenomeen laamslAj^ hebben, Is „paper- de ratf' algemene en geëi- 1 werfer benaming. „Pocket c" begon zijn bestaan in tal als merknaam van één 'an E®jalde uitgeverij, waar zo- 9® echten aan ontleend kon- e J/vag „orden dat, toen het zak- ""•^at-boekwerk populair en andere uitgevers er h v0V"d©n, het hun verboden fn n>orden iuist die naam te L.® P' liken. Die naam is afkom- ran Robert Fair DeGraff, :aam bij de uitgeverij try Life van Doubleday. Btte In 1938 een paper- J: hee 3d op Tijder ngsacti in waitser|0 op ^ie eersf 20th e onrt >elen diep en oed va bt? Str JUS of Hoe energ s met Maar 'onden Ik's sdig in Het 1 st de >nkell te ki :ljn 43 i mogi goed ibus v inden ook g ïaking tal ont Kubu aangf i. Aan 3 aan aan or de prgr. B ra: W&kê THÉ PE&D' Is ''"DAVtö'rtARUM' £2 EVERYBODY DOES IT j«M« mm ik! weiro mm owls»s«atiïi< De Amerikaanse pocket als onderdeel van tentoonstelling over massacultuur in Haags Gemeentemuseum n we leven én het bedrag (oor die boekjes betaald moeten worden (twintig 'cent) broederlijk verenigd Bn. De kosten voor de es moesten echter 25 mense rcent en er was amsget ,ncjere naam nodig. aff: »,k koos die naam et Book omdat ik vond et duidelijk moest zijn dat i boek was dat in de zak eMnp|»9en kon worden. In het öNUtfi maakten we veel recla- ver hoe gemakkelijk het is in boek in de zak van een irtjasje of in een dames- past". proefuitgave verscheen Bucks „De goede aar- chrijfster had net de No- Ijs voor de vrede gekre- dus dat rechtvaardigde al grootscheepsere uitgaaf. I ïrm zou nog heel lang het- blijven: Donkerrode jen en als herkenbaar it weeft een kangoeroe, die van rlj intwerper. Frank Lieber- j de naam van zijn schoon- Ier Gertrude meekreeg. i kangoeroe die in de loop Ie jaren veranderd en ge- ird zou worden. De Walt By-studio's tekenden een nt: Een bebrilde kangoe- net een kind in de buidel m boek vasthoudt. Kind ril verdwenen later weer, verluidt omdat sommige lezers kind-met-boek in de buidel onhygiënisch vonden en omdat ze op het idee mochten komen dat je van het lezen van Pocket Books slechte ogen- kreeg. Poezenkrant De tentoonstelling „Paper backs U.S.A., een grafische geschiedenis 1939-1959" staal op de stevige fundamenten van het werk van Piet Schreu- ders. Van hem kwam bij de uit geverij Loeb kortgeleden een boek uit onder dezelfde titel. Schreuders is grafisch ontwer per en publicist, geeft sinds 1974 De Poezenkrant uit, en publiceerde In het driemaan delijks 'tijdschrift Furore al een aantal artikelen over het uiter lijk van het Amerikaanse poc- ketbook. In 1977 kwam bij hem het plan op een tentoon stelling te organiseren geba seerd op zijn eigen verzame ling pockets en die van Ed Schilders en Bert Haagsman, waarin bovendien de informa tie verkregen bij de omslagte kenaars in Amerika zelf ver werkt zou worden. Schreuders: het boek is dan ook doorspekt mét persoonlijke herinneringen en commentaar van mensen als Robert Jonas, James Avati, Leo Manso, Sol Immerman en Rafael Palacios die met hun werk het karakter van de Ame rikaanse pocket in de beschre ven periode bepaalden. Die periode eindigt in 1959 om min of meer esthetische redenen. Schreuders: „1959 is alleen maar het eind van „de jaren veertig en vijftig", de periode waarin de interessantste pa perbacks zijn verschenen. De meeste verzamelaars trekken de grens van wat zij de moeite waard vinden bij 1959, niet omdat ze „de eerste twintig jaar" zo mooi vinden klinken, maar omdat met de jaren zes tig veel verdwenen is van wat oudere paperbacks uniek maakt: charmante, naïeve, kunstzinnige of gedurfde om slagen: omslagen waarop met nieuwe grafische vormen is geëxperimenteerd: omslagen die niet voor honderd procent door de verkoopafdeling zijn gedicteerd. De paperbacks uit die tijd hebben, vergeleken met de huidige, zo veel per soonlijkheid dat je vaak het gevoel hebt met levende we zens te doen te hebben in plaats van met de produkten van een uitgekookt marketing beleid". De woorden van spe cialist Schreuders zijn in zover re controleerbaar waar, dat je op de tentoonstelling waar niet alleen stereotypen uit de om slagenseries bij elkaar zijn ge gaard (de mooie dames, de slanke benen, de thriller-drei ging bij elkaar), maar ook de diverse uitgeverijen apart zijn gerangschikt, duidelijk stijlen per uitgever kan herkennen. De in de eerste jaren nog bin nen een bindend kader vastge legde omslagen van Pocket Books, de veel sterker aan filmaffiches herinnerende, pulpomslagen van Avon. de met moderne symbolen en ty pografie, soms op de denkwe reld van Bauhaus geïnspireer de omslagen van de Ameri kaanse Penguin Books. Werp nu een blik op de massa poc ketboeken In een kiosk en Je ziet, al dan niet fraai ogend, één grote brij van knallende ti tels, kanjers van letters levens grote citaten uit Amerikaanse kranten, vaak meer tekst dan iets anders. Pionier Wie daarentegen oude pockets In zijn eigen boekenkast op zoekt, herkent ondanks de cli chés veel persoonlijker werk. Tien tegen één dat er omsla gen bij zitten met knap ge schilderde, naturalistische tafe relen in een donkere toonzet ting. En als die ook nog een goed getroffen dramatische spanning verraden, moet dat haast wel werk zijn van James Avati. Omslagtekenaar Stanley Meltzoff over Avati: „Avati is de enige van allemaal dié hele maal op zichzelf staat, niet al leen als dé grote pionier, maar ook als de beste van iedereen tot op de dag van vandaag de enige die telt Is Avati, „everyone else just passed through". Avati werkt nog steeds (voor uitgever Dell), maar vindt zijn huidige werk „phony" (bedrog) en voelde zich emotioneel veel meer be trokken bij het werk van de vijftiger jaren. Avati, die zijn olieverfwerk maakte op geprepareerd hard board, kwam in die tijd dan ook vaak bij zijn opdrachtge vers binnen met schilderijen van zo'n anderhalve meter. Realistisch werk, waarin hij echte mensen liet zien die in niets leken op de bijna geplas tificeerd gladde stereotypes van zijn collega's. Avati was zelf ook bij de opening van de tentoonstelling in het Gemeen temuseum. Een kleine, bebril de Amerikaan van Italiaans- Schotse afkomst die wat be dremmeld rondkeek naar die rijstebrijberg van omslagen en nog altijd wat treurig zijn hoofd kan schudden als hij omkijkt naar dat oude werk. „Natuur lijk herinner ik me de meeste omslagen uit die tijd nog wel. Ik had ze in geen jaren gezien, maar wat me nu nog eens op valt is hoeveel zo'n omslag verliest. Ze werden gedrukt in vier kleuren en daarmee repro duceer je een origineel natuur lijk maar erg gebrekkig". In het Gemeentemuseum hangen ook enkele van zijn originele olie verfschilderijen (o.a. voor de omslag van de verzamelde ver halen van Erskine Caldwell). Avati: „Ik' heb er zelf maar een paar. Ach, je begrijpt hoe dat ging. Je leverde je schilderij in, dat bleef bij zo'n uitgever staan, tot iemand opeens dacht: „Hé dat is een leuk ca deautje voor m'n vrouw. Ze verdwenen en ik dacht er niet meer bij. Maar nu blijkt dat ze nog geld opleveren ook. Ik probeer ze dan ook terug te kopen. En als er dan nog ie mand belangstelling heeft, komt'het geld tenminste naar mij toe". Vals gebit Avati schiet bijna achterover van de lach als je hem vraagt of hij ooit gedacht had nog eens in een museum terecht te komen: „Néé, nooit van m'n le ven. Maar ik vind zo'n tentoon stelling ongelooflijk fijn. Ik had al gemerkt dat er meer belang stelling is voor de omslagen uit die tijd .en ik hoop nu dat mu sea in Amerika er ook een neus voor krijgen. Wat ik, als Ik terugkijk naar dat oude werk, me vooral herinner is de moeite die ik had om modellen te vinden. Die modellen moest je overigens zelf betalen, dus je begrijpt dat er nooit al te veel mensen op die omslagen stonden. Geld had je toen niet. Je pikte vaak mensen van de straat". Een aantal omslagen van Caldwell-boeken laat één en dezelfde oude man zien. Avati vond hem in een klein dorp en gebruikte hem in een hele serie werk. Avati: „Hij werd mijn standaard-opa. Hij haalde altijd zijn valse gebit voor me uit zijn mond". Hoe belangrijk omslagen waren vertelt George T. Delacorte, oprichter van Dell Books: „Als je een slecht boek hebt waar mee je in je maag zit, neem je de allerbeste tekenaar, doe je het mooiste omslag om het boek, neem je de beste biurb- schrijver en dan verlies je niet al te veel geld". (Die „blurb" is de slang-naam voor de ver kooptekst op de omslag: die valt buiten het kader van «en grafische tentoonstelling, maar ook daar valt het een en ander over te zeggen). Hoe er op de tails in zo'n omslag gelet werd, weet tekenaar Lou Marchetti. Hij maakte een zogenaamd „gothic"-omslag voor een ro man Thunder Heights. De edi tor van de uitgeverij liet achter een raam van het geheimzinni ge kasteel op die omslag nog snel een brandend licht bij schilderen. Marchetti: „Dat vaste element is door hem aangebracht. Men zegt dat hij ontdekt heeft dat een verlicht raam vijf procent in de ver koop scheelde". De tentoonstelling In het Ge meentemuseum, waar Schreu ders' boek tevens als catalo gus verkrijgbaar is, zou wel eens „trendsettend" kunnen zijn. Er is hier te lande al een aantal verzamelaars van dat oude omslagwerk, mensen die boekhandeltjes en markten af struinen, op zoek naar oude uitgaven waarin ze misschien nooit één letter zullen lezen, maar die ze zuiver en alleen om het uiterlijk kopen. Piet Schreuders: „Ik zou ook die boekhandels eigenlijk moeten bedanken, maar ik ben bang slapende honden wakker te maken". Maar iedere vakman in de tweedehands-branche móet wel wakker worden bij het sterke signaal dat het Ge meentemuseum deze maanden uitzendt. Een signaal dat bo vendien nog eens wordt aan gekondigd met een folder In de stijl van een oude Dell-pocket uit het eind van de jaren veer tig. Een getekende versie van het Gemeentemuseum met een bloederig mes dwars door Ber- lages schepping: „The Mu seum Murders, complete with crime map on back cover". BERT JANSMA DE REMAKE VAN „MARIA LECINA" i bljdi denl /erdri ie min indelfn in B< I weds het r 18 jaar 3 bed daar odig. KOOI 01 „Er was geen vreugde in het bovenhuis. Toen zich opnieuw een telg had aangekondigd. Vader Mollno sloeg ontzet een kruis en moeder keek als had zij zwaar gezondigd". Zo begint Mensje van Keulen haar balla- de-achtige relaas in dichtvorm van 20 delen, dat op fraaie wijze werd uitgege ven als „de Avonturen van Anna Moll no", waarbij Peter Vos tekeningen maakte. Die eerste vier regels^ geven meteen alle elementen die een rol zullen spelen In dit verhaal van het slechte meisje Anna Mollno. Het gebruik van Ietwat ouderwetse woorden als „telg"; begrippen die je vandaag de dag ook niet zo vaak in het alledaagse spraakge bruik verneemt: „bovenhuis", „kijken alsof Je zwaar gezondigd hebt". Zelfs een „kruis slaan" lijkt allang niet meer zo In zwang, als het voorheen wel was. Verder blijkt uit deze eerste regels, dat we te maken zullen hebben met een vers In erg traditionele vorm, met ge kruist volrijm, een waarlijk klassiek me trum, alle zaken uit de poëtica, die al lang verloren en teniet waren, door toe doen van reeksen revolutionaire dich tersscholen. Uiteraard zijn de in de twintig episoden van dit gedicht, dat ik een soort ballade zou willen noemen, al is het eigenlijk niets van dat volgens de strikte definitie van dat begrip, ook heel eenvoudige ge beurtenissen weergegeven, die verwij zen naar een reeds lang achterhaalde werkelijkheid. Een klein volksepos, sprpokjesachtlg, maar toch met ironie. Het gaat allemaal om het meisje Anna Molino. Alle clichés die je van haar be denken kunt zijn aanwezig. Het is alle maal nog meer te voorspellen dan je had kunnen vermoeden. Ongewenst kind. Stout, duivels meisje. Kostschool. Verleidt de andere meisjes en de lera ren, die naar aan hun eindje komen. De wereld in. Slachtoffer van lijfelijke lusten van allerlei manspersonen, die zij kor daat weet te weerstaan en de dood in te jagen. Hoer, van Steeds beter soort. Geld. Reizen. Uiteindelijk, in een kloos ter, de ontmoeting met de man die haar gelukkig zal maken, met wie zij een eeu wig verbond zal sluiten: de duivel zelf. Het lijkt wel een remake van Maria Leci- na, ware het niet, dat in het fraaie, veile lichaam van die vrouw (in het gedicht van Werumeus Buning) een zuivere ziel school. Maar al bonzen de klokken van Londen hier dan niet, in het verhaal van Mensje van Keulen vibreert veel op na genoeg dezelfde wijze. Daarmee is „De Avonturen van Anna Molino" zowel een verrassing als een te leurstelling van Mensje van Keulen. Na het verhaalrealisme van de kleinburger lijke Hollandse binnenkamer, dat we Kennen van „Bleekers Zomer" en „Alle maal Tranen" en van alles daartussen, duidt dit boekje op een nieuwe wending: blijkt Mensje van Keulen na alle naar geestigheid een poging te doen tot hu mor, schalksheid? Dat is een nieuw ge luid. Maar tegelijk: hoe kan het dat iemand met een zo indringend idioom, dat Ie mand die vorig werk zo'n hartverscheu rend beeld gaf van het menselijk leven, zich nu in zulke oppervlakkigheid en on werkelijkheid uit? JAN VERSTAPPEN Mensje van Keulen: „De Avonturen van Anna Molino". Tekeningen van Peter Vos. Uitg. Amsterdam, De Arbeiders pers. Prijs 24,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 19