eserves kweken
sit collectes
^soms noodzaak
'AN EMDEN:
ers. bad'
2e toil
akamersi
met balj
ftje, bad
DERLAND QUA
JGEVIGHEID
rendVENAAN OP
56 I
.G De kamerleden Voogd (PvdA) en
in (VVD) bereiden vragen voor aan minis-
"jiter van Justitie over de wenselijkheid om
F290oawe,te|ijke controle mogelijk te maken op
j) vrijstaen laten van liefdadi9® instellingen in Ne-
ind. woMaar hoe groot is die wenselijkheid pre-
nsi dedeft onze nationale charitas er in de hon-
aiavuizeineer jaren van haar bestaan een potje van
iet iigbadonder het lankmoedig dichtgeknepen oog
lek Cv1vertieicl? Een vraa9 voor de heer A- van
luit hoofde van zijn loopbaan bij uitstek
[g op het terrein van de liefdadigheid.
Nederlandse volk afgelopen jaar maar
At mi'iard 9U' 9e9even guldens sluisde,
j^r^ijn dan wel 210 miljoen gulden van de
^^^tto inbegrepen. 90 miljoen gulden van de
oto. 100 miljoen v»n de Algemene Loterij
07i j5?d en 50 miljoen van Telebingo. Bedragen
9 aid ook uit de portefeuille zijn getrokken
Ti ^VPP op een vette Pr'js. „maar er spreekt
toch een grote mate van geef-bereid-
stelt de heer Van Emden voldaan vast.
Er gaan in de liefdadigheid reusachtige
geld om. „En het zou natuurlijk een uit-
zaak zijn, wanneer het toezicht daarop
geregeld zou kunnen worden", zegt de
Emden zonder voorbehoud. ..Dan zou
Ier de vraag gesteld worden: Is het alle-
in orde wat jullie, liefdadige organisaties,
-warmf guldens doen? Ik ben voor volstrekte o-
n voor controle van buitenaf. Wanneer
particulier initiatief want daar praat je
|e het over liefdadigheid hebt een be
lt gedaan op het volk, dan is het vanzelf-
dat tegenover het volk verantwoording
lelegd over de besteding van het gegeven
m q J particulier initiatief zal daar geen enkel
O Utegen aantekenen",
izijn entig levensjaren van Alfred van Emden zijn
ltstroo indrukwekkend deel gevuld geweest met
In op het gebied van de charitas. Zo was
ren aaBnde lange tijd directeur-generaal van het
JanseH's en heett h'i h0t voorzitterschap be-
de Stichting Centraal Archief voor het
iswezen. Belangrijk, dit laatste, omdat hij
het gesprek zal zeggen: „Stel dat dit
chief een wettelijke basis zou krijgen,
iet zijn taak veel beter kunnen uitvoeren.
sr I erg afhankelijk van vrijwillige medewer-
V ineer het zich Inzet voor de bestrijding en
Jng van misbruiken en misstanden op In-
terrein. Het moet altijd alsjeblieft zeggen,
zou een wettelijke basis betekenen:
voor het centraal archief, zodat het zijn
helden staf zou kunnen uitbreiden,
infants bijvoorbeeld. Deze gekwaliflceer-
"leurs" zouden dan verplicht antwoord
op eventueel gerezen vragen. Ze
diep in de boeken kunnen duiken
te ergens een onregelmatigheid vermoe-
dergelijke regeling is volgens mij best te
'l|ken en het particulier initiatief heeft er
legen, geloof ik. Persoonlijk ben Ik er In
vóór. Dat heb ik herhaalde malen laten
ton ik nog voorzitter van het centraal ar-
Mljke basis wellicht dus voor dit tot nu toe
lichaam dat zich ten doel stelt „te be-
jdat de werving van middelen en de pro
paganda voor doeleinden ten algemene nutte op
aanvaardbare wijze geschiedt, een en ander zowel
in het algemeen belang als in het belang van de
erbij betrokken instellingen".
Barre tijden.
De geschiedenis van de Stichting Centraal Archief
voor het Inzamelingswezen gaat terug tot de barre
tijden van de armenwet, toen de Nederlandse ge
meentebesturen overstelpt werden met verzoeken
om straatcollectes te mogen houden, en enige or
dening in de liefdadige chaos dringend geboden
was. Dat doet het centraal archief nog steeds: or
dening brengen in het inzamelingswezen, opdat de
verschillende inzamelaars elkaar niet voor de voe
ten lopen of eikaars acties doorkruisen, maar ook
opdat ontoelaatbare praktijken bij de fondsenwer
ving voorkomen worden, en opdat de charitatieve
instellingen verantwoording afleggen over hun fi
nancieel beheer. Volgens het laatste jaarverslag
waren er 768 gemeentebesturen bij het centraal
archief aangesloten, twee ministeries en elf provin
cies, dertien instellingen, werkzaam op sociaal en
cultureel terrein, en tweeëndertig particuliere be
drijven.
Waarom heeft dit centraal archief al niet lang een
wettelijke basis? Waarom is het tot dusver de mo
gelijkheid onthouden een vuist te maken, zoals de
heer Van Emden het zelf uitdrukt? Hij doet de vol
gende poging tot verklaring: „Controle is altijd een
goed en noodzakelijk iets. Maar je kunt anderzijds
niet zeggen dat misbruik en wanbeheer In Neder
land de spulgaten uitlopen, dat men er een bende
van maakt. De malafide praktijken van kleine man
netjes. die moeten natuurlijk zonder mankeren
door Justitie worden aangepakt. Maar bij de grote
re en grote Instellingen loopt het In het algemeen
best los. Ze zijn onderworpen aan een strenge In
terne controle. Vaak kennen ze een financiële of
kascommissie. Altijd komt er over hun doen en la
ten een rapport van een register-accountant. Alle
verslagen gaan naar tiet centraal archief en zijn
overigens openbaar voor iedereen. Wanneer het
een vereniging betreft, Is er controle door de le
den. Geen cijfertje hoeft te ontsnappen aan volle
Verwijt
De kamervragen van Bolkestein en Voogd hebben
als achtergrond mede het verwijt, dat de charita
tieve instellingen het geld waarmee het Nederland
se volk hun inzamelingen spekt, oppotten in plaats
van het te besteden aan de voorgespiegelde doe
len. Driehonderdvijftig miljoen gulden zou er door
de grootste hulporganisaties al zijn gespaard aan
eigen kapitaal en reserves. De heer Van Emden:
„Ik weet het niet uit mijn hoofd, maar het zou op
zichzelf best kunnen. Alleen: wat zijn reserves?
Waar zitten ze? Ik kan niet aanvoelen, waarom er
geen reserves gekweekt zouden mogen worden. Ik
vind dat grote instellingen best redelijke reserves
mogen hebben. Want hoe gaat het? Een inzame
lingsactie brengt opeens grote hoeveelheden geld
in het laatje. Moet je dat zomaar uitgeven? Voor
een instelling als het Rode Kruis een gemakkelijke
vraag. Er is In de wereld altijd wel een nood die
snel gelenigd moet worden. Maar een Koningin
Wilhelmina Fonds, een Hartstichting? Die steunen
research, die steunen lange-termijn-projecten en
dan is het vormen van reserves zeer aanvaard-I
baar, want voor research of een project op lange
termijn kan In de toekomstige jaren geld nodig zijn
zonder dat er dan de plotselinge opbrengst van
een inzameling tegenover staat. Oppotten als er
nijpende behoeften zijn, geen geld geven als er
naast de deur mensen sterven van de honger, dat
is natuurlijk absoluut uit den boze. Maar wil je bij
voorbeeld iets doen voor de Sahel, dan zul je,
naast voedselzendingen, ook studie moeten ma
ken van de vraag hoe Je er de Irrigatie kunt verbe
teren. Welnu: voor dat laatste heb je reserveringen
nodig".
Democratische weg
Wanneer er gepraat wordt over oppotten, doet
zich onwillekeurig het beeld voor van de vrek die
dige openbaarheid. Maar ja, als er kwade trouw in
het spel is, als iemand heel opzettelijk misbruik wil
maken, dan helpt zelfs de strengste controle niet
of te laat. En dat blijft bij een wettelijke regeling
natuurlijk precies hetzelfde".
in zijn duistere kelder goudstuk op goudstuk sta
pelt. „Maar het is bij hulporganisaties natuurlijk
nooit zo", zegt de heer Van Emden met nadruk,
„dat een man in zijn eentje stiekem alles bedisselt.
Elke organisatie van enige allure heeft een uitge
breid bestuur waarin allerlei disciplines vertegen
woordigd zijn en waarin elke'besluitvorming langs
democratische weg tot stand komt". Jawel, ant
woorden critici, maar een man als Van Emden zelf
heeft meer bestuursfuncties bij charitatieve instel
lingen dan op pe vingers van twee handen te tellen
zijn. Tot welke invloed achter de schermen kan
een dergelijke verstrengeling niet leiden? De heer
Van Emden reageert met milde verbazing. „Het is
absurd ook maar te denken dat ik aan de touwtjes
zou kunnen trekken. Daar zijn al die besturen veel
te democratisch voor. Inbreng heb ik, geen in
vloed. Ik heb door mijn zeventigjarige leeftijd veel
ervaring, dat is alles. De mensen denken dat ik
kan besturen en dat ik verstand heb van fondsen
werving, dus vragen ze me. En misschien kan ik
inderdaad van nut zijn vanwege de adviserende
know-how, waarover ik in de loop van de jaren
ben gaan beschikken. Dat is misschien mijn enige
bekwaamheid".
Dat hij afgeschilderd heeft gestaan als „de onbe
twiste collectekoning van Nederland", zit de heer
Van Emden dwars. Het plaatst zijn activiteiten in
een verkeerd daglicht, vindt hij. „Soms lijkt het,
gelet opNmijn functies, alsof ik altijd en uitsluitend
bezig ben met fondsenwerving, maar dat is ge
zichtsbedrog. Ik ben voornamelijk bezig als be
stuurder, zij het een bestuurder met belangstelling
voor fondsenwerving". Volgt een opsomming van
functies die hij heeft bekleed en die niéts met het
inzamelingswezen van doen hadden. „Ik ben voor
zitter geweest van de door de regering ingestelde
raad van advies voor uitkeringen aan nazivervolg-
den. Ik heb de commissie van advies inzake bij
stand aan vervolgden voorgezeten. Ik ben op ver
zoek van het ministerie van buitenlandse zaken
voorzitter geworden van de commissie voor hulp
verlening aan ex-krijgsgevangenen in Japan en
hun nabestaanden".
Tja. die functies. Het feit dat de heer Van Emden
ook nog voorzitter is van de Vereniging voor Effec
tenbescherming, heeft voedsel gegeven aan de
veronderstelling dat aandelenbezit dus voor de
Nederlandse hulpverleningsorganisaties wel be
langrijk zal zijn. „Maar men mag zulke verschillen
de functies niet in die zin met elkaar in verband
brengen", werpt de heer Van Emden bijna ge
schokt tegen. „Ik ben ook curator van de leerstoel
voor internationaal humanitair recht aan de univer
siteit van Leiden. Ziet u verband? Die Vereniging
voor de Effectenbescherming is zuiver een sociale
instelling ter bescherming van kleine aandeelhou
ders. Hij belegt niets, adviseert nergens, onder
houdt geen enkel financieel contact met banken.
Het is onterecht enig verband te leggen tussen
mijn voorzitterschap van die vereniging en mijn
bestuursfuncties bij verschillende hulporganisa
ties".
Redelijke beloning
Laat er dus rustig een wettelijke controle komen,
kan de heer Van Emden zeggen. Hij is zonder
vrees of blaam. Welk antwoord geeft hij op de al
gemene vraag In hoeverre het moreel gesproken
oirbaar is dat iemand zijn boterham verdient met
liefdadigheid? „In alle gevallen die ik ken. doen
alle bestuursleden van hulporganisaties hun werk
honorair, pro deo, voor niets", verzekert hij. „In
veel gevallen brengen ze zelfs hun onkosten niet in
rekening. Beschouw dat maar als mijn bijdrage,
denken ze dan. Maar het apparaat van zo'n orga
nisatie, dat ligt anders. Ik en allen die er mee te
maken hebben, vinden: iedereen die gewoon een
volledige dagtaak binnen een grote sociale organk
satie vervult, heeft recht op een redelijke beloning;
Onder geen beding een buitensporig hoge, maar
een redelijke. Een chauffeur op een bestelwagen
van een charitatieve vereniging moet bijvoorbeeld
hetzelfde kunnen verdienen als een chauffeur van
De Bijenkorf. Wat de leiding betreft: mijn indruk is
dat directeuren van grotere instellingen "beloond
worden op het niveau van een administrateur of
een referendaris bij de overheid. Dat kan iedereen
nakijken. Directeuren van de allergrootste instellin
gen zijn soms te vergelijken met de directeur van
een departement. Redelijk, vind ik, zeker als je be
denkt dat gelijksoortige krachten in het bedrijfsle
ven soms wel drie- tot viermaal zoveel verdienen".
Kritiek op de hoge kosten tenslotte, die gemaakt
zouden worden bij inzamelingsacties. Als het een
loterij betreft ligt dat allemaal wettelijk vast. Prij
zen plus kosten mogen noolir méér bedragen dan
40 procent van de opbrengst. Wie daarboven gaat.
is strafbaar. Maar andere aoties, in de trant van de
Nacht van het Hart, met hun enorme organisatie,
hun klatergouden presentatie, daarvan zijn de kos
ten aan géén wettelijke percentages gebonden. „Is
ook erg moeilijk vast te stellen", geeft de heer Van
Emden toe. „In elk geval vind ik, dat bij zulke ac
ties de kosten verhoudingsgewijs veel lager moe
ten liggen dan die veertig procent van de loterijen,
want bij loterijen zijn daarin de prijzen begrepen.
Ik vind, dat de kosten van acties liever niet veel
meer mogen bedragen dan vijftien tot twintig pro
cent van de opbrengst. Met alles erbij dus, tot op
de postzegel voor het drukwerk toe. Maar ik ge
bruik nu een natte vinger. Hoe geringer de op
brengst, hoe lager het percentage, zou ik zeggen.
De praktijk wijst bovendien uit, dat veel acties on
der die vijftien tot twintig procent aan kosten zit
ten. Er zijn wel acties waar de kosten hooguit drie
procent van de opbrengst belopen, omdat zoveel
mensen pro deo meewerken. Big business op de
manier waarop het in Amerika toegaat, is liefda
digheid bij ons bepaald niet. Ik zou daar ook geen
voorstander van zijn. Met alle dank voor de hulp
van het bedrijfsleven, ik zou toch de klemtoon wil
len blijven leggen op de bevolking, op de man in
de straat. Daar willen we in de eerste plaats een
beroep op doen. De geneigdheid om te geven voor
liefdadige doelen is in Nederland uitermate groot.
Daarin brengt negatieve publiciteit zoals die te
recht is geuit naar aanleiding van de nare zaak
professor Zeegers en zijn Leprafonds nauwelijks
verandering, en dan nog slechts tijdelijk, beperkt
tot de in opspraak gekomen organisatie. Je kunt
zeggen dat Nederland qua vrijgevigheid op de,
ranglijst van volkeren samen met Zweden ver bo
venaan staat, zeker als er sprake is van rampen in
de ruime zin des woords. maar toch ook in het al
gemeen. Reken maar uit: één miljar.d in een jaar is
nog altijd meer dan zeventig gulden per hoofd van
de bevolking".
PIET SNOEREN
„Ik ben voor volstrekte openheid en voor controle van buitenaf".