3reldlepradag nizichtbaar "empel maakt melaatse pg steeds tot pn hulpeloze oeber tellendr a bo< sbriefz are zak gen. D ave va de prijl bij de t is het Wereldlepradag. In veel ">n wordt dan de aandacht van het |ek gevestigd op de ellende van waaraan naar schatting nog zo'n [en miljoen mensen in de arme fen lijden en die door de snelle groei Ie bevolking misschien zelfs weer in irs is. In veel van deze landen wordt nog maar sinds een tiental jaren rote schaal bestreden. Ondanks de hie inspanningen vallen er nog gelijks resultaten te melden. Uit bnd artikel mag blijken dat de [bestrijding nog steeds een kgonnen terrein is. Een onzer •aggevers bezocht een aantal lepra- ójcten in Tanzania, waar naar bting 130.000 mensen door lepra in «yoosteloos bestaan zijn gedompeld, aa, ook wel melaatsheid genoemd, is O Derde Wereld wel een veel Ocomende en gevreesde ziekte, maar niets te maken met de in de bijbel tomende melaatsheid. Het eeuwse woord zara'at (geslagene of ffene) werd bij het vertalen van het Testament in het Grieks „lepra", erm die ook in het Nieuwe iment werd gebruikt. Algemeen t aangenomen dat in veel landen „fout" in belangrijke mate heeft dragen tot de discriminatie van bare leprazieken en tot de hrikkelijke ellende waarin zij engevolge verkeren. Niets wijst dat de huidige lepra dezelfde ziekte het verschijnsel dat met het Ise zara'at wordt aangeduid. De ..ge lepra is bijvoorbeeld veel 2 .er besmettelijk, er 5 purf^ in eeri zuids roor. ienen risen o| 9 zijn. De Belgische arts Armand van Deun (28) aan het werk, samen met zijn Tanzaniaanso assistent Semboja. partner. Nog niet zo lang geleden werd in sommige dorpen het lichaam van een overleden lepra-pa tiënt aan hyena's gegeven. Men probeerde op die manier te vergeten dat de patiënt ooit had geleefd. De lepralijder zal dus zo lang mogelijk proberen aan het brandmerk te ontkomen. Maar het komt van kwaad tot erger. De lepra ont wikkelt zich heel langzaam. Na de bekende witte vlekken worden de zenuwen van handen, voeten en gezicht aangetast. Het gevoel verdwijnt en in bepaalde spieren zit geen kracht meer. De huid zwelt op, droogt uit, verstrakt en barst open. Zo ontstaan de afschuwelijke wonden, de „klauw-han- den" en de „hangende" voeten. Door de gevoel loosheid krijgen veel lepra-patiënten infecties na dat ze zich hebben gebrand of in een doorn heb ben getrapt en de waarschuwende pijn uitbleef. Het is daarom van groot belang dat lepra-patiën ten voorlichting krijgen over deze gevaren en dat ze voortaan schoenen gaan dragen. Als een on derdeel van de lepra-bestrijding worden op som mige plaatsen dan ook schoenmakerscursussen gegeven, waarbij uit versleten autobanden grote aantallen schoenen worden gemaakt. Chemisch proces Wanneer na de verwondingen medisch ingrijpen uitblijft, ontstaan afwijkingen in de bloedcirculatie in handen en voeten. Een chemisch proces veroor zaakt uiteindelijke de verschrikkelijke „absorptie" van vingers en tenen. Het duurt jaren voor een „gewone" lepra-patiënt van zijn wonden en zwel lingen (en dus de bacil) af is, maar de vingers en tenen die eenmaal verdwenen zijn, komen nooit meer terug. Voor alle vormen van lepra geldt, dat de patiënt trouw zijn dapsone-pilletje moet blijven slikken. In sommige gevallen zelfs zijn hele leven. Het is, naast het stigma, het tweede grote probleem van de lepra-verzorgers om de patiënten zover te krij gen dat zij jarenlang elke maand naar de zieken- post komen voor controle en geneesmiddelen. Vooral jonge patiënten, bij wie de lepra zich nog weinig zichtbaar heeft geopenbaard, komen onre gelmatig voor behandeling en houden er ook weer snel mee op. Een derde probleem, dat in de toe komst wellicht steeds groter gaat worden, is de toenemende resistentie van de bacil tegen het DDS-medicijn. Hierdoor is het aantal lepra-patiën ten in de hele wereld, naar schatting tussen de vijf tien en twintig miljoen, waarschijnlijk weer iets aan het groeien. Betere medicijnen zijn er wel, maar voor gebruik op grote schaal in arme landen nog veel te duur. In een ruimte die nog het best te vergelijken is met een slecht schoongemaakte stal, werken Van Deun en zijn Tanzaniaanse assistent Juma Semboja uren achtereen door. De mannen komen het eerst, daarna de vrouwen en dan pas degenen die er het slechtst aan toe zijn; geheel volgens Afrikaanse traditie dat de man op de eerste plaats komt. Het komt voor dat een man voor medische hulp zelf naar een missiepost gaat waar in veel gevallen voor een behandeling betaald moet worden en zijn vrouw naar een kwalitatief beduidend mindere me dische post van de regering stuurt. Van Deun heeft berekend dat in Kigoma jaarlijks steeds minder nieuwe lepra-patiënten worden ont dekt. Hun aantal is in tien jaar verminderd van 621 tot 54, maar het is niet duidelijk of dit wel zozeer als een succes van de lepra-bestrijding moet wor den beschouwd. De bevolking in deze streek groeit maar half zo snel (1,5 procent) als in de meeste overige delen van het land en wie weet zonder evaluatie van de tot nog toe gevolgde met hoden van bestrijding of niet aanzienlijke aan tallen lepralijders nog steeds onopgemerkt blij ven? Bovendien is de registratie van lepra-patiën ten nog bijna nergens echt betrouwbaar. Ook in Kigoma vindt men het verschijnsel van de „ver dwenen" patiënten: lepra-patiënten die lange tijd zijn behandeld en na hun ontslag uit het hospitaal of de plaatselijke medische post verdere behande ling niet meer nodig vonden of naar elders zijn verhuisd zonder een berichtje achter te laten. Aalmoes Het aantal lepralijders neemt in absolute getallen nauwelijks af, wel in procenten van de bevolking, hetgeen zou duiden op een stabilisering. Lepra kom je overal in Tanzania tegen. Niet alleen in de In verband met infectiegevaar is het van belang dat leprapatiënten schoeisel dragen. De schoenen worden gemaakt uit oude autobanden. smand etsbaaervaren lepralijders hun ziekte?". Stomme eigenlijk. In het hospitaal van Kabanga, niet )ost ,n beroemde Tangaynikameer in Tanza- )as ieft de Belgische arts Armand van Deun ons barter1 ..sukkeltjes" getoond. De meesten zijn er- opgeraapt, uit hun hoekje thuis of ergens in s ish. Hier wordt geprobeerd die afschuwelijke t en te dichten in wat ooit handen en voeten rten h' en de •■absorPtie'' van vingers en tenen tot iidelv 6 bren9en- Maar de ergste schade is niet reet hde herste,len: de ellende die niet de lepra, kan e'9en familie, man, kinderen of verloofde dus n?ndeed door hen 'n de steek te laten toen ze kten dat ze lepra hadden. ri stomme vraag; we zagen toch wel die dro- ^^^nen op de gezichten van de vrouw en die flie alvast in het Vergeetboek waren bijge- 3* *en? Zonder vingers en met verwrongen voe- in men best nog verder leven en die wonden In dit hospitaal ook wel weer over. Maar wat men beginnen zonder „naasten"? ipra zegt, denkt vaak aan lepra-kampen. Veel ekjes *n menen ook dat die kampen haast niet >n de gestaan. Vijfhonderd kilometer van Kabanga, ikjes #treek Shinyanga, worden we getroffen door eschie^erabele aanblik van één van de ongeveer I van lepra-wegstop-dorpen" in Tanzania. Er zijn tclameiweinig plaatsen waar de fysieke en sociale Idering zo zichtbaar is als in de lepra-hospi- Bn in deze dorpen. Het zijn verzamelplaatsen verkstihtheemden en verstotenen, aangevuld met ïeeft bedelaars uit de steden; allen zijn overgele- le zoeljan de schamele zorg van een echte mede- Bn naa Hier zie je geen spelende kinderen, geen Bkjes Mnde dorpsgemeenschap, al moet gezegd Vooral.n dat men er goed in slaagt nog iets van het zeer Ite maken. Maar soms gaat het niet langer; als meian men zijn kind verzorgen als de handen t, der^jngers meer hebben? Daarom brengen ze zamelii In het aangrenzende leprasarium van Kola Ndoto, waar ongeveer 45 patiënten worden verpleegd voor hun afzichtelijke wonden en verminkingen, legt de Nederlandse lepra-arts Daan Mulder uit dat het allemaal zover niet had hoeven komen, als de patiënten maar eerder waren behandeld. Maar dat maakt de tragiek van duizenden door de lepra ver woeste mensen alleen maar immenser. Lepra is geen vreselijke ziekte, maar er is bijna niets erger dan verwaarloosde lepra. Sociaal probleem Medisch gezien is lepra nauwelijks een probleem. De behandeling van de patiënt is heel gemakkelijk, als hij tenminste trouw zijn DDS-pilletjes slikt. Le pra is meer een sociaal probleem. En een finan cieel. In veel landen wordt iedere melaatse ge brandmerkt met een onzichtbaar stempel, dat hem degradeert tot een hulpeloze sloeber. Wie lepra krijgt is verdoemd, heeft dat helemaal aan zichzelf te danken; hij heeft zijn voorouders niet genoeg vereerd of ruzie gemaakt met zijn buren en wordt daar nu voor gestraft. Met de angst voor infectie legt dit stigma een loodzware druk op de lepralij der. Wie de ziekte bij zichzelf ontdekt, moet eigenlijk naar de ziekenpost op de dag dat de lepra-dokter er is, maar met die stap maakt hij tegelijk bekend dat hij de ziekte heeft. Wie met de witte vlekken wordt „betrapt" kan vaak niet meer op een huwe lijk rekenen, raakt zijn baantje kwijt of verliest zijn Lepra is geen vreselijke ziekte, maar er is bijna niets erger dan verwaarloosde lepra De Nederlandse lepra-arts Daan Mulder (31) onderzoekt een patiënt. „rehabilitatie-dorpen" en de hospitalen, maar ook op straat en in de steden. In de hoofdstad Dar Es Salaam komen veel lepra-patiënten naar de luxu euze safari-hotels in de hoop op een forse aalmoes van een geschrokken toerist. De leiding van het nationale programma voor de lepra- en tbc-be- strijding schat het aantal leprazieken in Tanzania op 105.000 tot 150.000, van wie misschien maar de helft ook patiënt is. Pas na het grootscheepse onderzoek dat dit jaar van start zal gaan is het mogelijk een meer exacte raming te maken. Alleen aan de hand van registratie en deductie komt men tot een beeld dat redelijk betrouwbaar mag worden genoemd. De „regionale lepra- en tbc-coördinatoren", zoals Van Deun en Mulder officieel heten, bestrijken enorme gebieden. Op reis gaan langs de medische posten betekent uren rijden over onmogelijke was bord-wegen en tot de conclusie komen dat het ef fect niet opweegt tegen de hoeveelheid tijd, geld en moeite die je erin stopt, zoals we de beide art sen eens hoorden verzuchten. Bijna overal is het personeel te gebrekkig opgeleid om een feilloze registratie of behandeling te mogen verwachten. Van ontmoediging is echter nergens sprake, lepra bestrijding is een kwestie van een lange adem, de artsen weten dat. De frustratie van veel lepra-ver zorgers ligt eerder in het feit dat wat medisch ge zien noodzakelijk is, nog niet altijd kan. Met een beetje chirurgie zouden veel klauwhanden weer bruikbaar kunnen worden gemaakt. Maar wie in de uitgestrekte Tanzaniaanse bush heeft de kennis in huis en waar moet het geld vandaan komen? Hoe wel hij er normaal gesproken niet toe bevoegd is, opereert Mulder „als het nodig en verantwoord is" wel lepra-patiënten. Altijd moet „geschipperd" worden, met geld, met materialen, met personeel. Het kan gebeuren dat een schoenmaker binnen de lepra-kring wordt opgeleid tot microscopist. Geldgebrek Lepra wordt nog maar sinds kort op ruime schaal bestreden. In Tanzania werd pas in 1977 met bui tenlandse steun (onder meer van de Nederlandse Stichting voor Leprabestrijding) een nationaal pro gramma in elkaar gezet waarvan de leiding onder anderen berust bij de Nederlandse arts Marijke Becx; echtgenoot Ad beheert een groot deel van de lepra-gelden. De leiding van het programma is er tot nog toe in geslaagd de problemen rond de lepra-bestrijding te beteugelen en in elk geval een beetje greep op de lepra in Tanzania te krijgen, al kunnen echte resultaten nog niet worden gemeld. Men is druk bezig de lepra-bestrijding zoveel mo gelijk in te passen in de algehele medische zorg in Tanzania, waarvan het niveau ondanks wat er op dit punt al is bereikt aanzienlijk lager ligt dan de lepra-bestrijding. De gezondheidszorg heeft sterk te lijden onder de enorme conjuncturele proble men. Door ontstellend geldgebrek is voor 1981 slechts vier miljoen gulden beschikbaar voor nieu we medicijnen en blijven de salarissen laag. Door de hoge benzineprijs zijn ernstige transportproble men ontstaan, waardoor ook de distributie van medicamenten en goederen stagneert. Overal ver keren gebouwen en uitrusting in slechte staat van onderhoud en is de communicatie tussen de in stanties verre van optimaal. Het is niet onbegrijpe lijk dat dit alles nogal verlammend werkt op de motivatie van veel gezondheidswerkers. Vooral op het platteland, waar we een aantal medische pos ten bezochten, liggen deze problemen huizenhoog opgestapeld. Levende dood Waarom treft lepra juist de allerarmsten? Onge twijfeld houdt dit verband met de vaak barre hy giënische omstandigheden in Afrika, Zuid-Amerika en Azië. Vroeger kwam lepra ook op grote schaal voor in Europa; in Nederland zijn momenteel zo'n duizend gevallen bekend, voornamelijk immigran ten. Wanneer het hier met de sociaal-economische en dus de hygiënische omstandigheden hard ach teruit zou gaan, zou het lepra-beestje ook hier weer meer kans maken. Het is niet zo dat de men sen in het rijke, koude westen minder bevattelijk zouden zijn voor lepra. De ziekte zou daarom best wat vaker onze aandacht mogen hebben dan die ene keer per jaar op Wereldlepradag. Gelukkig wordt vanuit Nederland al veel gedaan aan lepra-bestrijding. Via acties van de Nederland se Stichting voor Leprabestrijding (niet te verwar ren met het malafide Leprafonds) wordt jaarlijks veel geld gestoken in tal van projecten in arme landen en in wetenschappelijk onderzoek. Over le pra weten we nog lang niet alles; er bestaat nog steeds geen vaccin tegen de ziekte. Wie een lepra kamp bezoekt, raakt pas goed doordrongen van het belang van continuïteit in de hulpverlening. Het is heel goed mogelijk de „levende dood" uit te roeien, maar dan mogen de hulpverleners niet ver slappen. JOS TEUNISSEN (Het gironummer van de Nederlandse Stichting voor Leprabestrijding, die o.a. in Tanzania een aantal projecten (mede) financiert is, 50500 in Am sterdam).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 23