Wordt Den Haag kunst- hoofdstad van ons land? „Fanny", een eigentijdse roman uit 1751 EEN HUZARENSTUKJE VAN ERICA JONG WEEKENDEXPOSITIE VAN LOUTER TOPSTUKKEN Ir laren, c 9ord wor an maai George Henri Breitner: Hartjesdag. Vorig jaar verscheen het nieuwste boek van Erica Jong, die al met ..Fear of Flying" („Het Ritsloze Nummer") en „How to save my own life" een groot publiek vond, mede omdat zij, althans volgens velen, een heel indringend beeld gaf van het le ven van een vrouw in onze dagen waar mee zij op een of andere manier een plaats kreeg in het feministische kamp, al was niet elke feministe het daar mee eens. Haar nieuwste roman heet „Fanny" en heeft dezelfde ietwat aanvechtbare femi nistische pretentie. Erica Jong haalt daar voor nogal wat van stal: de hoofdpersoon van het boek ontleent zij uit een klassiek typisch mannenboek, ze hanteert een stijl die tweehonderd jaar geleden in boeken gewoon was, laat haar heldin de meest bi zarre avonturen meemaken, zodat het boek wel een schelmenroman mag heten, probeert bovendien een beeld van Londen in die tijd te geven, dat Dickens moet evenaren en laat tenslotte een groot aan tal historische figuren in haar roman een rol spelen of figureren. Erica Jong haalt dus een huzarenstukje uit, om maar een term uit de mannenwereld te gebruiken. Bij deze veelheid van middelen imiteert zij dan ook nog de lengte van klassieke ro mans en komt tot zo'n 650 pagina's. De roman die uitgangspunt was van dit boek is het roemruchte „Fanny Hill" van John Cleland: „De memoires van een dame van plezier, geschreven door haar zelf", dat sinds zijn verschijning een twee honderd jaar geleden, een van de prototy pen van pornografische literatuur werd. Een klassieker op dat gebied, dat ook in Nederland allang niet meer onder de toon bank verkocht wordt. Het is een verhaal van een onschuldig meisje, dat in Londen terecht komt in een bordeel en daar getuige, dan wel deel neemster of slachtoffer is aan of van aller lei erotische gebeurtenissen. Dat alles wordt gedetailleerd beschreven, zoals in zo'n boek voorwaarde is. Fanny Hill is de hoofdpersoon van het boek van Erica Jong en ook deze roman is in brieven, niet echter aan een „mevrouw" die van alle avonturen het fijne wil weten, maar aan Fanny's dochter, Belinda. Ook hier het verblijf in het bordeel, maar daaraan voor afgaand haar meisjesjaren. Fanny is door lopend het slachtoffer van infaam manne lijk gêdrag, dat doorlopend beledigend is voor de vrouw, of de mannen nu onbe trouwbaar, eng, angstaanjagend of alleen maar belachelijk zijn. De onderwereld van Londen komt ter sprake, evenals een aan tal opmerkelijke figuren, die niet in de ver getelheid zijn weggezakt, zoals Swift, de schrijver van „Gulliver's Reizen", de satiri sche tekenaar èn schilder Hogarth, de schrijver Henry Fielding, om maar enkelen van de lange reeks te noemen. Erica Jong laat haar Fanny van alles bele ven. Een lange reis over de wereldzeeën (een kaartje van de afgelegde trajecten is bijgevoegd), waarin het manvolk aan boord zich ten opzichte van de dames die meereizen niet vlekkeloos gedraagt. Intus sen wordt Fanny ook nog moeder, na een vreselijk kraambed. Dat laatste is een uit stekend beschreven gebeurtenis. Zo zijn er veel meer overtuigende momen ten in dit lange, overdadige boek, met zijn vele hoofdstukken, waarvan de titel steeds de inhoud aankondigt. Het doorlezen van deze titels geeft je eigenlijk al een beeld van het vele dat Fanny overkomt. Erica Jong speelt daarbij op amusante manier leentjebuur. Van John Cleland neemt zij de pornografische stijl over in een aantal passages, elders hanteert zij"de schrijfwijze van Dickens of van Henry Fiel ding. Zij kiest zelf voor een 18e eeuws idioom en zinsbouw, tot zelfs in de spelling geeft zij dat aan: „Naarmate we de grote stad Londen naderden begon mijn hart al maar sneller te kloppen; het was dan ook overduidelijk dat we de metropool ge naakten, want de Theems verkeerde in een zee van masten". Of: „De rivier was klaarblykelyk de grote vervoersweg en menig stedeling van aanzien was op zyn ran het ge Berr gemak onderuit gezeten in huurscfln oorsp wyl hun ruige en grauwe schipper^nmer, b vaardig voortroeiden, doch een smarti lang. f aanslag pleegden op hun oren en gthten en lens middels de vloeken die zy uitwhgelukkr den...." enzovoorts, 650 pagina's jaar gc Wel te veel van het goede, al heeft vel in de Joop van Helmond met gevoel voor> verzeilc inventiviteit en humor een uitstekende moest derlandse versie ervan gemaakt. Iraaiendc Het boek is in alle opzichten te veeen de eij het goede (of slechte). Te veel ondiafwezig reld van Londen, te veel historischekm al ei ren, te veel avonturen, ook te veel 1 dat de wenleed. Daarom tegelijk ook te v| België van waar ik denk dat Erica Jong het 4n bier lijk over wil hebben. wel tien JAN VERSTAIjnciers di< .euze vrc Erica Jong: „Fanny of de naar waaderlande opgetekende historie van de avonivan elk van Fanny Hackabout-Jones". Verf', door Joop van Helmond. Uitgever? nu: „BI Arbeiderspers. Prijs 34.50. weken' z Johannes Bosboom: Oude Kerk te Amsterdam. Adriaen de Greyff: Dieren in een landschap. DEN HAAG Er is in Den Haag een groot aantal galeries die moderne kunst tonen en daarmee ook regelmatig in de publiciteit komen. Maar er zijn ook handelaren in oude kunst. Daar zijn gerenommeerde, soms internationaal befaamde huizen onder, maar zij halen die publiciteit hooguit door hun deelnemen aan de beurs te Delft. Tien Haagse kunsthan delaren gaan daar iets aan doen. Op een feestelijke expo sitie in Pulchri Studio aan het Lange Voorhout tonen zij 31 januari en 1 februari het puik van hun collecties om eens de aandacht te vestigen op het steeds groter wordende belang dat de Residentie in het lande lijke kunstgebeuren inneemt. De laatste jaren is er bij veel kunsthandelaren een duidelijke voorkeur voor een vestiging in Den Haag gebleken en als deze ontwikkeling zich voortzet zou de hof-stad op den duur ook wel eens de kunst-hoofd stad van ons land kunnen wor den. Op de expositie zijn topwerken aanwezig van oude meesters, romantici, Haagse School, im pressionisten en zowel vroege als zeer recente 20e-eeuwers. Het aanbod op het geheel der oude meesters wordt bijeenge bracht door de kunsthandela ren Nystad, Cramer en Hoog- steder, die ieder met enkele opmerkelijke schilderijen voor de dag komen. Hoogsteder laat een goed geconserveerd ontbijtstilleven zien van Pieter Claesz., gemonogrammeerd PC, gedateerd 1652. Het kleu rige schilderij, dat Claesz.'s overgangsperiode naar zijn la tere „monochrome banketjes" markeert, is niet alleen bijzon der door de kwaliteit, maar ook door de in de compositie aanwezige Chinese kan, die in geen enkel vergelijkbaar stille ven uit die tijd te vinden is. De kleinere kan, links op het schil derij. is echter wèl bekend: in de Pieter Claezs. die zich in het Centraal Museum te Utrecht bevindt (1651) zien we een soortgelijk stuk keramiek. Cramer komt naar Pulchri met o.a. een helder, licht en ruimte lijk rivierlandschap van Salo mon van Ruysdael, gedateerd 1641, een mooi Van Goyen- De 19e eeuw, waarin ook de Haagse schilders zo'n grote en interessante rol in onze kunst geschiedenis speelden, is ui teraard in de Haagse kunst handel goed vertegenwoor digd. Kunsthandel Polak toont een sfeervol interieur van de Oude Kerk te Amsterdam door Johannes Bosboom. Dit doek behoorde vele jaren tot de col lectie van het Metropolitan Museum in New York en is nu weer in eigen land terugge keer. Van een andere grote Hagenaar, H.W. Mesdag, toont Polak een fraaie aquarel met vissersschuiten, terwijl kunst handel Leslie Smith een impo sant doek van dienst hand landschap met aan de horizon Arnhem en de Eusebiuskerk, gedateerd 1633. Verder toont hij een mansportret van Ge rard Terborch, door Gudlaugs- son geschat op een datering tussen 1645 en '47 en een „Bezoek aan de dokter" van Godfried Schalcken (1669). Kunsthandel S. Nystad presen teert naast een voornaam jon gensportret van de Hagenaar Pieter Nason (1612-ca. 1689) ook twee dierstukken van de Zuidnederlandse schilder Adriaen de Greyff. Twee pen danten tegen de achtergrond van geboomte, een fontein en klassieke bouwwerken. toont, Vissersschuiten voor de kust. Leslie Smith brengt ook een woeste zee van Mesdag, naast aantrekkelijke schilde rijen van o.a. Willem Roelofs en J.E. Akkeringa. Ook de Wassenaarse Art Gallery be hoort tot de Haagse kunsthan del en neemt aan de expositie deel met een aantal schilde rijen uit de Haagse School en omgeving. Hij toont ook een mooi schilderij van Jongkind, naast een charmant „Bloem- stilleven" van de Franse schil der S. Rivoire. Voorhout gevestigd zijn mee aan deze presentatie. Kunst handel Ivo Bouwman is o.a. aanwezig met een vroeg fau- vistisch schilderij van Jan Sluij- ters, gedateerd 1909, een tin telende „Boomgaard" in felle, frisse verftoetsen. Daarnaast brengt Bouwman ook een groot, sterk bloemstilleven van Kees Verwey, geschilderd om streeks 1960, een waar kleu renfeest. Kunsthandel Van Voorst van Beest maakt goede sier met een schilderij. Hartjes dag, van Breitner. een krachti ge en originele compositie, en een aantrekkelijk bloemstille ven van Louis Valtat. Kunsthandel Scherpen neemt deel met o.a. een rake Van Dongen-aquarel, een wufte Pa- risienne, galant gezeten in een rijtuig, een imposant schilderij van Isaac Israels (man en vrouw in een danscafé) en een kleurig meisjesfiguurtje van Monticelli. Ook de eigentijdse kunst komt aan bod. Galerie Nova Spectra laat een krachtig Appel-schil derij zien en omringt deze zo wel door kleur als expressie opvallende inzending met en kele werken van kunstenaars die hij in ons land heeft geïn troduceerd, zoals Roger-Edgar Gillet. In de week na de weekend presentatie bestaat voor het publiek de gelegenheid met de Haagse kunsthandels nader kennis te maken. De deelne mers houden dan elke dag open huis, van 11-17 u. (t/m zaterdag 7 februari, ma. 2 febr. gesloten). Jan van Goyen: Landschap bij Arnhem. ndenzt tchoon naken, ruimen alwe ideugo Isaac Israels: Café dansant Le Moulin de la Galette. Kees van Dongen: Parisienne in rijtuig, aquarel. H.W. Mesdag: Vissersschuiten, aquarel. aardige it einde grijze zi die nc keien op Beteerd, anders van o tven gehi a epidem }t massi Iaan over lok op di len groo\ kt. Sintei fnet zijn t Bid, was \g van w Ten wat naar Sp, in ons i in men Iden, d maken. tof gedo uit z fische b nog toe, geduur ?g tijd ■r wordt laar st< niets mi ip de lar neer met I. Deze ze vol i ie ze doe u.V en he' groot 1e vest k herhaa toute pir jen fuifne Ier aan". i op de uilen de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 20