Monsieur HH 100.000 Volt De coffeeshop van het hoofdste delijk Okura-hotel. Dikbuikige Honda-managers nippen aan de scotch. Rijpere dames met face lift laten zich door Japanse la- kelen de aard van de onderschei dene taartjes uiteenzetten. Voor ons geen dagelijks trefcentrum. Voor de twee gasten waarmee wij een afspraak hebben (230 con certen per jaar) weinig minder dan een huiskamer. We mochten elkaar nog niet eerder ontmoe- I ten. Ze gaan er vanuit dat wij een uit- :e gratis wedstrijd spelen en besluiten itenteh daarom zelf het ijs te breken: d. waiei „En, wanneer gaan jullie trou- Nijen wen?" Wij: „Hahahaha!". Zij: „Hahahaha!". Wij: „Als we het eerst eens over jullie eventuele ouderschap had- 1 den?" Zij: „Haha, hoho. Pas erop! Privé houden we erbuiten". Wij zijn: de verslaggevers. Zij: de jonge, Amerikaanse vrouw van pensiofj een 53-jarige chansonnier en de Franse zanger zelf. Kitty en Gil bert Bécaud. Weliswaar liet Gil- bert tot voor kort nog aan ieder een weten echt nooit meer een huwelijk te zullen aangaan, maar dat streven blijkt achteraf - was steeds vóór de noen gefor- muleerd: „Hahahaha, zulke grap pen maak ik alleen 's morgens. Nu is het alweer vier uur 's mid- Bl| dags, ik voel me voortreffelijk, al II moet ik toegeven: getrouwd zijn is moeilijk. Amerikaanse vrouwen I zijn óók moeilijk. En getrouwd zijn met een Amerikaanse vrouw is het moeilijkste dat er bestaat. Maar ook het verrukkelijkste. Ha- haha". Kitty, lang golvend haar boven een tenger figuurtje, beperkt zich tot een toegeeflijke glimlach. Maar die kan het is etenstijd j voor hen ook voor de gefileer de paling zijn bedoeld. Voor bei den bestelt Gilbert er een „junge jenever" bij, waarmee hij tevens de helft van zijn Nederlandse taalschat heeft prijs gegeven. We nemen hem die beperking niet kwalijk. Wij op onze beurt hebben van de Franse taal weer onvol doende kaas gegeten om al Bè- caud's liedjes op het eerste ge hoor tot in de finesses te ver staan. Een euvel overigens waar mee verreweg de meeste van zijn fans te kampen hebben. Bécaud mag binnen het Franse taalge bied nog immer een enorme po pulariteit genieten, het aantal be wonderaars dat daarbuiten woont is nog vele malen groter. Waar mee de vraag is gesteld naar de functie van de Franse tekst wan neer hij optreedt in Den Haag, Baltimore, Yokohama, Moskou en ga maar door. „In het begin van mijn loopbaan heb ik me daarover ook wel eens het hoofd gebroken. Ik herinner me nog goed de tijd, dat ik in Amerika wat meer bekendheid begon te krijgen en op Broadway mocht optreden. Ik dacht: wat zal ik die Amerikanen vermoeien met mijn eigen taal, als ze er toch niets van verstaan. Ik schakel ge woon over op Engels. Oh-la-la, maar dat viel niet in goeie aarde. „Wat doet die maffe Fransoos hier, als-ie de helft van zijn show in het Engels zingt?", schreven de kranten. „Amerikaanse zang ers hebben we in eigen land meer dan plenty". Nou, toen ben ik maar weer Frans gaan zingen. Vrijwel direct kwam de waarde ring terug en ik heb uiteindelijk negen weken lang volle zalen ge had. Sindsdien waag ik me in mijn shows nauwelijks meer aan een vreemde taal. Als ik in Duitse of Angelsaksische contreien ver keer hooguit een paar liedjes in de taal van het gastland, uit be leefdheid: en dat vindt men dan ook wel leuk. Maar voorop staat toch voor de mensen dat ze naar een Franse zanger komen en dan moet-ie ook zijn moerstaal zing en". „Ik denk dat het de niet-franstali- gen vooral om de sfeer gaat, de ambiance. Die wordt mede be paald door de klank van het Frans. Wat je dan precies uit kraamt zal er voor hen weinig toe doen, zolang je het liedje maar met overtuiging brengt. Maar daar zit hem nou juist de kneep. Absolute voorwaarde voor mij om een chanson met enthousiasme te kunnen vertolken is, dat ik zélf de tekst verdomde goed vind. Ik overleg dan ook voortdurend met mijn tekstschrijvers. Ik weeg elk woord. En als een zin, een cou plet, me niet bevalt, dan wordt dat herschreven. Niet omdat ik zo'n arrogante jongen ben, maar louter omdat ik alleen teksten kan zingen, die uitdrukken wat ik écht voel. Indirect is de kwaliteit van de tekst dus ook voor het Ja panse publiek van het grootste belang. Om dezelfde reden zing ik ook altijd het liefst in het Frans. Bij een vertaling, hoe goed ook, gaat altijd wat verloren. Wat be tekent dat ik nét even minder vanuit m'n gevoel zing". We hebben al toegegeven ook onszelf tot de klantenkring van Bécaud te rekenen. Vanwege zijn doldrieste vitaliteit; net als de meeste cliëntèle ongetwijfeld. Die houdt je op de been temidden van alle giframpen, atoomtaken en gijzelaars. Wij tillen dan ook niet zo zwaar aan de kritiek dat Bécaud's liedjes vrijwel nooit een sociale of politieke betrokkenheid verraden. Jacques Brei bijvoor beeld ergerde zich daar mateloos aan. Ook Jean Paul Sartre achtte die vrijblijvendheid absoluut niet te pruimen. „Ja hoor 's, ik kan het niet ieder één naar de zin maken. Jou, je vader, je moeder, je broertjes en je zusjes en dan óók nog je neef jes en je nichtjes: dat wordt me te dol. Mensen die een lied met een duidelijke, onverhulde boodschap willen, moeten inderdaad naar een man als Brei luisteren. Die heeft zich op dat terrein zijn leven lang hoogst verdienstelijk ge maakt. Ik ben nou eenmaal uit ander hout gesneden. Ik hou niet van boodschappenjongens en ze ker niet op het toneel. Ik ga ervan uit dat mensen die een kaartje voor het theater kopen, dat niet doen om met een wijsneus te worden opgezadeld die hun wel even zal vertellen wat ze moeten denken. Met die verbale boksers, die het publiek wel even in elkaar zullen tremmen, moet je bij mij niet aankomen. De „linkse direc te", dat is mijn aanpak niet. Wat ik wil is mensen entertainen. Door ze te enthousiasmeren voor de mooie dingen van het leven. De zon, de wind, thuis zijn, kinderen, liefde. Daarvoor wil ik ze warm maken. Met muziek, met show, een goede begeleiding. De vol gende dag moeten ze de herinne ring koesteren aan een opwin dende avond. Als daarbij dan de gedachte opkomt: „Potverdorie, hij heeft me geraakt", o.k. Maar dat was dan geen linkse directe". Kitty, heel bescheiden opgemaakt met een beetje mascara en een vleugje poeder, ietwat nerveus, heeft haar bordje inmiddels leeg- geprikt. De meester zelf, met het gedrongen postuur van een hard werkende landbouwer die het er tevens in alle opzichten goed van neemt, heeft het te druk met ver tellen. Als hij het over een linkse directe heeft, doet-ie ook voor hoe dat gaat als je het n i e t met woorden doet. Goed, hij slaat je niet echt tot moes. Maar overi gens is de dynamiek in zijn optre den volstrekt ongekunsteld. Drank- en nicotinegebruik lijken hem niet te hebben aangetast. Hij ziet er tien jaar jonger uit dan hij is. Zijn huid is bruin en tanig. Toch heeft Becaud voor het na tuurlijke bijbruinen nauwelijks tijd. Hij zingt wel avond aan avond over de zon en alle mooie zaken die dat hemellichaam be schijnt, maar zelf ervaart hij daar van maar betrekkelijk weinig. Ruim 200 concerten per jaar, dat is een leven van vliegtuigen en treinen, restaurants en hotelka mers. Kitty knikt heftig en Bécaud gaat bij zichzelf te rade. Dan: „Ach, wat die zon, die is in wezen toch de grootste leugenaar die er is. Die schijnt maar raak, dag-in- dag-uit, het kan niet op. En wij maar denken dat hij de boel ver heldert. M'n zolen. Hij bedriegt de boel. Hij verduistert veel meer dan hij verheldert!". Hoezo? „Nou, gewoon wat ik zeg: een gore leugenaar. Of je me nou let terlijk neemt of dat je de zon op vat als zinnebeeld van het ver stand, maakt mij niet uit. Ik heb geen boodschap aan die zon. Je kent het Franse gezegde: on ne va bien qu'avec Ie coeur. Dat is mijn lijfspreuk. Alleen het hart wijst je de goede weg. Ik wan trouw mijn verstand en ik aan vaard dat het belangrijkste aan mij mijn emoties zijn. Ik leef van uit mijn gevoelens. Ik bén één brok gevoel. En wat de zon in de letterlijke zin van licht- en warm tebron betreft: om van Kitty te genieten hoef ik niet buiten te zijn. En als ik op de planken sta, heb ik al helemaal geen zonlicht nodig. Daar gaat het uitsluitend om gevoelens, en wel van een on gehoorde intensiteit. Ik ben daar verslaafd aan, dat is bekend. Je denkt toch niet dat ik voor m'n brood 230 keer per jaar op dat toneel klim. Ben je gek. Het is die wisselwerking met de zaal die mij in haar greep heeft. Die voortdu rend toenemende spanning, dat toewerken naar een hoogtepunt. Een buitenaardse sensatie. In hoge mate vergelijkbaar met het liefdesgebeuren tussen man en vrouw. Na afloop overvalt mij ook hetzelfde soort vermoeide geluk". Nog even terug naar die politieke bewogenheid. Zoals gezegd heb ben we er begrip voor dat niet ie dereen altijd en uitsluitend pro test-songs zingt. Maar waarom weigert Bécaud wat dit betreft nou al decennia lang een toelich ting te geven op zijn persoonlijke keuze? Zó privé is dat nou toch ook weer niet. En naar de aard van die keuze is het ook niet moeilijk gissen bij iemand die het Légion d'Honneur (Franse top- onderscheiding) heeft geaccep teerd en enkele jaren geleden nog optrad voor de presidenten Ford en Giscard d'Estaing. We bedoelen: van extreem linkse sympathieën zal echt niemand hem verdenken. „Ach dat gezeur altijd. Ik ga er nooit op in omdat ik de politiek als een volstrekt achterhaald ge beuren beschouw. Wat heeft de politiek de mensheid nou voor heil gebracht? En weeg dat eens af tegen het onheil, de verdeeld heid, de oorlogen. We moesten nou maar eens ophouden met die politieke verdeling in rode, blau we en groene mensen. Ons reali seren waarvoor we leven. Eten en onderdak, akkoord, maar even zeer toch voor de liefde, voor de kinderen, de muziek. Kortom heel dat brede scala van gevoelsmati ge aspecten van het leven". Maar we moeten de maatschappij toch een beetje ordenen, hier en daar. Je kan toch alles maar niet op z'n beloop laten? Bécaud heeft geen behoefte er verder op in te gaan: „Het is niet interessant. Wie vindt politiek nou leuk? Alleen de politici toch ze ker?". Een opmerkelijke kwiebus dus, deze wereldster, die zoals bekend de merknaam „Mr. 100.000 volt" hanteert. Ongrijpbaar ook. Wie zich ten alle tijden beroept op het gevoel als het fundament van zijn bestaan, hoeft zich over eventue le tegenstrijdigheden in zijn uit spraken weinig kopzorg te ma ken. Wijs je hem daarop, dan grijpt hij naar de emotie van de lach en benadrukt stralend: „Of hebben jullie soms alles op een rijtje staan in dat rationele hoofd van jullie? Nou dan!". Neem zijn bedrukte interpretatie van „de zon". Als hij erover zingt, denkt- ie toch wel degelijk aan iets pret tigs, mogen we aannemen? „Haha, maar ik hou van de zon! Wat dacht jij! Ik ben dol op leuge naars! De waarheid, da's eendui dig; armoe, in wezen. De leugen is veel beweeglijker. Die heeft on eindig veel gestaltes. En de leu genaar is dan ook veel boeiender. Je zit aan de bar te praten met een chirurg. Tot in de kleine uur tjes. Hij vertelt je vreselijk interes sante verhalen over de afschuwe lijkste operaties die hij heeft ver richt. Bij het afscheid sla je elkaar op de schouder en dan zegt de ander: „Makker, het was een dol le avond, maar overigens ben ik gewoon balie-medewerker bij de zus-en-me-zo bank. Dat is toch fantastisch, daar geniet ik van. Net als Kitty trouwens. En ik moet zeggen: Kitty kan er zelf ook wat van". Mevrouw Bécaud bevestigt dit. Over waarheid en leugen gespro ken. Als bewonderaars van de meester storen we ons niet weinig aan zijn regelmatig optreden in de Ster-reclame, waar hij ons, alsof het allemaal niet genoeg was, ook nog eens allerhande Franse kazen probeert aan te smeren. Bécaud stelt in het spot je de kwestie van de versheid aan de orde: „C'est vrai?" luidt zijn vraag, die hij vervolgens zelf beantwoordt met een overdadig oprecht „C'est frais". Was dat nou nodig, ook al gezien die 230 concerten per jaar plus alle in komsten uit het copyright op de evergreens, plus „Ja, dat was nodig. Ik zal jullie niet vervelen met cijfers, maar ik moet werkelijk een ongehoorde smak belasting betalen. Ik kon me niet veroorloven om die kaas te laten lopen, vond ik. Hier in Nederland vinden ze dat mis schien een beetje raar van een beroemd artiest en in Frankrijk ook wel, maar in Amerika is het heel gewoon. Daar kan iedereen de reclame induiken, tot aan de afgetreden president toe. Nee, zolang het om een produkt gaat dat mij aanstaat, heb ik er geen enkele moeite mee. Kijk ik zou natuurlijk niet met panties gaan lopen leuren. Maar die kaas, die is goed. Althans, je verwacht toch niet van mij dat ik zeg dat-ie slecht is?". Inmiddels is de klok €;en uur ver der. Helaas. Ze moeten opkras sen, Becaud Co. Omdat we wel degelijk genoeglijk zitten, op de valreep nog een „spoed-café" (de andere helft van Bécaud's Neder landse taalschat). Wij informeren nog even verder naar hun parti culiere besognes. Waarom draagt Kitty wel een trouwring (daarach ter zit nog een witgouden exem plaar) en Gilbert niet? Waarom draagt Gilbert überhaupt geen sieraden? Bijgeloof? Is hij aller gisch? Heeft hij een ernstige ziek te? Wat nou! Zij waren toch ook in onze privè-aangelegenheden geïnteresseerd! Beginnen ze weer te lachen. „Nee,nee laten we dat nou niet doen. Als we jullie allerlei dingen gaan vertellen, staat het morgen in de Franse en overmorgen in de Amerikaanse kranten. Wat kopen we daar voor. Aan het publiek een theater-imago voorschotelen plus nog eens een privé-persoon- lijkheid dat werkt maar verwar rend". We krijgen respectievelijk een warme handdruk en een hand kusje. Dan lopen ze naar de uit gang. Kitty wat stijfjes, met haar blauwe tweed-rok, rode lamswol len jumper en zwarte pumps. Gil bert, druk bewegend in zijn blau we ribbroek, geruite overhemd en sportschoenen doet nu aan een veteraan-honkbalspeler denken. Na drie stappen keert hij weer op zijn schreden terug. „Jullie ko men ons zaterdagavond in Den Haag toch zeker opzoeken, na de voorstelling? Eerlijk, ik heb voor treffelijke scotch!". Nou vooruit, maar we maken er geen dolle boel van. AMSTERDAM - „Et maintenant", I „Le jour oü la pluie viendra", I „Nathalie", „L'Orange", „L'im- I portant c'est la rose", „C'était I r weel moi". Het is maar een greep uit I Sérignal da tientallen wereldsuccessen 777-xW-i die Gilbert Bécaud (Toulon, 24- I 10-1927), bijeen heeft gezongen I ooknJ sinds hij in 1953 in Parijs aan I een ais I i'm JB|[||||M musicus begon. De muziek voor I _77- I "I'7'77 p -7 j !Vj 7 -j PP Ui zijn liedjes (zijn totale oeuvre I j I pnAn |00pf jn de veie honderden) I I Luwcfsai •chr'j,t Hij a,t'id zelf. Zijn be- SWm-, v f is prov I langrijkste tekstschrijvers zijn plfi jll I If jUd g i W&M rente.de Louis Amade, Pierre Delanoö en ÏÈkAA-7f H uren pe Maurice Vidalin. In de documen- HBIBHS P #ATsYaHlfA *1 Tf- HetparM tat'e d'a de platenmaatschap- flfiMBM rg*f «389^ MïMMfcPl >/L AMWÊZWü. M 1 fiY&Ycril iff i fS fg I if 1 fa fg 1 fl fl'arj III v 1 rfcl I ot zwem pijen in de loop van de jaren tP Ik wl( W lp, w w W ;rbad. r< over hem hebben uitgegeven, I -- wordl Hij altijd aangeduid als I forse alcoholgebruik en de 30 si- hele wereld voor af. Eens in de a voTievi tWÖ° drie 'aar doet Hij Neder- >ng en oi ,and aan- Vanavond verzorgt hij gericht ®en eenmalig optreden in het aver de Nederlands Congresgebouw in ntatie bi Den Haag. Daarna vertrekt hij naar Tilburg om zich vervolgens ge de spanning die hij in zijn uilen- muziek en vooral ook in zijn'r irnmirm-- - - -n--—a mentent shows legt. Verder wordt stee- 'mr iiiiiiihiummiii MB vast melding gemaakt van zijn p®®-' - r .vanu-mmnw t **"11 rjU'-ii-U "l' "|.I r r O Ml ImmI', I jL 1 Hij scheidde in 1973 van zijn Hh I w I dochters en een zoon schonk. §tmi hij tussen de 200 181111888111111^ en 250 concerten. Hij reist er de fJfJfÊ f HÊÈ Nederfanda Congrea geb ouwin r__ j 5^" ^BinFrankrijk~te wijden aan de op- n-010- namen van een plaat met ander- \:W 4 V J u maal nieuwe liedjes. rViBiiiii 1 lïni "-iiflr f" ^.r rni.. Veel mensen houden van Bécaud vanwege zijn doldrieste vitaliteit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 19