l:
Misschien zit
er bij mij wel
'n steekje los
Positie
Kuiper lijkt
verbeterd
MET ROGER DE VLAEMINCK
STERKER IN FINALE
fE
)M
Stien Kaiser
14 jaar geleden
aan basis
doorbraak
dam esschaa tsen t
FRITS LUTEYN PROFDAMMER MET LANGE ADEM:
T)
*ris
SPORT
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 24 JANUARI 1981
OR
AARTSELAAR Blozend, goed
uitgerust en vriendelijk als altijd
stond Hennie Kuiper eerder deze
week tijdens de presentatie van
zijn nieuwe wielerploeg de inter
nationale pers te woord. Aan de
vooravond van dit nieuwe wieier-
seizoen vertelde hij, evenals in het
verleden, de competitie met het no
dige vertrouwen tegemoet te zien.
Toch had hij inmiddels zijn eerste
nederlaag al geleden. Ploegleider
Fred de Bruyne stelde als laatste
man, als het absolute klapstuk
van de overigens chaotisch aan
doende show, Roger de Vlaeminck
voor, waarmee werd aangegeven
dat de Belg toch een streepje voor
ligt. Kuiper maalde daar kenne
lijk niet om. „Ik ben blij met de
aanwezigheid van Roger. Qua ka
rakter passen we redelijk bij el
kaar. Er zijn nog geen afspraken
gemaakt, maar we zullen elkaar
ongetwijfeld weten te vinden".
Het optimisme viert dus weer hoogtij.
Toch is het goed even terug te denken
aan dat gedenkwaardige wereldkam
pioenschap op de weg voor profs, dat in
1975 in het Belgische Yvoir werd afge
wikkeld. Enkele ogenblikken, nadat
Roger de Vlaeminck als tweede achter
Kuiper door de finish was gegaan,
heeft hij uitgeroepen: „Iedereen had
wereldkampioen mogen worden, maar
niet een coureur als Kuiper, die bijna
nooit wint!". Een tekst die de nodige
opwinding veroorzaakte en voor Kui
per indertijd reden was in de koersen
die daarna volgden extra „onderin de
beugels" te gaan. Geconfronteerd met
de mening van deze in hoog aanzien
staande coureur, die de komende
maanden zijn collega is, zegt Kuiper:
,,Ik heb al vrij snel bewezen, dat De
Vlaeminck ongelijk had. Trouwens ik
denk dat hij langer wakker heeft gele
gen van mij dan ik van hem. Uiteinde
lijk had ik de trui om mijn schouders".
De Belg ontkent niet dat hij inderdaad
nog wel eens aan die gedenkwaardige
wedstrijd en de zege van Kuiper terug
denkt. Berustend onderkent hij de titel
strijd misschien al een dag eerder door
eigen stommiteit te hebben verloren.
„Ik heb een grapje gemaakt. Toen de
voorzitter van de Belgische wielerbond
ons opriep met zijn tienen goed samen
te werken, reageerde ik: u bedoelt ne-
geneneenhalf. Ik wees daarbij op Van
Impe. Grote hilariteit natuurlijk. Van
Impe was boos en reed in de titelstrijd
niet voor mij. Hij dacht dat ik zijn kwa
liteiten onderschatte, maar ik bedoelde
alleen maar zijn postuur. Ik heb mijn
excuses aangeboden, maar toen was het
al te laat!".
Voorzichtig
De inmiddels al 34-jarige
Eeklo, die met een Nederlandse is ge
trouwd, heeft geleerd. Daarom reageert
hij voorzichtig wanneer wordt ge
vraagd of hij Kuiper zal steunen wan
neer het erop aankomt. „Laten we eer
lijk zijn, Hennie is geen sprinter. Geen
winnaar. Als er tien tegelijk aankomen,
wordt hij tiende, kortom altijd laatste.
Afspraken maken heeft weinig zin.
Veel hangt er vanaf hoe de koers zich
ontwikkelt".
Aan dat laatste aspect houdt Hennie
Kuiper zich vast. Begrijpelijk, want in
het verleden heeft hij in een beslissen
de ontsnapping bijna nooit het geluk
gehad een goede ploegmakker aan zijn
zijde te bezitten. „Als Roger en ik sa
men in de kopgroep zitten, dan demar
reer ik. De jongens van Raleigh moeten
dan achter me aan en brengen dan Ro
ger in een zetel naar de finish. En als
ze niet reageren, dan ben ik weg".
Theoretisch is er geen speld tussen te
krijgen. De positie van Kuiper lijkt in
derdaad te zijn verbeterd, maar afge
wacht moet worden hoe De Vlaeminck
zich later in het seizoen zal opstellen.
De Belg, die bekend staat als de absolu
te klassiekerkeizer - hij heeft een gi
gantische erelijst opgebouwd met ais
topper vier triomfen in de koninginne-
klassieker Parijs-Roubaix - heeft vorig
K' iar node een grote zege gemist. Dat
eeft pijn gedaan. Hij is er op gebrand
dit jaar terug te komen. Maar wat ge
beurt er als hij die zo fel begeerde over
winning te pakken heeft. Kuiper is be
reid steeds de strijd te openen, maar
loopt daarbij de kans met lege handen
te blijven staan. En ook Kuiper moet
inmiddels een behoorlijke triomf mee
maken. Zal De Vlaeminck wel op zijn
beurt een handje helpen of laat hij het
vervolgens afweten? Krijgt de geschie
denis uit de Ronde van Italië, toen hij
zijn toenmalige ploegmakker Johan de
Muynck in de steek liet - een daad die
indertijd veel rumoer heeft veroorzaakt
- een vervolg?
Hennie Kuiper heeft weer het oog gericht op de Tour de France.
Opmerkelijk fel
Roger de Vlaeminck vindt dat hij ver
keerd is beoordeeld. Omstandig zet hij
uiteen, wat de oorzaak (een bij een val
partij opgelopen spierblessure; red.) is
geweest. Hij benadrukt dat De Muynck
nog altijd een goede vriend is. Toch
vertelt hij eveneens opmerkelijk fel,
dat De Muynck hem indertijd uit de
leiderstrui heeft gereden.
„Dat had nooit mogen gebeuren". Al
leen als hij verneemt dat zelfs de grote
Merckx wel eens door een eigen ploeg
makker (Steevens in de Tour de Fran-
ce-etappe naar Maastricht) is voorbijge
streefd, wordt hij even stil. Hij is er
niet van op de hoogte en duidelijk ont
hutst. Terugkerend op het onderwerp
Kuiper zegt hij: „Ik geloof wel dat door
de aanwezigheid van Kuiper in de kop
groep, de finale wat gemakkelijker
wordt. Ik richt me helemaal op de klas
siekers, met name de Ronde van
Vlaanderen en Parijs-Roubaix, terwijl
ik ook de hoop op een wereldtitel nog
niet heb opgegeven. Grote ronden ben
ik niet van plan te rijden. Alleen de
Ronde van Zwitserland, maar dat stelt
niet veël voor. Ik ben overigens wel
blij, dat er in mijn nieuwe ploeg Neder
landers zitten. Die kijken je tenminste
recht in de ogen
Toch naar Tour?
Hennie Kuiper heeft inmiddels -voor
zijn ploegleider De Bruyne is dat ook
van toepassing- de hoop niet opgege
ven, dat De Vlaeminck toch kan wor
den overgehaald naar de Tour te gaan.
De ploeg zal er inderdaad door ver
sterkt worden.
„Met name in de ploegentijdrit kan ik
hem goed gebruiken. Het zal grandioos
zijn als hij gaat. Als hij op het gemak
zit, kan hij trouwens alles. Het is een
geweldige coureur. Ik zal in ieder geval
voor hem werken in de klassiekers.
Misschien wil hij dan wel wat voor mij
terug doen. Denk erom, dat we met
hem erbij in de Tour in het klassement
hoog kunnen eindigen", aldus Kuiper.
De Tour de France. Het grote wieler
spektakel staat weer centraal in Kui
pers programma. Alles wordt er weer
op afgestemd. Evenals in voorgaande
jaren wordt hij daarbij wederom ge
steund door José de Cauwer. Deze klei
ne Belg rijdt nu echter niet meer mee
in het peloton, maar zit naast De Bruy
ne in de ploegleiderswagen. Kuiper:
„José kan een geweldige plan de cam
pagne maken. Ik ben blij dat hij nog in
de buurt is". Zijn voorbereiding op het
volgende maand in Frankrijk begin
nende seizoen is overigens anders ge
weest dan normaal.
„Ik ben vorig jaar 170 keer gestart! Het
is heel lang en zwaar geweest. Daarom
heb ik voor het eerst in mijn carrière
zes weken stil gelegen. Ik heb wat aan
langlaufen gedaan in La Norma, in de
Franse Alpen, waar ik ook kerst en
oud en nieuw heb gevierd. Daarna ben
ik nog een paar keer bij Roger thuis op
bezoek geweest. Er zijn nog geen af
spraken gemaakt, maar ik ben er van
overtuigd, dat hij tot een wederdienst
bereid is. Ik ben blij dat ik bij DAF zit.
Laat ik eerlijk zijn, zo goed spreek ik
de Franse taal ook niet. Ik heb hier
meer contact dan bij Peugeot. Voor
mijn gevoel heb ik nu midden in de
roos geschoten. De mensen staan achter
me, dat is een grote stimulans.
PETER VAN PUTTEN
DIEPENVEEN Op 19 fe
bruari 1967 veroverde Stien
Kaiser met overmacht de
wereldtitel bij het dames-
schaatsen. Heel Deventer
stond op zijn kop. De kort
daarvoor door de verant
woordelijke heren eigen
lijk veel te oud bevonden
Stien Kaiser doorbrak de
hegemonie van de Russin
nen op meer dan overtui
gende wijze en gaf het da-
messchaatsen in Nederland
eindelijk de plaats die het
verdiende. Jarenlang werd
het wedstrijdschaatsen
voor dames internationaal
beschouwd als een bijpro
gramma van de heren. Na
die sensationele winst van
Stien Kaiser nam de
belangstelling, zowel van
de pers als van de KNSB,
fors toe. Het publiek had
de smaak al lang te pak
ken.
Stien Baas-Kaiser kan zich
die gedenkwaardige dag in
de koekstad nog goed herin
neren. „Drommen mensen
stonden die tweede dag van
het wereldkampioenschap sa
mengepakt op de Deventer
kunstijsbaan. Met bakken te
gelijk viel de regen naar be
neden. De toeschouwers ston
den tot aan hun enkels in het
water, maar ze bleven. Dat
laat toch wel een grote in
druk achter. Het dames-
schaatsen zat toen duidelijk
in de lift en kreeg ook de
aandacht, die het verdiende.
Als er prestaties worden ge
leverd, verkoop je de sport
goed. De publiciteit komt dan
vanzelf", aldus Stien Baas.
Nu, veertien iaar later, heeft
Stien Baas afstand genomen
van het schaatsen. In de eer
ste plaats ontbreekt haar de
tijd, anderzijds heeft zij ande
re interesses gekregen. „Het
was een machtige periode uit
mijn leven. Ik ben nu aan
een andere episode bezig. Ik
heb een gezin en dat eist veel
aandacht op. Daarnaast zijn
mijn man en ik bezig met de
schapenfokkerij. Iets heel an
ders dan schaatsen, maar ui
termate interessant. Vlak na
mijn afscheid als schaatsster
dacht ik dat het me moeilijk
zou vallen zonder het schaat
sen verder te kunnen. Nu, als
me iets is meegevallen is dat
wel het afscheid van de top
sport".
Gezin voorop
Stien Baas heeft vlak na het
beëindigen van haar carrière
nog een en ander gedaan als
trainster. Ze had de oostelijke
jeugdploeg onder haar hoede
en was ook actief bij de De
venter ijsclub, maar daar
hield het verder mee op.
„Daar kon ik een tijd later
ook geen aandacht meer aan
besteden, omdat mijn gezin
voorop stond. Maar als het
schaatsseizoen weer nadert,
dan komen toch de herinne
ringen van vroeger weer te
rug. Soms besef ik dan niet
eens meer, dat ik het alle
maal heb gedaan. Voor de
rest houdt het me niet meer
Stien Baas-Kaiser heeft
schaatsseizoen nog steeds
bezig. Ik ga wel weer naar
wedstrijden en als er natuur
ijs ligt, willen mijn tenen ook
nog wel eens kriebelen".
Stien Baas kende hoogte- en
dieptepunten in haar actieve
carriere. Toch hadden de
hoogtepunten de overhand.
„Alles wat je voor de eerste
keer haalt is een piek. Het
wereldkampioenschap in De
venter, de gouden medaille
op de 3.000 meter bij de
Olympische Winterspelen in
Sapporo, dat was allemaal
fantastisch. Een ander beseft
niet hoeveel voldoening het
je geeft als je een karwei
goed afmaakt. Een teleurstel
ling daarentegen was voor
mij de meniscusoperatie die
ik moest ondergaan en de di
recte gevolgen daarvan. Op
de Olympische Winterspelen
in Grenoble ging de gouden
medaille aan mijn neus voor
bij, terwijl ik in 1967 en 1968
wereldkampioene was ge
worden. Toch kreeg ik vier
jaar later een „troostprijs" in
de vorm van die gouden me
daille in Japan".
Verandering
Stien Baas (42) vindt dat het
schaatsen in de loop der jaren
wel veranderingen heeft on
dergaan. „Vroeger hoefde je
geen all-rounder te zijn.
Knut Johannesen en Kees
Verkerk moesten het toen
ook voornamelijk van hun
stayerskwaliteiten hebben.
Op dit moment moet je op ie
dere afstand kunnen uitblii
ken. Ook trainen de scha;
sers tegenwoordig intensief1
ver vergeleken met tien jar
geleden".
Een blik op de omslag v;
een schaatsboek herinnej
haar meteen aan iets andei
de kleding. „De schaatspal
ken zijn veel minder windgip
voelig. Als Ard Schenk ov^- 11
zo n pak had beschikt had h*??M
zeker nog een halve c
van zijn persoonlijk
op de 500 meter afgeknalj_
beid. Ook de maatschappelf"
ke begeleiding van de schaaf
sers is nu veel beter
zorgd. Ze krijgen loondel
ving of de lasten worde
enigszins door de Nederland
se Sport Federatie verlicn
Wij waren vroeger altijd aEN -
hankelijk van particulier injgzami
tiatief en van onze werkgtfand.
vers". »rs in
Dit weekeinde is Stien BaP**Kr
op uitnodiging aanwezig
de Deventer kunstijsbaar^an^''
waar het Europese schaat^rs w
kampioenschap voor here rv[a
wordt gehouden. Met eeFren
glimlach verzekert zij, dPa^_
Hilbert van der Duim *a
meeste kans op een Europeiffj
titel heeft. Stien Baas: „Vi#'ia Zi
der Duim heeft enorm vea
zelfvertrouwen. Voor de Ni
ren hoeft hij op de korte a"33'
stand nauwelijks onder ast "e
doen. Op de tien kilometer
hij ze allemaal de baas. T
ene Rus zal naar mijn smj
ook geen potten breken".
WIL VAN DER PLAfaars'
leden;
^rgel ij
iderd
DEN HAAG Hoe lang een
profdammer dagelijks met zijn
hoofd boven een dambord hangt,
maakt het Haagse schuifbrein
Frits Luteyn duidelijk als hij
thuis zegt: „Mijn katten zijn al
leen zeker van aandacht als ze op
mijn dambord gaan liggen. Om
die reden oefen ik meestal op een
heel klein exemplaar met magne
tische schijven". De nummer drie
van- Zuid-Holland is officieel nog
steeds student weg- en water
bouw, maar de kans dat hij als
grote theoreticus zo'n veel te
praktisch vak zal (en wil) uitoe
fenen is nihil. Dammen, het
steeds bedenken van nieuwe op
lossingen, is zijn leven. Frits Lu
teyn is eerste-bordspeler van de
topclub RDG, dammedewerker
van onder andere 'Het Binnen
hof', trainer bij Charlois en Dam-
lust en schrijver van het vorige
week verschenen werkje over
'Middenspelposities'. Maar de be
langrijkste bezigheid van de 27-ja-
rige Hagenaar is het correspon-
dentiedammen, waarin hij vorig
jaar de nationale titel behaalde
en tevens tot meester werd bevor
derd.
Frits Luteyn moet met zijn denksport in
zijn levensonderhoud voorzien, maar het
kost enige tijd om de pecunia sneller en in
groter hoeveelheid zijn richting uit te la
ten gaan. Bij insiders heeft Luteyn reeds
lang erkenning afgedwongen, maar hij
moet nog meer naam maken bij de grote
massa. Pas dan kunnen zijn tarieven wor
den verhoogd. Met het eerste tiental van
RGD werd Frits Luteyn tweemaal Neder
lands clubkampioen toen Ton Sijbrands
nog aan het eerste bord zat. Naast enkele
districtstitels veroverde hij viermaal de ti
tel in het Vriendendamkringtoernooi en
werd hij in 1979 Zuidhollands sneldam-
kampioen.
Luteyn: „Ik ben echter nog nooit kam-
fiioen van RDG geweest. Tegen de journa-
ist Fred Ivens speel ik morgenavond een
afgebroken af, die mij bij winst de clubti-
tel oplevert. Samen hadden we de afge
broken stand op remise geanalyseerd,
maar" en op dat moment glinsteren de
ogen van de ware genieter, „ik heb toe
vallig zo juist een mogelijkheid ontdekt
die misschien toch een overwinning kan
opleveren". Binnen enkele seconden to
vert Frits Luteyn de bedoelde stand op
een groot dambord en schuift glunderend
naar een voor Ivens mogelijk noodlottig
einde.
Het standengeheugen van Luteyn is op
zienbarend en wordt zelfs hoger aangesla
gen dan dat van Wiersma en Koeperman.
„Het is een onverklaarbare gave. Mis
schien zit er wel een steekje los bij me.
Een goed standengeheugen is erg gemak
kelijk bij het analyseren. Ton Sybrands'
geheugen overtreft echter alles. De oud
wereldkampioen kan twee jaar na elke
gespeelde partij nog iedere stand gaaf op
het bord neerzetten. Interessante, schep
pende partijen zijn natuurlijk gemakkelij
ker te onthouden dan saaie.
Correspondentiedammen
Zijn geheugen en zijn lange adem in het
analyserende werk maken Frits Luteyn
eerder tot de perfecte secondant dan tot
de perfecte wedstrijdspeler. Luteyn: „Bij
het wedstrijddammen is uitgebreide ken
nis soms maar voor 50% beslissend. Daar
moet je minder diep, maar wel veel snel
ler denken en dan komt het dus ook aan
op energie. Dat fysieke aspect is de reden
waarom mensen vanaf ongeveer hun 35e
jaar geen goede partijen meer kunnen
spelen in een toernooi. Voor hen is corres
pondentiedammen een prachtig alterna-
Frits Luteyn (27) glimlacht. De Haagse dammer meent in de beslissende, afgebroken partij tegen clubgenoot
Fred Ivens een lichtpuntje te hebben ontdekt. Bij winst morgen is Luteyn kampioen van RDG.
partijen drie keer zo snel spelen als mijn straf als een systeem je naam krijgt, vt
tegenstanders. Een wereldtitel levert geen tegenstander zal dat nog ooit tege
na een paar jaar spelen slechts 150 gul- gebruiken. Ik zie dit eerste boekje als
den op. Wat je intussen aan postzegels soort proefschrift. Ik ben op bepaalde
tief".
Frits Luteyn vervolgt: „Het correspon
dentiedammen kent veel onbekende beoe
fenaars, maar velen bezitten een briljante
techniek. Door het goede werk van de
wedstrijdleider Schotanus loopt ook de
jeugd warm voor deze vorm van dammen.
In de Nederlandse meestergroep spelen
we met zeven man en tegen elke tegen
stander een witte en een zwarte partij. Je
speelt dus tegelijkertijd twaalf partijen.
Daarnaast doe ik ook nog mee aan de
wereldkampioenschappen en dat betreft
28 partijen en die duren soms drie tot vijf
jaar. Het poststempel van de PTT is onze
tijdklok. Het grappige is, dat iedereen de
opening en opbouwfase afraffelt om in de
afwikkeling meer tijd te hebben voor de
'explosieve' stellingen. Aan de eindspel
technieken en varianten van briefdam-
mers kunnen zelfs gewone werelddam
mers een punt zuigen".
„Ik zelf doe op het ogenblik eigenlijk te
veel, omdat ik ook mijn gewone competi
tie, toernooien, trainingen en damrubrie-
ken heb. Ik moet mijn correspondentie-
,elN D
hebt uitgegeven is het veelvoudige van de rianten twintig zetten dieper ingeg
winstpremie. Maar dat hindert niet. Vaak, dan ooit iemand heeft gedaan. Ik ben
om tijd te winnen, stuur je een zet aange- puzzelaar en zal waarschijnlijk de rest
tekend en dat is nog duurder".
TrotU
zoek.
't feit
Offersystemen
mijn leven zulke boekjes schrijven'
Frits Luteyn geniet immens va
werk/hobby, weeft altijd veel humor
zijn damverslagen waarin hij als een
Hitchcock altijd even komt opduikel
Het eerste grote bewijs w
meroreerde lange adem van de theoreti- zichzelf met graagte beschrijft als „de
cus Luteyn vormde enige tijd geleden zijn teraan", is 'onthutst'
vertaling uit het Russisch van een dam- terwijl hij bij winst
boek
Koeperman. Niet gehinderd gemaakt
nederl hel
gebruik b 'r- e
'listig zetje'. Het afsciaro/7J
de profdammer voert door
die bezaaid is met brieven en kaarten
zetten uit alle delen van de wereld.
door enige kennis van de Russische taal,
zocht Frits Luteyn elk woordje op
woordenboek en kwam inderdaad
geslaagde vertaling. Daarna volgde zijn Luteyn kan weer aan de slag, zijn
eerste eigen werk over het te weinig ont- dwalen reeds koortsachtig
gonnen terrein der middenspelposities, grammen
Het is de vrucht van anderhalf ja
graven in allerlei offersystemen, vj
Frank Drost de pech heeft dat zijn
daaraan is gegeven. Luteyn: „Hel
de
w zijn handen graaien in
diep zakken, op zoek naar postzegels. Want
'listige' antwoordzetten moeten liefst
dezelfde dag op de post.
HERMAN JA]
Je
rotte
eveel
s NS T