Dichter Robert J. Blom uit Alphen geeft zich bloot aan een groot publiek f,Splitsing Zuid-Holland geen oplossing voor Leiden" Voorwat hoort wat Ia ROMANTISCH EN OOKZONDER MEER KRITISCH Staatssecretaris haars aat overstag -Het uitwijzing edreigd Turks ïezin mag Voorlopig blijven Duo Liberman-Warenberg handhaaft subliem niveau Celdóc6oimmt TAP/REGIO LEIDSE COURANT DINSDAG 20 JANUARI 1981 PAGINA 5 :n 3S(' Vandaag geef ik ruimte aan een flinke golf dichtersbloed, dat uit een Ji Alphense ader gulpt en iksc voorlopig zijn neerslag heeft 1 en gevonden in vier blanke ider bundels. De donor van dit jdai bloed is 32-jarige Robert J. Blom uit Alphen aan den ositi Rijn. die in elk geval al de "initialen R. B. met een groot lichtend voorbeeld uit het eind der 18e eeuw, de Schotse nationale dichter Robert Burns, gemeen heeft. Zelfs in de bloemen kunnen Blom en Burns elkaar ontmoeten; blommig "krJen brandend. Schreef Robert Burns eens een prachtig kleinood als „My love is like a red red rose", over z'n lief die als een rode roos was; Robert Blom's töor vierde (en voorlopig laatste) ,nd bundel heet Zwarte Rozen. maak daaruit op, dat Blom's „diep begraven blikken" smeken als „een zwarte roos die rood zou willen zijn". Je aQ vraagt je dan meteen al af, uje of Blom misschien ooit rna Bums heeft gelezen. Ik heb erg het hem niet gevraagd. Je dj moet een dichter eigenlijk ^ag niets vragen. De dichter dag spreekt voor zichzelf. Dat ?zoe) deed ooit Burns; dat doet vandaag ook Blom, en je Iiebt het gevoel; die komt ooit weerom. Hoe dan ook. OC, Als je eenmaal die weg hebt gevonden,'t blijft het in i stromen. ijwi ik wil verder Robert J. lede Blom voor en uit zichzelf zi&d laten spreken. Het enige, op het eerste gezicht, is, dat Blom op een niet wetende afkomt als een nieuwe perschef van het Witte Huis of als succesvol verkoper van 3-2-1-delige zit- n ameublementen. En als ik, in d als zoeker naar een nieuw kaf 'vervoermiddel, in zijn verzorgde handen zou isallen, zou ik waarschijnlijk juk al vrij snel door de lOiieën gaan. Blom is [figevoerd in de bankwereld [als, zoals hij zegt, manager bij een buitenlandse bank. Op de flap staat ook: 5 uu werkzaam als n d 'kredietspecialist bij een oete "internationale bank. Zijn en si voorkomen is zonder meer >ijpei gesoigneerd te noemen; een naa man die met succes kan poseren, en van voren, van links of rechts, hoe dan ook steeds op z'n voordeligst uitkomt. Dat hij getrouwd is met Charlotte doet er niet aan af, dat Robert J. Blom bepaald niet onmiddellijk de indruk wekt van een bewogen poëet te zijn, die wegdroomt bij „een wolkbreuk van geluk". En tóch heeft die wolkbreuk hem te grazen gehad. En nog meer natuurlijke verschijnselen pakten hem behoorlijk aan. Robert J. Blom wil voor het forum van het „grote publiek" staan. Nou, en dan zet ik hem daar maar neer. Eerst nog wat „informatie". Een snelle aanduiding voor enkele personalia. Robert heeft sinds 1973 een naam opgebouwd in de vaderlandse dichterswereld, vermoedt hij zelf. „Sinds dat jaar publiceerde ik een groot aantal gedichten in verschillende (nou nee, Robert, zeg alsjeblieft niet diverse) maand- en weekbladen, zoals daar zijn Libelle, Avenue Literair, Gedicht, Zondagsrust. Ik schreef als gastschrijver voor het blad Viva, werkte mee aan een radiouitzending van NCRV's Literama, kreeg in 1977 een opdracht van het Alphense gemeentebestuur om tien gedichten te schrijven over die gemeente een uitzonderlijke zaak in Nederland en werkte mee aan de bundel 3x1 1, waarin dichtwerk vam mij tezamen met dat van twee dichtende collegae. Inmiddels publiceerde ik vier gedichtenbundels; Gewoon Blauw, Een Bosje Heide, Dood over de Finish en dan nu Zwarte Rozen". Nog komt er geen einde aan de florissante lijst. Met Gewoon Blauw verwierf Blom de Aanmoedigings- kunstenaarsprijs 1975 van de gemeente Gouda. Voorwaar geen geringe reputatie van een dichter die voor z'n dagelijks brood op een bank zit te becijferen. Zelf zou ik niet aan hem hebben durven vragen: Robert J. Blom, zou je niet graag volledig als dichter werkzaam willen zijn Want dat kan natuurlijk niet. Weet Blom zelf ook wel. En hij zegt: „Het is van weinig belang of een dichter dit wil of niet wil. Met het schrijven van gedichten valt geen droog brood te verdienen. Ook de uitgeverij houdt er geen cent aan over en is al blij als ze uit de kosten komt. Dat er dan toch nog steeds dichtwerk op de markt verschijnt, is een prestigezaak van de uitgevers die toch ook wel van mening zijn, dat je poëzie niet links kunt laten liggen. Overigens zijn de uitgeverijen zelf van mening, dat goede poëzie niet commercieel behoeft te zijn. Ook zij werken er dus in feite aan mee, dat poëzie in de hoek staat. Juist de uitgever zou zich er sterk voor moeten maken dat het grotere publiek zich op het dichtwerk stort, naast de „gewone" boeken; al was het maar in eerste instantie via de bibliotheek". „Wat geeft dat", meent Blom, Robert J.; „het gaat mij niet om het geld, het gaat mij om de lezer van het boek, om ook hem vertrouwd te laten raken met het gedicht. Wie schrijft er nou geen gedichten in z'n jongere jaren? Luister maar eens naar een radioprogramma als Candle-Light. De redactie van dat programma ontvangt wekelijks duizenden gedichten. Iedereen kent Roland Holst, de grote dichter, maar hoeveel mensen hebben een bundel van hem in huis? Een vreemde zaak dus, dat mensen wel zelf gedichten schrijven maar geen poëzie kopen. Waarom niet? Omdat een dichter nog steeds wordt gezien als iemand die in erbarmelijke toestanden op een koude zolderkamer met honger z'n gedachten op> papier zet. Gedachten die net zo wereldvreemd en onbegrijpelijk zijn als de gedichten van de man zelf. Het image van de dichter dient veranderd te worden. Dat dient in de eerste plaats te gebeuren door de dichter zelf die over de brug moet komen met begrijpelijke pennevruchten. Óp de tweede plaats moet de uitgever zich sterk maken, het gedicht een grotere plaats te bezorgen in de literatuur. Hij moet ervoor zorgen, dat de lezers niet meer bang hoeven zijn voor onbegrijpelijke taal. Niemand geeft graag toe, dat hij iets niet begrijpt. Omdat men er voor vreest het gedicht niet te zullen begrijpen, koopt men het ook niet. Een cirkel waaruit moeilijk te ontsnappen is". Derhalve, zoals hij het zelf formuleert: „geen dagelijks brood voor Blom, als gevolg van zijn gedichten alleen". Wel zou de Alphenaar Robert J. Blom zich geheel aan het schrijven willen wijden. Die ingevoerde bankrelatie in beschouwing nemend. Hij werkt op het ogenblik aan een bundel kinder-dierenverhalen en hoopt daarbij, dat hij daarvoor ook een uitgever zal kunnen vinden. Blom gaat onverdroten verder. Hij is een ontstellende vastbijter; in proza en poëzie. Als financieel deskundige zegt hij verder te studeren voor economie. En hij blijft verder zin hebben in schrijven. Financiën en economie „staan centraal" (eigenlijk vreselijk, dat een dichter een dergelijk woordgebruik nastreeft) in regelmatig verschijnende artikelen. Blom is ook L.C.- correspondent, en voedt overigens periodieken zoals Man, Ouders van nu, en Mensen van nu. Steeds maar van nu. Reacties op Blom's gedichten? Zijn plakboek vertoont uitingen in dagbladen die verschillen van „verrassend, zeer goed en boeiend, tot slecht". Dichter Blom beschouwt iets dergelijks als zeer normaal. Hij ziet z'n gedichten als een kunstwerk, dat het „grote Êubliek" moet bereiken. »at kun je „mooi vinden, of afschwuwelijk". Kunstwerk heeft allies te maken met persoonlijke smaak. Probeert Ropert wellicht een boodschap over te brengen?. Blom: „Soms probeer ik dat heel duidelijk. Kijk maar, wat ik schreef over vivisectie: „Als de sterren op weg zijn, maken ook de slachters hun gereedschap schoon, en wassen fluitend het bloed van hun schort, bergen de messen op, en gaan rustig slapen". Volgens Robert J. Blom is dit een duidelijk gedicht. „Iedereen begrijpt hieruit, hoe afschwuweliik ik vivisectie vind en hoe ik denk over mensen die zich daarmee bezig houden. Ook mijn conclusie zit in de tekst verborgen: vivisectie moet afgelopen zijn". Een duidelijk gedicht; boodschappen in flood light, verzonken niettemin in regels die op vleug'len der romantiek boven de dichtersmarkt af en aan naar een gedegen nest zoeken. „Let him try, let him try. I tried myself, and not in vain", zou Robert Burns geschreven kunnen hebben. Laat Robert J. Blom maar z'n gang gaan: hij is nog niet aan de eeuwen toe. Hij wacht op het grote publiek;, „geïnteresseerd in creatieve uitingen die van romantische vrijblijvende aard kunnen zijn,' als wel kunnen getuigen van een kritische instelling ten aanzien van de schrijver" Wie het dichtwerk niet „middels" (en dat vergeef ik Robert J. Blom echt niet zo gauw) zal kunnen vinden via de boekhandel, kan zich 't best wenden tot de dichter zelf: tel. nummer 01720-44130. Dan krijgt men Robert J. zelf. Een man die pas nog schreef: Een man een carrière een huis een hypotheek twee auto's een echtgenote elegant een vriendin duur en sexy een winkel de man de echtgenote de vriendin twee jassen bont. Op het met warm bloed doordrenkte ijs blijft de zeehond achter, verscheurd door verdriet wakend over resten Haar jong". Toestanden; zeg ik zelf maar. En ik moet zelf nog maar zien thuis te komen. naa Dtine ilsti ye EIDEN Het wetsontwerp, dat verdeling 1S'. m Zuid-Holland in de provincies Rijnmond Het feitelijke wetsontwerp behelst, dat Nederland meente Leiden werd gisteravond in de gecombi- verwacht. De vergadering besloot zonder tegen- echter al in een beginstadium verworpen. Momen- n.™.1! i Zuid-Holland beoogt, betekent geen oplos- wordt verdeeld in vierentwintig provincies. Zuid- neerde commissievergadering besproken. werpingen om deze uitspraak als een aparte alinea teel heeft Leiden te maken met omringende 'Jzng van de Leidse problematiek. Deze uit- Holland wordt daarbij in tweeën gesplitst. Gedepu- Raadslid R. Eikerbout (PvdA) vond, dat in het in het commentaar in te lassen. streekgemeenten. De kosten voor gemeenschapp- 1 h raak deden de leden van de raadscommissies teerde Staten van Zuid-Holland hebben de betrok- Leidse commentaar niet duidelijk gesteld werd, dat Leiden verwacht meer van een verdeling in ze- pelijke regelingen vindt het gemeentebestuur °Pstuurlijke aangelegenheden en financiën gis- ken gemeenten gevraagd commentaar te leveren de splitsing in elk geval niet de oplossing zal ge- sentwintig provincies, waarbij er een aparte pro- hoog, zeker in vergelijking met de geringe bestuur- n ravond in een gecombineerde vergadering. op het wetsontwerp. Het commentaar van de ge- ven, die Leiden van een bestuurlijke reorganisatie vincie Leiden zou ontstaan. Dit wetsontwerp is lijke invloed. i«6' >or 1 1 -^ORTGi ORT GEDING LAATSTE KANa Turks gezin uiteen door- uitwijzing van dochters erg cht de 1 EIDEN De met uitzet ing bedreigde Turkse meis- w Temizisler mogen voor- ID °pig in Leiden blijven, in enii der geval totdat staatsse- >en fetaris Haars een oordeel r Ie eeft geveld over het lot van Inen meisjes. Mocht Haars na wi ie termijn advocaat M.P. 0eb< oest verwacht de beslis- >rde mg over ongeveer zeven I oi» Jenden alsnog tot uit- ile l djxing besluiten, dan wordt h juistheid van die beslis- toff als nog door middel a& een kort geding aange- Knten. Zo ver is het echter oor: og niet. De toekomst biedt ers' °°r de Turkse familie weer frspectieven. V. 1 •r sp l januari kwamen de echtge- ;elvi ote, drie dochters en twee zo- in van de reeds zestien jaar heefng in Nederland werkende een 6er Temizisler uit Turkije ■fcr Leiden. Bij aanvraag van een vestigingsvergunning kre gen zij te horen, dat één van beide meisjes te veel is, omdat in een vierkamerflat ten hoog ste zes mensen mogen wonen. Bovendien zijn beide meisjes (volgens hun paspoorten) 21 en 23 jaar oud en komen zij der halve niet voor gezinshereni ging in aanmerking (volgens een regeling kunnen personen ouder dan 21 jaar niet op basis van gezinshereniging een ves tigingsvergunning krijgen, tenzij het tot het gezin beho rende ongehuwde kinderen betreft, die tegelijkertijd naar Nederland zijn gekomen en die afhankelijk zijn van de ou ders. In dat geval ligt de leef tijdsgrens op 23 jaar). Het gezin spande een kort ge ding aan tegen de beslissing van Haars: volgens de staatsse cretaris moesten de meisjes het land verlaten, in afwachting van de door de bewindsvrou- Uit de L.C. van 9 januari. we te nemen beslissing. Giste ren maakte de staatssecretaris bekend na overleg met de landsadvocaat dat de meis jes toch zolang mogen blijven. Het kort geding, dat vandaag plaats zou hebben, gaat derhal ve niet door. Advocaat Roest toonde zich verheugd over het voorlopige resultaat. Verzinseltje Omdat het tijdstip van aan vraag van een vestigingsver gunning bij de vreemdelingen politie in de maand januari '79 was, is Roest van mening, dat in ieder geval het jongste meisje het recht heeft om te blijven. Maar ook het oudste meisje heeft dat recht volgens hem. „De vader heeft de kin deren in Turkije twee jaar ou der 'gemaakt', zodat zij eerder naar school konden. Boven dien is die regeling voor ge zinshereniging nergens in de wet terug te vinden. Het is een verzinseltje van Haars. De re geling zou bijvoorbeeld inhou den, dat een behoeftige groot moeder nooit voor gezinshere niging in aanmerking zou kunnen komen", aldus mr. Roest. Gisteren verklaarde Roest te vens, dat bureau huisvesting in de Merenwijk een grotere flat.voor het gezin Temizisler beschikbaar heeft: „Justitie heeft fouten gemaakt, maar huisvesting evengoed (huisves ting wist, dat zeven mensen de vierkamerflat betrokken-red.). Maar dat er nu een geschikt onderkomen beschikbaar is, biedt perspectieven. Ik denk, dat de vreemdelingenpolitie primair over de te kleine huis vesting is gevallen en pas daarna over de leeftijden. Bo vendien is de juistheid van de leeftijden nog aanvechtbaar". LEIDEN Het vervolg van de Beethovencyclus, gegeven door violist Wiktor Liberman en pianist Alexander Waren- berg, was evenals het eerste concert in deze serie, een bele venis. In een Kapelzaal die dit keer werkelijk tot de nok toe was gevuld, klonken de bekende „Frühlings-sonate- "op.24 en twee van de drie sonaten op.30. Het zicht dat het vorige concert had gegeven op de eerste pogin gen van Beethoven in het genre van de vioolsonate, werd nu uitgebreid naar werken uit zijn tweede scheppingsperiode die in opbouw en expressie een forse ontwikkeling te zien geven. In de „Frühlings-sonate" is die tendens nog niet zo duidelijk aan te wijzen. Het liefelijke en pastorale karakter heeft nog duidelijk de overhand op structurele vondsten wat haar tot een toeganke lijk en ook populair werk heeft gemaakt. De sonaten op.30 vin den hun aantrekkelijkheid, naast het melodisch karakter in de langzame delen, in de geïnspireerde verwerking van de themaS. In het eerste werk gebeurt dit in de variatievorm.in het tweede in een doorwerking die uitgebouwd is met behulp van een breed uitgemeten virtuositeit.De expressie bezit dientengevolge ook een fors karakter. Juist aan dit aspect gaf Liberman indrukwekkend gestalte door een volle en gepassioneerde toon in zijn spel te ontwikkelen. De sublieme ingetogenheid van zijn piano-toon waarvan de vorige keer al zott kracht was uitgegaan, gaf ook nu weer vooral aan de langzame delen een ongewoon treffende subtiliteit. Ook Alexander Warenberg demonstreerde vanaf de eerste inzet zijn grandioze affiniteit met deze muziek in een puntgaaf en hel der pianospel. Hoewel het volume ervan bescheiden was, bezat het een poëtische en indringende kracht die uiterst inspirerend op Liberman gewerkt moet hebben. De climax die dit samenspel in de laatste compositie bereikte, bezat een élan met tegelijkertijd een lichtvoetigheid die slechts beantwoord kon worden met een landurige ovatie vanuit het publiek. Volgende week bestaat de gelegenheid de resterende sonaten te beluisteren. Ook dat laatste concert kan in ieders aan dacht worden aanbevolen. DIRK VOOREN De kleine moeite van het aanbrengen Zr. van een nieuwe abonnee beloont uw krant u graag met een fraai hangertje van uw eigen sterrebeeld. v Weet u al iemand? abonnee van de Leidse Courant Adres Postcode/Plaats j Betaalt wordt per maand (automatische afschrijving) per kwartaal J Stuur mij als dank voor de moeite een zilveren -hangertje met het sterrebeeld Naam Ad res I 1 Postcode/Plaatsa Telefoon Stuur deze bon in open envelop - geen postzegel a plakken - naar: Leidse Courant, I Antwoordnummer 349, 2300 VB Leiden. IN FEITEN DE BESTE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 5