zJptsr** out T17Qjrfen maanden 8,9 j ■''•^ervende midvoor 5 wereld gevlogen van zijn afscheid en, onder het ,Als de berg niet ohammed komt, oilet iTjohammed wel berg". Onze ling, (igever Leo bb. b blikte met hem p het leven van sgende ;^els i'üorde over de hele wereld doelpunten voorde KLM „Dat ding zuigt helemaal niet" Ier 1 It Ind.: t rkast, ruimei n 14x8, kamer; asten, vastafq zolde 159.0 ige tut ertuln, ïer me met 3 sip jbad, i, zoldf et jacl 174.0 SVE iwonin ist, to pgels, hoofd ion sedations van de ?0XBt'»r,maatSChaPP'i' kaoel jvlie9ende k'®P im ilopen 35 'aar 150S hele wereld nten heeft -rbouwJjj voor de KLMi Inclj januari wegens pe keBejicen van de sbouw^ngerechtigde inb.a| terug uit de i., zonrteit die zijn leven achtei" boterham is kamer#*» 0m igbad.Widsredenen 3 S|P U- wt 4,40x3 dagskind. >peen iaag Bij het 3rd 197h van de markt, f249.0f bijna 35 jaar een sgenadigde als be- ime standwerker is II t, die volk en va- heeft geboeid met •tlnft w?ale aanbevelingen et fnrn were,c*-artikel de J°Reist de pan uit en er 7,5) een mens gega- uin 6td opvliegingen") et. 3d Rein Vogels zich amer, sollicitatie-gesprek Ier 6xda,sof het pas 9'ste" t -too at'* plaatsgevonden. r io9.^je toen de afde|jng j Publiciteit van de g ^er Repatriëring. En gen kik een job waarvoor I moest reizen. Ik 3 vrijaf prachtig, want igsaf aan heb ik al iten wat er achter ron allemaal te be- KfifAas. In 1946 werd ik W^Sesman uitgenodigd gesprek in zijn aan de Hofweg in ig. Ik kwam binnen lapiteinsuniform en lakte zichtbaar in- |p hem, want zelf jij het nooit verder it dan de rang van it. Hij veerde gelijk Nfei: „Gaat u toch zit- bitein". inuten later had ik id taxi gevoel, dat we el- aren kenden en op' aaJe school hadden h. opmerkelijk, want >n die hem gekend weet donders goed esman iemand was gebruiksaanwij- Hij kon verrekte doen. En als ik la- ilnjpj hem ontboden ^^^vroeg ik dan ook zekerheid eerst -zijn secretaresse: iiis 2'jn bui van- ort. In öt barbeql' A|s ze daarop jeiegen. panden ten hemel bos op' het hoofd schudde, oonkamt tenminste dat mij 'n ^"^uderwets Hollands houtenlT''6 stond ,e wach" ruimte, f. maar eens in 'termen te spreken, 'esman was niet al pen dictator, een x^i9e zender zonder YJ l*9er, hij was wel de- ^^yok een visionaire fi- mensen die echt „zijn en met kop en makèiij"ers boven de rest mogen zich, wat Q33Wfreft. binnen de per- gjH^an de redelijkheid, een hoop permitteren. Als je die gaat afremmen, kun nen ze hun ei niet meer kwijt en maak je ze vleu gellam,,. Doodziek vliegtuigen, kapitein?". „Niets", antwoordde ik ge heel naar waarheid. „Juist", zei hij opgelucht, „dan bent u de man die ik zoek voor mijn persdienst. Er zijn al genoeg mensen om me heen die beweren dat ze alles van vliegen af weten. Ik word er langza merhand doodziek van". Het voor mij toch niet on belangrijke onderwerp „salaris" werd bij die gele genheid niet door hem aangeroerd. „Voor het lei den van een eerste klas persdienst", zei hij mij la ter, „wordt bij een normaal bedrijf ook een eerste klas Voordat Rein Vogels 35 jaar geleden zijn vleugels uit sloeg bij de KLM had hij zijn grote passie voor reizen en publiciteit reeds kunnen bevredigen als reisleider bij Re derij Van der Schuyt in Dordrecht. Gretig hapte hij toe op een aanbod van de directie. ..Stel je dat even voor: ik was co dat moment volontair bij de Dordtsche Courant en verdiende daar als journalist 35 cent in de week. Nou ja, verdienen is een te groot woord. Ik kreeg 35 cent en daarvan waren 25.cent die ik declareerde voor de kop koffie die ik niet had gedronken en een dubbeltje voor de garderobe dat ik uitspaarde omdat ik mijn jas had aangehouden. Kun je je dus voorstellen dat alleen het woord „reislei der" als godenmuziek in de oren klonk van een jongen, die zegge en schrijve één keer heen en weer op de fiets naar Brussel was geweest? En ik kreeg er ook nog 50 gulden per maand voor. Voor Van der Schuyt schreef ik ook reisgidsen en verzon ik reclamekreten. „De wereld ziet er beter uit als je reist met Van der Schuyt". Dat werk, ja, denk daar alsjeblieft niet te min over. En toen ik een paar keer was overgestoken naar Enge land ben ik ook lezingen gaan geven in Nutszalen en Verenigingsgebouwen tussen Berkendam en Rode- school. Voor de civiele prijs van 7,50 gulden, inclusief reisgeld, kwam ik opdraven om boven het geluid van de haakpennen, waarmee de bezoeksters de tijd doodden, mijn boodschap uit te dragen. Gelogen Voordat de grote overstap naar de KLM volgde had Rein Vogels ook nog gewerkt bij de persdienst van Philips. „Daar schreef ik onder meer een boekje over de gloei lamp en maakte ik het persbericht over de opzienbaren de uitvinding, de Philishave. Ik noemde het „een monu ment voor de techniek, dat dankzij de zes roterende messen van edelstaal een zeldzame zuigkracht bezat". Een paar dagen later moest ik bij Anton Philips komen. Hij zat in een zo goed als donkere kamer aan een enorm bureau, waar hij onder het spaarzame licht van een 50 watt peertje een Philishave boven wat snippers hield. Zonder me aan te kijken riep hij: „Bent u de man, die dat persbericht over de Philishave heeft gemaakt?". „Jazeker meneer Philips", fluisterde ik. „Dan heeft u gelogen", zei hij, „dat ding zuigt helemaal niet. U moet alleen schrijven over zaken, die we waar kunnen maken. Aan overdrijving hebben we niks. En de klant ook niet". vergoeding uitgetrokken". Verder wenste hij er geen woord aan vuil te maken. Toen ik en passant het on derwerp „Public Rela tions" ter sprake bracht, riep hij gelijk: „Weer twee van die onmogelijke Engel se modewoorden. De vlie gerij is onderhand verge ven van de Engelse taal. Maar ik doe daar niet aan mee. We hebben een Ne derlandse Luchtvaartmaat schappij, kapitein Vogels en daarin is geen plaats voor, hoe noemde u dat zoëven ook alweer. Ah juist, Public Relations komt er bij mij niet in". En daarmee kon ik het voorlopig wel doen. Ik moet trouwens toegeven, dat ik in 1946 ook bitter weinig van P.R. wist, want dat was een nieuwtje dat uit Amerika was overge waaid. En de mensen die er wat in zagen, vonden el kaar alleen maar in onwe tendheid. Ook wij moesten het vak van de grond af le ren. Gunstig Een jaar later staat Ples- man opeens op de drem pel van mijn kamer. „Ge neraal Giebel", hoor ik hem zeggen tegen de man naast hem, „mag ik u mijn hoofd Public Relations voorstellen, de heer Vo gels". Dezelfde dag nog heb ik opdracht gegeven om het bordje op mijn deur te vervangen door een met daarop: R. Vogels, Hoofd Public Relations. In één moeite door heb ik toen ook mijn visitekaartje en het briefpapier laten veranderen". Waarom hij zich als een terrier heeft vastgebeten in die twee woorden? Een zuinig lachje effent de weg voor zijn antwoord. „In 1946 zou ik nu beslist met mijn mond vol tanden heb ben gestaan. Maar inmid dels kan ik putten uit 35 jaar praktijkervaring en weet ik misschien het ant woord. In deze gecompli ceerde maatschappij met zijn grote openheid, waarin iedereen alles over een an der te horen krijgt, kan een bedrijf niet optimaal functioneren zonder Public Relations. Geen stuntwerk In de periode van Plesman lag dat anders. Toen leef de men in Nederland nog in het tijdperk, waarin men het normaal vond dat de communicatie en de infor matie eenrichtingsverkeer vormden van boven naar beneden. De meester gaf zijn opdrachten aan de knecht en daarmee was voor beiden de kous af. Maar met zo'n instelling hoef je allang niet meer aan te komen. Gedachten en opinies stromen nu heen en weer door twee kanalen en bepalen op die manier het beeld van een onderneming, van een be drijf, een individu. En om er voor te zorgen dat het verkeer vice versa plaats kan vinden, heb je mensen nodig die kanalen graven en daarna open houden. Het is dan ook fout te den ken, dat Public Relations bestaat uit stuntwerk. Het is geen bierkraan die je naar believen kunt open draaien om er een schui mend glas sympathie uit te tappen. Met holle frasen, zoetgevooisde sprookjes, leugentjes om bestwil in goud op snee boekjes en verborgen verleiders, be reik je met P.R. geen fluit. Als je dat nog steeds vol houdt, ben je een verteller van fabels. Nee, als het produkt dat je vertegen woordigt, inferieur is, kun je het desnoods met zilver papier beplakken, maar vroeg of laat prikt het pu bliek er toch doorheen en ben je verder van huis dan ooit tevoren. De Chinezen hebben daar een treffende beeldspraak voor bedacht: "Het mooi ste maanlandschap maakt de schaduw van een krom me tak niet recht". En om noq even bij diezelf de Chinezen te blijven, ik heb in die 35 jaar geen se conde het idee gehad, dat ik een wonderdokter was die met handoplegging en handophouding oud hart zeer kon laten verdwijnen. Ik voel mij meer verwant met doktoren in het oude China, die niet waren aan gesteld om te genezen I maar om te voorkomen dat een van de familiele den ziek werd. Toen ik door Plesman was aangenomen, werkten er bij de KLM 1.200 mensen. Dat zijn er inmiddels 19.000. En hoe er over zo'n groep gedacht en ge sproken wordt hangt mede af van de mentaliteit en de inzet van ieder afzonder lijk. Public Relations Is de op telsom van het scheppen en het distribueren van een intern- en extern on dernemingsklimaat. Ik ben in die 35 jaar ook geen handelsreiziger van de KLM geweest, die met een koffer vol wensen en verlokkelijke aanbiedingen bij de klanten leurde. Ik heb alleen geprobeerd om voor mijn werkgever be grip en waardering en als het kon ook nog een hand jevol sympathie op te wek ken. Werkelijkheid Als je bij de uitvoering van zo'n delicate opdracht niet uitgaat van de werkelijk heid, loop je gegarandeerd stuk. Van vlagvertoon kan de schoorsteen niet roken en van freewheelen op oude glorie wordt ook de KLM geen cent wijzer. Uiteraard mag je het pio nierswerk van een Ples man niet vergeten, want zonder hem was er geen KLM geweest. Althans niet het luchtvaartbedrijf dat tot op de dag van vandaag in de hele wereld wordt ge respecteerd. Daarom: hoed af voor het verleden en jas uit voor de toe komst. Want ook al vervagen de grenzen steeds meer en lijkt het begrip „nationale trots" in de hoek van de taboes te zitten, dat neemt niet weg dat wij Nederlan ders de transporteurs bij uitstek blijven. Dat zit nu eenmaal in ons bloed. Wij zijn al eeuwen de jongens die pakjes hebben wegge bracht, die je om een boodschap kunt sturen. En dat willen we graag zo houden. lerugdenkend aan zijn carrière, die hem als in het Monopoly-spel telkens weer een kanskaart gaf waarmee hij schijnbaar probleemloos kon doorrei zen naar zijn eigen Kalver- straat vol hotels, waar schuwt hij zichzelf tijdig voor een al te optimisti sche vertekening van de werkelijkheid. „De sol daat", zegt hij waarschu wend, „vergeet al te gauw de zware bepakking en de blaren onder zijn voeten en herinnert zich alleen de ouwe jongenssfeer in de kantine. En de man, die in een ziekenhuis op de rand van de dood heeft geba lanceerd, denkt met verte dering terug aan die ene verpleegster, die 's a- vonds zijn kussen kwam opschudden. Pijn en ellende verdampen gelukkig snel en wat er uit eindelijk overblijft zijn wat overbelichte hoogtepun ten. Toch zou ik mezelf een zondagskind willen noe men. Ik heb de kans ge kregen om de meest inter essante mensen op deze aarde te leren kennen. Ik heb over de hele wereld vrienden die mij dierbaar zijn en die mijn leven ver rijkt hebben. Maar als je mocht denken, dat daardoor mijn ijdelheid ongeloofwaardige propor ties heeft aangenomen, vergis je je. Natuurlijk be schouw ik het nog steeds als een voorrecht dat mijn vrouw en ik vier pausen persoonlijk hebben ont moet. Pas geleden zijn wij in het Vaticaan door Paus Johannes Paulus II In par ticuliere audiëntie ontvan gen. En bij die gelegenheid heeft hij zijn grote waarde ring uitgesproken voor de langdurige activiteiten die de KLM op het gebied van de burgerluchtvaart heeft ontplooid. Maar nu ik dat zeg, herinner ik me ook wat Plesman riep als hij me zag: „Daar heb je Vo gels weer met zijn Pers en zijn Pausen". Moeilijke kunst Als je ouder wordt, leer je vanzelf de heidens moeilij ke kunst van het relative ren. Een mens is zo be langrijk als zijn omgeving het hem toestaat. Toen ik op een dag tegen mijn vrouw zei: „Morgen lunch ik in Londen met de wedu we van Churchill", was dat voor haar geen opzienba rende mededeling. Want eten met dat soort mensen is een van de plezierige kanten geweest van mijn vak. Belangwekkend zou het pas geweest zijn, als meneer De Bruin van de postkamer tegen zijn vrouw had gezegd: „Oh, ja Bets, je hoeft morgen niet met eten op me te reke nen, want ik lunch met Winston Churchill". De vele onderscheidingen, die een kwarto-vel royaal vullen, beschouwt hij daar om maar als paprikakor rels, die zijn leven op smaak hebben gebracht. „Elk paard krijgt graag een vertrouwelijk klopje in de nek", verduidelijkt hij ten overvloede.- Niettemin heeft hij het vel volledig heidshalve in de map ge stoken, die hij zijn gast bij het afscheid meegeeft. Onder de kop „Functies en onderscheidingen" worden onder meer vermeld func ties in dé besturen van de Max Tailleur-stichting en het Luchtvaart Museum Aviodome, een Ridder schap in de Orde van de Heilice Gregorius de Gro te. hut Kruis van Verdien ste van het Nederlandse Rode Kruis, een officiers schap in de Orde van Oranje Nassau en het Ere burgerschap van de Ame rikaanse Staat Texas. Voorts is hij onderscheiden met de ordetekenen van de Bibberende Bokke- baars der Carnavalssocië teit de Mirlithophile in Val kenburg en van de Alaska Walrus. Ten overvloede zij nog vermeld, dat hij hono rair koffieproever is van Al- bert Heyn N.V. en dat er door de firma Leféber in Lisse in 1961 een tulp naar hem is vernoemd. Het lijkt voldoende pro viand voor een mens om er zijn resterende tijd op aarde comfortabel mee door te komen. Waarbij Rein Vogels graag laat aantekenen, dat hij het op prijs zou stellen als hem nog geruime tijd respijt wordt gegeven. „Dat ver langen", legt hij uit, „heb ik niet, omdat ik bang ben voor de dood. Ook in dat opzicht heb ik met pijn ge leerd om te relativeren. Op Sint Patricksdag jaren geleden kreeg ik mijn eer ste maagbloeding en zojuist heb ik in Sydney nog een hersenoperatie overleefd. Ik weet dus hoe het voelt om in de dakgoot te zitten. Ellendig Maar zelfs in mijn zwartste momenten heb ik geen angst gehad voor wat er aan de andere kant van de levensgrens op mij wacht. Ik heb bij het sterfbed van een goede vriend gestaan. Zijn laatste woorden wa ren: „Nou, het zal mij be nieuwen". En daarbij keek hij, of hij er een hard hoofd in had. Dat moet verschrikkelijk zijn: sterven in twijfel. Al3 je op dat cruciale punt van je leven niet de zekerheid van je geloof hebt. is af scheid nemen ellendig". LEO THURING

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 19