Goden9 heiligen en helden
Welke boeken leest
Van Agthet liefst?
Wapen van Voorschoten
uitgeschakeld
KUNST
LEIDSE COURANT
VRIJDAG 5 DECEMBER1980 PAGINlJ
Van Agt: Bijbel en Nana...
Hoe komen we aan die wijs
heid? Heel eenvoudig: uit het
boek „Alle feiten op een rijt
je", dat dezer dagen door uit
geverij Luitingh voor de
somma van f 36,90 op de
markt is gebracht Het boek
bevat duizenden antwoorden
op zinnige en onzinnige vra
gen, variërend van „wat wa
ren de zeven wereldwonde
ren der oudheid?", „wie wa
ren de tien beste tennissers
aller tijden?" of „wat waren
de beruchtste moordzaken uit
deze eeuw?" tot en met „wel
ke rashonden bijten het
meest en het minst?" en
„welke vrouw had 3 borsten
en zes vingers?".
Het bijna 280 pagina's tellen
de boekwerk is voor het
Als Dries van Agt naar een onbewoond eiland zou
worden verbannen, welke boeken en platen zou hij
dan in ieder geval meenemen? Dat is nou niet bepaald
een kwellende vraag waar je 's nachts zwetend van
wakker zou kunnen worden. Maar nu het probleem er
eenmaal ligt, is het eigenlijk ook best leuk om het ant
woord te weten. Volgens Van Agt gaat de Bijbel als
eerste het reiskoffertje in en vervolgens „Erik" van
Godfried Bomans, Hamlet van Shakespeare, de Odys
see van Homerus en het 30-minuten-kookboek van
ene meneer Tegner. De eerste twee grammofoonpla
ten die de premier zou inpakken, zijn van George
Zamfir (panfluitmuziek) en Nana Mouskouri.
overgrote deel een vertaling
van het beroemde Ameri
kaanse „Book of lists", (zeg
maar: het grote lijstenboek),
samengesteld door de schrij
ver Irving Wallace en zijn
zoon en dochter. Het naslag
werk is echter aangevuld
met Nederlandse en Belgi
sche lijsten, opgesteld en ver
zameld door de publicisten
Nico Scheepmaker, Gerard
van Lennep, Tim Krabbé en
Aart van Zoest. Dankzij deze
bijdragen kan de lezer niet
alleen de literaire en muzika
le voorkeuren van Van Agt
(en van nog een heleboel an
dere bekende Nederlanders)
te weten komen, maar ook
kennis maken met Neder
landse woorden, waarin zo
veel mogelijk letters van het
alfabet voorkomen (exvak-
bondsjuryzwijgplicht; alleen
de f en de q ontbreken), lijs
tjes met fraaie anagrammen
(door omzetting van het
woord prestatietoeslag krijg
je apostelstrategie) en schitte
rende zinnetjes, die achter
stevoren gelezen hetzelfde
opleveren, zoals „Nora be
droog, o zo goor, de baron".
En niet te vergeten de was
lijst met „beroemdste schan
dalen in Nederland", die be
gint met de moord op Bonifa-
tius in 754 en eindigt met de
rellen in Amsterdam tijdens
de troonsbestijging van
Beatrix. Ook leuk is de op
somming van beroemde uit
spraken van Nederlanders,
zoals „Dit is gekkenwerk",
van Freule Wttewaal van
Stoetwegen en het gevleugel
de „Gaat u maar rustig sla
pen" van Colijn.
Als je eenmaal in „Alle feiten
op een rijtje" aan het lezen
bent geslagen, blijf je erin
bladeren, net zo lang tot je
tureluuurs wordt van alle
wetenswaardigheden die op
je netvlies verschijnen. „We
tenswaardigheden" is in dit
verband eigenlijk een onjuist
woord, want lang niet alle
gegevens zijn het weten
waard. Wie hecht er nu be
lang aan, te weten wat één of
andere Amerikaanse televi
siepresentator de tien beste
detectives vindt die hij ooit
heeft gelezen? Zo'n lijstje is
hoogstens aardig om je eigen
voorkeur aan te toetsen.
Maar als je dan weer leest dat
grote mannen als Charley
Chaplin en Charles Dickens
slechts een paar jaar lagere
school hebben gehad, denk ie
toch weer: hee, hoe bestaat t.
Laten we het erop houden,
dat „Alle feiten op een rijtje"
een amusant boek is, met een
licht verslavende werking.
Want je blijft er telkens weer
naar grijpen. En je krijgt het
nooit uit
DICK VAN RIETSCHOTEN
Alle feiten op een rijtje.
Uitgeverij Luitingh BV,
Laren Prijs: ƒ36,90
LEIDEN Het biljartvier
tal van de Morspoort heeft
één van de laatste hindernis
sen op de weg naar het kam
pioenschap van de Leidse
competitie genomen. Het
Wapen van Voorschoten 1
kreeg met 2-6 klop, en kan
zich daarmee voorlopig wel
uitgeschakeld achten. De
Heul kwam niet verder dan
een 4-4 gelijkspel tegen
Landzicht, waardoor de
Morspoort ook de voor
sprong op dit team verder
uit kon breiden.
De Morspoort staat nu op een
florissante score van 68 uit 12,
waarop de Heul volgt met 60
uit 13 en Wapen van Voor
schoten met 58 uit 13. TOP 2
en TOP 1 zijn 4 en 5 met resp.
54 en 53 uit 13. Titelverdediger
UVS staat wat troosteloos met
33 punten uit 12 onderaan.
De resultaten in de eerste
klasse: De Heul 1Landzicht
1 44; Vriendschap 1TOP 2
26; Wapen van V. 1Mor
spoort 1 2—6; TOP 1—UVS 1
71; Carambole 1Between 1
2—6.
De competitie in de tweede
klasse is totaal onberekenbaar.
TOG 1 maakte koploper Cleyn
Duin 1 een illusie armer: 26.
TOG nam daardoor de leiden
de positie over met een totaal
van 67 punten uit 13 duels.
Cleyn Duin en TOP 3 volgen
met 65 punten een totaal dat
ook Between 2 bereikt heeft.
Landzicht 2 viel door een 62
Nederlaag bij TOP 3 iets terug,
maar ligt met 63 punten toch
nog goed in de race. De resul
taten - in de tweede klasse:
DOB 1—'t Zuid 1 2—6; Cleyn
Duin 1TOG 1 26; Between
2Vriendschap 2 6—2; TOP
3Landzicht 2 62; De Waag
1Carambole 2 44.
Koploper DOS 1 kreeg in de
derde klasse belager Stomp-
ik 1 op bezoek. Met een 4—4
wisten de Leide-
vijk 1 op t
[elijkspel
naars de aanval op hun eerste
positie te keren. Mede omdat
concurrent Spijkerbak het
duel tegen De Waag 2 uitge
steld zag, veranderde er bo
venin weinig. DOS 1 staat mo
menteel op 66 uit 13, terwijl
Stompwijk met 58 uit 12 volgt
en Spijkerbak op 55 uit 12
staat.
De resultaten in de derde klas
se: Carambole 3Morskwar-
tier 1 26; TOG 2Landzicht
3 2—6; DOS 1Stompwijk 1
4—4; 't Zuid 2—UVS 2 6—2.
Vierde klasse: Morskwartier
2Morspoort 2 35; Wachtje
1—Cleyn Duin 2 4—4; DOS
2Wapen van V. 2 0—8. Vijf
de klasse: DOB 3—DOS 3 4—4;
VOP 1—Wapen van V. 3 5—3.
Zesde klasse: DOB 4De
Waag 3 2—6; Wapen van V.
4De Heul 3 80; Spijkerbak
3Carambole 5 2—45; DOS 4
TOP 5 26.- Zevende klasse:
Morskwartier 4TOP 6 62;
Carambole 6Vriendschap 3
26; Between 3UVS 4 8—0.
Italië ziet af
van Leonardo's
handschrift
ROME De ernstige gevol
gen van de aarbeving in Zuid-
Italië hebben de Italiaanse re
gering ertoe gebracht af te
zien van een poging om de zo
genoemde 'Codex Leicester',
een zeer kostbaar handschrift
van Leonardo da Vinci, in
handen te krijgen. Het werk
komt volgende week op een
Londense veiling onder de ha
mer en zal, naar verwacht,
wellicht vijftig miljoen op
brengen.
De minister voor schone kun
sten, Oddo Biasini, heeft ver
klaard dat het voor Italië „on
gepast zou zijn" om op dit tijd
stip het kunstwerk in bezit te
krijgen, nu zuid-Italië drin
gend hulp nodig heeft. De re
gering in Rome had al grote
sommen geld bij elkaar ge
bracht, terwijl nog inzame-
lingsactiers op het programma
stonden voor de eventuele
aankoop. Dit geld zal nu voor
leniging van de nood in het
aardbevingsgebied worden ge
bruikt.
Het werk van Da Vinci is een
studie van getijden en
maancycli. Sinds 1508 is het in
het bezit van een adellijke fa
milie in het Engelse graaf
schap Leicester.
Led Zeppelin heft zich op
LONDEN De leden van de
vermaarde rockformatie „Led
Zeppelin" hebben besloten de
groep op te heffen, nu hun
drummer John Bonham afge
lopen september is overleden.
„We willen bekendmaken dat
het verlies van onze goede
vriend en het diepe respect
voor zijn familie, tezamen met
het gevoel van onverdeelde bruik.
harmonie bij ons en onze ma
nager, hebben geleid tot ons
besluit dat wij niet meer op
deze voet kunnen doorgaan",
aldus een gisteren door de
groep uitgevaardigde verkla
ring.
Bonham, twaalf jaar geleden
mede-oprichter van de groep,
overleed 25 september in
Windsor na te veel alcoholge-
Adolf en de zijnen
Dat de befaamde Blitzkrieg-
generaal Heinz Guderian als
twee druppels water op Toon
Hermans leek, kan men ont
dekken in het jongse kijkboek
over het Derde Rijk van Hitier
en de zijnen, een verzameling
van honderden foto's deels in
(niet altijd even beste) kleu
ren, uit de turbulente jaren
1918-1945. John Bradley, gebo
ren in Tsjecho-Slowakije, nu
hoogleraar in de politieke we
tenschappen aan de universi
teit van Manchester, schreef er
een tekst bij met hoofstukken
als „De ondergang van het rijk
der Hohenzollerns", „Hitier als
kanselier" (en als staatsman),
„Bliksemoorlog in het Westen"
en „Samenzwering en neder
laag".
Een begenadigd penvoeder
blijke Bradley niet; zijn „ge
schiedschrijving" ziet er brok
kelig uit, roept vele vraagte
kens op en verdrinkt bij her
haling in een menigte details
die op een ordeloze hoop zijn
geveegd. Kijken dan maar, en
flink slikken bij de vele plaat
jes van Hitier en het oorlogs
geweld, de bruine hemden, de
vlaggen en distinctieven:
merkwaardige documentatie.
Fraai uitgegegeven, rrtaar je
moet er wel van houden, het
lijkt soms wel een propaganda
film. Het onschuldigst zijn nog
de illustraties rond 1920, of
schoon ook daar helm en ma
chinegeweer domineren en
engerds als Ritter von Epp de
lezer aanstaren.
John Bradley: Het Derde
Rijk. De geschiedenis in
woord en beeld", 256 blz.
Uitg. H.J.W. Becht Prijs
ƒ49,50
Uurwerken
Toen het nu zo bekende
kwartshorloge zn intrede deed
had het elektrisch uurwerk
reeds een geschiedenis van
een eeuw achter de rug. Ook
het idee om de wijzers van een
uurwerk te vervangen door
cijfers (digitaal) stamt uit het
begin van deze eeuw.
Deze gegevens kan men onder
meer aantreffen in het boek
'Uurwerken, van zandloper tot
modern horloge', waarin de
geschiedenis van de tijdmeting
ken en horloges uit de vroeg
ste tijden tot en met het recen
te verleden aan de orde ko
men, van de oude wateruur
werken tot de populaire Fran
se comtoise, van de zakzonne-
wijzer tot het armbandhorloge.
In een prettig leesbare tekst
worden verschillende namen
en begrippen uit de wereld
van het uurwerk toegelicht
Ook worden korte levensbe
schrijvingen gegeven van de
genen die een rol hebben ge
speeld in de ontwikkeling van
de klok.
Over elk type klok afzonder
lijk kan men veel schrijven en
meestal is dat ook wel ge
beurd, zoals de auteur zelf
schrijft, maar hoewel er tal
loze min of meer gespeciali
seerde standaardwerken over
klokken zijn uitgegeven er
bestaat nauwelijks één boek
waarin de historie van onze
tijdaanduiding zo uitgebreid
aan de orde komt als in dit
werk.
De fotofi alleen al in deze uit
gave zijn voor de klokkenlief-
hebber een lust voor het oog.
Tevens is het een aardig idee
geweest om enkele pagina's
van oude prijscouranten uit
1913 op te nemen, zodat men
onder meer kan vernemen dat
de nu nog volop gemaakte
regulateur in dat jaar niet
meer dan f 12,70 behoefde te
kosten. Ook het oude vestzak-
horloge laat men uitgebreid de
revue passeren.
Achter in het boek vindt men
een encyclopedisch gedeelte
waarin informatie geboden
wordt over zeer veel onder
werpen betreffende het uur
werk.
Mede door het royale formaat,
de vele foto's en de prettige
prijs is dit een boek, dat me
nigeen cadeau zal willen krij
gen of geven.
A.A.de Boer Uurwerken,
van zandloper tot modern
horloge. Uitg. Unieboek B.V.
Prijs f 19,50.
„Gewezen winge
west"; een goed en
duidelijk boekje
over Suriname
Kort voor Suriname op 25 no
vember jl. de vijfde verjaardag
van zijn onafhankelijkheid
vierde, verscheen bij uitgeverij
Het Wereldvenster in Bussum
het boekje „Een gewezen win
gewest Suriname voor en
na de staatsgreep". Het is ge
schreven door Rudie Kagie,
die geruime tijd als correspon
dent van NRC Handelsblad in
Paramaribo verbleef, tot hij
enige tijd na de staatsgreep
van 25 februari van dit jaar,
toen de regering van Henk
Arron ten val werd gebracht,
het voor zijn eigen veiligheid
beter achtte om Suriname te
verlaten. Hij wist te veel over
zaken, die de toenmalige
VERRASSENDE TENTOONSTELLING NEDERLANDSE KUNST IN WASHINGTON
WASHINGTON Goden,
heiligen en helden: dat
vormt het onderwerp van
een indrukwekkende ten
toonstelling over 17de
eeuwse Nederlandse schil
derkunst in de National
Gallery of Art te Washing
ton. Vijfentachtig schilde
rijen zijn ervoor uit Euro
pese en Amerikaanse col
lecties gelicht met inbe
grip van menig Nederlands
stadhuis en door de
KLM uit alle hoeken van
de wereld naar Washington
gevlogen. Tot 4 januari zal
„Gods, Saints and Heroes"
daar te zien zijn. Op ele
gante wijze opgesteld in de
fraaie eikenhouten inte
rieurs van de oude vleugel.
Een visueel zeer aantrekke
lijke tentoonstelling is het re
sultaat, en tijdens de speciale
presentatie voor de pers
hoorde men ook goedkeuren
de geluiden van Pieter van
Thiel, conservator van het
Rijksmuseum in Amsterdam.
„Het initiatief voor een ten
toonstelling over in het
bijzonder de historie-schil
derkunst van de Nederlan
den kwam, vreemd genoeg,
van Dewey Mosby, de con
servator van het kunsthisto
risch instituut van Detroit",
vertelde hij tijdens een inter
view in de lounge van de
Gallery. „Maar wat daarna
gebeurde is eigenlijk heel ty
perend, zou je kunnen zeg
gen, voor de samenwerking
tussen Amerikanen en Ne
derlanders. Zij verzorgden de
algemene opzet en organisa
tie. En wij brachten een we
tenschapsteam bij elkaar
voor een gedegen historisch
onderzoek".
Dat onderzoek werd dan ook
geleid door de Haagse kunst
historicus Albert Blankert
met medewerking van gere
nommeerde experts zoals
Christopher Brown (National
Gallery, Londen), Arthur
Wheelock (National Gallery,
Washington) en conservator
Van Thiel van het Rijksmu-
Rembrandt van Rijn: Het banket van Belshazzar. Gelijk een moderne filmregisseur probeerden
de schilders het historische gegeven zo realistisch en aangrijpend mogelijk in beeld te brnegen.
Niet alleen ontwikkelde deze
groep het "entrale thema van
de tentoonstelling, maar ook
was men primair verant
woordelijk voor een indruk
wekkende catalogus van
maar liefst 307 pagina's (16
reprodukties in kleur) waar
in de resultaten van het on
derzoek in een aantal opstel
len bijeen zijn gebracht.
Daarbij is het prettig te we
ten dat dit boek. dat onge
twijfeld als een standaard
werk van Nederlandse histo
rie-schilderkunst beschouwd
zal worden, binnenkort in
het Nederlands door het
Rijksmuseum zal worden ge
publiceerd.
Historische tafere
len
Wie de 17de eeuw zegt, zegt
de poëtische stillevens, de fel
realistische portretten en
dramatische landschappen
van de Gouden Eeuw
kortom, het verbazingwek
kend naturalisme waardoor
onze kunst internationale
faam heeft verworven. Maar
kunstenaars als Steen, Ver
meer, Terbrugghen, Bloe-
maert en Rembrandt schil
derden ook andere stukken
werken waarvoor mis
schien een grotere mate van
fantasie en talent verëist was.
Het vervaardigen van histo
rische stukken Bijbelse,
historische of mythologische
voorstellingen werd om
deze reden in de 17de eeuw
als de hoogste kunstvorm be
schouwd; iedere schilder die
immers op overtuigende wij
ze een historisch tafereel kon
uitbeelden, bewees niet al
leen zijn hoge literaire be
gaafdheid, maar ook een ta
lent voor enscenering: het
weergeven van het juiste mo
ment in een passende omge
ving.
Een historieschilder was een
artistiek regisseur. Niet al
leen diende hij alle wendin
gen van het oorspronkelijke
verhaal te kennen, maar ook
de historische klederdracht,
de architectuur, de wapen
rusting, soms zelfs de haar
dracht en juwelen. Veel kun
stenaars werkten een tijdlang
in Italië en gebruikten later
hun schetsen van het zuide
lijk landschap voor passende
achtergrond-copmposities.
Rembrandt werd meer dan
eens door tijdgenoten in de
Amsteramdamse haven ge
signaleerd, waar hij studies
maakte van Oosterse kooplui
en hun exotische kleder
dracht. Weer anderen namen
hun inspiratie van Romeinse
sculptuurfragmenten of mun
ten, waarin toen al een le
vendige handel bestond.'
Gelijk een moderne filmre
gisseur, poogden de schilders
het historisch zo realistisch
en aangrijpend mogelijk in
beeld te brengen.
Erotiek en moed
Nederlandse historiestukken
zijn voor het grootste deel
voorstellingen van Bijbelse
episodes; daarna komen myt
hologische onderwerpen en'
verhalen van Griekse en Ro
meinse Oude Geschiedenis.
Die tendens valt overigens
ook in andere cultuurpro-
dukten te zien: in Hoorn bij
voorbeeld was 54 procent van
alle vóór 1700 gedrukte boe
ken religieus georiënteerd.
Op de tweede plaats kwamen
de vertalingen van Vergilius
en Ovidius.
Hoezeer de historieschilder
kunst populair was bij de
17de eeuwse burgers wordt
eveneens duidelijk in een
reeks inventarissen uit Delft,
waaruit blijkt dat van alle
tussen 1610 en 1640 geregi
streerde schilderijen, iets
minder dan de helft histori
sche taferelen voorstelde!
Een Bijbelse of mythologi
sche scène bracht soms zelfs
meer op dan de ons zo be
kende stillevens of land
schappen. Bij een veiling in
1669 van de Laurens Douci
Collectie werd een Haarlems
stadsgezicht verkocht voor 24
gulden terwijl een „Bac
chus Feest" van Holsteyn
voor 120D gulden van eige
naar wisselde.
Erotisch getinte onderwer
pen waren vanzelfspre
kend eveneens populair.
Kunstenaars zetten zich vaak
voor thema's als „Suzanna in
het Bad" of „Lot en zijn
Dochters", niet alleen voor
de benodigde dosis aan vrou
welijk naakt, maar ook voor
de morele vermaning die in
het verhaal lag besloten
ter lering en vermaak.
Stedelijke autoriteiten had
den vaak een voorliefde vor
staaltjes van standvastigheid
en heroïek, bij voorkeur uit
de Romeinse of Nederlandse
gechiedenis. Wie in de magi-
stratenkamer van Hasselt
Van Galen's schilderij „Het
Oordeel van Graaf Willem
de Goede" zag, dat de execu
tie van een rechtsdienaar
voor de diefstal van een koe
voorstelde, kon er zeker van
zijn dat hier met harde, maar
rechtvaardige hand werd ge
regeerd.
Amerikaanse reactie
Het is daarom zo verbazing
wekkend dat de historiestuk
ken van onze 17de eeuw zo
wel in eigen land als daarbui
ten tot nu toe nauwelijks in
de belangstelling hebben ge
staan.
„Pas onze generatie heeft een
grote interesse opgevat voor
het zogenaamde iconologisch
aspect van de Nederlandse
kunst: wat stelt het voor?",
zegt Pieter van Thiel. Zijn
Rijksmuseum zette een be
langrijke stap met de ten
toonstelling Ter Leringh en
Vermaeck in 1976, waarbij
bekende huiselijke taferelen
van de 17de eeuw plotseling
een bijzondere betekenis kre
gen door vergelijking met de
stichtelijke rijmpjes van be
kende emblematische pren
tjes.
Een nieuw licht werpen op
oude kunst: dat is ook het
doel van deze tentoonstelling
in Washington. „Het dient ei
genlijk als „eye-opener" voor
een volstrekt onbekend facet
van onze 17de eeuwse cul
tuur", zegt Van Thiel. „Daar
om zijn we zo ontzettend be
nieuwd hoe de reactie zal zij
van het Amerikaanse pu
bliek".
Maar ook het Nederlandse
publiek, zal hoogstwaar
schijnlijk deze unieke ten
toonstelling kunnen gaan
zien: men verwacht de col
lectie in de zomer van 1981
naar het Rijksmuseum te
kunnen halen.
„We zijn al druk bezig met
het vertalen van de catalo
gus", zegt conservator Van
Thiel enthousiast. En de Ne
derlandse titel? Kort en
krachtig „God en goden".
Heroes klinkt zo Ameri
kaans.
JEAN-PIERRE ISBOUTS
Abraham Bloemaert: De aanbidding der drie koningen
machthebbers liever niel
de buitenwereld prijsgavi
was al eens tijdens een nj
lijk verhoor onder druk
om zijn bronnen prijs te g
Rudie Kagie gaat in zijn
in op de maatschappelijke
tergronden van met namj
Suriname van vóór de rej
tie. Hij doet dit op dea
heldere, begrijpelijke en 1
nalistiek verantwoorde
als de lezers van zijn bijdr
in het Rotterdamse avontj
van hem gewend waren.j
name de corruptie in de j
naamse samenleving
weigering van de regerinj
ron om deze wantoestani
te pakken hebben zijn bi
dere aandacht. Niet
vreemd, want via d
tie, in feite de spil
land om draaide, is een
zienlijk deel van
van projecten bestemde
derlandse ontwikkeling^
in al goed gevulde zakkei
rechtgekomen.
Volgens goed-journalistiel
bruik heeft Kagie ruimtt
maakt voor woord en w<
woord, zonder zelf met tj
sproken standpunten naai
ren te komen. De dooi
len bevestigde feiten dj
geeft spreken voor zich. P, S
de een na laatste alinea B
het boek geeft de schr
zich enigszins bloot, als h
bezorgde toon constateeri
de huidige machthebbers,
mier Chin a Sen, vice-pre
Haakmat en opperbevelhc
Bouterse, voor een zeer zi
taak staan. Applaus wc D
betoonde moed kon snel
slaan in een krachtige ve| m
zing, aldus Kagie.
Hem kan de lof echter
meer worden ontnomen.
observerend, scherp ana
rend en de conclusies aq o
lezer latend, geeft Kagie o
meer aan waarom de hu
machthebbers, ook al zij
door een staatsgreep aai
macht gekomen en hebbe
het parlement buitenspel w
zet, de kans moet wordet
boden definitief met de
blijfselen van het „vro<
bewind" af te rekenen. 0|
duurt het allemaal wat la
en gaat het op een andere
nier, dan bevlogen wereld
vormers in vooral Nedeij
na de staatsgreep van 2! ::-
bruari zo graag hadden ga
Rudie Kagie's „Een geuj
wingewest" is bijna verpli jT
lectuur voor iedereen, die]
de gebeurtenissen van de 1
lopen maanden ln Surit
een gedegen oordeel wil t
nen vellen.
Rudie Kagie: Een gew
wingewest Suriname 1
en na de revolutie. Uitge^
Het Wereldvenster, Bus
Prijs: 19.50.
Verborgen band
tussen geest
en lichaam
Een mens bestaat uit ziel C
chaam, zo leerden wij vro)
Ziel en lichaam zijn zo H
met elkaar verweven, dal
lichaam kan reageren op'
door de ziel beleefd word
het omgekeerde is eveii
het geval. Als men nu t
dat de Griekse woorden
che" ziel en „soma" liclj
betekenen, dan wordt het
duidelijker wat bedoeld vj
met psychosomatische zie
Ziekten dus met zuiver l|
melijke kenmerken, die el
wel een geestelijke oorzaal
achtergrond hebben. Blozl
dan weliswaar niet direct
ziekte, maar wel een, vaal
hinderlijk ervaren, licham
kenmerk met duidelijk
psychische achtergrond,
minder duidelijke, maar
begrijpelijke voorbeelden
impotentie, die bijna altijd
psychische oorzaak heef
frigiditeit, vermageringssi
(anorexia nervosa) en he|
genovergestelde daarvan,I
gebreidelde vraatzucht. 1
ook plotselinge verlammiij
blindheid, doofheid, maagl
ren, huidziekten, somi
vormen van astma, ar)
pectoris en zelfs kwaadaar
weefselgroei kunnen (r
zijn het lang niet altijd) hel
volg zijn van ooit onder]
den psychisch lijden, orj
gaan in het verleden ofwe
dergaan even voor of tij
het optreden van de lichj
lijke verschijnselen.
Over deze materie heeft K
hart Stalmann, toegedaan
hanger van de leer van Fn
een vooral voor leken ui
handzaam boekje geschre
getiteld: „Psychosomatiek
de verborgen band tu
geest en lichaam". Stalij
houdt zich hierin niet I
met loodzware uiteenzetti)
en inleidingen, maar geefl
een groot aantal voorbed
uit de praktijk met daarbi
horend deskundig
taar. De voorbeelden
doorgaans verrassend
daags, zo alledaags dat r
een, die van de inhoud v
boekje kennis neemt, er
twijfeld wel eens iets
zijn naaste omgeving Jo
meegemaakt.
tic
Reinhart Stalmann;
chosomatiek de verbo
band tussen geest eri
chaam". Uitgave Holla Ci
Baarn. Prijs: 24,90.
(II