sëjjg»1
m
De
wonderlijke
historie
van
het twee
cents
missaaltje
Dag
BRON VAN
CHRISTELIJKEN
GEEST
Doorbraak
Onuitputtelijk
borrelt
de bron
van
christelijke
geest
al 50 jaar
Morgen, 30 november, de eerste zondag van de Advent, sum, dat blijkens de eerste aflevering voortaan elke week be-
wordt een in katholieke kring wijd en zijd bekende verschij- schikbaar zou zijn met de „Volledige Misgebeden van alle
ning vijftig jaar: de „Bron van christelijke geest", het handza- Zon- en Feestdagen voor het Katholieke volk". Die bron bor-
me zondagsmissaaltje van de N.V. Gooi en Sticht te Hilver- relt nog steeds, onuitputtelijk. Een wonderlijke historie.
Het verhaal van het handzame
zondagsmissaaltje „Bron van
christelijke geest" begint in alle
eenvoud bij J.H. Koelman, kape
laan te Bussum en onlangs, bijna
91 jaar oud. als monseigneur en
emeritus-plebaan van Groningen
In de Heer ontslapen. Hij had een
simpel foldertje op de kop getikt
dat in Oostenrijk elke zondag in
de kerken werd verspreid met de
misteksten van die dag, en wilde
ook zoiets voor eigen parochie.
Hij stapte ermee naar de dichtst
bijzijnde drukker, C.M.J. Aleven,
directeur van de N.V. tot courant
en drukkerij-exploitatie Gooi en
Sticht en uitgever van drie katho
lieke nieuwsbladen. Aleven vond
het idee aardig genoeg voor méér
dan Bussum alleen, verwierf de in
stemming van de toenmalige
aartsbisschop J.H.G. Jansen, die
een aanbevelend woord schreef In
zijn bisdomblad en legde „met
goedkeuring en onder toezicht van
de Liturgische Vereeniging in het
Aartsbisdom Utrecht" het eerste
missaaltje op de pers.
Van dat nummer 30 november
1930 werden 900 exemplaren
verkocht, 405 in „abonnement"
ze werden door schooljongens in
een envelop bij de afnemers be
zorgd en 495 in de losse ver
koop. Dit geschiedde aan de kerk
deur door jongens „welke een ge
sloten busje hebben, waarin geld
geworpen kan worden" en voorts
„achter in de kerk door flinke
mannen". De prijs bedroeg twee
cent, maar naar algemeen gebruik
werd er een vierduitstuk voor ge
geven. overtip voor het goede
doel.
Dat doel wortelde In de toen nog
tamelijke Jonge Liturgische Bewe
ging. In de jaren 1911-1912 waren
diocesane liturgische verenigingen
opgericht (Roermond kwam ach
teraan: 1920), in 1915 een nationa
le federatie en in 1916 kwam de
beweging met een eigen tijd
schrift. De impuls kwam van
Plus X, die het missaaltje ook z'n
titel leverde. Zo stond het Immers
geschreven in een pauselijk Motu
Proprio van 1903: „De eerste en
meest onmisbare bron van den
echt christelijken geest der geloo-
vigen is de werkdadige deelname
aan de hoogheilige geheimen en
aan het openbaar en plechtig
gebed der Kerk". Een bijkans pro
fetisch woord, dat tot vandaag toe
blijkt te inspireren. Want meer dan
ooit Is er sprake van een „werkd
adige deelname" op een manier
die destijds nauwelijks iemand
heeft kunnen vermoeden.
Het boekje van Aleven de pro
fessoren Frank en Hartman van
het grootseminarie Rijsenburg
voerden de redactie werd na
een paar maanden reeds in alle
bisdommen verspreid en groeide
In een jaar naar een oplage van
45.000, minzaam aanbevolen door
de bisschoppen die er zeer mee
waren ingenomen. In de oorlog
moest Aleven, die de „Bron" tot
aan de hongerwinter nog Jaren
lang min of meer klandestien kon
laten vloeien, vanwege de papier
schaarste de latljnse tekst laten
vervallen, maar vanaf het feest
van Christus Koning in 1950 keer
de de tweetaligheid terug. De prijs
was tot drie cent gestegen, de op
lage echter nauwelijks, want het
missaaltje bleef nog een randver
schijnsel. Weliswaar was het aan
tal gelovigen dat tijdens de mis de
rozenkrans bad of in een van de
Jtalrijke devotionele gebedenboe
ken keek, gedaald maar een
meerderheid ging toch ter kerke
met een fors handmissaal, te kust
en te keur door abdijen en andere
uitgevers op de markt gebracht.
De grote doorbraak voor de
„Bron" kwam na het tweede Vati
caanse Concilie en de toen be-
r\_
BRON VAN CHRISTELIJKE GEEST
Ikiwt Jraltfaj: >a <fc Advwl
Ju «mmfccr 1981»
Zo ziet morgen de „Bron van christelijke geest" anno 19S0 er uit: een penteke
ning van Piet Vos, en een motto, dat ook dit keer weer door Adri Bosch, pastor
liturg in Den Bosch, zó gekozen Is, dat het de inhoud van de lezingen zo goed
mogelijk dekL De Tilburgse liturgist Servaas Bellemakers kiest er voor het
boekje de liederen bij en selecteert ook de citaten voor de door velen extra
gewaardeerde achterpagina: poëzie, chassidische wijsheid, actueel proza e.d.
verschijnen boekjes een constant
getal bestelt. Met alle variaties van
week tot week en van plaats tot
plaats zijn nu bijvoorbeeld de ge
bundelde pakketten voor de gehe
le periode van de Advent tot en
met Driekoningen al lang de deur
uit, tijdig besteld en ruim tevoren
gedrukt. Dat vakwerk is beschik
baar, het management, de outilla
ge, maar veel belangrijker is de
inzet van praktisch idealisme, dat
in brede kring creatief talent
vruchtbaar weet te maken.
Bij Gooi en Sticht is dat een tradi
tie, die na Aleven in 1954 over
leden en F. de Gruyter in
1969 met pensioen gegaan se
dertdien door Frans Kolsters
wordt voortgezet, een mengsel
van geestdrift en vindingrijkheid,
van voortvarend handelen en
sterkbewuste verantwoordelijk
heidszin, van behoeften zien en
ruimte scheppen. Aleven hield het
in zijn dagen al niet bij de „Bron"
en zijn nieuwsbladen alleen: hij
bracht een menigte materiaal op
de gelovige markt, naar de eisen
des tijds: cursussen in kerklatijn,
latijn in zes avonden (prijs 35
cents), een eerste liedbundel
(1935), een veelheid aan formulie
ren, met name op het gebied van
de huwelijkswetgeving (en per bis
dom nog verschillend ook), de be
faamde reeks Ecclesia Docens
(een in 1938 begonnen publikatie
van vertaalde encyclieken en be
langrijke pauselijke brieven en
toespraken), meditatieboeken en
wat al niet. Maar wat directeur
Kolsters vandaag aan suggesties
het land in stuurt, in een catalogus
van tegen de duizend nummers
heeft opgenomen en in zijn show
room aan de Vaartweg (een
straatnaam als een symbool) laat
horen en zien, slaat alles. En ook
dat is naar de eisen des tijds.
Uit de jubilerende „Bron", die
ruwweg twee-derde van de markt
bedient (de Norbertijnen van
Heeswijk, waarmee vriendschap
pelijk wordt samengewerkt, heb
ben een soortgelijk zondagsboek
je) vloeien allereerst nog twee
kleine vierwekelijkse stroompjes:
een misboekje met grotere letters,
dat zich ook door ouderen in vaak
duistere kerken laat lezen, en een
Romeins missaaltje met meer la
tijn. Er waren vroeger overigens
ook nog speciale uitgaven met de
eigen ritus van de Dominicanen,
de Carmelieten, de Augustijnen of
de Franciscanen. Er is ook een
dagmissaal. Maar er is bovendien
het brede aanbod dat beantwoordt
aan het hedendaagse beeld van
het „werkdadig deelnemen", In z'n
lettprlijkste zin.
gonnen vernieuwingen: Invoering
van de volkstaal, een driejarige
wisselende cyclus van lezingen uit
de Bijbel, nieuwe teksten voor ge
beden en rituelen. De bestaande
handmissaals waren op slag ver
ouderd en nu bleek pas goed hoe
gelukkig men mocht zijn met een
particulier, zakelijk bedrijf, dat
slagvaardig en soepel met de be
staande formule van het eenmali
ge zondagsmissaaltje actueel de
vernieuwing op kon vangen en de
geleidelijk beschikbaar komende
tekstvertaling bijhouden. De
„Bron" raakte in haar tweede
jeugd, en de vraag steeg zo
enorm, dat ooit in de zestiger Ja
ren het Kerstnummer In een re
cord-oplage van 600.000 moest
worden gedrukt.
Anno 1980 ligt de piek (ongeveer
350.000) nog altijd rond Kerstmis
en het dal bij het bronboekje voor
tweede Pinksterdag. De gemiddel
de afzet heeft zich op een paar
honderdduizend gestabiliseerd, de
afleveringsprijs stijgt in het ko
mende jaar van 13 naar 14 cent en
de inhoud weerspiegelt dat de
„werkdadige deelname" van de
gelovigen Inmiddels een derde
jeugd is ingegaan. Gebleven is de
in de hele wereld unieke situatie
van de Hilversumse onderneming,
waarvan de inbreng gerust een ei
gen soort roeping in het kerkelijk
gebeuren kan worden genoemd.
Want zij blijft niet beperkt tot de
op zichzelf al indrukwekkende,
computergestuurde organisatie
van een massa-produktie en -di
stributie voor veel meer dan dui
zend pastorale klanten, van wie er
niet één van alle 58 jaarlijks te
Door de jaren heen we
kop van de „Bron" teil
weer verfrist; velen zul
zich het beeld herinnet
(de noamvals-n sneuve
pas in 1975). Van de
kunstenaars die de ,,B»
versierden, bleef met r
Harrie Sterk bekend. D
zorg voor de vormgevii
ging bij Aleven zó ver,
hij speciaal voor het
zondagsmissaaltje een
moderne en gemakkelj
leesbare letter liet
ontwerpen, waaraan gr
onder leiding van dr. C
Ovink hun beste krachi
wijdden. Op de eerste
Adventszondag 1953 In
de nieuwe letter in geb
Doe het zelf
Liturgie Immers Is „niet alleen
meer het plechtig voltrekken van
een eens en voor altijd en overal
voorgeschreven ritueel. Steeds
meer wordt de inbreng van dege
nen die de liturgie voorbereiden
(en mee uitvoeren) bepalend voor
inhoud en vorm". Kardinaal Alfrink
zei het al in 1973: „Door Vaticanu-
m II is het publieke en sociale ka
rakter van de liturgie sterk be
klemtoond. Niet alleen de priester,
maar alle aanwezigen hebben een
liturgische taak, onderscheiden
naargelang de verschillende wij
zen van hun betrokkenheid". De
praktijk toont een veelheid van
vormen in kinder-, jongeren-, ge-
zins- en zondagse diensten, velen
zijn geestdriftig bezig met het
voorbereiden daarvan, en het ge
bruik neemt toe om iets „eigens"
te maken voor wie direct betrok
ken zijn bij trouw en rouw, een
dienst die de traditionele kern
aanvult met woord en lied dat ac
tueel in het bijzonder aanspreekt.
Er is van alle kanten vraag naar
„materiaal", suggesties, handrei
king of hoe je het noemen wilt.
Dat moet verantwoord zijn en toch
het experiment niet schuwen, een
Ideaal werkterrein voor een onaf
hankelijke uitgeverij, die genoeg
traditie in huis heeft om niet als
een wildeman door te draven en
tegelijk een voortrekkersfunctie
kan vervullen op een gebied waar
op officiële instanties zich nu een
maal slechts met de grootste
voorzichtigheid kunnen en plegen
te bewegen.
Gooi en Sticht, bereid om z'n nek
uit te steken en in staat om risi
co's te dragen, heeft de akker niet
braak laten liggen. De oude bron
is een fontein geworden die
ideeën spuit, een voortdurende
stroom van creatieve dienstverle
ning. Kolsters heeft er zijn eigen
credo voor: „Ik geloof in een le
vende Kerk. Ik geloof in wat er op
zoveel plaatsen met zoveel en
thousiasme aan de basis gebeurt.
Het is geweldig om te zien hoeveel
mensen echt religieus bezig zijn
aan vormgeving van de liturgie op
de hoogtepunten van hun leven".
Hij wil de basis niet in de kou la
ten staan, service aanbieden, die
niet verplicht maar stimuleert. Zijn
bedrijf zou, om het wat oneerbie
dig te zeggen, best kunnen wor
den aangeduid als een speciaal
zaak voor liturgische doe-het-zel-
vers. En hij kan weten wat er aan
de basis leeft, want zijn materiaal
wordt geschreven door een ruime
kring van deskundige medewer
kers, die, over het hele land ver
spreid, hun eigen relaties hebben
In de veelsoortige werkelijkheid
van katholiek Nederland en bo
vendien regelmatig bijeenkomsten
met de achterban beleggen om
hun werk te toetsen.
Veelzijdig
open
in dil
met
schik
westi
terka
Zand
haas
bouli
haus
Scha
mod
en z
De v
tig c
die i
terni
do i
beel
bluf'
ning
bou)
dorp
neer
ken
„He
ons
valt
mee
mité
Een
een
kuni
slag
toer
Sch
van
mer
Taa
„do
Pro
bad
wen
den
star
mo<
waa
Kui
De
ziln
bek
ove
Een paar maanden geleden, toen
de vennootschap officieel zestig
jaar bestond, heeft Kolsters zijn
medewerkers een dag feestelijk
bijeen gehad, de redacteuren van
de bladen die hij uitgeeft zoals
Frans Kolsters, directeur van „Gooi en
Concilium, Kerugma, Getuigenis
en Rustpunt, en van de vele ande
re projecten: de „Bron", het daar
op geënte Werkboek voor week
end-liturgie, de servicemap voor
jongerenliturgie, werkcahiers voor
vieringen met kinderen, de bonte
Kinderbron, katechese-leergan-
gen, doe-boekjes en zo voorts. Er
was een opgewekt gezelschap
verzameld van theologen, liturgis-
ten, exegeten, dichters, componis
ten, vormingsleiders, katesheten
en pastorale werkers „uit het
veld". Schillebeeckx was er.
Drijvers, Wim Boelens, Huub
terhuis, Bernard Huijbers,
Konijn, Lukken, Wegman, I
ders, Laudy, Goddijn en nog
tig meer, met vicaris Kuipers
Haarlem als welkome gast vatl
gerhand. En inmiddels vloeit
bron maar voort, lafenis I
kerkgangers, voorgangers
koorzangers. Want er zit ook
op muziek in Kolsters' fonds:
jaargangen Koorinformatie
dirigenten en organisten, perk
ke muziekbladen, het hele aai
van de Amsterdamse Werkgi
voor volkstaalliturgie, een e
reeks grammofoonplaten en
tuurlijk die ijzeren bestseller
Randstadbundel met zijn veli
kale variaties, het uitverkoren
boek van de katholieke gem
schap, samengesteld door
Franciscaan A.J. Boef, diret
van het Militair Pastoraal Cen
in Amersfoort.
Kolsters uitgebreide boekenk
laten we nu verder maar rui
en ook de Handreiking aan vri
ligers in het pastoraat, die n
haar tweede jaargang Is, en
zoveel meer waarvan de „B
het begin en de aanzet was,
geest die door werkt, vrij, o
een kostbaar stukje erfg
waarvan men hopen mag da
nog lang vernieuwend werkz
kan blijven. Gist in het deeg.
JAN ONS1