Brabantse Trappisten brouwen weer bier Tot de rbeelding brekend Prijs steekt schril af tegen stunt aanbiedingen in winkels Bt labors", bid en is een van de leef- van de Italiaanse ik Benedictus, die ve door de Orde e Benedictijnen oor de Trappisten- iken worden »efd. Zo ook in de lergemeen8chap Tilburg, waar een groep ciënsers» isten sedert mei it jaar weer het zo verbeelding Bnde istenbier brouwt, inkelijk werd de mniteit van de isten gekenmerkt jitzonderlijk I& leef- en gsregels, waarvan treekverbod wel eest opvallende Gedurende een jaar Iftien is dit ichte zwijgen, op uitzonderingen gens heel wel flijk waren, het bi>rapt, zij het dat de mer alfn'*e trouwtjterlingen nog Jerzoel® onderling weinig ig hadtlkaar converseren. Voelcsam Trappisten ;n uit Oiert aan het Franse Dor delter La Trappe in Dtuchfiandië, waarvan de op zijnb Rancé (1624- halve opriep tot een rs uit tj van Irloochening, trecht u en jn naajaardigheid, die hij Oergemeenschap Bide in o.a.: t jekte afzondering bea> w8reld"- ■rs H#.8 boetvaardigheid Mti'id i?in9 van oeeetelijke wljfel 4r al# studie- iet alls'- Daarmee ging Da Ook verder dan de jigendtergemeenschap fiteaui bij Dijon, rmaligite Benedictijns® iet denzo zuiver heid" wijk werden die vleefd door de deeldetaiënsers. Hoewel ogen vfrvorming die istitie.jg van het klooster >r een jappe niet meer iggevend is, de iënser-monniken, in deze strenge ig afstammen, nog de onofficiële van Trappisten, inkelijk behoorde Iburgse lergemeenschap et be% strenge richting, iit( dat |t cjje van s jnveen, Echt, 6 i'Jd en en Zundert. 0 °mj 1965 kwam in de ormè rF° uniformiteit van mPtP^aPP'8len,eVen een an mei)c®nlerin9' waarbÜ en naaPnedict'in8e 'even bosj^aar gehandhaafd DE Kd ïg in cl maar waaruit de je kincfeven strengheid alles feen. Het /ader, pster laat zien dat is ovpbantse monniken !rburen|vart over vier want tjrgens opstaan, lens a| ze '8 avonds om ties g*egen in stilte naar vat ze lamer gaan. Het nt je kiivan kranten is ren waj0Ofc|| ©venals hét i naar het journaal b televisie, pal is blijven staan ^bed, waarbij de ens n k in de e8rsle 8n8f yl lol God bidt om an dal:'8 e'en' maa' neven an h,J eveneens de pq®mt dal zijn gebed geven.M'fl uitstroomt )laats gehele idrijf gfeid. Daardoor ziet eten fosterling het lorkoml als zijn bedeniamste bijdrage jllen zijet welzijn van zijn j Voojnena. Uit die meer ljng blijkt dat het belangtouwen, zoals dat ïr,P ^|er in de Brabantse opgevat, slechts pkpndinbei" wordt n MoPnd* °Ver h6t h0® Sast aid krfde reportage. bureaij dere sj probleij kenroll? eel gerj daar nil eau's lemen unnenf pagne| iet vocj streren' uitsprj en uit I zijn f )e ment B0(? TILBURG Voorzichtig als gold het een kost bare Grand Cru schenkt broeder Eligius be dachtzaam het (wijde) glas vol met bier. Direct springen de wat donkere kleur en de vastere schuimkraag in het oog. Ook de smaak is an ders dan van het „reguliere" bier: voller, aro matischer. Broeder Eligius (68) glimlacht bescheiden wan neer hij een compliment in onvangst neemt over het pas geschonken glas bier. „Hoge gisting", zegt hij veelbetekenend wanneer hem gevraagd wordt naar het speciale karakter ervan. „Het enige bier van hoge gisting in Nedeland. Trouwens, ook het enige Trappistenbier dat hier te lande wordt gebrouwen. De gist wordt niet uit het rijpe bier gefiltreerd, maar gaat mee in het flesje. Daar ondergaat het bier zijn rijpingspro ces. Daarom moet je het glas ook scheef hou den en het bier zachtjes inschenken (decante ren), omdat anders de gist in het glas terecht zou komen. Niet dat dat iets aan de smaak zou afdoen, maar het bier wordt er ondoorzichtig van. Kijk maar..." In de Brabantse abdij van O.L. Vrouw van Ko ningshoeven tussen Tilburg en Moergestel brouwt broeder Eligius samen met nog een reli gieus en vijf leken-werknemers sinds mei van dit jaar weer het onvervalste en veel geprezen Trappistenbier. Cisterciënsers-trappisten, dat zijn deze monniken, die met het (opnieuw) brou wen van bier een aloude traditie hebben opge vat. Goedkoop is dit Trappistenbier dat ver kocht wordt onder de naam „La Trappe" niet: voor een krat van 24 pijpjes moet (exclusief sta tiegeld) 26 gulden worden neergeteld. Een prijs die schril afsteekt tegen de stuntaanbiedingen van sommige grootwinkelbedrijven. Maar broe der Eligius stelt daar kalm tegenover dat een Belgische Trappisten-communiteit liefst 50 gul den voor een kratje „kloosterpils" vraagt, en dat desondanks de klandizie uitstekend Is. „De bereiding- en bewaarwijze van ons bier no pen ons er toe een hogere prijs te vragen", zegt hij, terwijl hij langs de twee ketels in het brouw huis loopt. Dat brouwhuis is overigens verlaten evenals de bottelarij. Specialiteiten „We brouwen maar één of twee keer in de maand", zegt Eligius gemoedelijk. „We gaan met ons bier niet de boer op, al hebben we een paar vaste afnemers onder de slijters en in de horeca-sector. Voor de rest kan men ons bier aan de poort kopen. En als de voorraad flesjes op is, maken we weer nieuwe. Dus naar behoef te. We willen in geen geval een grote brouwerij worden en zijn daarom ook niet als een concur rent van andere bierbrouwerijen te beschou wen". „Dan zijn ze waarlijk monniken ais ze leven van hel werk hunner handen" Deze stel- en leefregel van Benedictus (480-547) staat boven een ingang van het uitgestrekte kloostercomplex. Broeder Eligius verwijst er re gelmatig naar wanneer hij ingaat op het waar om van het bierbrouwen in de Trappistenkloos ters. Die regel van Benedictus betekende dat de monniken, naast het zoeken naar God en het leiden van een teruggetrokken en ingetogen le ven, hun handen uit de mouwen dienen te ste ken. Gezien het soms in hevige mate verontrei nigde water in de middeleeuwen, waardoor al lerlei besmettelijke ziekten (o.a. pest) de kans kregen op grote schaal slachtoffers te maken, werd door de monniken het brouwen van bier beschouwd ais het produceren van een drank, die niet alleen vrij was van allerlei Infecties en verontreinigingen, maar die hun bovendien nut tig werk om handen gaf. En het drinken ervan werd door deze middeleeuwse kloosterlingen zeker niet beschouwd als iets dat haaks zou staan op de door Benedictus voorgeschreven leefregels, waarin soberheid en maat houden centraal staan. Een bekend grapje Is nog steeds de opmerking van vroegere curiekardinalen in Rome, aan wie Zuldduitse abten en priors op een gegeven ogenblik vroegen of het nuttigen van bier niet in strijd was met een leven van godsvrucht en onthechting. Waarop „Rome", gewend als het was aan de vaak uitstekende wijnen, na een voorzichtige proeverij antwoord de dat de abten gerust konden zijn, omdat zij het drinken van bier eerder beschouwde als een rechtstreekse penetentie dan als een genotmid del... Broeder Eligius glimlacht opnieuw wanneer hij het verhaal vertelt, en daar de geschiedenis van het klooster aan toevoegt. Die geschiedenis is op een bombardement in de Tweede Wereld oorlog na niet erg spectaculair. Gesticht In 1881 werd het klooster al gauw een plaats waar naar de inzichten van de Zuldduitse pater Schweyg- hart bier gebrouwen werd en dan wel bier met een lage gisting. „Zoals we nu een specialiteit met hoge gisting maken, begon men toen met een specialiteit van lage gisting", aldus broeder Eligius. Het bier brouwen groeide uit tot een dermate groot succes dat voortdurend leken-ar- beiders moesten worden aangetrokken. Ook in de tijd dat de kloostercommuniteit nog 160 monniken telde. Op een gegeven ogenblik kwa men de kloosterlingen tot het inzicht dat ze hun doel voorbij schoten en bezig waren met een bedrijf dat volgens de geldende wetten van de economie moest worden geleid. Onder de voor waarde dat de 120 Brabantse werknemers niet zouden mogen worden ontslagen werd de kloosterbrouwerij verkocht aan het Belgische bierbedrijf Artois in Leuven, dat op zeker ogen blik de produktie-eenheid in het klooster ophief en zijn activiteiten bundelde in Dommelen. De Brabantse monniken waren daarmee hoe gek het ook moge klinken van een zorg ver lost, want het aantal kloosterroepingen -liep sinds geruime tijd drastisch terug. „Want je moet tamelijk opgewekt zijn om het hier te kun nen volhouden", aldus broeder Eligius. „Er kwamen weliswaar wel nieuwe mensen binnen, maar na verloop van tijd verdwenen die ook weer. Vaak teleurgesteld omdat ze het niet kon den volhouden. Totdat we op een gegeven ogenblik vijf novices hadden, van wie we dach ten dat ze zouden blijven. Dat betekende dat we werk voor hen moesten zoeken, en wat lag meer voor de hand dan opnieuw de brouwerij te gaan starten. Daarom hebben we in april van dit jaar, toen Artois van het kloosterterrein vertrok, een deel van de brouwersinstallatie terug ge kocht om daarmee zelf weer bier te kunnen ma ken". Voorbarig Toch bleek dat de kloosterleiding wat te voor barig was geweest met het zoeken van ade quaat werk voor de vijf nieuwe monniken. Drie lieten spoedig weten uit het klooster te zullen vertrekken, terwijl een vierde te oud werd geacht om alsnog het vak van bierbrouwer te gaan leren. Waardoor broeder Eligius met één novice overbleef om.de brouwerij produktief te gaan maken. Er werd een vijftal werknemers van buiten de kloostergemeenschap aangetrok ken, waardoor de brouwerij „De Schaapskooi" kon starten. Tegelijkertijd werd besloten de brouwerij in zijn groei te beperken en niet meer te laten uitgroeien tot de oude omvang, toen tientallen werknemers in dienst van de klooster communiteit waren en een jaarproduktie van 150.000 hectoliter werd bereikt. Eén keer brouwen in het klooster betekent de produktie van 9.000 liter bier, die meteen wordt gebotteld. De opzet van de brouwerij is dermate kleinschalig, dat uitbreiding wat personeelsle den betreft alleen gebeurt in de sfeer van nieu we kloosterlingen. Voorlopig ziet dat er niet naar uit, omdat het aantal kloosterroepingen al gedurende een lange reeks van jaren een dalen de lijn vertoont, ondanks dat bijvoorbeeld bij de Trappisten de leefregels gedurende een vijftien tal jaren aanmerkelijk versoepeld zijn. Welis waar eten de Brabantse monniken, voorzover ze niet een daartoe verplichtend dieet hebben, nog steeds geen vlees en/of vleeswaren, daar entegen zijn thans wel zuivelprodukten toege staan. „Maar", zegt broeder Eligius, „de tijden van vroeger toen je droog brood, belegd met droog brood at, zijn voorbij, al wordt ook op dit ogenblik vrijdags bij wijze van soberheid geen melkpap gegeten. Ook mogen we met eikaar spreken, al kennen we onder elkaar nog steeds niet de, wat Ik zou willen noemen recreatieve conversatie. Vroeger „spraken" we met elkaar door middel van tekens. Maar op een gegeven ogenblik ontstond er een soort abc In de vorm van tekens en gebaren, waardoor de noodzaak om te zwijgen steeds minder werd. Vandaar dat we nu mogen spreken, al doen we dat onderling nog steeds zeer weinig". Bloemen Particulier bezit kennen de 47 monniken in het Trappistenklooster nog steeds niet. Dwalend door de lange, hoge neo-gotlsche kloostergan gen valt steeds weer de soberheid van de com muniteit op. Het klooster staat thans onder Mo numentenzorg, waardoor de noodzakelijke re paraties (zoals aan het dak) konden worden uit gevoerd. De kloostergemeenschap kon de gei den daarvoor al lang niet meer opbrengen. Een blik In de eetzaal toont een eenzame mon nik. die In zijn wit-bruine pij zit te eten. Alles ademt eenvoud en soberheid. Het enige dat op valt is een bescheiden bos bloemen naast een houten crucifix. „Dat is ter nagedachtenis aan een broeder, die afgelopen donderdag is over leden". zegt Eligius zacht. „Een maand lang staan op de plaats waar hij gewoonlijk zat bloe men. Opdat we hem in herinnering zullen hou den". De bierbrouwerij van de Trappisten lijkt op dat moment heel ver weg... KLAAS GOI^GA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 21