Antillen kunnen nooit één onafhankelijke staat worden De ongekroonde onderkoning van Sint Maarten „Willemstad zit Sint Maarte gewoon te pesten" GEDEPUTEERDE CLAUDE WATHEY VAN DE BOVENWINDEN: De ongekroonde on derkoning van Sint Maarten, wordt hij ge noemd. Het gaat om Albert Claude Wa- they, gedeputeerde voor financiën in het eilandbestuur van de Bovenwindse Eilan den die bij het Ko ninkrijk der Nederlan den behoren. Dat zijn de zuidelijke helft van Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius. Op Sint Maarten is Wa- they (Claude is de naam waarmee hij zich laat aanspreken) bij een groot deel van de bevolking geliefd en bij een groot deel van het bedrijfsleven gehaat. Op Saba kan men zijn bloed wel drinken. En op Sint Eustatius zit zijn par tij in de oppositie. Wathey voelt zich in hoge mate verant woordelijk voor het welzijn van Sint Maar ten, waarop al gene raties lang Watheys zijn geboren en geto gen. In nog geen der tig jaar heeft hij Sint Maarten zien uit groeien tot een ge liefd toeristenoord voor de verwende gasten uit de Verenig de Staten. Nog in 1960 was het een dro merig eilandje, waar alleen 's avonds elek triciteit was en waar het drinkwater in tanks met een oude legertruck moest wor den gedistribueerd. Zo'n explosieve groei van toerisme en be volking geeft natuur lijk problemen. Onze verslaggever Rink Drost, die het konink lijk paar op zijn be zoek aan de Antillen vergezelde, sprak met Wathey, die in bij gaande reportage zijn visie op de ontwikke lingen geeft. De haven van Sint Maarten. Sint Maarten is uitgegroeid tot een geliefd vakantieoord voor verwende gasten uit Amerika. PHILIPSBURG (Sint Maarten) „Vergeet dat nou maar, van die onafhankelijkheid van de Antillen. Er is geen sprake van dat de Nederlandse Antillen ooit een onafhankelijke staat kunnen vormen. Daarvoor zijn de onderlinge afstanden, maar ook de onderlinge tegenstellin gen tussen de eilanden veel te groot. Nee, óf de Nederlandse Antillen blijven als één geheel gebonden aan Nederland, of ze worden per eiland onafhan kelijk. En als dat laatste ge beurt, zul je zien dat elk eiland voor zich een soort bescherm heer zoekt in de vorm van een groter ander land." „De gemeenschappen per ei land zijn gewoon veel te klein om zich zelf als natie in stand te kunnen houden. Wij blijven onafhankelijk van een land dat ons rugdekking verschaft in de vorm van technische kennis, geld voor dure infrastructurele werken, opleidingsfaciliteiten en ga zo maar door. Voor ons is dat land nu Nederland. Dat bevalt ons hier op de Boven winden allemaal uitstekend en dat willen we graag zo houden. Van Nederland hebben wij veel meer goeds te verwachten dan van de landsregering in Wil lemstad op Curacao." De centrale Antilliaanse rege ring is voor Claude Wathey, gedeputeerde in het eilandbe stuur van de Nederlands-Antil- liaanse Bovenwindse Eilanden de zondebok. „Sinds 1951 heeft Sint Maarten van alle An tilliaanse eilanden het minste ontwikkelingsgeld uit Neder land gekregen", zegt hij. „Bij na alles wat we hier op dit ei land bereikt hebben is op ei gen kracht gebeurd. Op Cura cao kunnen ze dat maar moei lijk verkroppen. Ze zitten ons daar gewoon een beetje te pesten: Aanvragen om hulp uit Nederland om onze infrastruc tuur mee te laten groeien met de ontwikkeling van de toeris tenindustrie, blijven meer dan een jaar in een la in Willemstad liggen. En dat terwijl Neder land ons de gevraagde steun in principe al heeft toegezegd. Wij zien hier niet eens kans be lasting te innen van de belas tingplichtige bedrijven op het eiland. We hebben hier wel een ontvanger, maar die kan pas geld gaan innen wanneer de inspectie op Curacao de aan slagen opstuurt. Die komen maar niet. We hebben nog tus sen de zeven en acht miljoen gulden aan achterstallige be lastingen te vorderen. Het is hier bestuurlijk een chaos, maar dat komt voor een be langrijk deel omdat het op Cu racao bestuurlijk een chaos is. Gelukkig komt er technische hulp uit Nederland in de vorm van een aantal belastingdes kundigen die in Curacao orde op zaken moeten stellen. Wij hier op Sint Maarten willen nu graag een eigen belastingin spectie voor de Bovenwinden hebben." Whatey noemt nog enkele za ken die moeten aantonen dat het een ongezonde zaak is dat de Bovenwindse Eilanden be stuurlijk afhankelijk zijn van Willemstad op Curacao. „Als gedeputeerde heb ik de zorg voor de portefeuille van Finan ciën. Nou, u mag gerust weten dat het me elke maand de grootste moeite kost anderhalf miljoen gulden liquide te krij gen om de financiële huishou ding van Sint Maarten draaien de te houden. Dat geld is no dig voor de ambtenarensala rissen, de eilandelijke diensten, de subsidies aan sociale en culturele instellingen enzo voorts. Willemstad geeft ons gewoon onvoldoende kans om over de gelden te beschikken waar we recht op hebben. We hebben de grootste gaten in onze wegen provisorisch moe ten dichten om tijdens het ko ninklijk bezoek de auto's niet al te zeer te laten hobbelen op hun tocht over het eiland. We zien geen kans het wegennet op peil te houden, want de res tauratie Wacht op uitvoering van het rioleringsplan voor de eilanden. Dat is in 1976 al door Nederland goedgekeurd, maar het ligt al vier jaar in een bu reaula op Curacao. Het heeft toch geen enkele zin de wegen keurig op te knappen en ze vervolgens weer open te bre ken omdat de riolering moet worden aangelegd". Tegenstellingen Kijkend naar de verhouding tussen enerzijds de eilanden groepen Bovenwinden Be nedenwinden en anderzijds de eilanden onderling ziet de ge deputeerde de zelfstandigheid voor de Antillen helemaal niet zitten. „Niet op de korte ter mijn en niet op de lange ter mijn", zegt hij. „Onze geza menlijke verhouding met Ne derland is het enige dat van onze zes eilanden een eenheid maakt. Op het moment dat die band met Nederland wegvalt is er niets meer dat ons bij elkaar houdt. De eilanden Curacao, Aruba en Bonaire zijn volledig afhankelijk van en georiën teerd op Venezuela. Hun voe dingsmiddelen en andere con sumptieartikelen komen nage noeg allemaal uit dat land en ook op allerlei andere manie ren kijk maar eens naar het onderwijs zijn er nauwe re laties met Venezuela. Bij ons op de Bovenwinden ligt dat heel anders. Wij zijn volledig georiënteerd op landen als Pu erto Rica en andere eilanden die helemaal in de invloedsfeer liggen van de Verenigde Sta ten. Onze voertaal is Engels. Die op de Benedenwinden is Papiamento. De meeste men sen hier verstaan dat niet eens. Vandaar dat de officiële taal voor de hele Antillen het Nederlands is." Tot nu toe heeft Wathey het gehad over de tegenstellingen tussen de zuidelijke en de noordelijke eilanden van de Nederlandse Antillen. Maar tussen de eilanden onderling is het ook allerminst koek en ei. Naar buiten is dat tot nu toe het duidelijkst gebleken op Aruba. Een meerderheid van de bevolking op dat eiland steunt Bettico Croes, die er rond voor uitkomt dat hij on der onafhankelijkheid verstaat het verbreken van de banden met Willemstad en (liefst) het aanhalen van de banden met Nederland en het Oranjehuis. De verwachting lijkt gerecht vaardigd dat Curacao er niets voor voelt het economisch veel zwakkere Bonaire (bevolking slechts 9.000 tegen Curacao I60.000) op sleeptouw te ne men. Eilandsraad Ook tussen de Bovenwindse Eilanden onderling botert het niet zo geweldig. „Er zijn in de loop der jaren een paar dingen helemaal scheef gegroeid", vertelt Wahey, „waardoor de belangen van onze drie eilan den sterk uiteen zijn gaan lo pen. Kijk, toen het statuut voor het koninkrijk in 1954 van kracht werd, liepen onze drie eilanden qua structuur en be volkingstal niet zo ver uiteen. In de eilandsraad, die de drie eilanden bestuurt, mocht ieder eiland vijf leden kiezen. Die verhouding geldt nog steeds. Maar kijk nu eens wat er in die tussentijd op Sint Maarten ver anderd is. De bevolking is van 2.600 mensen toegenomen tot zo'n 13.600. En intussen zit Saba nog steeds op hetzelfde duizend en Statia (de dagelijk se benaming voor Sint Eustati us) op dezelfde vijftienhon derd. Dat betékent dat er nu sprake is van een wanverhou ding in de eilandsraad. De bei de kleine eilanden hebben de meerderheid in de raad, terwijl Sint Maarten veruit de groot ste bevolking heeft. En intus sen zien ook Saba en Statia met lede ogen de explosieve groei van het toerisme op Sint Maarten aan. Zij vinden dat ze zowel bij Sint Maarten als door Sint Maarten worden achterge steld. Nee, als het op onafhan kelijkheid uitdraait, zullen Saba en Statia niet onder de vlag van Sint Maarten verder wil len". Oranjesprookje „Ziet u nu waarom we met z'n allen eigenlijk veel liever tot in lengte van jaren de band met Nederland willen behouden? En als ik Nederland zeg, zeg ik meteen Oranje, want voor het gewone volk wordt Nederland gepersonifieerd in de koningin. We kunnen de mensen echt niet duidelijk maken dat in het Nederlandse staatsbestel het staatshoofd meer een symbo lische dan een bestuurlijke functie heeft. Alles wat voor ons eiland uit Nederland komt, komt voor de bevolking recht streeks van de koningin. We houden dat sprookje maar in stand. Daarom was het ook de koningin zelf die maandag avond tijdens de manifestatie in Philipsburg de schoolkinde ren vertelde, dat ze dinsdag niet naar school hoefden. Dat maakt veel meer indruk dan wanneer de gezaghebber het had gezegd". Aan het feitelijke gezag van de gezaghebber (te vergelijken met een combinatie van burge meester en commissaris der koningin in Nederland, omdat de eilanden niet in gemeenten zijn onderverdeeld) mag op Sint Maarten trouwens best worden getwijfeld. Claude Wa they, de man die bij de laatste verkiezingen op Sint Maarten de steun kreeg van 50,5 pro cent van de stemgerechtigde eilanders, is op het grootste ei land van de Bovenwinden de man met het grootste gezag. „De gezaghebber is benoemd en blijft toch wel zitten, wat die ook doet. Maar ik ben gekozen en moet me steeds weer waar maken. Ik interesseer me voor de problemen van ons eiland en dat ziet de bevolking. Toen vorig jaar ons eiland grote schade opliep door de orkaan Fredeic, heb ik de telefoon ge pakt en heb ik regelrecht bij Rijkswaterstaat in Nederland hulp gevraagd. We hadden be hoefte aan ingenieurs die kwa men vertellen wat er moest worden gedaan om de water huishouding op het eiland te verbeteren en we moesten no dig grote pompen hebben. Binnen vier dagen waren hier én de pompen én de inge nieurs". Corruptie „Toen de ingenieurs vertrok ken, hadden ze een prachtig kaderplan opgesteld dat ver der ingevuld moest worden door een commercieel inge nieursbureau. De aanvraag daarvoor moest via Willemstad naar Den Haag. We zijn nu een jaar verder, maar de aanvraag ligt nog steeds in Willemstad. Daar hebben ze het mij kenne lijk kwalijk genomen dat ik na de orkaan met passering van Willemstad hulp uit Nederland heb gevraagd. Ik ben in een officiéél rapport vlak voor de verkiezing zelfs van corruptie beschuldigd. Het heeft niet ge holpen, want ondanks alle kwaadsprekerij kreeg ik op mijn eigen naam 37 procent van alle stemmen op Sint Maarten". Wathey zegt wel te weten uit welke hoek de kritiek op zijn persoon oorspronkelijk kwam. „Ik lig helemaal niet goed bij het bedrijfsleven op Sint Maar ten, omdat ik het eiland wil la ten meeprofiteren van de win sten die het bedrijfsleven uit het toerisme haalt. Pas nog heb ik de maatregel erdoor ge kregen waardoor ze me wel op kunnen vreten. Ik heb voor de casino's de vaste eilandelijke belastingafdracht laten verho gen van 100.000 tot 200.000 gulden per jaar. Daar staat te genover, dat ze van de winsten niet meer anderhalf maar één procent behoeven af te dra gen. Kijk, boekhoudkundig kun je winsten heel knap verdoeze len. Maar aan een vaste af dracht valt niet te tornert". De explosieve groei van het toerisme stelt Sint Maarten ook voor problemen, onder andere wat betreft de bevol kingsgroei. Tienduizend Sint Maartenaren die hier vroeger geen werk konden vinden, zijn naar het eiland terugge keerd om in de toeristenindustrie te gaan werken. Dat geeft grote huisvestingsproblemen. Verder loopt de lands regering in Willemstad niet over van behulpzaamheid bij het oplossen van deze en andere problemen. Groeistuipen Wie op Sint Maarten j krijgt al gauw in de gatej het eiland kampt met I stuipen. Langs de kustl de meest luxueuze hota je je kunt indenken, hel afgestemd op de veelei Amerikaanse toeristen, de wegen op het Neder# deel van het eiland zijn meer gat dan wegdek. Er( blijkt dat de infrastructü het overheidsapparaat de van het toerisme en van 4 volking op geen stukk# kunnen bijhouden. De l kingsgroei is een regé gevolg van de groei vé toerisme. „Ongeveer tienduizend Maartenaren die hier vn geen bestaan konden zijn nu teruggekeerd naa eiland, om te gaan werlj de toeristenindustrie", Wathey uit. „Dat geeft huisvestingsproblemen, dringt Willemstad er bij aan, gastarbeiders uit j Caraïbische eilanden w sturen en daarvoor in de werklozen uit de Beneder se Eilanden aan te steil heb hun gezegd dat ót kan, wanneer de landsre voor huisvesting zorgt gastarbeider slaapt me gerust hart ergens in ee tiek of op een terras, ma Curacaoënaar wil dat ni< heeft op Curacao een h wil dat hier ook. Terecht wij hebben het hier nie hem". Gebrek aan kader Eén van de grootste men waarmee zowel ov als bedrijfsleven op Sint ten kampen, is gebrek a der. „Dat moeten we vo grootste deel uit het I land aantrekken, want tillen zelf hebben veel te hoger geschoolden. E hebben daarvoor ook gé leidingsfaciliteiten. Best krijgen we tot nu toe wa uit Nederland, maar da natuurlijk niet zo blijven op de Bovenwinden denk sterk aan een rigoreuzi vorming van het onderwi nu toe is dat compleet derlandse leest gesc maar we hebben hiei meer aan het Amerikaan derwijssysteem. Wij willi naar het high-school-sy met Engels als voertr plaats van Nederland beurzen voor verdere stu het buitenland, willen we beschikbaar stellen vo opleiding in beroepen wf eiland wat aan heeft, nodig hebben zijn maf bestuurskundigen, hogf telpersoneel, deskundig toeristengebied. Zulke dingen willen wij als eilf stuur graag betalen. W anders wil worden zal moeten betalen. RINK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 18