Bouw 600 woningen op Schuttersveld mogelijk' Streekgenoten begeven zich in de smoorslag om het Europees kampioenschap pijproken 1979 was goed archeologisch jaar voor Leiden ï,na ;tad/ regio DRS. S. WILL TIJDENS LEZING OVER WONINGBOUWBELEID: LEIDSE COURANT DONDERDAG 6 NOVEMBER 1980 PAGINA 5 RIJN laags en 2S kiphei eld to sstral le we ren d •eden. ng va en be len, di moete HET IS GELUK, MAAR JE MOET HET WEL BRANDEND HOUDEN! :en - 'Liefd t zatei groots dse a| jhalle rdt gt /an eej ate va) immt De oj Albe] De Het tr) /aan low O) aan inferei) kanvar jren £?27 lorawd [arend rencei vani ia mi; Zatei t in h« idmarl „Houd het brandend zou een bevriende, steeds opwekkende, relatie van ons zeggen. Deze heilwens is volkomen van toepassing op de krachtinspanning van de honderden die komende zondag 9 november in Amsterdam aan de slag gaan om uit te vinden wie het langst 3 gram prima tabak in zijn (of haar; er doen ook ongeveer dertig vrouwen mee) pijp smeulend kan houden. De diepere betekenis van een „eindeloze" pijp kan ik nog niet vatten; de piiproker levert bijna per definitie een gezellig gezicht op, maar er zijn mensen die niet gezellig zijn, doch met een pijp wel positief denken over te komen. Wat mij betreft, dient een pijp tijdig uitgeklopt; anders is ze, dacht ik, niet te genieten. Hoe het ook zij, er zijn hier en daar groepjes pijprokers die, met statuten en reglementen in de hand, van hun rookkringelend tijdverdrijf een sportieve, vluchtige hobby hebben gemaakt. Dezulken komen bij tijd en wijle in rookholen bijeen om elkaar, te pijp en te zwaard, in club- of ander verband de loef af te steken en een titel te verschalken. Iets dergelijks gaat zondag in het Amsterdamse Hilton- hotel gebeuren. Waarlijk geen rookhol, maar wel een vorstelijke entourage voor de Europese Kampioenschappen Pijproken '80. De eigenheimse organisatie, waarvan de tactische leiding zich in Oudewater schijnt te bevinden, is trots. Terecht, neem ik aan. Het is de eerste keer, dat deze Europese kampioenschappen in Nederland worden verrookt door een overstelpend aantal deelnemers: meer dan driehonderd, onder wie ongeveer veertig Nederlanders. De verwerkelijking van één en ander berust bij een stichting, die kort maar krachtig „Pijp" heet. „Pijp" is in feite de federatie van de vijf pijprokersclubs die Nederland rijk is. De auspiciën, waaronder de wedstrijd gehouden wordt, berusten bij het Comité International de Pipe-Clubs (CIPC). Dit Pipe-lichaam (het is Frans, daarom zeggen we Piep) heeft al zes keer eerder dit jaarlijkse evenement uitgelokt. Het is bovendien een sterk „corps": er zijn twaalf landen in vertegenwoordigd, met in het geheel ruim tienduizend aangesloten geestdriftige, maar thuis o zo tevreden, pijprokers. Ook zondag zal het enige doel zijn, zolang mogelijk te roken met die drie gram tabak. Iedereen heeft uiteraard dezelfde kansen: alle deelnemers krijgen eenzelfde nieuwe bruyère pijp, drie gram tabak uit het zakje, een houten pijpstopper en twee lucifers van goede kwaliteit. Het ritueel bestaat vervolgens uit het stoppen van de pijpen, waarna deze op aangeven van het wedstrijd-opperhoofd door allen gelijktijdig worden aangestoken. Dat lijkt niet alleen plechtig, het moet zelfs een feërieke aanblik opleveren, die enigszins aan de Paaswake, met het eensklaps aansteken van kaarsen, doet denken. Degene wiens vermaledijde pijp uitgaat of leeg is, gaat onherroepelijk de laan uit en mag er verdrietig de smoor in hebben. „Jij bent af roept het opperhoofd dan. Nou ja, en wie het langst rookt is dus winnaar van de Europese titel 1980. Dat kan een mister of een miss zijn. Het heet dan wel Europees, de strijd die meer dan driehonderd hobbyisten vredig rokend met elkaar aanbinden, maar er zijn net zogoed pientere Japanners onder. Die liggen ook rokend goed in de markt. Verder heb je liefhebbers uit dertien Europese landen: uit België, Denemarken, West-Duitsland, Engeland, Finland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Polen, Spanje, Tsjechoslowakije, en (halloooo) Zwitserland. Er wordt niet alleen om het langst gerookt om de individuele titel, voor zowel dames als heren, er zal ook door landenteams gestreden worden om het landenkampioenschap. Dat is toch weer eens wat anders, dat elkaar met tabak en rook te lijf gaan. Misschien een tip voor president-elect Reagan, om tijdig af te koelen. Er zal zondag, tussen twee haakjes, heel wat omgaan in signor Viris Vecchi, als de brand erin gaat. Deze Italiaan moet een onnaspeurbaar gevoel voor het wedstrijdpijproken bezitten. Al viermaal was Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag ménsen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. Een beeld van de enkele jaren geleden in Tokio gehouden wereldkampioenschappen pijp roken. hij Europees en zelfs Wereldkampioen. Zijn beste prestatie was bijna ongelooflijk en (dacht men) onnavolgbaar: hij hield eens zijn pijptabak 3 uur, 50 minuten en 50 seconden brandend tot het laatste spoortje vuur. Hij komt in Amsterdam zijn titel verdedigen en aan zijn onbetwist meesterschap verdere luister bijzetten. Niettemin zinkt zijn grandioos uithoudingsvermogen nog in het niet bij wat op 16 maart 1968 door de Fin Yijö Pentkainen werd geflikt. Die vestigde in zijn vaderlandse Kuopio ijskoud, als ware het een futiliteit, het wereldrecord aller tijden in een tempo om doodziek van te worden: 4 uur, 13 minuten en 28 seconden. Het mag eenieder duidelijk wezen, dat dit geen pijproken meer is. Dat is niet meer fijn een pijpje opsteken, maar het resultaat van een wetenschappelijk onderzoek naar adembeheersing (een minuscuul vleugje zuigkracht per minuut of zo) en de gloeicapaciteit van een draadje tabak. Yrjö was gewoon een talentvolle jongen met veel geluk, en dat was-ie. Het startsein in Hilton wordt over een paar dagen gegeven door kortgeknipte doctor Cornelis Berkhouwer, bekend van radio, teevee en uit de krant, tevens ex-voorzitter en lid van het Europese parlement, daarenboven nog Pijproker van het Jaar 1973 en derhalve geen vreemdeling in dit zonderlinge Jeruzalem der pijpisten. Nu hier eindelijk een Nederlandse naam is gevallen, kunnen we nog even doorgaan. Immers, ook Nederland smoort, hier en daar, z'n pijpje wel degelijk mee in de rijen der groten. Het toont misschien wat benedenmaats, maar het Nederlands record pijproken betekent altijd nog ruim een uur in de zenuwen zitten. Dat overkwam recordhouder Jan van der Schaaf uit Snits ofwel Sneek, ook al zo'n nuchtere pijperobbedoes die het 66 minuten en 35 seconden volhield. Dan valt in één adem, als het ware, tegelijk te vermelden de beste Nederlandse prestatie in internationaal verband, geleverd bij de laatste Europese kampioenschappen in 1978 in Bremen (dat vind ik nou weer ongerijmd, want eerder heb ik moeten schrijven dat dit een jaarlijks terugkerend festijn zou zijn, maar ja, de communicatie vlot niet steeds even best), enfin, die uitnemende beurt betrof een derde plaats, na Italië en Zwitserland. Meneer Willem Goudriaan dat is een echte pijpse naam uit, ha. Oudewater, ging in Bremen doodvoorzichtig als zesde over de eindstreep, met een doorgerookte tijd van 1 uur, 25 minuten en 53 seconden. Dan kom ik tenslotte op de inbreng vanuit deze streek, althans regio. In de Europese blauwe rook zullen zondag ook te herkennen zijn: een Rijswijker, een Gouwenaar, twee deelnemers uit Leidschendam (Rinus de Groot en een voor mij onbekende collega), opa Tjibbe de Groot (69) uit Alphen a.d. Rijn, en Freek H. de Graaf uit Leiden. Good old Opa Tjibbe vertel me daar wat van die de godganselijke dag zo'n beetje op z'n tuintje te vinden is, na de lunch, en een kacheltje in het tuinhuisje heeft staan om bij te komen, is een oude rot in het georganiseerde toeback zuigen. Hij kweekt niet alleen de mooiste bloemen, maar werd in het nabije verleden ook nogeens twee keer Nederlands kampioen; laatstelijk in oktober vorig jaar, in 77 minuten, 1 seconde. De eerste maal deed hij er nog langer over; dat was in '75, toen hij met 78 minuten en 59 seconden de anderen met blosjes van schaamte achter zich liet. Hij had de laatste 16 minuten niet eens in de gaten, dat hij in z'n eentje zat te roken, opa Tjibbe; de rest was toen al uitgeteld en aan het bellen van een taxi toe. PTT-ambtenaar Freek de Graaf (51) uit Leiden rookt, uit behoefte, uitsluitend een pijp. Kijk maar eens naast de kachel; daar ligt een hele collectie van dat tuig. Hij is, sinds de oprichting in '73, rokend lid van de Goudse Pijpclub De Moriaan. Zuigt zuinigjens een wedstrijd, naar zijn zeggen, op een redelijk behoorlijk Europees en wereldniveau uit. Freek de Graaf nam eerder, onder plaatselijke toejuichingen, deel aan wedstrijden in Engeland, Duitsland en een paar keer in Zwitserland. Een echte liefhebber dus. „Niet de beste hoor, maar vorig jaar deed ik in Mödlitz, als enige Nederlander, ook mee en ik deed toen over drie gram tabak, op twee onnozele seconden na, een uur. Dat is niet slecht, of wel soms Freek de Graaf bereidt zich mentaal en praktisch enigszins voor op de Europese slag van zondag. Niet overdreven; hij gaat er ook niet echt voor zitten. Maar toch wel met het oog öp Want je kunt nooit weten. Evenals de overige deelnemers kreeg ook potentieel titelkandidaat De Graaf over de post een pakje met 50 gram best te pruimen (kwalitatief gezien) tabak thuisgestuurd. Om alvast te oefenen voor Hilton. Een gefermenteerd aardigheidje van de stichting „Pijp", die haar sportieve leden koestert als haar oogappel. Best leuk, van de „Pijp", maar Freek laat zich niet van slag brengen. Hij denkt zijn eigen tempo te kunnen volgen. Ook Leidenaars kunnen nuchter als een kalf zijn. Zoals hij zegt: „Het blijft geluk hebben, zonder meer. Maar je moet 't wel brandend houden maalti ieer ijn. Hi geschr ,j .[jIDEN De Sleutelstad ft in 1979 een veelheid archeologische 'schat- prijs gegeven. Welke iwinsten zoal in de musea echt zijn gekomen, ver- alt het jaarverslag van de ^eentelijke archeologi- begeleidingscommissie, arvan het eerste exem- lar (tweede jaargang) on- igs aan burgemeester C. .lekoop werd aangeboden, erigens worden volgende rverslagen wellicht nog etaculairder: de verwach ten zijn met name hoog pannen voor wat betreft het mooie, dat na het inleggen van de Bree- boven water komt. aat 1 en ha Ie ben lens de overhandiging van jaarverslag 'Bodemonder- k in Leiden', verklaarde de irzitter van de commissie ir. H.A. Van Oerle, dat de komst niet zonder zorgen moet gezien kan worden. toenemende activiteiten linnen de capaciteit van de jwilligers te overspoelen. Ik van mening, dat onze acti- ïten onder de zorg van de lelijke overheid behoren te in. Er is dringend behoefte een stadsarcheoloog, die als coördinator zou moeten op treden," aldus Van Oerle. De burgemeester echter ontze nuwde de wens van Van Oerle door te refereren aan de mage re beurs van de gemeente. Veel waardevolle attributen zijn louter toevallig aan het licht gekomen. Een bewerkt lederen bovenstuk van een slipper (trippenblad) bijvoor beeld, werd ontdekt toen een kluit aarde van een met bag ger gevulde vrachtwagen rol de. Slechts enkele van derge lijke vondsten zijn in Neder land gedaan. Het onderzoek naar een inheems-Romeinse nederzetting in de Hoge Mors werd ook dit jaar voortgezet. Veel aardewerk werd gevon den. Op het Doelenterrein werd de fundering van de oude stadsmuur alsmede een gedeelte van de voormalige Schutterstoren blootgelegd. Ook bij de werkzaaamheden aan de marktenroute werden tal van oude gebruiksvoorwer pen ontdekt, maar daarnaast ook meer unieke voorwerpen als een pelgrimsampul, gepo lijste botten, sloten (veertiende eeuw), het eerder genoemde trippenblad en tenslotte veer- tiende-eeuwse zwaardscheden. Bij de sloop van 'De Overdek te', de voormalige Mon Père- kerk, bleken achter een dub bele wand verscheidene wand schilderingen in respectabele toestand aanwezig te zijn. Bij het bouwrijp maken van grond aan de Vrouwenkerk- koorstraat werden de funda menten van de 'Onze lieve Vrouwenkerk' ontgraven. On der meer werd het skelet van van de vermaarde weten schapper Scaliger opgegraven en op een waardiger plaats op nieuw begraven. De restaura tie van de Pieterskerk bood een bijzondere gelegenheid om een onderzoek in te stellen naar de voormalige grafelijke kapel, waarover in het jaar verslag alles te lezen is. Ook maakt het jaarverslag in een apart hoofdstuk melding van vondsten van dierenres- ten. De bergingsactie in de zweminrichting 'de Overdek te' komt eveneens in een apart hoofdstuk aan de orde. Het zestig bladzijden tellende jaar verslag is geïllustreerd en ter verduidelijking voorzien van tekeningen. De beschrijving van de vondsten worden in het verslag vaak betrokken in een stukje historische achter grond. Het verslag a 12,50 is voor belangstellenden te koop bij bureau voorlichting van het Stadhuis. het k de selbek van h ■ing v; het ja« Adequa teCare taker voor moeilijk publiek LEIDEN De New Shakes peare Company kon gisten middag de met scholieren gevulde Schouwburgzaal weliswaar niet geheel over tuigen, vaak wisten de spe lers het publiek wel zoveel te boeien dat het zich stil hield. En dat is voor een schoolvoorstelling al heel wat. De in een uitbundige stemming verkerende scho lieren vulden bijna de hele zaal, om naar een Engelsta lige voorstelling van Pinter te kijken, „The Caretaker" ofwel „De huisbewaarder". In het stuk speelt zich een strijd af tussen drie man nen; twee broers die in vele opzichten eikaars tegenpo len zijn, en een zwerver. De laatste is binnengehaald door de zachtmoedige van de twee broers. In plaats van het in hem gestelde vertrou wen te eerbiedigen, probeert de zwerver de twee broers gemee Nieu' jaarlij jnenfo Op een de RJ j IDEN De nota Schuttersveld, die ftse studenten onlangs uitbrachten 'at fouten In de berekening; de totale -■ 'ten van het meest vergaande plan, de j,iw van zeshonderd woningen, komen imerkelijk minder hoog te liggen dan l£ de nota wordt verondersteld. Dit is de g ning van dra. S. Will verbonden aan d Gemeentelijk Grondbedrijf van Am- .r rdam, die gisteren in het Academiege- t iw een lezing hield over het woning- npwbeleid in de Leidse binnenstad. hou 5en gens drs. Will zijn de samenstellers van rapport onnauwkeurig in hun bereke- ,'en geweest. In het rapport wordt mel- □g gemaakt van te verwachten gemeente- kosten zoals bouwrijpmaken van het ein, inrichtingskosten, enzovoort. Enke- van die geplande kosten zijn voor het luttersveld niet van kracht, meent drs. Dit foutje zou ongeveer negen miljoen rijs ersofl Daarentegen zijn er ook berekeningen ge maakt, die nadëlig voor de gemeente uit pakken, zo meent de heer Will. In het rap port wordt namelijk beweerd, dat grond van de woningen per stuk 17.700 gulden gaat op brengen. „Dat is naar aanleiding van richt lijnen bepaald. Maar daarnaast zijn tal van kleine bepalinkjes van kracht. Als dat alles meeberekend wordt, is de opbrengst van de woningen aanmerkelijk minder", aldus drs. Will. De studiegroep van Delftse studenten heeft drie berekeningen gemaakt. Ten eerste een berekening, die uitgaat van veel kantoor ruimte, een hotel en 280 woningen. De ge meente zou aan dat plan zeven miljoen gul den overhouden. Will meent echter, dat doordat de huizen minder opbrengen dan de studiegroep suggereert de winst 4,8 mil joen zal bedragen. Maar door de foute bere kening in de gemaakte kosten komt daar weer een slordige negen miljoen bij. Een prettige meevaller dus. Een tweede plan gaat uit van de bouw van kantoren en 360 woningen. Volgens de nota resulteert dat in en gemeentelijk verlies van twee miljoen gulden. Volgens drs. Will be draagt het geplande verlies zelfs 4,4 miljoen gulden, maar de meevaller van negen mil joen doet het tekort ruimschoots teniet. Iets dergelijks is het geval met het derde plan voor de bouw van zeshonderd wonin gen. Volgens de Delftse rapportage bedraagt het verlies 7,4 miljoen gulden, terwijl dat volgens de heer Will 12,1 miljoen gulden moet bedragen. Zo zou het verlies per wo ning niet een kleine veertienduizend gulden bedragen, maar ongeveer tweeëntwintigdui zend gulden. En dat is een ronduit ongunsti ge ontwikkeling. Maar daar komt de mee valler van negen miljoen weer bij. En als die veronderstelling op waarheid berust, komt de eventuele bouw van de zeshonderd woningen in een geheel ander daglicht te staan. Gunstig voor het vergaande woning bouwplan, wel te verstaan. Tegenstelling De gemeente voelt er veel voor om op het Schuttersveld een groot aantal kantoren te bouwen. Ten eerste levert dat minder ver lies op, dan wanneer slechts tot woning bouw besloten wordt, maar een veel belang rijker argument is, dat kantoren de werkge legenheid in Leiden positief beïnvloeden; zeker op de langere termijn, zo luidt de ge meentelijke verwachting. De omwonenden van het Schuttersveld vinden juist, dat de woningbouw voorrang moet hebben boven kantorenbouw. De schrijnende woningnood in Leiden noodzaakt tot die voorrang. „De gemeente kan haar plannen over de in vulling van het Schuttersveld vrijwel zon der tegenstand doorvoeren, als het verkla rende cijfermateriaal niet duidelijk wordt getoond. Tot nu toe heeft de gemeente een dergelijke financiële verantwoording niet gegeven. De belanghebbende omwonenden zouden daar wel om moeten vragen," con stateert drs. Will. De gemeente zou bijvoor beeld kunnen beweren, dat de bouw van de kantoren niet achterwege kan blijven. Door bouw van kantoren komt immers meer geld in het Leidse laadje. Drs. Will stelt zich voor, dat de gemeente kan beweren, dat verkeersvoorzieningen rondom het Schut tersveld alleen gerealiseerd kunnen worden als de kantorenbouw doorgang vindt. De kans is in dat geval groot, dat de belangheb benden willoos overstag gaan, hoewel de ge meentelijke uitlatingen niet op waarheid hoeven te berusten. Volgens de heer Will zou een dergelijke beïnvloeding van de be sluitvorming kunnen worden voorkomen door het cijfermateriaal en de financiële as pecten glashelder boven tafel te halen. van elkaar te vervreemden, om zo zijn eigen positie ze ker te stellen. Pinters stukken zijn weinig spectaculair in de zin dat er uiteenlopende handelingen op toneel plaatsvinden. Het ver haal speelt zich hoofdzakelijk af in de dialogen, de woordge vechten die de personages met elkaar leveren. De verhoudin gen van de karakters ten op zichte van elkaar zijn geeste lijk, eerder dan lichamelijk. Als gevolg daarvan doet een Pinterstuk nog wel eens sta tisch aan. Volle aandacht ligt op de personages, wat ze zeg gen en wat ze niet doen. De acteur die de zwerver speelde kon die zware verantwoorde lijkheid inderdaad aan. Hij trok knap de aandacht op zichzelf, en hield die ook vast. In zijn spel en tekstzegging wist hij veel nuanceringen te leggen, waardoor hij de dia loog levendig hield. De ak- teurs die de broers speelden worstelden met het Engelse accent dat zij hun personages moesten geven. Bij de oudste broer was dat vaker niet dan wel aanwezig, de jongste broer gaf zoveel aandacht aan het spreken met accent, dat zijn spel er onder leed; het werd slordig en niet geconcentreerd. Door zijn agressieve karakter zorgde hij echter wel voor een paar fraaie actiescènes. Het de cor waarin de acteurs speelden voldeed goed en hielp de juiste sfeer te creëren, evenals de be lichting. De New Shakespeare Com pany heeft in haar voorstelling „The Caretaker" recht gedaan. Of de scholieren er iets van opgestoken hebben is ëen tweede. Velen bleken het stuk niet gelezen te hebben; door de nadruk op het, met accent ge sproken, Engels zal wel het een en ander voor hen verlo ren gegaan zijn. Zowel de to neelgroep als Pinter verdienen dat niet. JACQUELINE MAHIEU

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 5