Een jaar glijden
op een roetsjbaan
Patiënt ondervindt nog geen nadeel van actie specialisten
Kinderbijslag voortaan zelf aanvragen
jiujj'j -
0332H1Ö
-BINNENLAND
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 5 NOVEMBER 1980 PAGINA 1f
(Van een onzer verslaggevers)
TRECHT De ingreep die het ka-
inet wil doen in de hoge salarissen
an medische specialisten zoals
ekend zouden zij tot 80.000 gulden
toeten inleveren in twee jaar
ccft tot gevolg gehad dat de specia-
sten op ruime schaal tot ontevre-
enheidsacties zijn overgegaan, ac
es die volgens de Landelijke Spe-
alisten Vereniging (LSV) ook wel
>gelijk voelbaar zijn. Totnutoe
:eft de patiënt er echter niets van
;merkt en hij zal er voorlopig ver-
oedelijk ook niets van merken. Pas
in wanneer er van een echte on-
rndbare situatie sprake is, zullen de
tecialisten ertoe overgaan hun drei-
iment waar te maken om de patiënt
leen nog tegen directe betaling te
handelen. De patiënten moeten
in maar zien hoe zij hun geld bij
:t ziekenfonds terugkrijgen.
acties hebben zich er vooralsnog toe
(perkt dat de specialisten uit de overle
gorganen stappen, geen medewerking
meer geven aan keuringen enzovoorts, en,
zeggen de specialisten, de overheden, ook
de lagere, beginnen al te piepen. WAO-
trekkers, die moeten worden herkeurd
om voor een lagere uitkering in aanmer
king te komen, moeten nu wachten en
blijven een hoge uitkering krijgen. Het
GAK, de NS, de PTT, de militaire genees
kundige diensten beginnen met de han
den in het haar te zitten. Zo laat „het-ge-
zicht-naar-buiten" van de LSV, stafmede
werker Public Relations G.J. Eikmans,
het uitkomen.
Inderdaad is er praktisch geen Nederland
se artsenorganisatie te vinden, die niet so
lidair is met de specialisten. De huisart
sen, de artsen in dienstverband, de artsen
bij de gemeenschappelijke medische
dienst, de artsen in de academische zie
kenhuizen, ze staan allemaal achter de
specialisten in hun actie tegen de 80.000-
guldenoperatie.
Ondanks die solidariteitsverklaringen valt
er van de acties echter weinig te merken.
Op het ministerie van Volksgezondheid
zegt men nog geen klachten te hebben, bij
de Nederlandse Spoorwegen draait alles
op medisch gebied normaal door, en bij de
PTT zegt men in zoverre last te hebben
van de actie, dat in situaties waarin advies
wordt gevraagd aan specialisten, dit niet
meer wordt gegeven. De artsen in dienst
van PTT echter hebben zich niet aange
sloten bij de actie en verrichten normaal
hun werk. Bij de Landelijke Vereniging
van artsen in dienstverband was geen en
kel commentaar te krijgen op deze vreem
de gang van zaken. We kregen sterk de
indruk dat men de boot voorlopig af wilde
houden.
Inleveren van zoveel is gekkewerk, vin
den de specialisten. Dat is politieke winst
trachten te halen over onze ruggen heen,
zeggen ze. Ze vertrouwen er misschien
ten onrechte op dat het Nederlandse
volk dat best zal begrijpen.
Huishoudboekje
De andere kant van de medaille is echter,
dat. de specialist om tot een hoger inko
men te komen, lang moet werken, hoge
praktijkkosten heeft, en zeer veel moet
investeren om van een redelijk onbezorg
de oude dag te kunnen genieten. Verhel
derend in dit opzicht werkte vorige week
de publicatie van „Het huishoudboekje
van een specialist", waarin een internist,
dr. M.J. Horikx, zijn boeken opendeed.
Daaruit bleek dat een specialist in verge
lijking met een ambtenaar, die 125.000
gulden verdient, maar een karig pensioen
krijgt. Die ambtenaar gaat tegen een lage
premie nu, later met 91.000 gulden per
jaar pensioen strijken, een „goudgerand"
pensioen dus. Toch dient die 125.000 gul
den van dat topambtenarensalaris als ver
gelijkingsgetal voor de vaststelling van
het norminkomen van de specialisten
door het kabinet.
Het is dus op zich niet verbazingwekkend,
dat de specialisten zich verzetten tegen
een snoeien van hun inkomen. Dr. Horikx
verwoordt het zo: „Een inkomensmatiging
van gemiddeld 80.000 gulden in twee jaar
tijd voor de medische specialisten leidt tot
een financiële destructie van de specialist.
De maatregel is onrechtvaardig en komt
voort uit de rechtsongelijkheid en meten
met vele maten. De specialisten hebben
recht op een eerlijke behandeling en poli
tieke winst dient niet ten koste van de
specialisten te worden behaald. Allereerst
moet de aankleding van het norminko
men op de juiste wijze geschieden. Com
promissen of vergelijkingen op politieke
gronden dienen niet te worden aanvaard."
De specialisten begrijpen best, dat ook zij,
net als iedereen, zullen moeten inleveren.
Voorlichter Eikmans: „Zoals het nu gaat
heeft het veel weg van prijsschieten. Wij
hebben aangeboden 13 procent reëel in te
leveren. Wie zegt dat ons na?"
Dienstverband
Maar als dat nu niet geaccepteerd wordt,
wat dan? De acties worden op hoog ni
veau gevoerd. Nogmaals dr. Horikx geci
teerd: „Mocht de minister niet bereid zijn
om onze redelijke en rechtvaardige ver
langens in te willigen, daft lijkt een goede
oplossing dat alle vrij gevestigde specialis
ten dienstverband eisen. De overmatige
werktijden zullen dan snel moeten wor
den afgebouwd, de overbruggingsperiode
kan door een aangepaste toeslag op het
norminkomen worden opgevangen. De
ziekenhuizen dienen dan de praktijkover
drachtssommen te betalen, waardoor de
zittende specialisten hun reeds aangegane
financiële verplichtingen kunnen nako
men om zo een deel van hun pensioen nog
zelf te kunnen opbouwen."
Op zich niet zo'n slechte gedachte natuur
lijk. En passend in de nationale gezond
heidszorg naar verbeterd Engels model.
Maar hoe krijg je die specialisten zover?
7 november doet de president van de
Haagse rechtbank uitspraak in het kort
geding dat de specialisten hebben aange
spannen tegen de staat. De eis van de spe
cialisten is, dat het kabinet de prijsbe-
schikking, die de particuliere tarieven
van de specialisten aan banden legt, in
trekt. Een huzarenstukje op juridisch ge
bied. De dag daarvoor vergaderen de spe
cialisten over de harde maatregelen, die
zullen worden genomen als de rechter
hen in het ongelijk stelt. Vreemd is wel,
dat zij de beslissing van de rechter dan
niet zullen respecteren. Waarom span je
dan een kort geding aan?
uardian-verslaggeef-
er Hell a Pick sprak
i Washington met een
1 n de vrouwen van de
jjzelaars, die zich on-
.inks de optimistische
irichten over een mo-
ilijkc spoedige vrijla-
ng van de Amerika-
en probeert te stalen
'gen nieuwe teleur-
'.ellingen.
VROUW AMERIKAANSE GIJZELAAR OVER AFGELOPEN 12 MAANDEN:
In New York werd
eergisteren een
speciale kerkdienst
gehouden voor de
vrijlating van de gij
zelaars. Mevrouw
Kennedy (midden)
en Barbara Rosen
(rechts), eveneens
de echtgenote van
een van de gijze
laars. hadden na de
dienst een ontmoe
ting met kardinaal
Terence Cook van
New York.
ASHINGTON Al bijna een jaar zit Louisa Kennedy
j een roetsjbaan, zoals ze zelf zegt om haar emoties té
schrijven. De afgelopen dagen heeft ze daar heel hoog
gezeten, hoger waarschijnlijk dan ooit tevoren sinds
ar echtgenoot Mike werd gegijzeld in de Amerikaanse
tibassade in Teheran. Zij is een evenwichtige, duidelijk
ticulerende vrouw. Ze redeneert dat Iran, verwikkeld
een een oorlog met Irak, tenslotte het punt heeft be-
ikt dat de autoriteiten ervan overtuigd zijn geraakt
it het in hun nationale belang is om de gijzelaars te la-
n gaan en dat het land uit zijn internationale isole
ent verlost wordt. „Ik ben ontroerd en heb grote ver
achtingen. Maar natuurlijk, ik probeer nieuwe teleur-
ïllingen voor te zijn."
I hele Verenigde Staten
'kt uit naar nieuws over de
ielaars. Voor de families in
vestie is het bijna ondrage-
geworden, vooral nu er ge-
chten zijn dat ze vrijgelaten
uden kunnen worden in
.oepjes en sommigen achter
houden kunnen worden om
b spionnen terecht te staan,
et is duidelijk dat niemand
n de verwanten het een
ettig idee vindt, dat een van
n naasten tot die laatste
>ep zou kunnen behoren.
ationaal belang
uisa Kennedy zegt dat zij
h al de tijd gestaald heeft
jen het idee, dat op ieder
iment het nationale belang
kunnen botsen met de vei-
e terugkeer van Mike. Dat
terwille van het nationale
lang zou kunnen worden
geofferd. „Ik probeer daar
•t te veel aan te denken. Ik
b het niet besproken met fa
lieleden van andere gijze-
irs. Maar ik denk er voort
rend aan en ik weet dat
jn man er zich al in decem-
bewust van was, toen hij
i eerste brief schreef en hij
1 weten dat hij er volstrekt
lm onder bleef."
eerste dagen van de gijzt-
g waren het moeilijkst,
uisa: „Ik zou dit jaar niet
doorgekomen, als ik met
terheid door het leven was
;aan. Ja natuurlijk vraag ik
of de Amerikaanse politiek
iers had moeten zijn; of dit
I had moeten gebeuren,
ar we weten daar echt het
woord nog niet op. In een
ugblik zal het nemen van
elaars zeker worden gezien
een bizarre voetnoot bij een
>fdstuk, dat we nog niet
ledig begrijpen".
„Maar ik heb mijzelf van be
gin af aan proberen te overtui
gen dat ik me moest dwingen
positief te zijn en mezelf moest
bezighouden in plaats van te
tobben. Ik heb een dagboek
bijgehouden. Ik zal een boek
•schrijven. Ik ben sterk veran
derd in dit afgelopen jaar. Ik
heb geleerd hoe een regering
werkt, hoe de media werken.
Ik zou kunnen besluiten om
de buitenlandse dienst in te
gaan. Of ik zou mee kunnen
doen aar? de verkiezingen voor
het Congres of voor de televi
sie gaan werken", zo zegt zij.
In stand houden
Louisa denkt dat de overleg
groep van verwanten in stand
gehouden moet worden wan
neer de gijzelaars worden vrij
gelaten, omdat ze advies kan
geven in toekomstige, soortge
lijke situaties. Maar terwijl we
praten, houden de gijzelaars in
Iran haar bezig. Ze praat zon
der zich dat goed bewust te
zijn, in termen van de terug
keer van haar man. Ze ont
kent echter dat ze naar Wies-
baden zal gaan om daar haar
man op te wachten.
Louisa: „Voor de gijzelaars
moet het een terugkeer zijn als
van de maan. Ze zullen zich
opnieuw moeten aanpassen.
We zullen met elkaar spreken
via de telefoon en, natuurlijk,
als hij er echt van overtuigd is
dat ik bij hem moet zijn, neem
ik het vliegtuig naar Duits
land. Maar onze overleggroep
heet in augustus al afgespro
ken dat hun bij terugkeer een
adempauze gegund zou moeten
worden. Een goede start is be
langrijk."
Louisa Kennedy heeft slechts
een brief ontvangen van haar
echtgenoot sinds april. „Het
was een grappige, gezonde
brief, die mij oppepte. De te
rugkeer van Richard Queen,
de gijzelaar die mocht terugke
ren omdat hij leed aan multi
ple scelerose was opnieuw een
grote steun voor alle families."
Mevrouw Kennedy heeft het
jaar dat haar man gevangen
zit, verdeeld in verschillende
fasen. Er waren de eerste da
gen, toen men nog dacht dat
de gijzelaars spoedig vrij zou
den komen. Dan werd het ge
leidelijk aan met Kerstmis
duidelijk, dat het allemaal lang
zou kunnen gaan duren. In de
lente werden er door de Vere
nigde Naties stappen gedaan
om de vrijlating van de gijze
laars te bespreken. Ze misluk
ten. Ze ging, om terug te ko
men op het door haar zelf ge
kozen beeld, steil omlaag op de
roetsbaan.
Contacten
Naarmate de gijzeling langer
duurde gingen de families
meer contacten met elkaar on
derhouden. Ze brachten samen
een zomervakantie door. Me
vrouw Kennedy ging met drie
anderen naar Europa om de
Europeanen er toe te bewegen
de sancties tegen Iran te on
dersteunen. Ze kwam er ook
achter dat de de Europeanen
dubbelzinnig waren ten aan
zien van de sancties, niet in de
laatste plaats omdat zij grote
belangen hadden, te verdedi
gen in het Midden Oosten.
Hoe staat Louisa Kennedy te
genover het feit dat de gijze
laarskwestie een onderwerp is
geworden in de verkiezings
campagnes? Ze is haar leven
lang al Republikein, maar ze
lijkt Reagan te berispen. „Het
feit dat Carter er niet eerder
in is geslaagd de gijzelaars vrij
te krijgen tegen hem uitspelen,
dat vind ik oneerlijk. Het is
een probleem dat geen enkele
president zou kunnen oplossen
zonder de medewerking van
de Iraniërs, voor wie de gijze
laars eveneens een politiek on
derwerp zijn geworden."
HELLA PICK/THE GUAR
DIAN
5DOM BREDA:
iat geen dode
eren zien bij
ubertusviering
•EDA Het bisdom Bre-
heeft de pastores geadvi-
rd het gebruik af te
affen om tijdens St. Hu-
tusvieringen in katholie
kerken dode dieren te la-
zien.
|elopen zondag kwam het
ens een Hubertusmis in de
uwsche Plantage tot een
Ident. Vier leden van Kri
ll Faunabeheer demon-
Ierden buiten de kerk tegen
afschieten van wild ten be-
ve van een kerkdienst. Een
lerwachtmeester van de
spolitie meende dat een
I de leden in de kerk foto-
feerde en verwijderde deze
n. De politieman greep ook
toen een NCRV-medewer-
1 een interview afnam van
I van de initiatiefnemers
I de Hubertusviering.
DEN HAAG In de rege
ling voor de uitbetaling
van kinderbijslag komt in
het nieuwe jaar een wijzi
ging, die voor vele werkne
mers van wezenlijk belang
kan zijn omdat ze langer
op hun geld moeten wach
ten. Het is voor hen wel
zaak, daarmee rekening te
houden bij het plannen van
uitgaven, die men met de
kinderbijslag wil betalen.
De verandering houdt ver
band met het feit, dat er
sinds 1 januari 1980 nog
maar één kinderbijslagwet
bestaat, de algemene kinder
bijslagwet (AKW). Volgens
de oude tekst van die wet
kon iedereen aanspraak ma
ken op kinderbijslag vanaf
het derde kind. Daarnaast
bestond er nog een kinder
bijslagwet voor loontrekken-
den (KWL), die werknemers
recht op bijslag gaf voor het
eerste en tweede kind. En
dan was er nog een kinder
bijslagwet voor kleine zelf
standigen met een laag inko
men, die eveneens recht op
bijslag gaf voor de eerste
twee kinderen.
Al die wetten zijn begin dit
jaar samengevoegd tot een
volksverzekering, ook AKW
geheten, die iedereen die in
Nederland woont recht geeft
op kinderbijslag vanaf het
eerste kind, of hij in loon
dienst is of niet. De bijslag
moest altijd al bij de Raad
van Arbeid worden aange
vraagd, die ook voor de uit
betaling zorgde. Die Raad
van Arbeid is ook nu met de
uitvoering van de wet belast
gebleven. Er waren echter
werkgevers, aangeduid met
zelfdoeners, die als tussen
personen optraden. Dit hie"
in, dat de loontrekkenden
hun aanvrage bij de werkge
ver indienden, van hem aan
het einde van het kwartaal
(soms ook aan het einde van
de maand) bij het loon de bij
slag kregen, waarna de
werkgever „afrekende" met
de Raad van Arbeid. De
werkgever schoot dus de bij
slag voor.
Aan dat zelf-doen komt nu
een einde. Iedereen moet
voortaan elk kwartaal zelf
zijn kinderbijslag aanvragen
bij de Raad van Arbeid, ie
dereen krijgt voortaan recht
streeks van die Raad van Ar
beid de uitkering. Sommige
werkgevers zijn op 1 oktober
j.l. als zelfdoener gestopt, an
deren doen dat op 1 januari
a.s. Dat betekent, dat hun
loontrekkenden op die data
voor de laatste keer de kin
derbijslag in het loonzakje
hebben aangetroffen, resp.
zullen aantreffen. En dat ze
op 1 januari resp. 1 april aan
staande net als ieder ander
rechtstreeks de bijslag moe
ten aanvragen op formulie
ren, die bij de Raad van Ar
beid en op de postkantoren te
verkrijgen zijn.
Daarna is het een kwestie
van afwachten wanneer men
zijn geld krijgt. De Raden
van Arbeid worden aan het
einde van elk kwartaal over
spoeld met duizenden aan
vragen en dat betekent, dat
er tussen aanvrage en uitbe
taling wel een maand kan
verlopen, in sommige rayons
nog wel meer tijd. Wie dus
gewend was hunkerend uit
te kijken naar de laatste dag
van een kwartaal omdat er
dan een mogelijkheid was om
wat extra geld te besteden,
moet voortaan wat langer ge
duld hebben. Het is wel zaak
de aanvraagformuleren zo
snel mogelijk na afloop van
het kwartaal in te dienen,
want de Raden van Arbeid
plegen de aanvragen te be
handelen in de volgorde van
binnenkomst en wie het eerst
komt wordt dus het eerst be
diend.
Volledigheidshalve moet
hieraan worden toegevoegd,
dat de nieuwe regeling ook
gaat gelden voor het over
heidspersoneel. Het had
voorheen een eigen toesla
gregeling, die maandelijks
werd geëffectueerd. Nu val
len de ambtenaren ook onder
de algemene kinderbijslag
wet. Dit jaar gold voor hen
echter een overgangsrege
ling, een soort voorrangsbe
handeling door de Raden van
Arbeid, zodat ze de kwartaal-
uitkeringen al kregen (en
nog één keer krijgen) voor
dat het kwartaal om was,
maar na 31 maart 1981 moe
ten ze net als iedereen aan
vragen en net als iedereen
afwachten, wanneer het geld
binnenkomt.
De krant heeft altijd gelijk
Men is er tot op heden niet of nauwelijks in geslaagd
om van onze dagbladen feilloze instrumenten te
maken, die het wel en wee van gans de schepping
registreren. Het komt bijvoorbeeld regelmatig voor
dat een blonde dame onder het kopje „fancy fair voor
derde wereld" de kolommen binnensluipt, die in feite
gitzwart Is. Later belt haar man met een krop vol
woede naar de krant om luidkeels te wijzen op deze
kleurbestendige misser. Het zij hem bij voorbaat al
vergeven, want de goede man heeft er geen benul
van. wat er allemaal vastzit aan het maken van een
krant.
Weet hij veel van de smart en de moeite, die tientallen
landgenoten in de bloei van hun leven elke dag weer
voor de abonnees en de kopers van losse nummers
over hebben om die baaierd van ellende op een
smakelijke en overzichtelijke wijze trouw op te
dienen? Nee, die eigenheimer weet alleen, dat zijn
vrouw hoogblond is niet voor niets noemt hij haar
in speelse buien „mijn korenschoofje" en voor de
rest kan de wereld hem gestolen worden.
Maar wat heeft zo'n redacteur daar nou mee te
maken? Hij krijgt 's morgens op zijn nuchtere maag
dat stomme bericht over die fancy fair voor zijn neus
en gapend schrijft hij er een berichtje over. Op
dezelfde wijze, waarop zijn collega aan het andere
bureau een opening voor pagina een componeert
rondom de vrijlating van enkele hoogbejaarde
grijsaards die zeventig jaar geleden door een verward
hoofd in gijzeling zijn genomen.
Want zo werkt dat bij een krant: nieuws is nieuws. En
dan doet het er niet toe of zo'n mens nou blond of
zwart is. Ais de redacteur toevallig een diepe afkeer
heeft van zwart haar, schrijft ie dat ze blond is. Een
rectificatie in het volgende nummer scheelt hem in elk
geval weer een hoop werk.
Nee, de mensen maken zich veel te druk over
futiliteiten. Als ze bijvoorbeeld een vergadering
uitschrijven voor maandagavond en zaterdags staat er
in de krant, die ie voor dinsdag is belegd, moet de
secretaris niet gelijk naar de telefoon rennen. Dan is
het wellicht nuttig, dat hij zich eerst afvraagt, waarom
die verslaggever „dinsdag" heeft geschreven.
Laat ie vooral niet denken, dat het een slordervos is,
die de nacht tevoren met wat dubieuze vrienden heeft
zitten slempen in een nachtlokaal. Dat is wel zo, maar
dat is het punt niet. Het punt is, dat deze
hardwerkende journalist die u notabene niet eens
kent en geen flauw benul heeft over de zaken, waar u
op die vergadering over wenst te praten, niettemin
zeer begaan is met uw lot. Daar kijkt u van op, is het
niet, maar neem maar rustig aan, dat het in de
krantenwereld wemelt van dat soort goedzakken.
„Maandag", denkt die journalist, „is een verrekte
slechte dag om bij elkaar te komen. De mensen
zullen, vechtend tegen het drilpuddinkje van de
zondagse maaltijd, als zoutzakken naar de spreker
luisteren. En op die manier is de bijeenkomst bij
voorbaat al mislukt".
Wat doet ie dus: hij schrijft, dat die vergadering op
dinsdag is. Begrijpt u het nu een beetje: hij wil u
hiermee een stille wenk geven:„jongens, geloof een
ouwe vergaderrot nou maar op zijn woord. Ik zeg het
je van vriend tot vriend, vergeet die maandag nou
maar".
Maar die sukkels van de kruideniersbond „De grauwe
puntzak" en van de slagersfederatie „Mag het een
onsje meer wezen, mevrouw", snappen er geen ros
van en klagen alleen maar. dat het een vodden-krant
is.
En als een journalist meent te moeten schrijven „de
heer J. Jansen knipte het lint door", terwijl de man al
64 jaar bij de Burgerlijke Stand bekend is als A.
Jansen, dan moet ook die man niet gelijk op zijn
achterste benen gaan staan. Want wat is immers de
bedoeling van deze journalist? „Goede heer Jansen",
wil hij er alleen maar mee zeggen, „alle dingen op dit
ondermaanse zijn betrekkelijk. En of u nou A. Jansen
of J. Jansen heet. Tot stof zult u onherroepelijk toch
eens vergaan".
Kijk, als di rantenlezer het nu eeps van die kant
bekijkt, wordt een krant opeens veel waardevoller. U
kunt nu zelf wel vinden, dat die letter A voor uw naam
belangrijk is. Maar de andere mensen kennen u
slechts als „die man met die rot snor".
Begrijpt ge nu, waarom die journalist gelijk heeft met
zijn verschrijvingen? Ge moogt nog verheugd zijn, dat
ge uw naam niet volledig verhaspeld in de kolommen
terugvindt. Want het interesseert niemand dat u
Jansen heet.
Nog idealer zou het natuurlijk worden, wanneer de
journalistiek in het geheel geen raakvlakken meer zou
hebben met de werkelijkheid. De verslaggevers
zouden dan eerst moeten schrijven en dan pas ter
plaatse gaan kijken, of het klopt. „Carter en Reagan
debatteren vanavond in het Nutszaaltje in
Stompwijk", zou de redacteur buitenland op een
gegeven moment publiceren. En als die twee vogels
vóór vijf nog geen aanstalten hebben gemaakt om af
te reizen, zou de Amerikaanse correspondent met een
knokploeg beide heren ophalen om hen gekneveld
naar Stompwijk te brengen. Want de heren weten ook
donders goed, dat de krant altijd gelijk heeft. En ze
moeten er dus geen potje van maken.
En als uw dagblad zwart op wit meldt, dat de
christelijke bond van telers van siergewassen pas
zaterdag bijeenkomt en niet morgen, zoals ze zelf
hebben aangekondigd, dan moet een groepje
gewetensbezwarden van de Mobiele Eenheid met
traangas en knuppels morgenavond die luidjes uit het
bovenzaaltje van Monopole ranselen.
Op die manier wordt het tenminste weer lonend voor
journalisten om bij een krant te werken.
Het schrijven op zich geeft hem immers al lang geen
bevrediging mee. Maar die correctie de volgende dag.
Dat is voor hen nog steeds een feestelijke
gebeurtenis.