Tesca kwispelt er vrolijk op los Bejaarden grijpen te gemakkelijk naar pillendoosje Gouden jubileum Sint Jansschool hond zoekt: huis SPECIALISME GERIATRIE MOET HOOGNODIG WORDEN ERKEND STAD/REGIO LEIDSE COURANT ZATERDAG 1 NOVEMBER 1980 PAGINA 5 DEN HAAG Het is een bekend feit dat over het algemeen bejaarden meer gebruik van me dicijnen maken dan anderen. Dat is ook wel logisch want met de tijd komen de gebreken. Veelal komt het voor dat op het nachtkastje pilletjes voor dit en poedertjes voor dat, keu rig netjes op een rijtje staan. Maar is het alle maal wel zo goed? Zijn al die medicijnen wel nodig of wordt er wel op de juiste manier ge bruik van gemaakt. Wordt het niet eens tijd dat dit alles onder de loupe wordt genomen? De Wereldgezondheidsorganisatie vond van wel en organiseerde in september in Genève voor de eerste maal een congres over het onderwerp: me dicijngebruik door bejaarden. Huisartsen, specia listen, pharmacologen en apothekers uit een groot aantal landen van de wereld, kwamen na vier da gen discussiëren tot de conclusie dat het hoog tijd wordt dat de regeringen en werkers in alle cate gorieën van de gezondheidszorg, zich veel meer in de bejaarden moeten gaan verdiepen en dat het broodnodig is veel en goede voorlichting te geven omtrent het gebruik van medicijnen bij deze groep. Want wat dat betreft is het in veel landen, inclusief ons land, bar gesteld. Met alle gevolgen vandien. Nederland was vertegenwoordigd door de arts dr. A.K.C. Burger, directeur van de Gemeentelijke Dienst Verpleging en Verzorging in Den Haag. Van alle ervaringen die hij in Genève heeft opge daan, sprongen er drie onderwerpen uit: veel wer kers in de gezondheidszorg behandelen bejaarden op dezelfde manier als anderen; de zogeheten „therapietrouw" is ver te zoeken, vaak wordt de schuld ten onrechte aan de bejaarden zelf gege ven; het zonder voorschrift gebruik maken van medicijnen neemt toe, en kan gevaarlijke gevol gen hebben. Dr. Burger: „Het is eigenlijk onbegrijpelijk dat er in een vergrijzend land als Nederland het specia lisme geriatrie en/of verpleeghuisarts nog niet is erkend. Er is om precies te zijn één hoogleraar in de gerontologie. Maar de bejaarden vormen wél een groep die een hele andere behandeling ver dient. Hoeveel kinderartsen kent ons land niet? Dat is toch ook een groep mensen die je niet de zelfde behandeling geeft? Je geeft een kind toch ook niet dezelfde dosering medicijnen? En zo moet het ook bij bejaarden. Om een voorbeeldje te noe men: de nieren en de lever zorgen ervoor dat de medicijnen uit het lichaam verdwijnen. En juist deze twee organen kunnen bij veel bejaarden minder functioneren. Dus neemt een bejaarde een slaaptablet in, dan is deze bijvoorbeeld niet binnen 8 uur uitgewerkt, maar pas na 48 uur of soms zelfs pas na 72 uur. Maar als men iedere avond voor het slapen zo'n tabletje inneemt, dan stapelt het zich alleen maar op en ontstaat een soort suffigheid. Pharmaceutische fabrieken kunnen hier rekening mee houden, door de dosering in sommige genees middelen te verlagen. Ook artsen dienen een lage re dosering op het receptje te zetten. Bovendien moeten alle categorieën werkers in de gezond heidzorg al in hun studietijd extra kennis worden bijgebracht over de bejaarden met hun specifieke problemen". Dr. Burger: ..Al In studietijd extra kennis over bejaardenproblematiek bijbrengen... Therapietrouw Het opvolgen van de voorschriften zoals die op de doosjes van de medicijnen staan, levert vaak pro blemen op. Ongeveer 25 tot 50 procent van de be jaarden „licht de hand" met het innemen van me dicijnen. Dus de patiënt zou He schuldige zijn? „Nee hoor", verdedigt dr. Burger, „vaak wordt ten onrechte de schuld op de patiënt geschoven. Het is voornamelijk een gebrek aan goede voorlichting. Stel je voor: een patiënt komt bij de dokter, deze schrijft hem een receptje voor, drie maal daags een capsule, en verwijst hem vervolgens naar de apotheker. Daar onvangt hij een miniscuul doosje met nog kleinere voorschrift. Maar wat is drie maal daags?: 's morgens voor het eten, 's middags na het eten en 's avonds voor het naar bed gaan? Of misschien iets anders. En hoe moet het worden ingenomen? Met melk, water of is een alcoholhou dende drank ook geen bezwaar? Hierin moet in de eerste plaats natuurlijk de huisarts voorlichting geven. Hij moet de tijd nemen alles rustig door te praten. Het is ook goed dat men met z'n tweeën naar de arts gaat, want twee weten nu eenmaal meer dan een. De arts moet duidelijk vertellen op welk tijdstip het medicijn moet worden ingeno men. Verder is het aan te bevelen dat apothekers spreekuur houden waarin de patiënt al- medicijn kan vragen". Gewoon Nederlands Ook de duidelijkheid van de bijsluiters laat te wensen over. Meestal wordt gebruik gemaakt van mediche termen en woorden. Interessant voor de arts en de apotheker natuurlijk, maar de patiënten hebben er weinig aan. Normaal Nederlands is dus geboden. Dr. Burger: Wanneer de bijsluiter in goed leesbaar Nederlands wordt geschreven maakt de patiënt minder fouten. Waarom gebrui ken we het woord „capsula" en noemen het niet gewoon „staafje". Want dat is het toch uiteinde lijk. En geef aan bejaarden grote doosjes met een duidelijk getypt voorschrift en niet een met de hand geschreven onleesbare krabbel. De overheid moet er op gaan toezien dat de bejaarden wat dit betreft goede voorlichting krijgen Een ander punt dat tijdens het congres werd be sproken was het voorschrijven van bepaalde me dicijnen die, zeker bij bejaarden, gevaarlijke ge volgen kunnen hebben. Middelen als Mogadon, Librium en Valium kunnen een „versuffend" en een spierverslappend effect hebben. Bij bejaarden waarbij, zoals gezegd, de medicijnen zich in het li chaam kunnen ophopen, kan dat betekenen dat er een ongewenste versuffing en een spierzwakte kan optreden. Voor mensen die geestelijk toch al zwak zijn is dit funest. Dr. Burger: „In het ver pleegtehuis waar ik aan verbonden was werd een vrouw binnengebracht die zwaar dement leek. Let wel: léék, want nadat ik het medicijngebruik had stopgezet knapte zij op en kon gezond en wel het tehuis verlaten. De door medicijnen veroor zaakte spierzwakte kan bij bejaarden, die zich toch al vaak moeilijk voortbewegen, aanleiding geven tot valpartijen en zelfs botbreuken. We moeten de mensen zichzelf laten afvragen waar om ze die medicijnen slikken. Indien een bejaarde bijvoorbeeld overweegt een slaaptablet te nemen, is het goed dat hij zich realiseert dat het voor be jaarden een gebruikelijke zaak is dat ze wat moei lijker inslapen en soms wel eens een kwartiertje wakker liggen. Uit het voorafgaande is het duide lijk dat men dan beter een boek kan pakken of wat naar de radio gaat luisteren in plaats van der gelijke tabletten te gaan slikken met alle risico's vandien. Veel bejaarden weten niet dat zij veel minder nachtrust nodig hebben dan niet-bejaar- den" „Bovendien moeten artsen goed weten wat ze pre cies voorschrijven. Tijdens het congres kwam ook naar voren dat een heleboel pharmacologen het sterke vermoeden hebben dat de werkzame pro- dukten in Mogadon, Librium en Valium minimaal verschillen". (In sommige ziekenhuizen wordt Mogadon in grote hoeveelheden uitgedeeld, ter wijl men voorzichtig is met het voorschrijven van Librium, red.) Er zijn dus miljoenen verdiend aan produkten die bijna hetzelfde zijn". Zelf-medicatie Veel bejaarden nemen bij klachten even een aspe- rientje of een poedertje die ze zo bij de drogist of apotheek kunnen kopen. Of ze lenen een pilletje van iemand die dezelfde klachten heeft en daar voor wel naar de huisarts is geweest. Ook dit kan levensgevaarlijk zijn, want zelfs een onschuldige pijnstiller kan maagbloedingen veroorzaken. Dr. Burger: „Iemand die trombosetabletjes moet slik ken en dit gaat combineren met een pijnstiller loopt de kans een gevaarlijke bloeding te krijgen. Of een ander geval uit de praktijk: een 72-jarige vrouw had pijn in de borststreek. Ze dacht dat het met een asperientje wel over zou gaan. Dat ging niet. Ze kreeg wel een maagbloeding. Wat de pijn in de borst betreft bleek later in het ziekenhuis dat ze een hartinfarct had gehad. Ook het gebruik van laxeermiddelen is aan de orde van de dag. Wanneer iemands stoelgang ook maar een beetje afwijkt wordt er te snel naar een laxeermiddel ge grepen. Het is goed te weten dat een „normale stoelgang" voor de een betekent dat hij één maal per dag naar het toilet gaat en voor de ander bete kent dat drie maal per week. Veel bejaarden zijn ongerust indien ze niet één maal per dag ontlas ting hebben gehad. Deze ongerustheid is niet no dig. Wat van belang is, zijn afwijkingen van het ontlastingspatroon zoals men dat. in de voorgaande jaren heeft gehad. Komen deze afwijkingen voor, dan dient men naar de huisarts te gaan. Om vast te laten stellen dat er geen ernstige oorzaken aan wezig zijn die het afwijkende ontlastingspatroon veroorzaken. Vindt de huisarts geen afwijkingen dan hoeft ér nog geen laxeermiddel te worden ge bruikt. Haal eerst de voedingsmiddelen die de ontlasting tegengaan bijvoorbeeld thee, rijst, ka- neelbeschuitjes) eruit en gebruik stoffen die de stoelgang bevorderen (fruit, bruinbrood, zemelen, enzovoort) Helpt dit alles niet dan kan een laxeer middel worden gebruikt. En wel een die niet zo schadelijk is. Maar waarom gaan die bejaarde mensen liever naar hun buurvrouw om een aspe rientje of laxeermiddel te lenen? Omdat ze slecht ter been zijn, hardhorend zijn of slecht kunnen zien en dit belemmert de gang naar de huisarts, die veelal nog een eind uit de buurt is gevestigd. Daarom is het voor de bejaarden die zelfstandig wonen, belangrijk dat ze een huisarts en apotheek in de buurt hebben. Wat dat betreft bieden ge zondheidscentra geen ideale oplossing". „Maar ook voor de toenemende zelf-medicatie geldt: voorlichting. Er word op scholen goede voorlichting over eetgewoonten gegeven. Dat moet ook voor bejaarden worden geregeld." Tijdens zijn toespraak in Genève citeerde Dr. Bur ger een verklaring van de Engelse arts Sir Wil liam Osier die in 1891 zei: „Het verlangen naar medicijnen is wellicht het meest kenmerkende verschil tussen mensen van dieren". Een opmer king die in 1980 nog meer waarheid bevat. Het wordt hoog tijd dat deze opmerking weerlegd kan worden. Niet alleen voor de gezondheid van de vele bejaarden, maar voor iedereen die ook maar een beetje om zijn lichaam geeft. LOEK MOOR De feestvierende leerlingen en leraren van de St. Jansschool op het schoolplein. LEIDEN De St. Jansschool aan het Bizet- pad bestaat vandaag 25 jaar. De gouden school is een LOM-school (leer- en opvoe dingsmoeilijkheden), waar momenteel on derwijs wordt gegeven aan 119 kinderen in leeftijd variërend van zes tot veertien jaar. Ter gelegenheid Van dit jubileum wordt met de leerlingen maandag feestgevierd. Ook voor de ouders is een en ander georgani seerd. natuurlijk de leslokalen." Een LOM-school is bedoeld voor kinderen die om zeer verschillende redenen de basisschool niet aankunnen. De heer Schenk: „Er bestaan veel vooroordelen ten opzichte van kinderen op een LOM-school. Veel mensen hebben het idee dat een LOM-school een school is voor 'domme' en 'agressieve' kinderen. Dat is niet terecht. Deze kinderen zien er net zo uit als andere kin deren. Zij beschikken over een behoorlijke in telligentie. Het zijn kinderen die moeite hebben met concentratie, faalangsten hebben of zich slecht kunnen oriënteren wat betreft tijd en ruimte. Ook kinderen die een ontwikkelings achterstand hebben, omdat zij langdurig ziek zijn geweest, vind je hier. Deze kinderen zijn meestal wel praktisch ingesteld. Wanneer zij de St. Jan verlaten, gaan zij dan ook vaak naar het technisch onderwijs." Hij vervolgt, nadat hij twee leerlingen aan een handtekening op een soort diploma geholpen heeft: „Ook het idee dat deze kinderen alles wat zij tegenkomen slopen is onjuist. Sommigen zijn wel wat ongedurig maar er zijn er ook, die juist heel erg terugge trokken zijn en moeilijk contacten kunnen leg gen. Dit .onderwijs wil deze kinderen op weg helpen." Voor een niet-onderwijskundige lijkt er inderdaad geen verschil te bestaan tussen deze kinderen en de leerlingen van een 'nor male' basisschool: tijdens het speelkwartier wordt er net zo gevoetbald en rondgehold. r LEIDEN De hond van deze week, Tesca, is een re cordhoudster. Zij zit het langst van alle honden in het asiel. De ellende is voor haar niet zo erg groot, want zij zit pas een maand in een hok op een nieuwe baas te wachten. Dat zij toch het re cord in handen heeft, wordt veroorzaakt door het feit dat er momenteel zeer weinig honden en katten in het asiel te vinden zijn. De die renliefhebbers in Leiden en omgeving slaan dus gere geld toe en niet veel mensen zien blijkbaar aanleiding on hun hond of kat om welke reden dan ook naar het asiel te brengen. Tesca is een bouvier. Geen ge wone want zij is een bastaard. Opvallend aan haar is haar staart. Degenen, die het blijk baar nodig vinden om dit soort honden van hun staart te 'ver lossen' hebben bij Tesca tot dusver geen kans gehad. En waarom ook? Een staart is een nuttig ding voor een hond en het toont nog vrolijk ook. Tes ca is niet meer één van de jongste honden, zij is zes jaar oud. Zij is in het asiel terecht gekomen doordat haar vorige eigenaar genoeg van haar kreeg. Op een dag zou zij opeens zijn gaan bijten. Het is best mogelijk dat Tesca gezien haar leeftijd niet meer alles accepteerde van de kinderen in dat gezin. Daarom zou het ook beter zijn voor deze hond als zij bij een baas in huis te recht komt, die geen kleine kinderen over de vloer heeft. Tesca wordt soms een beetje zenuwachtig van kleine kinde ren. Grotere kinderen zo van af een jaar of twaalf, die haar wat meer haar gang laten gaan, zijn geen bezwaar. Tesca is een rustige hond, maar wel waaks. Zij is huise lijk en vriendelijk maar houdt niet van al teveel drukte. An dere honden of poezen in huis vindt zij best. Daar zal zij geen ruzie mee zoeken. Autorijden is een fenomeen waar zij niet van houdt. Zij is dus minder geschikt voor iemand die van plan is haar veelvuldig mee op reis te nemen naar familie, vrienden en bekenden. Zoals de meeste bouviers heeft zij een zwarte vacht. Op haar kop rondom haar bek is zij echter lichtbruin gekleurd, terwijl over haar hele lichaam grijze haren zich een weg ba nen naar het daglicht. Zij heeft normale 'bouvier-oren' en haar schofthoogte is onge veer 45 centimeter. Nanouk De poes die vorige week deze rubriek sierde, heeft niet veel geluk gehad: Zij zit nog steeds in het asiel en dat is toch jam mer. Nanouk is een prachtige witte angora met lichtblauwe ogen. Dat zij niet geschikt is om als schootpoes te fungeren mag toch niet tot gevolg heb ben dat er in Leiden en omge ving niemand te vinden is, die haar onderdak wil geven. Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... tenzij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek beschre ven honden zijn óf gevonden, óf door hondenbezitters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopende re denen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook vols lagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschreven die ren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur onder gaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 60 gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geopend di. t/m vr. 10-12 en 14-17 uur, za. 10 tot 12 en 14-16 uur. Zondag en maandag gesloten. E|||fr. 'L. Tesca Is vooral een vriendelijk dier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 5