Oudste bewoners Amerikaans continent vernederd en van eer beroofd 1 Russelltribunaal over Indianen Reservaat voor bedreigd Przewalskipaard in Flevoland Het Russelltribunaal, ge noemd naar de Britse mathe maticus en filosoof Bertrand Russell (1872—1970) die voor verwerkelijking van de mensenrechten heeft gestre den, zal zich van 24 30 no vember in de Doelen in Rot terdam bezig houden met de problematiek van de India- nenpopulaties in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Een problematiek die, hoe kan het haast anders, gecon centreerd is op de eeuwen lange vervolgingen, verdrags- ROTTERDAM Dertig, mogelijk veer tigduizend jaar geleden trokken zij, kleine groepen nomadische jagers, uit het hedendaagse Siberië over de Be- ringstraat. Zij bleven in het voetspoor van het wild dat zij voor hun levens onderhoud nodig hadden en zij leef den verder van wat de natuur voor hun voeten liet groeien. Jagers en ver zamelaars waren zij en in de verte verwant aan dat indrukwekkende ja gersvolk, de Cro Magnon, dat zulke wondermooie tekeningen in de onder grondse krochten van de Pyreneeën heeft nagelaten. Vóór hen, reikend tot diep in het zuiden, lag een immens, nog nooit door mensenvoeten betre den vruchtbaar land: het continent dat wij nu Amerika noemen, als een hom mage aan de man die dit continent voor het eerst beschreven heeft: Ame rigo Vespucci. In de eeuwen die volgden, vestigden deze eerste vertegenwoordigers van het subspeciës Homo Sapiens-Sapiens zich steeds verder in het zuiden. Ze trokken door Noord- en Midden-Amerika, volg den de route ten westen van de Cordil- leras de los Andes en keerden, met I Vuurland aan de einder, in noordelijke richting terug en stichtten hun neder- zettingen en jachtgebieden in de reus- Iachtige beboste vlakten ten oosten van de Andes. Sommige groepen bleven hangen in het noorden, dat toen heel wat minder ijse- lijk was dan thans. Wij noemen hen nu „Eskimo's", wat een Indiaanse verbas- tering is van „Zij die rauw vlees eten". Zelf noemen zij zich nog steeds „Inuk", wat „mens" of „man" betekent. Dat het klimaat nog omstreeks het jaar 1000 na Christus aanmerkelijk behaaglijker was dan nu. ervoer de IJslandse Viking Erik de Rode, die, enkele eeuwen voor Co lumbus, de kust van Noord-Amerika bereikte en daar wijnranken vond. Hij noemde het gevonden land Vinland, dat wijriland betekent. De Vikingnederzet tingen, die daar toen gevestigd werden, zijn waarschijnlijk uitgeroeid door de „Inu-iet", het volk van de Eskimo's. An dere groepen lieten zich neer in warme re streken en ontwikkelden daar, zon der de hulp van de buitenaardse astro nauten van de pseudo-geleerde Vpn Daniken, verbazingwekkende bescha vingen of bleven het paradijselijke leven van jager en verzamelaar leiden in de stroomgebieden van Amazone en Ori noco. schendingen en niet aflaten de pogingen om de Indianen hun levenswijze te ontnemen en hun identiteit te vernieti gen. De naam „Indianen" is afgeleid van Indiö. Dat land meende Columbus, toe hij landde op het eiland Hispa- hola, langs de Westelijke rou te ontdekt te hebben. Zijn Ontdekking is fataal gewor den voor de oorspronkelijke bewoners van het reusachti ge continent dat hij, en vóór hem de IJslandse Vikingen, bijna bij toeval gevonden Het Russelltribunaal, voor het eerst gehouden in 1967 in Stockholm, het zogenaamde Vietnam-tribunaal, heeft geen rechtsmacht en kan dus niets dwingend opleggen. Maar de uitspraken van de voorgaan de drie tribunalen hebben wel een bijdrage geleverd aan het internationale recht. hobtj Columbus Niemand heeft met Columbus de draak gestoken omdat hij zei dat de aarde rond was. Dat wisten de oude Grieken ook al. De grote, maar achteraf fortuin lijke vergissing van Christopher Colum bus (Nederlandse vertaling: Stoffel Duif) is geweest, dat hij de aardomtrek veel kleiner waande dan de toenmalige we tenschap aannam. Volgens hem was het mogelijk om met de in die tijd be schikbare middelen het wonderland In- dië in westelijke richting te bereiken. Zijn opponenten meenden, dat die be schikbare middelen niet toereikend wa ren. Wat zij geen van beiden wisten was, dat tussen Europa en „Indië" een onbekend, reusachtig continent lag. waarop Columbus zou stuiten. Zelf heeft hij nooit geweten, dat het „nieuw land" was. Hij heeft altijd geloofd, dat hij Indië gevonden had en zodoende he ten alle oorspronkelijke bewoners van dat continent gemakshalve „Indianen". Het woord „Indianen" roept associaties van uiteenlopende soort op. Karl May modelleerde uit het voorbeeld Cochise, opperhoofd van de Chiricahua-Apa- chen, de bijna bovenmenselijke Winne- tou en kneedde de rabauw Simon Ken- ton met zijn moordende vuisten tot zijn befaamd droombeeld en gelijkenis: de „ik"-figuur uit zijn avonturenromans, Old Shatterhand. De edele Winnetou heeft goeddeels het gezicht van de In diaan voor de Westeuropeaan bepaald, r het woord „Indiaan", zal bij menig rechtgeaard Amerikaan minachtend ge snuif verwekken. Hij zal ongetwijfeld van mening zijn, dat Indianen een laag staande mensensoort zijn, die alleen op hoger plan gebracht kan worden door zich de echte Amerikaanse cultuur (of wat daarvoor moet doorgaan) eigen te maken. Voor de Immigrant uit vroeger jaren, was de Indiaan overstekend wild, dat naar believen opgejaagd, gedood, verkracht, mishandeld, belogen en be drogen kon worden. Heel de geschiede nis van de tweede verovering van het Noordamerikaanse continent staat in dit teken van moord, verdragsbreuk, roof, diefstal en pogingen de persoonlij ke eigenwaarde te vernietigen en dat met slechts één doel: bezit van grond en macht. Wat wisten de immigranten van destijds en wat weet de gemiddelde Amerikaan van thans van de subtiele harmonie waarmee de Noordameri kaanse Indiaan met de hem omringen de natuur leefde, welke harmonie zijn levensbeschouwing was? Natuurlijk hebben de eerste en oor spronkelijkste bewoners van Noord- Amerika zich niet willoos laten afslach ten en laten verdringen. Er zijn bittere en bloedige oorlogen gevoerd. De Da- kota's onder Sitting Buil versloegen Custers troepen bij Little Big Horn ver nietigend. Geronimo, Cochises opstan dige onderaanvoerder, maakte met zijn Apachen tot het einde van de vorige eeuw de Amerikanen het leven behoor lijk zuur, tot ook hij het hoofd in de schoot moest leggen. En zo deden de hoofden van de Mescalero-Apachen, Nana en Vittorlo. De strijd was ongelijk: beroofd van hun rijke jacht-, vis- en j landbouwgronden, van hun in enkele decenniën uitgemoorde bisonkudden, verbannen, gedecimeerd, verraden, be logen, bedrogen en aangetast door geïmporteerde ziekten, waartegen zij nimmer weerstanden hadden behoeven te kweken, vegeteren zij thans, voorzo- r niet "geamerikanlseerd" in reserva ten, In werkelijkheid dorre en troostelo ze verbanningsoorden. En worden daar Een rancuneus geslacht is opgestaan pens. weg met je drank, je drugs en je vuurwa Cochise, opperhoofd van de Chiricahua-Apachen. De Apa chen waren, wat Karl May ook beweert, geen ruiters. Zij wa ren wel meesters in het leggen van hinderlagen en lieten nimmer sporen na. Te voet waren zij, dank zij het ruwe land schap, veelal sneller dan de op hen afgestuurde cavalerie. INDIANEN: JAGERS, VERZAMELAARS EN BOUWERS VAN ADEMBENEMENDE BESCHAVINGEN Bezwerend roept deze prairie-Indiaan de bisons op, die door de blanken zijn uitgeroeid. Een aahgrijpend schilderij van Frederic Remington, die als geen ander de sfeer van het wilde westen in kleur en beeld getroffen heeft. Simon Kenton, de Indianendoder met zijn machtige vuisten. Hij stond waarschijnlijk model voor Karl May's Old Shatterhand. van de vermoorde Chileense president, de Braziliaanse In- dianenleider Mario Juruna en de Nederlandse filosoof L. Nauta. Van de internationale raad van advies maakt onder meer deel uit het Eerste Ka merlid J. van Hulst. In de Ne derlandse raad van advies heeft onder meer zitting staatsraad dr Marga Klompe, voorzitster van de r.k. com missie Justitia en Pax. Alle Nederlandse politieke par tijen zijn in deze raad verte genwoordigd. zelfs heden tén dage niet met rust gela ten. Navajo's „Waardeloze stukken woestijn" waren, tot voor kort, de Indianenreservaten. Nu blijken zij aanzienlijke voorraden steen kool en uranium te bevatten. En dan zijn de waardeloze reservaten plotseling gebieden „die terwille van het nationaal belang opgeofferd moeten worden". De Navajo's en de Pueblo's in hun reserva ten in New Mexico en elders hebben het geyeten. De vruchtbare kolen- en waterhoudende bodemlagen werden „afgestript" door reusachtige machi nes, het gewonnen kolengruis werd als energiebron gebruikt om bijvoorbeeld de gokindustrie van Las Vegas te laten draaien. De betrokken maatschappijen hadden beloofd de oude vegetatie te herstellen, maar het is nu al gebleken, dat men in een gebied waar de regenval minimaal Is, niet zomaar ongestraft wa ter vasthoudende grondlagen kan ver wijderen: de weidegronden van de van oudsher als boeren en herders werkza me Navajo's zijn afdoende vernietigd. Bovendien zïjn op het grondgebied van de Navajo-natie miljoenen tonnen ra dioactieve aarde, afkomstig van de ura- niumwinning, gestort. De Navajo's mochten met deze grond hun „hogans" of huizen bouwen. Met het gevolg, dat het aantal gevallen van kanker en mis geboorte schrikbarend is toegenomen. Maar de mijnbouwmaatschappijen ne men geen enkele verantwoordelijkheid voor de afvalhopen In de jacht op energiebronnen dreigen nog meer Indiaanse gronden uitgeroe pen te worden tot „gebieden die terwil le van het nationaal belang opgeofferd moeten worden". De Black Hills bij voorbeeld, de heilige Indiaanse heuvels, waarin, fijnzinnig, de koppen van vier Amerikaanse presidenten zijn uitgehakt en in welks omgeving uranium en kolen zijn aangetroffen. Maar de grootste grief van alle Indianen is het voortdurend schenden van de bij na 400 verdragen, die de Amerikaanse regering In de vorige eeuwen met de verschillende stammen gesloten heeft. Deze verdragen gingen evenzovele ma len op de helling of werden eenzijdig opgeheven, zodra de blanke kolonisten nieuwe landbouwgronden nodig had den, of zodra er begerenswaardige mi neralen of metalen gevonden werden. En nu is niet alleen de strijd ontbrand om de Indiaanse hufpbronnen, maar er is evengoed verzet gerezen tegen de dominerende Amerikaanse cultuur en tegen de omstandigheid, dat te veel In diaanse jongeren terecht komen in de goot waarover het Amerikaanse succes sprookje niet spreekt en die gevuld is met de modder van de bijprodukten van de welvaart: drank en drugs. De In dianen willen hun eigen identiteit her vinden en daarmee de volsterkte har monie met de natuur, die eens hun le vensbeschouwing is geweest. Latijns-Amerika De Spanjaarden en Portugezen kwa men, zagen en overwonnen, met in hun voetspoor de nijvere dienaren van de inquisitie. Komen deden zij met hun gak joenen en kraken; zij zagen de formida bele beschavingen, die de Olmeken, de Tolteken, de Maja's, de Azteken en de Inca's in de loop van vele eeuwen had den opgebouwd. De namen van de vreemde goden, die deze volkeren dien den, moeten hun in de oren hebben ge klonken als „een krijs uit de hel", zoals Chesterton het uitdrukte. Kortom, deze verbluffende beschavingen werden, als heidens gekenmerkt, grondig overwon nen en vernietigd en hun dragers met allerchristelijkste middelen, zoals rad braken, vierendelen en langzame ver branding tot' de voordelen van het christendom overtuigd. Middelen overi gens, die niet minder ingrijpend waren dan de manier waarop met name de In ca's hun mensenoffers brachten voor hun immer naar bloed dorstende go den. Een Indiaanse vorst liet zich, onder de gruwelijkste bedreigingen, overreden het christendom te „omhelzen". Zijn beloning: géén vierendelen, radbraken of langzame verbranding, maar „slechts" enkelvoudige verwurging met de belofte van de eeuwige zaligheid. Wat is er gebeurd met deze volkeren, die zulke mysterieuze en imposante be schavingen hadden ontwikkeld, die an derzijds zo grondig vernietigd zijn, dat wij .er nog veel te weinig van te weten hebben kunnen komen? De Spanjaar den en Portugezen probeerden hen te gebruiken voor slavenwerk in de mijnen en op de plantages, maar deze slaven stierven zo ijlings als gevolg van de on menselijke behandeling, dat de mees ters op den duur genoodzaakt waren om robuuster slavenvolk van de west kusten van Afrika te halen. In deze tóestand Is vyeinig veranderd. Ook de Zuidamerikaanse Indiaan wordt beschouwd als een „wezen zonder ziel". Hij mag, om de honger te stillen, onmenselijk zwaar werken in de mijnen, of creperen op het dorre stuk grond dat de grondeigenaar voor zichzelf niet wil hebben, tenzij er begerenswaardige mi neralen of metalen gevonden worden, of lijfeigene zijn op het vruchtdragende land van de heer, dat eigenlijk zijn land is. Hun zonen hebbert geen ander voor land en hun dochters mogen de speel bal zijn bij de erotische vooroefeningen van het mannelijk nageslacht van de gezeten en toonaangevende families. In de regenwouden van het Zuidameri kaanse continent worden zij. de feilloze jagers en verzamelaars, verjaagd, zo niet vermoord, omdat de meesters de grond nodig hebben voor hun planta ges en wegenaanleg. Maar reeds is een nieuw rancuneus ge slacht van deze eerste betreders van het Amerikaanse continent aan het op groeien. Een geslacht dat terug zal ei sen, zo niet nemen, wat hem ontnomen is: zijn eer en zijn trots. TOON VAN GRINSVEN ROTTERDAM „Mijn koninkrijk voor een paard", moet Richard III, volgens Shakespeare althans, eens hebben uitgeroepen. Eerlijk gezegd is dat wel een beetje veel, maar dat er best eens iets mag worden gedaan, en zeer snel ook, om de laatste wilde paarden die er nog zijn te bewaren, staat buiten kijf. Het gaat hier om het Przewalskipaard, het kleine Mongoolse wilde paardje, waarvan er nog maar driehonderd in leven zijn, en dan alleen nog maar In dierentuinen. In Mongolië zelf komen ze ook niet meer in het wild voor. Ze krijgen in de dierentuinen overigens goed te eten, er wordt perfekt voor deze paardjes gezorgd, het ontbreekt de dieren aan ruimte, dat wel. En dan is er nog iets heel vervelends: de vruchtbaarheid van de merries neemt af en er sterven zeer veel veulens. Oorzaak: Inteelt, met als gevolg dat het paarderas almaar In kwaliteit achteruit gaat tot er in de nabije toekomst geen gezond Przewalskipaard meer overblijft en het ras uitsterft. Weer een zoogdief minder op de wereld. En dan te weten dat er tussen 1600 en nu al 112 soorten zoogdieren zijn uitgestorven, waarvan 67 in de eerste 70 jaren van deze eeuw. In de gehele wereld worden thans 291 zoogdiersoorten. 402 vogelsoorten, 86 soorten reptielen, 27 soorten amfibieën en 79 vissoorten In hun voortbestaan bedreigd. Dan zou men de conclusie kunnen trekken dat voor de dierentuinen een grote toekomst is weggelegd. Bewaar die uitstervende dieren goed, zorg dat er gezond nakomelingschap komt, op welke manier dan ook, en het betreffende dier is voor uitsterven behoed. Maar die redenering gaat niet meer op, omdat er de laatste tien jaar minder wilde dieren voor de fokkerij vers bloed zijn aangevoerd. Deze situatie geldt al langer voor de Przewalsklpaarden. Om toch de inteelt zoveel mogelijk buiten de deur te houden moest men een beroep doen op andere dierentuinen om nieuwe foklijnen te kunnen opzetten. Geen eenvoudige opgave omdat pas in 1960 het eerste stamboek van de Przewalskipaarden uitkwam. Inmiddels zijn er veertig van die stamboeken. Coördinatie De eer voor het coördineren van de gegevens uit de stamboeken komt toe aan een Rotterdams echtpaar. Jan en Inge Bouman, die enkele jaren geleden de Stichting tot behoud en ter bescherming van het Przewalskipaard (Mathenesserstraat 101 A, 3027 PD, Rotterdam) in het leven riepen. Zij ontwierpen een stamboek van alle nog levende Przewalskipaarden en moesten helaas constateren dat de inteelt zo groot is. dat uitsterven van het ras meer dan waarschijnlijk is. Reden te meer om middelen te vinden die dat zouden verhoeden. Een van die middelen: breng de paarden weer in het wild terug om inteelt te voorkomen. Niet zo'n slechte gedachte, want evenals mensen het „gek" vinden om met bloedverwanten te huwen, vinden wilde paarden dat ook „vreemd". De heer Bouman hierover: „Het is duidelijk dat inteelt bij paarden die in het wild leven niet voorkomt. Ook Przewalskipaarden in gevangenschap willen in vele gevallen hun dochters niet dekken. Het is te verwachten, dat als Przewalskipaarden in de toekomst de kans zouden krijgen weer in het wild te leven, de hengsten hun dochters niet zullen dekken. Inteelt zal niet of slechts beperkt voorkomen. Bij goede selectie van de paarden die in een reservaat geïntroduceerd worden, zullen we niet bang hoeven te zijn voor de nadelige gevolgen van de inteelt". Over de hele wereld Dan is meteen het woord reservaat gevallen. Want dat is het doel dat de Boumannen voor ogen staat: reservaten over de gehele wereld, groot genoeg om kuddes Przewalskipaarden te kunnen herbergen, die ongestoord, in natuurlijke omstandigheden, kunnen gedijen en uitbreiden, zodat het Przewalskipaard voor het nageslacht bewaard blijft. Het ziet er naar uit dat de familie Bouman haar zin krijgt. Ook in Nederland. Jan Bouman: „In oktober 1979 werden de door onze Stichting voorgestelde projecten de internationale hengstenuitwisseling om de hoge Inteelt te bestrijden en het oprichten'en beheren van fokgroepen Przewalskipaarden, waarvan de nakomelingen in het wild geïntroduceerd zouden kunnen worden door het hoofdbureau van het Wereld Natuur Fonds (IUCN/WWF) te Morges (Zwitserland) geaccepteerd en goedgekeurd. Het Wereld Natuur Fonds Nederland toonde zich enthousiast over deze plannen, vooral toen de dierentuin Art is samen met de Rijkspolderdienst van het IJsselmeer een gebied aanbood van ruim 30 ha. bij Lelystad voor één van de zes fokgroepen van het reservaat. .Zelfde fokplan Op voorstel van dr P. van Bree, lid van de Survival Service Commission van de IUCN/WWF, is intussen de Stichting „Reservaten Przewalskipaard"- opgericht, als gezamenlijk initiatief van het bestuur van het WNF-Nederland en onze Stichting tot behoud en ter bescherming van het Przewalskipaard. Het WNF zal zich inzetten voor fondsenwerving om Przewalskipaarden voor de Flevopolder te kunnen aankopen en onze Stichting werkt de projecten uit op basis van verworven kennis en het verzamelde materiaal van het Stamboek-inventarisatiesysteem van de Przewalskipaarden. Soortgelijke nationale stichtingen als de nieuwe „Stichting Reservaten Przewalskipaard"zouden ook in andere landen opgericht moeten worden. Alle met hetzelfde doel op basis van hetzelfde fokplan, waarbij semi-reservaten opgericht worden als eerste fase om te komen tot het oprichten van een reservaat. Ook daarvoor zal de nieuwe stichting zich beijveren. Tijdens een reis door de Verenigde Staten hebben we deze plannen besproken en kregen daar van twee zijden aanbiedingen. Ook is er misschien een mogelijkheid in Frankrijk. Verder denken we aan Engeland en Duitsland, maar ook andere landen die een gechikt gebied kunnen aanbieden zijn van harte welkom". Rangers De Rangers, de junioren van het Wereld Natuur Fonds, zijn gestart met een actie onder het motto: „Geef het Przewalskipaard een kans". Het WNF wil met deze actie voldoende geld bijeen brengen om in samenwerking met de nieuwe Stichting „Reservaten Przewalskipaard" en de Nederlandse autoriteiten van het Natuurpark Lelystad een eeste reservaat te stichten. De Rangers werken met intekenlijsten. Eenieder die intekent voor 1,-, 5,-, 10,- of meer krijgt een certificaat met daaraan vastgehecht een foto van grazende Przewalskipaarden, op kringlooppapier gedrukt. Niet zo gek om zo'n initiatief te steunen. GERARD CRONE De familie Bouman met een opgezet veulen van het bedreigde Przewalskipaardje.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 21