HANS KRAAY: VOETBAL IS TACTISCH UIT DE HAND GELOPEN" „Enige zekerheid van een trainer is de dood" KN'G V misken waarde EK Moderne Ritmische Gymnastiek SPORT LEIDSE COURANT ZATERDAG 25 OKTOBER 1980 PAGINA* D' Hant Kraay heeft de deur bij FC Den Haag achter zich dicht getrokken. Opnieuw heelt hij een fase afgesloten, hoewel hij zich over de manier waarop hij zijn trainers loopbaan heeft moeten beëindigen een andere voorstelling had gemaakt. HEILOO - Praten mét Hans Kraay blijkt voor de interviewer gro tendeels een kwestie van luisteren, veelal 'naar lange monologen. Waarbij Kraay soms een zichtbaar genoegen vindt in bepaalde for muleringen. Daarvan getuigt de met een spottende ondertoon ge maakte opmerking „Ik ben in vorm!" tegen zijn even binnen ko mende vrouw. Praten vóór Kraay blijkt een opperbeste remedie om het "gat" dat in zijn voetballeven is gevallen op te vullen sinds hij drie weken geleden besloot een punt te zetten achter zijn trai nersloopbaan nadat hij opnieuw onwel was geworden. Praten óver Kraay levert vrijwel louter positieve reacties op. Zijn recht-door- zee-gaande opstelling bracht hem weliswaar soms in conflict met bepaalde (bestuurs)instanties, maar van principes week hij vrij wel nooit af. Hoewel hij in zijn eerlijkheid bekent ook niet altijd de waarheid te spreken onder het motto „Iemand die zegt dat hij al tijd de waarheid spreekt liegt". In zijn luxe schakelwoning in Hei- loo. op een forse steenworpafstand van de Alkmaarder Hout, waar voor Kraay tweeëneenhalf jaar geleden bij AZ '67 een principezaak uitmondde in een vroegtijdig vertrek als directeur, praat de 43-jari- ge ex-trainer openhartig over tal van zaken. Waarbij mededelingen over zijn periode bij AZ evenwel niet voor de krant bedoeld zijn. Wat Kraay, die over veertien dagen hoopt te weten wat hij in de nabije toekomst gaat doen („Het is in ieder geval iets in het voet bal"), wel naar buiten wil brengen staat in onderstaand verhaal. Hans Kraay praat, beter is misschien: Kraay spreekt Dat hij dat afwisselend doet in de verleden- en tegenwoordige tijd bewijst be ter dan wat ook hoe zeer heden en verleden nog in elkaar grijpen. Over zichzelf:; „Ik ben misschien wel te fanatiek geweest. Ik heb altijd weinig begrip kunnen opbrengen voor klachten van anderen daarover. Maar voetbal is mijn werk en mijn leven. Ik heb er nooit afstand van kunnen nemen. Maar ik wilde altijd mijn goede salaris waarmaken. Als ik ergens werd gevraagd vroeg ik een be paalde prijs, en zeker geen lage. Maar dan legde ik mezelf de verplichting op om me ook maximaal in te zetten. Als er dan eens iets fout gaat zoek ik de oorzaak altijd bij mezelf. Het is bij mij nooit zo geweest dat ik de pro blemen van een club van me af zette als ik 's avonds na de training het terrein verliet. Ik bleef er altijd mee bezig. Ik kom, dat is ge noegzaam bekend, uit een arbeidersgezin. Daar was het gewoon om hard te werken. Vandaar ook dat ik dat zelf ook altijd heb ge daan. En het ook van anderen eiste. Ik heb wat dat betreft nooit concessies gedaan. Uit eraard heb ik ook wel mijn twijfels gehad. Maar ik kwam steeds tot de conclusie dat ik het op de goede manier deed. Waarbij ik in de loop der jaren wel wat bezadigder ben ge worden. Je merkt toch dat je wat ouder wordt, de felheid waarmee ik vroeger op sommige dingen reageerde is wat minder ge worden. Maar ik bleef fanatiek. Maar dat fa natisme kwam nooit tot uiting in besprekin gen of tijdens wedstrijden. Op vitale momen ten moet je rustig zijn. Ik was altijd de rustig ste toeschouwer bij wedstrijden. Ik ben bij een doelpunt nog nooit opgesprongen. Maar trainer zijn is een schitterend vak. Ik zal me mijn hele leven trainer blijven voelen. Er zijn mensen die "prestatie" tegenwoordig een vies woord vinden. Ik ben het daar per se niet mee eens. Ik vind dat je je altijd maximaal moet geven. Als je maar vijftig procent hebt. maar je geeft die vijftig procent volledig, ben je waardevoller dan iemand die de beschik king heeft over honderd procent en er maar 99 procent van geeft. Die instelling heb ik zelf ook altijd in praktijk proberen te bren- gen. Ik ben er bij wijze van spreken altijd van uit gegaan kampioen te willen worden. Mis schien heb ik daardoor wel een te grote druk op mezelf gelegd. Maar ik heb voetbal altijd leuk gevonden. Ik kan me altijd amuseren. Zelfs bij een slechte wedstrijd met het kijken naar een goede speler. Ik kon me wel altijd mateloos ergeren aan het gebrek aan invloed dat je als trainer hebt als je op de bank zit". TEKST: FRANK WERKMAN Over de voetballer „Het is de voetballers zo langzamerhand te gemakkelijk gemaakt. Daardoor is het plichtsbesef niet voldoende. Er worden te hoge basissalarissen betaald. Dat is voor som migen kennelijk fnuikend. Het geld moet op het veld worden verdiend. |Bovendien is het imago van de spelers aangetast door het vele praten over geld. Dat je als voetballer niet voordurend geconcentreerd bezig kunt zijn bestrijd ik. Dan moet je als trainer je trainin gen aanpassen. De tijdsduur verkorten of af en toe een vrije dag inlassen. Daarom is het belangrijk dat je als trainer een goed samen spel hebt met het medisch apparaat. Daar ko men meestal de signalen vandaan. Als een groep vermoeid is moet je dat horen en er op in spelen. Dat je voetballers tegenwoordig an ders moet beoordelen dan vroeger, omdat het hele maatschappelijk beeld is veranderd, be strijd ik ook. Voetballers zijn niet aan nieuwe normen onderhevig. Je speelt voor publiek, de mensen komen naar je kijken. Dat schept verplichtingen. En die worden onvoldoende onderkend". Over FC Den Haag: „Ik ben de afgelopen dagen steeds met FC Den Haag bezig geweest. Ik sprak steeds over "we" als dat onderwerp ter sprake kwam. Die club heeft erg sterk op me ingewerkt. Het was een heel moeilijke klus. Ik maakte me altijd zorgen als ik dat grote stadion zag en me realiseerde hoe groot de gemeentelijke subsidie was. Maar het is toch goed gegaan. Vóór de wedstrijd tegen Ajax was er erg veel werk gedaan. Maandenlang zijn we gecon centreerd aan het trainen geweest. Maar ik zag steeds niet wat ik wilde zien bij de trai ning. Tót die vrijdag vóór Ajax. Toen was het er ineens. Het is toch zo dat er nu een elftal staat dat ik in mijn hoofd heb gehad, een elf tal dat het kan. FC Den Haag is nu toch mét AZ de meest ophefmakende ploeg uit de ere divisie. Mede dank zij het feit dat ik tenslotte Van der Zwan en Wetzel naar achteren heb gehaald. Wetzel was als aanvaller afgedaan, maar als verdediger staat hij er. Hij heeft de vereiste agressie. Ik ben blij dat er in de voorbije weken nog regelmatig contact is ge weest tussen Den Haag en mij. Dat is toch een bewijs dat er waardering was voor mijn vakmanschap. Ik heb bij Den Haag een uit stekend bestuur aangetroffen, één van de beste die ik ooit heb meegemaakt. Overal raakt een bestuur bijna in paniek als er één of twee keer wordt verloren. Dat gebeurde bij Den Haag niet. Ik had vooral een erg goe de relatie met Den Duik. Een trainer moet met één bestuurlid een goed contact hebben, zodat hij bepaalde zaken goed met hem kan doorspreken. En soms wel eens lobbyen. Dat kan heel nuttig zijn". Over de pers: „Ik heb altijd een goed contact gehad met de pers. Voor een groot deel ook door mijn eigen activiteiten op dat terrein. Ik heb voor de NRC aan verslaggeving gedaan, bij de Volks krant eert column geschreven en interviews gemaakt voor de Nieuwe Revue. Daarnaast nog tal van losse dingen. Ik heb daardoor een beter inzicht gekregen in de werkzaamheden en aanpak van de pers. Ik moet zeggen dat de begeleiding van de media beter is geworden. Veel krantenmensen zijn wat ouder gewor den en volgen het voetbal nu veel genuan ceerder dan vroeger. Toen werd te veel opge hangen aan één kreet van een voetballer. Dat werd dan vaak enorm opgeklopt. Er wordt tegenwoordig veel minder gewerkt met cita ten. Dat is beter. Je moet als pers een stand punt innemen en een visie geven. Niet na- brauwen wat door anderen is gezegd. Maar er is tegenwoordig geen journalist meer die zich voor een karretje laat spannen. Wat wel soms erg vervelend is, is dat babbeltje na afloop van een wedstrijd. Er is soms niets te vertel len. Ik vind dat je dan als trainer het recht moet hebben te zeggen: heren, U heeft het zelf gezien; trek Uw conclusies maar. Waarbij de omstandigheden hier soms wel erg primi tief zijn. Als je in het buitenland ziet hoe het gaat, dat is wel een stuk professioneler. In Duitsland bijvoorbeeld, evenals trouwens in Amerika, wordt er keurig een persconferen tie belegd. Je gaat aan een tafel zitten, achter een microfoon en je beantwoordt vragen. Zo zou het hier ook moeten. Dan ben je af van dat gehang in een gangetje, waarbij je soms nauwelijks iets kunt horen. Overigens schrok je je vroeger wel eens rot als je de kleedka mer uit kwam en van die jonge jongens zag staan. En dan die agressieve aanpak. Dat is gelukkig minder. Hoewel ik ben geschokken van de manier waarop Jan Zwartkruis is aan gepakt. Dat was mensonterend. Iemand mag best gekritiseerd worden. Maar dan moet het niet unfair gebeuren. De pers had een taak. kunnen hebben bij de aanval van Molenaar op Zwartkruis. Zijn uitspraken hebben te veel aandacht gekregen en zijn niet voldoen de kritisch beoordeeld. Als de penningmees ter van Veendam dergelijke uitlatingen had v gedaan zou daar lang niet zo veel over te doen zijn geweest. Nu stond het groot in de kranten, omdat het de AZ-baas was. Zwart kruis heeft ongelooflijk goed werk gedaan. Hij heeft het bondscoachschap een beter aan zien gegeven, hij is degene die erg veel goed p.r.-werk voor de bond heeft gedaan. Daarom was het zo goed dat Nederland gelijk speelde tegen West-Duitsland. Het zou een ramp zijn voor de bond als Zwartkruis voortijdig zou vertrekken. Ik hoop ook dat hij het zelf vol kan houden. Dat hij vlak voor die laatste in terland wat kribbig reageerde vind ik goed. Het is toch een spel. Hoe het ook zij: het vak van trainer of bondscoach heeft een ongeloof lijk grote inwerkende invloed op je". Over de trainer: „Een trainer moet persoonlijkheid bezitten en zijn, mening kunnen doordrijven. Hij moet bovendien zijn vak beheersen, het liefst zelf op niveau gevoetbald hebben. Dat spreekt de spelers nu eenmaal aan. Bovendien moet een trainer de concentratie kunnen opbrengen om honderd procent bezig te zijn. Als een trainer zoiets niet kan moet hij vertrekken. Ik word er naar van als een trainer wanneer hij bij een club begint roept dat hij puin moet ruimen. Dat is hetzelfde als wat er in de poli tiek gebeurt. Maar terug naar de Nederlandse trainer. Die kan zich met de besten in de we reld meten. Alleen zijn er verkeerde accenten gelegd de laatste jaren. We zijn te theoretisch geworden. In Zeist worden uitstekende trai ners afgeleverd, maar het is tactisch een beet je uit de hand gelopen. De creativiteit is uit gebannen, omdat daarin altijd risico schuilt. Daarom wordt er nu liever een breedtepassje gegeven dan dat er creatief wordt gespeeld. In dit deel van de maatschappij is verliezen een ramp geworden. Maar ik vind dat je moet durven verliezen. Als je in Balbezit bent moet je niét achterom kijken. Er zijn situaties dat een trainer niet bij een club blijkt te passen. Dan moet een vertrek mogelijk zijn. Het is tenslotte toch zo dat het belang van het individu moet wijken voor de massa; je kunt gemakkelijker een trainer ontslaan dan vier of vijf spelers afdanken. Maar een bestuur moet de zaak afstandelijk bekijken. Er zou in een dergelijke conflictsi tuatie eigenlijk iemand van buiten bijgehaald moeten worden. Iemand die de zaak rustig bekijkt en een oplossing zoekt. Als een ver trek van een trainer de enige oplossing blijkt te zijn moet je daarbij iedereen wel in zijn waarde laten. Waarbij er natuurlijk altijd si tuaties zullen blijven voorkomen dat een trai ner ten onrechte of op een onheuse manier wordt ontslagen. Dan verklaart de WON zo'n post weliswaar besmet, maar dat zegt in de praktijk eigenlijk niet zo gek veel. Het zegt wel veel over degene die dan die vacatu re opvult. Je plakt jezelf als trainer wel een etiket op door bij een bestuur te gaan werken dat op onterechte gronden een trainer onts laat. En aan zo'n etiket zou de pers moeten denken. Het is tenslotte meestal niet een be stuur, maar de pers die een trainer wegstuurt. Hoe het ook zij, de enige zekerheid die een trainer heeft is zijn dood". icntigl heettmA ischaflT naai* rs ktw- AMSTERDAM In een vlaag van gewichtig! die bestuurders doorgaans kenemerkt, heeftl KNGV gemeend de Europese kampioenscha| Moderne Ritmische Gymnastiek dil jaar i derland te moeten halen. De blauwe blazers 1 daarmee op internationaal bestuurlijk niveau mers goede sier maken. Dat zo'n evenement om heel anders gaat, doet blijkbaar niet ter zake. D mes mogen met de bal, lint, hoepels en knotsenx zo charmant bezig zijn, het is louter een prest*tale gebeuren. En voor het organiserende land teil ze succes dubbel, zeker als het gaat om een mindelran kende sport. Er is de afdeling MRG dan ook roon wat aan gelegen juist dit weekeinde in Amsteijarif een prestatie van formaat neer te zetten. Die vft lx de is door het KNGV volledig miskend. De N#seiz landse ploeg heeft maar wat moeten aanmodd Ijsc in de voorbereiding. Hier en daar een trainink^na geen enkele financiële tegemoetkoming. „Een optimale voorbereiding is hier nooit haalbaar"^ mevrouw Vos, voorzitster van de afdeling MRG, zelfs voor dit, voor ons zo belangrijke kampioenschap^**' niets extra's gedaan. Vroeger hadden we tenminste^ m' een hal óp het sportcentrum in Zeist tot onze beschik1*6113 Maar dat was een vrij grote hal voor naar verhouding11 kleine groep. Uit economische overwegingen moester1* daar verdwijnen. We hadden gerekend op een specialPen op het nationale sportcentrum Papendal. Maar ook c niet doorgegaan. Er is wel een zwembad gekomen. A£tl^ volg daarvan hebben we verspreid over het land m<° trainen. We zijn in Hasselt geweest, in Mijdrecht, Hade 1 wijk en Culemborg." „Dit Europees kampioenschap betekent erg veel voor*d- 1 De publicitaire waarde is enorm groot en we kunnen c zes kenning afdwingen. Ik geloof dat er duizenden meisf6rP Nederland zijn, die niet eens weten wat Moderne Rdan sche Gymnastiek is, maar het erg leuk zouden vii ve Daarnaast zal op de Olympische Spelen van 1984 voo1^6 eerst in de geschiedenis de MRG op het programma 00 Met het oog daarop is dit kampioenschap in Amstef1?"1 misschien wel beslissend. Als de Nederlandse ploeg noktc gaat, dan denk ik, dat we in de aanloop naar de Sf 1 nooit genoeg faciliteiten zullen krijgen. In de sport vinie' immers het paard achter de wagen gespannen, je ,am< eèrst bewijzen dat je iets kunt, dan pas krijg je mogelij var den." jOUV Het EK beslist dus over de toekomst van de MRG in— derland. Een druk die vooral het zestal Bernadette Ge Angelique de Bruyn, Monique Ot^e, Astrid Tempelaai cole Vetter, Helen Weima zal voelen. In de groepsoefc telt de ploeg internationaal namelijk goed mee. Er v stil gedacht aan een finaleplaats, maar niet aan een mt le. Zoals gebruikelijk komt de grootste weerstand u Oostbloklanden. Mevrouw Vos hamert erop dat de l stelling van Nederland is zich te richten op de Westeu»^ - se top. „Die hebben we bereikt en die positie moete6 behouden", zegt ze. „Daardoor kunnen de meisjes er®: zier in blijven houden. Als je steeds maar probeert de61* 1 sische ploeg (de huidige wereldkampioem-red.) te ber1*31 ren, dan werkt dat uitermate frusterend. Want dat lu1™" toch nooit. Maar ook om de relatieve top te halen, m<£Iel het een en ander veranderen. In alle landen is MRG voerd op de Academie voor Lichamelijke opvoeding^®] halve in Nederland. Daar zou je mee moeten begir5"8® Deze sport ontwikkelt je persoonlijkheid en het is de lm 1 puur vrouwelijke sport die er nog bestaat. Die elem^1* moet je optimaal benutten." :enti De doorbraak waar het EK voor zou moeten zorgen,®* aan de individuele gymnastes grotendeels voorbij. Jol Boer, al jaren de nationale topper, zal met veel moeite^U* schien bij de eerste dertien eindigen. Voor Imra Borg^311 ligt minder in het verschiet. Zelfs de afwezigheid- wereldkampioene Irina Deriugina (na haar zesti vrouw aan het Worden en vele kilo's aangekomen) er p ropees titelhoudster Galima Shoegoerova (trainingsac stand door langdurige ziekte) zal daar niets aan vera ren. En evenmin het gegeven dat de jury doorgaand p vriendelijk is tegenover het gastland en dat de organi in het geheel niet weet waar de (sterke) Roemeens vaardiging uithangt. Het KNGV zal het allemaal weinig kunnen scheler 1%, straks bij de vergadering van de internationale federal organisatie in Amsterdam maar wordt geprezen. De jes zijn bijzaak. Dat is dus niet alleen een gemiste £ey( maar vooral een verkeerd en kwalijk beleid. hii DICK HOFLj,™ nd „Moderne Ritmische Gymnastiek is de enige vrouwelijke sport die er nog bestaat". j';

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 12