URN HUIS UT Ingrid Schaar speelt met soms nauwelijks zichtbare lijnen Goed voor Gouden Vingerhoed in Parijs Kinderen hebben de broek aan... OM DE TUIN GELEID Kaasconsumptie rijst de pan uit BINNENLAND LEIDSE COURANT VRIJDAG 24 OKTOBER 1980 PAGINA Vroeger werd je op school uitgelachen als je „hoogwater" had^als je broekspij pen zeker een deci meter eerder stopten dan je schoenen be gonnen. Als jongen van twaalf, dertien jaar kon je daar lelijk mee zitten. Net zo le lijk als een meisje, dat een scheurtje had in één van haar witte kniekousjes. Tegenwoordig zal zoiets niet meer voorkomen. Het „hoogwater" is uitge bannen. Dat komt door de welvaart. Die is er debet aan, dat ie nu als school kind uitgelachen wordt als je je niet punctueel aan nieu we modeverschijnse len houdt. Zoals het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf het zegt: „Kinderen zijn de af gelopen tien, vijftien jaar enorm zelfbe wust geworden. Vroeger zocht moe der een broek uit voor zoontje. Die droeg hij dan tot aan. de volgende. En ver der geen gezeur. Als zoontje vandaag een nieuwe broek heeft en op school zegt ie mand: „Dat is een gekke broek", dan trekt-ie hem nooit meer aan. En moeder koopt wel weer een andere". De kindermode wordt geregeerd op schoolpleinen: *kle- dingwinkeliers wor den er hoorndol van. Het EIM: „Het is ont zettend moeilijk voor. winkeliers om kin derkleren in voor raad te nemen. Soms lijkt iets mode, maar dan blijkt de aan schaf bij school vriendjes niet aan te slaan en de andere keer vliegt een be paalde soort kleding tienmaal sneller de deur uit dan ver wacht". Het Instituut heeft gesignaleerd, dat kinderen van nu ook op veel jongere leeftijd zelf, zonder, moeder, kleren ko pen dan vroeger. „Twaalf jaar is .heel gewoon, soms zijn ze amper 1.40 lang. En een andere keer ste ken ze boven de 1.70 m. uit. Dat maakt het ook erg moeilijk voor winkeliers, om veel „modebewuste" kle ding in huis te ne men voor tieners". Daar kunnen we in komen. Maar zij ver kopen in elk geval beter door de zelfbe wuste jeugd. De ou ders „lijden" er zeker zo erg onder. Zij zijn ■met recht het kind van de rekening. Compost Wie als tuinbezitter wel eens jaloers heeft staan kijken naar mannen van de plantsoenen dienst die snoeihout uit ge meentelijke parken en plant soenen in een versplinterma- chine" stoppen waar de tak ken dan als gehakt hout uit komen, kan sinds kort ook voor zijn eigen tuinafval zo'n machine kopen. Aangepast aan het kleinere formaat van de tuin maar ook bruikbaar voor alle andere soorten tui nafval die door de grootte te langzaam verrotten in de composthoop. Verscheidene (vooral Duitse) fabrikanten brengen de appa raten in verschillende capaci teiten in de handel. Elektrisch gevoed en enkele redelijk ge- „MIJN GROOTSTE WENS IS HANS VAN MANEN NOG EENS TE TEKENEN" Koolstronken, uitgebloeide rozestruiken, snoeisel uit bes- sestruiken en andere heesters in de tuin, de stammen waar de spruiten van geoogst wor den en meer afval is te groot om zonder meer in de com posthoop te verwerken. Het fijner maken van deze dingen kost veel tijd en energie maar het nadeel blijft dat de stuk ken afval niet klein genoeg worden om met de rest van het tuinafval gelijktijdig te verrotten. Met de nieuwe apparatuur kan dat wel. Flinke takken worden vermalen tot splinters die moeiteloos in de compost hoop worden opgenomen. Bo vendien kunnen mensen die geloven in het systeem waar bij de grond nooit open en bloot onder de hemel mag lig gen, houtslijpsel gebruiken voor het afdekken van de bedden in het winterseizoen. Compost maken is lucratief en ook nog milieuvriendelijk. De tuingrond wordt verrijkt door een jaarlijkse compost- gift en het zelf maken van compost is een goedkope zaak. Ook afval uit de keuken kan erin verwerkt worden. Al geruime tijd bestaan er compostkorven of -manden die het mogelijk maken ook in de kleinere tuin op niet meer dan een vierkante me ter grond een composthoop te maken. Wanneer dat zorgvul dig gebeurt met gebruikma king van de goede grondstof fen khn in één seizoen moei teloos een hele kubieke meter compost worden verkregen. Want het is zeker niet waar wat nog veel amateurtuinders denken, dat een composthoop jarenlang moet liggen om goe de compost te krijgen. Het omgekeerde wel: oude com post verliest veel van de werkzame stoffen omdat bac teriën en ander klein gedierte veel stoffen verteren zonder dat de planten daar iets aan hebben. Om een zo rijk mogelijke compost te krijgen is het van belang zo veel mogelijk uit eenlopende soorten afval te verwerken. Daarbij mogen best eierschalen uit de keuken zijn, koffiedik en theeblade ren, oud brood en resten van de maaltijd. Gras dat van het gazon wordt geharkt na het maaien goed vermengen met de rest van het afval want an ders vormt zich in de com posthoop een afscheidende laag. Lagen afval afwisselen met turfmolm en aarde en altijd een 'laagje aarde over het af val leggen ter voorkoming van onhygiënische toestan den. Vliegen willen nog wel eens op onafgedekt afval af komen. Om het proces te ver snellen zijn er verschillende soorten milieuvriendelijke tniddelen die ook in het afval verwerkt moeten worden. Zuurstof, warmte en vocht versnellen het bomposterings- proces ook in niet geringe mate. De compost-container moet dan ook het liefst op een winderig plaatsje in de tuin worden gezet. Wanneer het enige tijd niet regent niet al leen het gazon maar ook de compost bewateren. De warmte komt uit de hoop zelf door het verrottingsproces waarbij warmte wordt ont wikkeld. Verwerk de gewon nen compost regelmatig in de bouwlaag van de tuin. Groen te en bloemen zijn er blij mee. Veel carrières verlopen in fa sen. Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren, dat iemand begint met viool, te studeren en eindigt als componist. Min of meer op deze manier verging het Ingrid Schaar (43) uit Mtlnster. Na de Fachhoch- schule in Krefeld voor mode tekenen en architectuur ge volgd te hebben, exposeert en verkoopt zij nu ragfijne pein- turen in Europa en Amerika. In 1978 voerde de kunst haar voor het eerst naar het Ne derlands Dans Theater, waar zij bij regisseur Hans Knill choreografieën tekende (o.a. van Martinot). terwijl de ar tistiek directeur Kylian (die zij zeef bewondert) haar steeds een plaatsje gaf tussen de coulissen. In hetzelfde jaar maakte mevrouw Schaar, die van origine uit Nederland af komstig is (grootvader was een Hollandse fabrikant, ge huwd met een Duitse) schet sen voor verschillende mode tijdschriften en tekende met enkele rake lijnen kunste naars van het Münchener Philharmonisch Orkest in ac tie. Het liefst zet zij flitsen van beroemdheden op papier, zoals Rafael Kubelik, dirigent Karl Böhm, Kylian, Knill, kunstenaars van de Bayeri- sche Rundfunk. Ze is vooral geobsedeerd door menselijke bewegingen! Van daar haar grote liefde voor het ballet, waar men probeert te spotten met de wetten van de zwaartekracht. Uren, zegt zij zelf, kan ze zitten kijken naar het moordend oefenen, het zwoegen aan de barre, het uitputtend werken om de spieren onder controle te krij gen. Bund Weikl, Wagnerzanger bij de Weense Staatsopera. Ontbijt Onze eerste ontmoeting was in Hotel Etol, Merkurstrasse in Baden-Baden, stad die een kruising is tussen Parijs met zijn luxueuze winkels en We nen met zijn muziek en ba rokke glorie uit de oude tijd. Aan het tafeltje naast onze ontbijttafel zat de ons toen nog onbekende Ingrid Schaar met haar moeder, voor wier 75e verjaardag (naar zij mij la ter vertelde) zij de omvangrij ke expositie van haar werk in de voorname „Galerie Mer- kur", aan de overkant van het hotel, hield. Een verjaarsca deautje dus...! Ze viel op door het halflange, recht afgesne den haar, waarmee ze zich zwierig over de „Hausgebac- ken" koeken boog waarin ze gretig hapte. „Ik heb vandaag een stutje nodig", hoorden we haar tegen "haar tafelgenote zeggen. „Zo'n tentoonstelling vraagt heel wat energie. Ie dereen komt je vragen stellen en dan moet je fit zijn om zin nige antwoorden te kunnen geven". En hup, weer ging-er een kwetsenkoek naar bin nen... Champagne 's Avonds bruiste de cham-" pagne onder de kroonluchters van de galerie ter gelegenheid van de feestelijke opening van de expositie. Jarige „Mut- ti" straalde en dochter Ingrid, inderdaad door iedereen aan geklampt, was zo blij als een kind toen een in Amerika be kende negermusicus, -een oude vriend van haar uit New York, bleek te zijn overgeko men om haar werk te zien. De .wanden van«de vele in el kaar overlopende zalen waren vol gehangen met indringen de tekeningen, onder meer van Kubelik, Eugen Jochum, Bund Weikl, Wagner-zanger van de Weense staatsopera en talloze danseressen en dan sers, gespannen werkend, verdroomd, of zwetend, maar zó ijl op papier gezet dat het leek of ze erop geblazen wa ren. De lijnen zijn soms nau welijks zichtbaar. Je moet je ogen half dichtknijpen en tu ren hoe de contouren van de figuren verlopen... Praten In een rustig zijkamertje, be legd met een dik rood tapijt, rococo-spiegels aan de wand, praten we even. Ze heeft haast, want diezelfde nacht nog rijdt ze terug naar Mun ster, waar echtgenoot en zoon Alexus, die helaas niet kon den overkomen voor de „ope ning" omdat Alexus (gymna siast) de volgende ochtend weer naar school moest, wachten. Snel loopt ze met mij haar leven door. Na de Fachhochschule in Krefeld werd zij docente aan een ge lijksoortige academie in Biele feld. In 1968 werd het mode tekenen voor diverse op drachtgevers, totdat de dans in haar leven komt door ken nismaking met het ballet in Stuttgart, waar ze een jaar on onderbroken. bij de oefenin gen zit te schetsen. Waarom bent u zo'n balleto- maan geworden? „De esthetica van de dans, de bewegingen, de eros in de 'dans. Dat is de innerlijke schoonheid van de ziel, zoals- bij de Grieken al destijds. Dit is nog altijd zo". Ze zit als een klein meisje op haar knieën,, half hurkend, vol overtuiging met glinsterende ogen te ver tellen. Na dat jaar in Stuttgart klopte ze bij het Nederlands Dans Theater aan. Daar kwam de choreografie van de Psalmensymphonie op papier. „Ik ben helemaal weg van het Dans Theater, het idealisme van Knill, de artistieke vrij heid die de mensen daar heb ben, de schitterende techniek van de hele groep". Modetekenen doet Ingrid Schaar niet meer. „Naar mijn idee heeft de mode geen eigen persoonlijkheid meer. Dat boeit me niet. Maar de vrou wen hebben nu wel keus. De mode heeft het niet meer al leen voor het zeggen. Het was- jarenlang zo: als de mode rood voorschrijft, koop ik rood... Er is nu meer vrijheid, maar toch... Persoonlijkheid vind ik altijd nog het beste... Het balletje van Ingrid Schaars talent rolde dus een andere richting op. En daar mee is ze gelukkig. „Mijn grootste wens is Hans van Manen nog eens te tekenen. Hij behoort tot de zeer groten. Ik ren altijd achter hem aan als hij een choreografie maakt". ...kaa9, Kaas, KAAS... Handelaar Gerrit Kaper uit Alkmaar houdt er een privé kaasmuseum op na. Voor de liefhebbert om te watertanden. Nederland is een kaasconsumerend landje. Zojuist is een statis tisch jaaroverzicht verschenen, waaruit blijkt dat van de 11.245 miljoen liter melk die in 1979 bij de zuivelfabrieken werd aangevoerd de kaasmakers de grootste afnemers waren. Ze „karnden" hun kaasjes van 4.072 miljoen liter melk (ge volgd door de poedermakers met 3.067 miljoen liter, de mel kinrichtingen met 1.616 miljoen liter en de condenseurs met 1.198 miljoen liter). Kaas steekt er dus met kop en schouders bovenuit. Geen wonder: kaas uit het vuistje, fondue van kaas, kaas bij de borrel," kaas op het brood, kaas met gember, kaas, Kaas. KAAS. Het blijkt dat de belangrijkste produktierichting van de Ne derlandse zuivelindustrie de kaasmakerij is en dit al meer dan zeven eeuwen. 1979 was al een bijzonder goed kaasjaar. Er werd namelijk ruim 424 miljoen kg omgezet. Op 59,5 procent staat het rijksmerk, voorzien van de letter F, die staat voor de noordelijke provincies en Overijssel. De kaas uit Noord-Hol land (12,3 procent) wordt met de opdruk NH getooid. In de provincies Utrecht, Zeeland en Limburg wordt door de geves tigde zuivelindustrie geen kaas meer geproduceerd. Zuid-Hol land, Gelderland en Noord-Brabant waren in 1979 goed voor 28,2 procent van de totale Nederlandse kaasproduktie, met het kaasmerk HB. Minder gemaakt dan als zodanig verkocht werd boerenkaas (7,5 miljoen kilo op 732 boerderijen). Opvallend is dat de hang naar smeltkaas een recordomvang bereikte: 20 miljoen kilo. Twintig jaar geleden was dit nog maar de helft. De kaasconsumptie rijst de pan uit. In 1979 per hoofd van de bevolking 11,7 kilo tegen 10,3 kilo per kop in 1975. In de kaas hoek van de Nederlandse levensmiddelenmarkt wordt door het publiek thans ruim 1,5 miljard gulden besteed. Inclusief de buitenlandse kaas, die al voorreen deel in eigen land gemaakt wordt (354 ton buitenlandse soorten in 1979). Hiervoor wordt door de consument gemiddeld tien gulden per kilo betaald. Volgens informatie dient ongeveer twee derde van het totale verbruik toegeschreven te worden aan het huishouden, de rest vindt zijn weg naar bejaardentehuizen, ziekenhuizen, kazer nes, horecabedrijven, kantines e.d. Wanneer je ervan uitgaat dat wat de consument koopt hem oók het beste smaakt, blijkt twee derde deel van de Nederlan ders jonge kèas van vier tot vijf weken oud te prefereren. Dezë kaas wordt weliswaar als jong gepresenteerd, maar is van acht tot tien weken oud en heet eigenaardig genoeg: „jongbelegen". Tegenstrijdigheid in bewoording. Bovendien, aan de meer belegen en oude kaas dankt het Nederlandse pro- dukt zijn faam. Drie kwart van de huishoudelijke inkopen heeft in Nederland betrekking op Goudse kaassoorten. Tien procent kan men rekenen tot de vaderlandse „Edammer", die we altijd meenemen als we buitenlandse vrienden een proefje van een Nederlandse specialiteit willen geven. De verande ring in de eetgewoonten heeft het toenemend kaasverbruik op z'n geweten. Twintig jaar geleden werd ongeveer 90 procent van het zuivelprodukt voor broodbeleg gebruikt. Vanwege het afgenomen broodverbruik taxeert men dit percentage thans op 60. De rest verdwijnt in kaastosti, panpizza, fondue en „kaashapjes" in plaats van vlees. Voorverpakte kaas loopt te rug en daalde van 40 procent in 1975 tot minder dan 30 pro cent op dit moment. Liever koopt men vers van het mes op de weekmarkt, bij kaasboetiek of kaashoek van het grootwinkel bedrijf. De uitvoer is ook niet voor de poes. Die spekt de de viezenpot, want van de" totale zuivelexport die 4.673 miljoen gulden opbracht in 1979, is kaas verreweg de grootste devie- zen-binnensleper. Vooral de schitterende broderies van Scherrer hebben hem zijn onderscheiding bezorgd. Hier een prachtige jurk van zwart talt, geborduurd naar oma's stijl anno 1905 met tre3 en git. Groto rondo broche van tres met kraaltjes sluit het op staande kraagje. Het haar i3 tot een kroon gevlochten met oen knoctje, gevat in bij do jurk passend netje, weer van tres met git. Lange oorbellen met een soort satijnen kerstbal eraan. De in 1935 in Lyon geboren couturier Jean Louis Scherrer heeft voor de beste wintercollectie 1980-'8I „de Gouden Vingerhoed" gekregen. Een jury van 21 internationale modere dactrices heeft aldus beslist. Deze on derscheiding wordt tweemaal per jaar, dus per seizoen, aan de meest creatieve ontwerper uitgereikt. Sinds Scherrer in 1962 na een wereldreis een eigen couturehuis opende aan de Fabourg Saint Honoré in Parijs, heeft hij een bliksemcarrière gemaakt. In ternationale societyfiguren als prin ses Paola, mad. Giscard d'Estaing en dochter, mrs. Betty Ford, Jacky On- assis, actrices als Sophia Loren en de verleidelijke Raquel Welch, maar ook veel prinsessen uit de rijke olielan den lieten zich al snel door hem kle den. Ook Farah Dibah en prinses Faisal behoorden in hun goede tijd tot de vaste clientèle. Wat dit betreft staat hij op dezelfde hoogte als Dior, de Givenchy en Yves St.-Laurent. Sinds '72 zit Scherrer (die wel eens de erfgenaam van de beroemde Coco Chanel wordt genoemd door zijn per soonlijke stijl) aan de Av. Montaigne 51, maar vier jaar na zijn vestiging aldaar, opende hij al een reeks bouti ques in Parijs en verder in Monte Carlo, Deauville, Brussel, Genève, Madrid, Barcelona en zelfs Tokio en Hongkong. Hij kan voorts bogen op vertegenwoordigingen bij de grote Amerikaanse Bergdorf Goqdman Saks aan de Fifth Avenue in New York. Het laatste nieuwtje van Scherrer is zijn haute couture par fum, samengesteld uit 150 verschil lende ingrediënten, in een sierlijke langgerekte kubusvormige flacon, ^lie sedert kort bok op de Nederlandse markt verkrijgbaar is. De stop werd door de ontwerper zelf bedacht (in samenwerking met Serge Mansau).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 16