Ik denk da t we verloren hebbenmaar wel snel ge lijk krijgen9 SE buitensteBinnenhofBuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinry buitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinr BINNENLAND LEIDSE COURANT ZATERDAG 18 OKTOBER 1980 PAGINA MPP—SVV 1 Uniek, uniek! Nog nooit vertoond! In de Tweede Kamer is afgelopen maandag een record ge broken, dat waarschijn lijk nog jarenlang onge slagen zal blijven. De Kamercommissie voor verkeer en waterstaat heeft maar liefst 272 moties en wijzigings voorstellen ingediend naar aanleiding van twee nota 's die minister ling van het verkeer en vervoer en het Neder landse wegenstelsel in de toekomst. Tweehonderdtweeënze ventig wensen en ver anderingen! Daar word je toch niet goed van. Ja, wacht even, het ge beurde niet allemaal in één vergadering. Dat zou onmogelijk zijn ge weest. Al vanaf begin dit jaar is de Kamer commissie met de nes tor van onze minister raad (Tuijnman is met zijn 65 jaar de opa van het kabinetin de slag geweest over zijn nota's. De betreffende paperas sen dragen de weinig poëtische namen „Meerjarenplan Perso nenvervoer" en „Struc tuurschema Verkeer en Vervoer", maar op het Binnenhof worden ze kortweg aangeduid als MPPenSVV. Net voet balclubs dus. Afgelopen maandag was, om zo te zeggen, de halve finale MPP—SVV, een gewel dige match waarbij het aantal doelpunten op liep tot 272. In maart was dat nog 199, dus kun je nagaan hoe er maandag weer is ge scoord. MPP—SVV 2 Maar laten we wèl we zen. De stroom van wensen die de Kamer commissie op minister Tuijnman heeft losgela ten, veroorzaakte na tuurlijk een enorme chaos. De bekende bo men, die het zicht op het bos belemmeren. Zo zijn bepaalde geplande weggedeelten door de commissie in partjes ge hakt, waar evenzovele moties over zijn inge diend: stukje AB mag er niet komen, stukje BC moet van de kaart, stukje C—D is onaanvaardbaar, enzo voort. Stel je voor, dat één van die moties wordt aangenomen. Dan eindigt straks de bewuste weg op een be paald punt zomaar in het niets. Het kanaal in, bijvoorbeeld. Nou ja, bij wijze van spreken dan. De nummering die Rijkswaterstaat aan ons vaderlands wegenstelsel heeft gegeven, maakte de zaak er ook niet een voudiger op. Aandui dingen als A 3, A 12, A 16, A 33 rolden maan dag als een lang crypto gram door de micro* 'foons. Arme stenogra fen! Zij moesten in hun verslag herhaaldelijk vraagtekentjes plaatsen omdat ze het niet meer konden volgen. Ook minister Tuijnman dui zelde het af en toe. „Ik ben het spoor bijster", verzuchtte hij bij de be handeling van een aan tal treinverbindingen. En tijdens de brij van woorden en papieren over het wegenstelsel: „Ik ben de weg kwijt". Dat de commissie in de mengelmoes van onder werpen wel eens op zij wegen belandde, was natuurlijk niet verwon derlijk. De SGP'er Hen drik van Rossum merk te bij het hoof stuk „tunr nels onder rijkswegen op, dat hij had geconsta teerd dat er ook tunnel tjes voor koeien komen. „Jazeker, zelfs daar voor", riep Tuijnman opgetogen uit. „Want misschien ziet men soms in het donker niet dat er koeien in een tunnel staan. Dat heb ik ook wel eens gehad op vakantie in de bergen. Ik ging toen een tunnel in, die vol koeien stond". MPP—SVV3 Voor V VD- verkeers- deskundige Pol de Beer, die aan het Binnenhof bekend staat om het feit dathij zichzelf graag mag horen praten en daarbij ook nog gaarne het publiek bespeelt, vormden de derby's MPPSVV een reeks van ware hoogtepunten. Maandag echter richtte De Beer zich zo na drukkelijk tot de aan wezigen op de publieke tribune, dat het de man die de vergadering leid de, Stan Poppe (PvdA), zelfs te gortig werd. „Zou de heer De Beer zich in ieder geval fy siek tot de voorzitter en de regering willen wen den?", vroeg hij fijntjes glimlachend. „Wat heb ik miszegd?", reageerde De Beer, de heilige on schuld spelend. „Ik maakte alleen een op merking over de rich ting van uw betoog", verduidelijkte Poppe. De Beer, ook niet voor één gat te vangen, had zijn antwoord al klaar. „Ik spreek in de micro foon en die staat nu eenmaal die richting op", sprak hij, .wijzend naar het publiek. Tenslotte. Op 3 novem ber wordt de finale MPP—SVV gespeeld. Dan zullen alle 272 wij zigingsvoorstellen en verdere wensen van de commissie in stemming worden gebracht. Onze innige' deelneming gaat uit naar de griffier van de commissie, dietot taak heeft de hele pa pierwinkel in een over zichtelijke, logische vol gorde te zetten, zodat de stemmingen niet on taarden in een chao tisch taferee) van onbe grip, gekissebis en ge harrewar. Minder me delijden hebben we met de commissie zelf, die op 3 november gedwon gen is tot een inspan nende reeks van eenzij dige gymnastiekoefe ningen: zitten, opstaan, zitten, opstaan, een paar uur lang. Ze hebben het er zelf naar gemaakt, nietwaar? TAAL Geprolongeerd: „Het taalgebruik van Van AgtWe hadden het er vorige week reeds over. maar omdat de algeme ne beschouwingen in de Tweede Kamer pas jongstleden dinsdag werden afgemaakt, kunnen we nog wat verse stijlbloempjes kwijt. Al een paar minuten nadat Van Agt dinsdag middag zijn eerste woorden tot de Kamei had gericht, ontstond ei tussen hem en PvdA- fractieleider Den Uyl een woordenwisseling over een voetnoot in een bepaald stuk. Van Agt kaatste. Den Uyl kaatste terug. Dat ge beurde zo een keer ot vijf, waarna de premier er kennelijk genoeg van kreeg. Mijnheer de voorzitter", sprak hij enigszins vermoeid, „wij moeten nu niet over een voetnoot aan het steggelen blijven. Er is vandaag nog meer te verhapstukkenEven later, na hernieuwde interrupties van Den Uyl en diens jonge, be dreven financiële spe cialist Kombrink, ver zuchtte Van Agt: „De heer Den Uyl consta teert het ene funda mentele verschil na het andere tussen hem en mij. De her-en Den Uyl en Kombrink zijn ech ter samen voortdurend bezig met het delven van die ravijnen. Aan gezien ik ze niet zie, zal ik er in de loop van de middag vroeg of laat wel intuimelen". Weer later constateerde de premier, dat bepaalde aantekeningen „in de baaierd van documen ten waren verdwaald". Van Agt staat bekend om zijn liefde voor de Franse taal. Hij steekt dat ook niet onder stoe len of banken, want zijn betogen zijn doorspekt met Franse uitdrukkin gen. Kamervoorzitter Dolman kijkt er wel eens bedenkelijk bij, maar hij is nog niet zo ver gekomen dat hij van de minister-presi dent eist, zijn buiten landse termen te verta- len. A f en toe Agt dat trouwt uit eigener be „C'est bien j mijnheer de vcj Het )s heel een\ Maar gelief kool drukkingen a/sl et a travers" k4 het kost, of: dot dunen „tantf (des te beter) door de premie blijkelijk verondersteld, nimmer van ei landse verduid 0 voorziet. Aan j van zijn betoog Van Agt het I bont. Tot verbai<M toehoorders over op het 1^^ ronde zijn betoog de woorden: dixi". Hetgeen b\ wat ik gezegd heb ik gezegd, rond Hollands: 2 en niet anders. het verder maai DICK VAN RIETSClm DEN UYL NA ALGEMENE BESCHOUWINGEN: DEN HAAG Het is PvdA-leider Joop den Uyl enigs zins vreemd te moede, wanneer wij hem zo'n 36 uur na de algemene 'beschouwingen opzoeken op zijn kamer. Die stemming blijkt te worden veroorzaakt, doordat hij niet kan uitmaken of hij nu blij moet zijn met het Ka merdebat of juist het tegenovergestelde. „Ik denk dat we verloren hebben, maar wel gelijk krijgen. En heel snel, binnen een week of drie" De dunne sigaar schuin naar beneden in de mond, trekt hij het voorhoofd in rim pels om dit zo bevattelijk mogeljk uit te leggen. „Bijna al onze belangrijke moties zijn verworpen en weggehoond door de regering, maar ik ben ervan overtuigd dat die van Lubbers niet zal worden uitge voerd". Hij wijst erop dat de fractieleider van het CDA zelf in het debat gezegd heeft dat als zijn plan forse loonmatiging in ruil voor verlaging van loon- en inkomstenbe lasting om technische reden niet kan worden verwezenlijkt, dat men dan maar op het alternatief van de PvdA zou moe ten terugvallen: aftoppen prijscompensatie en maximeren van de vakantietoeslag. „En in gebaar toonde hij (Lubbers) heel duidelijk, dat hij wist dat zijn plan niet door zou gaan". Psalmist Den Uyl onthult dat hem op dat cruciale moment in de Kamer een paar regels uit psalm 118 door het hoofd gingen, die hij nog kende uit zijn gereformeerde jongenstijd. „De steen, die door de tempel bouwers verachtelijk was een plaats ont zegd, is. tot verbazing der beschouwers, van God ten hoofd des hoeks gelegd". Daarmee wil hij niet zeggen dat „onze lie ve Heer" persoonlijk zal ingrijpen, maar wel dat het PvdA-ontwerp voor een so ciaal-economisch beleid in 1981 de enig begaanbare weg is. „Ook Albeda heeft dat al duidelijk te kennen gegeven". Dat het idee van Lubbers „dagdromerij" is, moet volgens Den Uyl zichtbaar zijn voor een ieder, die het debat goed gevolgd heeft. „Het geld wat daarvoor nodig is, komt er niet. Het kabinet is niet bereid een luxe btw-tarief van 28 procent in te voeren. Van der Stee liet daar geen twijfel over bestaan. En de extra opbrengst uit het aardgas is evenmin beschikbaar. Die moet gebruikt worden voor globale lasten verlichting voor het bedrijfsleven". Den Uyl verwijt de meerderheid in de Kamer (CDA,VVD) dan ook dat zij een gordijn van mist heeft opgetrokken, door tl doen alsof er een alternatief voor de begroting op tafel was gelegd, terwijl tegelijk werd bewezen dat het niet uitvoerbaar was. „Het was toch absurd dat de regering het miljard, waarmee men het financierings tekort bij loonmatiging wil laten oplopen, twee keer uitgaf. Eén keer voor een ge deeltelijke betaling van de belastingverla ging en én keer voor een gericht werkge legenheidsbeleid". Toch vindt hij niet dat de Kamer haar tijd „Mensen in de villawijken hebben er geen idee van hoe de mensen in de ar beiderswijken leven". aan te pakken: tot een koopkrachtverlies van vijf procent bij een inkomen van vier keer modaal (132.000 gulden bruto per jaar). Hij stelt zich fel teweer tegen de be wering, die ook in zijn eigen partij geuit wordt, met name door prof. Hans van den Doel, dat onder de huidige omstandighe den ook de laagstbetaalden moeten inle veren. Het is duidelijk dat deze zaak voor Den Uyl cruciaal is. Hij gaat kaarsrecht zitten en wordt, wat hij tijdens het kamer debat „doelbewust zorgvuldig" heeft ver meden, emotioneel. Hij noemt het zelfs een „obsessie" van hem. Arbeiderswijken „Ik ben ervan overtuigd dat de motie van Lubbers niet zal worden uitge voerd". hij ni hee.'t verspild. „De vakbeweging weet nu immers heel goed hoe de kaarten in het parlement liggen". Hij doelt daarmee op het feit dat vrijwel alle fracties het eens zijn over de noodzaak van loonmatiging ten behoeve van werkgelegenheid en dat een grote meerderheid de koopkracht van de laagste inkomens in elk geval zoveel mogelijk in stand wil houden. Dat zal er zijns inziens niet toe leiden dat er volgpnde week in het overleg tussen regering, werkgevers en werknemers een centraal akkoord zal worden gesloten. „Dat zit er echt niet in". Maar wel ver wacht hij dat de regering niet anders zal kunnen dan maatregelen te nemen, zoals de PvdA die heeft bepleit. Dat wil zeggen: ge?n volledige prijscompensatie voor de hogere inkomens en het stellen van een grens aan de vakantietoeslag. Of dat voor. de vakbonden gemakkelijk te slikken zal zijn, daarover heeft Den Uyl overigens zijn twijfels. „De regering heeft de sfeer nu al zö verziekt". Nu mag niet het misverstand ontstaan dat een eventuele beperkte loonmaatregel ge heel in overeenstemming is met de ideeén van de PvdA. Er zijn twee essentiële ver schillen, zo benadrukt Den Uyl. Het eerste is dat de PvdA de opbrengst van de loon matiging zo gebruikt wil zien, dat er di rect meer werk ontstaat. Gericht dus. „In onze visie kan dan het financieringstekort met een miljard worden vergroot. Daar leggen we de t>vee 'miljard extra aardgas baten bij. Met die drie miljard kan volgens ons een groot aantal arbeidsplaatsen wor den geschapen". Hierbij tekent hij aan, dat ook Lubbers „met zoveel woorden" gezegd heeft, het aardgasgeld wel degelijk ook voor gericht beleid te willen aanwen den. „Niet alleen dus voor een algemene lastenverlaging voor de bedrijven, zoals de regering (minus Albeda) en de VVD wil. En dat weten de bonden nu ook heel goed." Het tweede belangrijke verschil is dat de PvdA meer wil doen voor de mensen met de laagste inkomens. Aftopping van de prijscompensatie en een maximum stellen aan de vakantietoeslag zouden zodanig moeten geschieden, dat de minima hun koopkracht behouden. Dat kan, aldus Den Uyl,Joor de hogere inkomens nog harder „Mensen in de villawijken hebben er geen idee van hoe de mensen jn de arbeiders wijken leven. Zelf woon 'ik in Buitenvel- dert ook mooi, maar-al mijn kinderen zit ten in Amsterdam, in de oude wijken. En als je dan ziet hoe de mensen er daar aan toe zijn Hoe ze wonen, hoe hun deur eruit ziet, hoe hun trap eruit ziet. Dat is een wereld van verschil". Hij herinnert aan het laatste wat hij als directeur van de Wiardi-Beckmanstichting (wetenschappe lijk bureau van de PvdA) in 1963 heeft gedaan: het maken van een studie over de omstandigheden van de laagstbetaalden. „Het is waar, dat ze geen honger meer hebben, dat ze kleding kunnen kopen en dat ze een dak boven het hoofd hebben. Maar wat is wel het probleem? Ze hebben meestal alleen lager onderwijs, ze hebben de handicap van hun milieu, ze zijn so ciaal gedepriveerd. Ze voelen zich speel bal, en terecht, want in tegenstelling tot de mensen met de hoge inkomens hebben ze geen invloed op, geen macht over hun eigen lot". Dat brengt hem tot zijn slotsom. „Wie aan het tientje van de minima komt, doet veel meer dan als hij komt aan de duizend gul den van de mensen met vier keer modaal. Ten onrechte verliest Van den Doel dat uit het oog". Tegenwerpen dat de laagste inkomens er de laatste tien jaar toch al zoveel op voor uit zijn gegaan, maakt op Den Uyl geen indruk. „Ja, in guldens gemeten bedraagt het minimuminkomen nu bruto per jaar 2500 gulden meer dan in 1970. Maar ook de andere inkomens zijn voortdurend be ter geworden, zodat de afstand tussen mi nimaal 22.000 gulden bruto en vier keer modaal 132.000 gulden bruto niet kleiner is geworden". Hij voegt eraan toe dat een belangrijk deel van de laagst betaalden mensen met een uitkering zijn. „En die worden ook nu al gepakt, doordat hun inkomen niet aan het Wettelijk mini mumloon is gekoppeld, maar aan de index van de regelingslonen, die lager is". Vreemd is.dat de PvdA in haar verkie- zingsprögram „Weerwerk", bij de opstel ling waarvan Den Uyl sterk betrokken ,is geweest, géén garantie geeft voor het handhaven van de koopkracht van de ge ringste inkomens. Voor 198i zou dat dan wel kunnen? Is dat dan niet een vorm van kiezersbedrog? „Neen! Weerwerk geldt voor de periode '82-'85. Dat is te ver weg om garanties te kunnen geven. We weten immers niet wat er nog te gebeuren staat. Wat doet de wereldhandel? Wat doet onze export? Enzovoort. Maar voor volgend jaar weten we dat wel en dus kunnen wij in ons alternatief zeggen dat een nullijn voor de minima mogelijk is en dus ook moet". Deze garantie blijkt overigens niet geheel waterdicht te zijn. Den Uyl móet toegeven dat er ook volgend jaar ontwikkelingen kunnen zijn, die de PvdA tot een andere houding dwingen. „Maar dan moet er wel iets heel bijzonders gebeuren. Als de ster ren van de hemel vallen, ja dan .Onze opstelling zal echter niet worden beïn vloed, als bijvoorbeeld de ruilvoet met een half puntje verslechtert of de export twee procent omlaag gaat". Van Agt probleem? regeringsmacht te krijgen. En dus kunnen we niet om het probleem Den UylVan Agt heen. De lijsttrekker der, sociaal-de mocraten blijft volstrekt onbewogen. Zijn ogen lijken te zeggen: probleem, hoe be doelt u? Hij draait de inmiddels overbe kende riedel af. De PvdA streeft naar een progressief kabinet met D'66, gesteund door de kleine linkse partijen. Maar aan gezien dat verhinderd kan worden door de kiezers en/of doordat D'66 vasthoudt aan de stelling dat ook de christen-demo craten in de regering moe^ komen, „zijn wij bereid tot een open overleg met het CDA". Juist, ja. Maar Den Uyl heeft toch al een paar keer gezegd dat hij een nieu we samenwerking met Van Agt niet ziet zitten? Hij ziet dat toch als een verloede ring van de politiek? „Ja, inderdaad. De manier, waarop Van Agt zich de laatste jaren heeft ontwikkeld, stempelt hem tot de verpersoonlijking van dat deel van het CDA, dat met de VVD v/il regeren. Begrijp me goe.d, het gaat mij niet om de man Van Agt. Het interesseert' mij niet of een politicus aardig is of onaar dig. Voor mij telt alleen de politieke opstelling van ech politicus. Daarom heb trof niet op justitie kon terugkoir manier, waarop hij zich in de ab^ et faire had gedragen, het feit dat hij en minister van justitie in de kwestie®0 1 grondpolitiek zo opstelde dat het~ wel moest vallen, dat maakte zijr"~ keer op die post onmogelijk. En ij?*', zo, dat de politicus Van Agt zo steld denkt aan de politicus Den r ei de kiezers het terecht niet zoudeP*"e pen als ik straks wel weer met her kabinet zou gaan zitten. Dat zou l'0®1'1 handjeklap". 40 Terlouw niet |ver< Voelt u dan wel iets voor het idee^66" Terlouw premier wordt? „Ik heb voor dat Terlouw dat desgevraagd* heeft, maar ik zie dat niet gebeu^ CDA zal dat nooit toestaan en i jn niet, behalve als D'66 groter woiL m£ worden dan de PvdA. En dat ligt voor de hand". Maar wat moet er,n te beuren? Streeft de PvdA naar derheidskabinet met D'66? „Zo'na zou wel een meerderheid in de Tv'be\yj dus de steun van het CDA moe^ mj' ben. Ook dat zie ik niet gebeuren^ v Dan zijn we toch uitgepraat? U £j-en met Van Agt, maar die wordt w trekker van het CDA? Den Uyl °intje ter nog zien dat zijn rivaal er we' slagen aanvoerder van het CDAj^ den. Hij wijst erop dat de top der i War democraten gespleten is. „Op dez<LajV( daf" Van Agt in Amsterdam roepbo.^ uit moet zijn met nivellering en^jrec, vormingen niet gekoppeld mogenjjjn_ aan inkomensmatiging, maakt 27 w zich sterk voor bijna het tegenoV|^ur1 de. En dat bleek ook tijdens de dn Voj beschouwingen. Daar stond Lu|n feite ook tegenover Van Agt. Ho4te uitkristalliseren in het CDA weelj^ n Ik zie dat wel. Ik begrijp wel d%,rcje pikant tintje aan zit, aan dat sp^ maar ik doe daar niet aan mee.J daar geen seconde over na. Het ii bleem van het CDA". „Maar één ding staat wel vast. Jean~P vergif op innemen, dat als Van i^eg trekker wordt en het kabinet de i 0p v het CDA er niet om heen zal kuigrote] beleid van de afgelopen jaren tfone-d gedeeltelijk tot inzet van de verk te maken. En dat zou betekeneyieen gehele partij kiest voor doorgaaifchijnt VVD. Als het CDA dat wil, moe^notjs vooral doen". jeboui tekst: RIK IN jers d] foto's: MILAN KONVALINKA jterst "lorae sPfcn he ce- ludstr lst 38-3 •auze

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 8