30-81
Henk
Ettekoven:
„Spelen
om je
handhaven,
heeft
geen zin"
VOORZITTER WERKHOVEN EN DE UTRECHTSE AGRESSIE
het publiek
boeit
denkt
niemand
aan*
vechten"
„VOOR
VAN ACHTEREN
(UITSCHOPPEN,
TREK IK ROOD"
-
r-,.
»Han Berger (foto) en de spelers voelen het ook zo aan: als het publiek geboeid
l gebeurt er niets
UTRECHT Een diepe zucht
en een bedenkelijk gezicht.
Cees Werkhoven zoekt even
naar een antwoord. Oplossin
gen om rellen op de tribunes
tegen te gaan heeft de voorzit
ter van FC Utrecht niet voor
het grijpen. Is er feitelijk wel
een remedie tegen de vechten
de meute rondom het voetbal
veld? Werkhoven weet het
niet. Dat is geen schande, want
met gezond verstand valt he
laas niet veel te bereiken bij de
voetbalvandalen. Ook de sla
gen met gummistokken van de
politie schrikken de vaak dron
ken en op sensatie beluste
raddraaiers niet af; En een
scherpere controle bij de toe
gangspoorten van het stadion
wekt alleen meer agressie op.
Zinloos zijn eveneens de dis
cussies tussen clubbestuur
ders en supporters omdat hij,
die alleen op rellen uit is altijd
wel een aanleiding en een
slachtoffer vindt.
De mening dat het voetbalvan
dalisme hand in hand gaat met
het geweld op het veld snijdt
eveneens niet veel hout. Want
hoe verklaart men anders de
ongeregeldheden voor en na
een wedstrijd, zoals het be
klad,deren van stations, het in
gooien van winkelruiten en het
bekrassen van geparkeerde
auto's. Dat vooral de clubs uit
de vier grote steden te maken
hebben met baldadige aan
hangers ligt voor de hand. Het
sociale probleem van de
jeugdwerkloosheid is een es
sentiële wortel van het kwaad.
In Engeland en Schotland,
waar de gevreesde punkbewe
ging ook doordrong op de
voetbalvelden, leerde men het
vechten op de tribunes. Door
dat de herrieschoppers daar
ondergaan in de massa behou
den ze grotendeels hun anoni
miteit. En dat maakt het weer
gemakkelijker om er op los te
beuken.
Hoewel Cees Werkhoven be
weert dat de Utrechtse aan
hang de laatste twee seizoenen
zich betrekkelijk rustig heeft
gehouden, was het stadion
Galgenwaard wel de bakermat
van alle ellende in ons land. De
Bunnikzijde, die destijds 'nog
zo heette, had een nationale
wanklank.
Cees Werkhoven gaat zijn zes
de seizoen in bij FC Utrecht als
praeses. Hij ziet de naderende
competitie met vertrouwen te
gemoet. De arrestaties in cij
fers in de politiearchieven on
derstrepen dat de ordedienst
het laatste seizoen inderdaad
weinig problemen heeft gehad.
En dat met een toeschouwers
gemiddelde van fond 12.000.
Werkhoven: „Een oorzaak
daarvan is het directe contact
tussen de supportersvereni
ging en de lastige supporters-
groepen. Ook de spelers heb
ben wel contact met de sup
porters gehad. Ik denk dat er
J i'M.
zo langzamerhand begrip
groeit voor de situatie. Die lui
beseffen nu wat ze de vereni
ging FC Utrecht aandoen. In
ons stadion is dan ook de laat
ste twee jaar practisch niets
gebeurd. Ook niet door de
supporters van de tegenstan
ders. Dat komt ook door het
goede politieoptreden. Maar
tegen Feyenoord was het toch
weer mis. Op het voorplein
kwamen die supportersgroe-
pen elkaar tegen. Daar doe je
niets tegen. Een zeer moeilijke
zaak, zeker ook voor de poli
tie".
Keerzijde
- .:vv„
Cees Werkhoven weet dat de
kwestie echter een keerzijde
heeft. De Utrechters mogen
zich dan in de Galgenwaard
stilhouden, bij uitwedstrijden
leven ze zich dubbel en dwars
uit. ,,Een kleine groep staat
dan onder leiding van een paar
drammers", weet de Utrechtse
voorzitter. „Die jongens komen
meestal al dronken aan bij de
trein. Het zijn natuurlijk niet al
leen supporters van FC
Utrecht. Maar wij hebben nu
eenmaal die beruchte naam.
Jarenlang was dat terecht, het
spijt me dat ik het moet zeg
gen. Het laatste jaar gaat het
kennelijk beter. Maar ja, eens
een dief altijd een dief. zeggen
ze niet voor niets".
Heeft het Utrechtse publiek
dan de wilde haren verloren?
Werkhoven: „Ach, het heeft
hier natuurlijk ook te maken
met de resultaten van de laat
ste seizoenen. FC Utrecht
speelt nu Europees voetbal.
Het publiek vindt dat prachtig.
Ik ben van mening dat zo lang
je het publiek boeit er niemand
aan vechten denkt. Han Ber
ger, de trainer, en de spelers
voelen dat ook aan. Gezond
betaald voetbal moet niet al
leen op het veld. maar zeker
ook daarbuiten. Anders begin
je nog niets".
„Ik denk ook dat je een oplos
sing voor dat probleem bij het
voetbal zelf moet zoeken", al
dus Werkhoven. ^.Met ideeën
als supporterspasjes en derge
lijke lukt het niet. Trouwens,
dat moet eerst via de rechter
lijke macht goedgekeurd wor
den. En veel helpt dat toch
niet, want je verstrekt die pas
jes dan aan je georganiseerde
supporters. Daar hebben we
geen last van. Wel van de los
se aanhang".
Wie Werkhoven hoort praten,
begint haast te denken dat de
wilde taferelen in Utrecht defi
nitief voorbij zijn. Onbezorgd
voetballen lijkt weer mogelijk.
Dat klinkt utopisch. De nade
rende competitie zal bewijzen
of het zo is
TON ROOSEBOOM
De scheidsrechter, die moet proberen onregelmatigheden op het veld te voorko
men, en de geplaagde bestuurder die hetzelfde moet doen, zelfs buiten het veld.
t - Th<
mpioen
neeft
Vacht vi
criteriu
kilonflBBB
wonn*
kopgi)
i. die na
lèwrde tl.Als de voetballerij zo doorgaat, wordt het publiek weg
hef eh)', is een van de eerste uitspraken van scheidsrechter
in Ettekoven als hij op een zwoele zomeravond na een
voor hrfloop is neergeploft in een tuinstoel. Hoewel Van Ette-
jik nogjjje aan zijn zevende seizoen in het betaalde voetbal
nappinnen, allerminst het scheidsrechterskorps wil aandui-
nict geifiet enige instituut dat de spelverruwing aan banden zal
"^leggen, doet hij in zijn achtertuin toch een hoopvolle
band inK» Dat gebeurt als de smerigste overtreding sinds men
"nfPvT1 da' traP' aan c'e orde wordt gesteld, de tackle op de
n een tegenstander. De verraderlijke schop, die al me-
dat
?ren, ki
band, nailer een langdurige blessure heeft bezorgd en voetbal-
'oeschouf en meer de 'ust ontneemt persoonlijke initiatieven te
>ton. |en. „Ik geef daarover mijn geheel eigen mening, maar
icht, dat het van achteren onderuithalen het komende
eerder met rood bestraft zal worden. Ik wacht niet af of
b richting geïnstrueerd gaan worden. Als een speler een
Jnder van achteren onderuit schopt, trek ik rood. Dan
r wèl aan moéten wennen, dat bij een daaropvolgend
ng onderzoek de heren elkaar toch weer dekken".
>el—Bo
rheyen
Graas
Samao
Barr
pnt.
V
Dybm
piek—]
strijd
•pioea
n orAi
Parj
i speel
bij
am
„ledereen kent toch het beroemde geval
Bloemberg-Castenmiller tijdens de wed
strijd Fortuna-Groningen twee seizoenen
geleden. Bloemberg gaf Castenmiller een
kopstoot en Castenmiller zei toen tegen
mij: „Scheidsrechter, zie je dot niet, hij
geeft mij een kopstoot". Maar bij de straf-
commissie in Zeist kon Castenmiller zich
niet meer herinneren dat gezegd te heb
ben. Dat zal, zo lang de mondelinge on
derzoeken bestaan, wel zo blijven. Voor
een scheidsrechter is het vaak het moei
lijkst om met 22 spelers van het veld te
komen. Vanaf het begin de zaak heel kort
houden Is belangrijk, maar er kan altijd
een overtreding komen, die je met een
rode kaart moet bestraffen. Om nog stren
ger op te treden dan we nu al doen, zie ik
niet zitten. Op die beroemde bijeenkomst
in Utrecht met alle betrokkenen uit het be
taald voetbal kregen de scheidsrechters
de zwarte Piet toegespeeld door Vilé. Ge
lukkig durfden toen bestuursleden van de
clubs te stellen: we hebben allemaal
schuld. Met z'n allen zullen we er wat aan
moeten doen."
Geen zin
De hamvraag is dan uiteraard wét men zal
moeten doen. Henk van Ettekoven wijst
naar de trainers en voetballers. „Ze moe
ten niet steeds in systemen denken. Het
heeft geen zin er van uit te gaan niet te
degraderen en geen kampioen te worden,
kortom zich handhaven. Het uitgangspunt
zal bij alle clubs het maken van doelpun
ten moeten worden. Neem nqu de afgelo
pen nacompetitie. Iedere speler wist wat
hij doen moest, zo snel mogelijk een doel
punt maken. En er is in die nacompetitie
niets onregelmatigs gebeurd. Hooguit
moesten de verzorgers het veld in omdat
het allemaal zo enthousiast ging of omdat
de spelers doodvermoeid waren. Het pu
bliek ging steeds tevreden naar huis. Maar
zodra de normale competitie begint, zijn
ze dat allemaal weer vergeten. De bal In
de ploeg houden, dat vinden ze dan be
langrijk. En geeft er één een dieptepass,
die bij de tegenpartij terecht komt, dan
springt de trainer onmiddellijk woedend
van de bank".
„Ik verbaas me soms over de reacties van
een trainer. Ik heb er wel horen zeggen te
gen een speler, die door een tegenstander
werd uitgespeeld: „De volgende keer leg
hem neer, anders haal ik je eruit". Ik merk
in het veld ook gauw of een speler zijn dag
niet heeft. Zo'n jongen gaat dingen doen,
waar ie geen weet van heeft en de meeste
trainers doen daar niets tegen. Er is te
Optelsom
„Ja, het komt voor, dat de verkeerde spe
ler, als je dat zo kunt noemen want het
gaat natuurlijk wel om een overtreding,
een gele kaart krijgt. Het is vaak een op
telsom. Na een aantal overtredingen moet
je als scheidsrechter optreden om het in
de hand te houden. Van mij mag er best
stevig gevoetbald worden. Zoals Morgan
en Swart het afgelopen seizoen in de wed
strijd FC Groningen-Veendam. Na een for
se overtreding van Swart zei Morgan, dat
het allemaal zo erg niet was. Toen Morgan
er daarna een keer stevig inging zei
Swart: „Nou heeft ie mij een keer te pak
ken". Dergelijke spelers zullen een tegen
stander niet aan een gele kaart helpen,
wat niet wil zeggen dat ze van mij een vrij
brief krijgen om maar raak te schoppen.
Als voetballers eens meer rekening met el
kaar zouden houden en met het publiek,
kan hun portemonnee ook beter gevuld
worden. In Engeland zitten de stadions
ook vol, maar het Engelse voetbaf is be
slist niet beter dan in Nederland. Maar
daar voetballen ze met één opdracht:
doelpunten maken. En daar hebben ze be
sef hoe ze zich moeten verkopen. Handte
kening zetten, praten in het clubgebouw
met supporters, ze weten dat het een deel
van hun beroep is. Hier draait alles om het
geld. Ik heb eens aan één van de populair
ste voetballers van Nederland gevraagd of
hij in Arnhem bij een spelregelwedstrijd
voor de jeugd in de jury zitting wilde ne
men. Is het voor de jeugd? Nou, dan reken
ik maar negenhonderd gulden. Van mij
mogen voetballers best goed verdienen,
ze moeten heLin een paar jaar binnen ha
len. Maar dan niet alles over de balk
gooien en klagen dat ze er niks aan heb
ben overgehouden".
Voordeel
weinig preventie van de trainers in zo'n
geval."
Dat Van Ettekoven een aantal wedstrijden
in het eerste van Vitesse heeft gespeeld,
ervaart hij als een voordeel. „Dat geeft
toch enig krediet bij de spelers. De fouten
die je maakt calculeren ze in. Wat voor
wedstrijd ik ook moet fluiten, ik bereid me
steeds erg goéd voor. Het maakt mij niet
uit of ik een eredivisiewedstrijd of een duel
in de eerste divisie moet leiden. Welke
wedstrijd het is, ik bibber er niet van. al
gaat er wel wat door je heen als je een vol
stadion binnenkomt, maar na het eerste
fluitsignaal valt alle druk van mij af".
„Als spelers het niet eens zijn met een be
slissing, die ik heb genomen, heb ik er be
grip voor dat zij protesteren. Het zijn ook
maar gewone mensen met hun emoties. Ik
heb van een rapporteur wel een aanmer
king gehad, dat ik twee fel protesterende
spelers geen gele kaart had gegeven.
Twee weken na FC Utrecht-AZ, die wed
strijd waarin ik tegen het advies van mijn
grensrechter Utrecht een doelpunt toeken
de, moest ik invallen bij Go Ahead-AZ.
Toevallig waren het dezelfde grensrech
ters. En ditmaal nam ik wel het advies van
één van de grensrechters over en dat viel
weer in het nadeel van AZ uit. Hovenkamp
en Treytel kwamen woedend naar mij toe.
Ik heb ze toen uitgelegd te hebben geleerd
van het voorgaande geval in Utrecht en
die fout niet meer te zullen maken. Maar
dan ga ik ^jeen kaarten uitdelen. Voetbal
lers kun je wel het verwijt maken, dat ze
bijzonder slecht op de hoogte zijn van de
spelregels van de sport, waarmee ze hun
brood moeten verdienen. Dat geldt ook
voor het publiek. Het gebeurt nog regel
matig, dat na een handsbal internationals
aan mij vragen: „Scheids, mag ie er in één
keer in?".
HENK MULDER