'n maatpak kost me f 1.200,- Armoede in zijn jeugd legde kiem or socialisme van Dreessr. _JIER LEEF IK, HIER WORD IK GEACCEPTEERD, gilER KAN IK LACHEN EN HUILEN" KLEINE HELMUT:„HET CIRCUS HEEFT MIJN LEVENZINGEGEVEN" 'm 9 £kz iP"' „KLEINE MENSEN HEBBEN HET HARD TE VERDUREN" I VERHELDERENDE EN LEESBARE BIOGRAFIE Gemat D» omen ivanvaj1 de bijbjfl 'emer pakweg 45 centimeter cou hl| nooit In net zwembad rg em Leen ontdekt zijn door «en circus-directeur Belli. rtcM)nll|k". vermoedt hl), boer geworden, zoals mijn va- grootvader. Vader had In de ostock uitgestrekte landerijen. Eu in OosJ-Oultaland. Hl) had I bezittingen, dat er zestien ig waren om de akkers en de i kunnen bewerken. En dan muls ook nog vier paarden, die rikt wanten om de koeteen te jrln we zondags naar de kerk "iPijn oom en tante van het ste en". I waait over het gezicht van de limut. „Op zomerdagen", her- f 2.3Jn, „als de lucht boven het ko- l het leek al tol de halmen van •aren, spande vader de mooi- >n van ivoor de caieche en zei hij te- Gemetmk |e mooie kleren aan. We m het Jjtoer maken". Zeil droeg hl) -, art lakens pak met zo'n vfer- 'A te Duitsers nog steeds dragen y laten zien dat ze het naar hun Laatst zag Ik op de televisie nidt ook met zo'n petje op. toen wel even aan het den- 'ant naast hem stond Brezjn- irijp niet, hoe Je het met zo'n naar Je zin kunt hebben", echt gingen maken, mocht Ik nier op de bok meerijden. Ik het moment dat vader riep: elne maar voorop zitten. Dat leuk". En dan wist Ik niet hoe boven moest klimmen", dat vader Iets speciaals D»- mlj „der Kleine" noemde. Ik tal zijn kind en kinderen zijn van een vader altijd „der Klei- ze even groot zijn als hij zeil. „Dat is mijn zoon". telt in het begin nauwelijks hln- -had dat ik In vergeli|klng met I school aan de kleine kant illjk vond Ik het wel best zo. Ik kneters tekort om boven de linnen steken, maar dat gemis Khoots gecompenseerd door s die Ik kreeg. Ik was een dul- tderingsgeval en werd eutoma- leer respect behandeld", at Ik er In mijn puberteit pas n heb gekregen. Ik merkte toen wen omkeken als ik op straat I me wezen. Ik dacht in het be- Vaarom doen ze dat nou?" Ik Men wat san da kleine kant, toch geen reden om me zo Laat ööorijp tijd al In Landberg was als de dood hele hebben en was veel was boer. tegen wie ieder- En in Beleren was hl) mark In zijn zak, die om zijn ge legd. voelde ik me lp het begin blister op mijn gemak. Je mist iwfle omgeving van het be- milieu, de boerderij, het land rader was, zover Je kon kijken", een fabriek gaan werken, maar por mij een afgang. Logisch. Ik >als mijn collega's en dat lieten merken. Ik werd anders behan- e rest. Ik werd ook nergens bij pn kon altijd na het werk In mijn e naar huls". I het voor m!| een groot geluk ■t de kinderen van Belli In het- nbad kwamen als Ik. Ik wil be gotten,>maar Ik was als longen zwemmer. Ik maakte met mijn negenentwintig zelf» een snoek- hoge plank. Dat zagen de kin- Belli ook. Die kwamen thuis met rsr dat kleine mannetje dat al- lerlei trucs In het zwembad uithaalde. En dat maakte Belli op den duur toch nieuws gierig". „Op een middag moest ik bij hem komen en toen bood hij me een baan aan als clown in zijn circus. Ik wist natuurlijk ook waarom hij dat deed. Oie man dacht: ,,Een kleine man die een handstand maakt in de piste heeft gegarandeerd meer succes dan een grote vent die hetzelfde doet. Gelijk had- ie: je moet die dingen zakelijk bekij ken". Verzeihung Helmut kijkt nu op zijn horloge en roept: „Hemelse goedheid, ik ben de tijd hele maal vergeten. Verzeihung, ik moet even bellen". In versneld tempo dribbelt hij de oude, bruine Pipo-circuswagen uit'en even later stuift hij op zijn miniatuur motorfiets met kenteken 590 VY F in de richting van de blauwe tent van Circus Krone. Na vijf minuten is hij weer terug. „Verzei hung", herhaalt hij nahijgend, „ik ben bij Krone de man die de bel luidt. Dat doe ik er ook bij. De eerste keer pünktlich een half uur vóór het begin van de voorstelling en daarna pünktlich vijf minuten voordat we beginnen. Ja, wat wil je, het is een Duits circus en daar houden ze van Pünkt- lichkeit". Naast zijn puntgave clownsact en het lui den van de bel heeft kleine Helmut trou wens ook nog de taak om de post rond te brengen: een uitverkiezing die hij te dan ken heeft aan het feit, dat hij de enige is die op zijn motorfietsje tussen de woonwa gens en caravans kan door laveren. Zin „Het circus", zegt hij, „heeft mijn leven zin gegeven. Hier ben ik iemand. Hier ben ik der kleine Helmut, die het publiek laat la chen. Het circus Is voor mij het mooiste dat er op aarde bestaat". „Ik heb het er vaak over gehad met Bim bo, die ook als kleine clown in de grootste circussen van de wereld heeft gewerkt. Ik bedoel der original Bimbo, want bij Busch Roland werkt tegenwoordig een man die zich ook Bimbo noemt. Maar die kan niet eens in de schaduw staan van de echte Bimbo". „Alleen zijn stem al. Hij praat met zo'n eng hoog geluid dat je door merg en been gaat. „Hoe durf je je Bimbo te noemen?", heb ik gedacht, „toen ik hem in Berlijn aan het werk zag, „je bent hooguit een karika tuur van die grote man in ons vak". „Weet je wat der original Bimbo tegen me heeft gezegd. Ik heb met die man urenlan ge gesprakken gevoerd en ik herinner me goed, wat-ie zei: „Helmut, kleine mensen zoals wij hebben het hard te verduren. Want de wereld houdt namelijk geen reke ning met ons. We doen maar zo'n beetje mee voor spek en bonen. De auto's die gemaakt worden zijn te groot voor ons, in de telefooncellen kunnen we met geen mogelijkheid bij de toestellen komen en vrouwen hebben hooguit medelijden met ons. Maar als je het lef hebt om tegen ze te zeggen: „Ik vind u lief", lopen ze hard weg. Toch moet je er voor zorgen, dat het zelfbeklag niet de kans krijgt om je kapot te maken. Je moet blijven knokken en zui nig zijn op je idealen. En neem van de oude Bimbo één ding aan: „Ook een klei ne man krijgt niks cadeau". „En daar had Bimbo gelijk in. Ik heb het gemerkt toen mijn huwelijk mis ging. Ik zat na de scheiding diep in de put en begon mijn werk te verwaarlozen. Ik voelde me miserabel. Maar toch heb ik tegen mezelf gezegd: „Het publiek. Helmut, heeft recht op een artiest die zich voor honderd pro cent Inspant". „Gelukkig heb ik die crisis nog bijtijd9 kunnen overwinnen. En nu kan ik zeggen dat ik weer succes heb. Dat heb ik ook nodig, want ik wil het circus niet verliezen. Hier leef ik, hier word ik geaccepteerd door vrienden die met me pokeren en met wie ik naar het strand ga om wat te dollen. Hier kan ik lachen. Hier mag ik huilen, zonder dat iemand meteen roept: „Kleine mensen kunnen geen verdriet hebben". Geen uitverkiezing „Begrijp je? „Houd de kern gaaf", riep Bimbo altijd. Dat heb ik in mijn oren ge knoopt. Klein zijn is bepaald geen uitver kiezing. Maar het mag niet betekenen, dat de mensen daaconj medelijden met je moeten hebben. Als ik in de piste kom, speel ik een spel waarvan niemand in het publiek weet dat ik er keihard voor ge werkt heb. Maar ze merken het wel. Ze zien ook dat ik maatpakken draag, die speciaal voor mij zijn gemaakt door de beste kleermaker van München. Die kos ten me 1.200 gulden per stuk. Maar ik heb het er graag voor over, want ook een klei ne man moet er even gesoigneerd uitzien als de andere artiesten". „Het is alleen jammer dat ik na de voor stelling nog steeds „der kleine Helmut" ben. Een clown schminkt zich af en stopt zijn rode dopneus in de la. Vanaf dat mo ment is hij precies hetzelfde al9 alle ande ren. En Strickler, de dompteur, doet zijn spijkerbroek aan en niemand ziet meer dat hij zijn brood verdient in een circus". „Maar der kleine Helmut blijft der kleine Helmut. Waar hij ook gaat en staat. Ook buiten het circu9 ontmoet ik alleen hel hooggeëerde publiek dat iets van me ver wacht. Voor mij is de voorstelling helaas nooit afgelopen". Open koets „Maar ongelukkig ben ik zeker niet. Wat 13 trouwens geluk? Voor de één betekent geld misschien geluk, voor een ander Is het gezondheid ot succes bij het pokeren. Ik herinner me die tochten op warme zo merdagen in de open koele ven vader. Hl zat naast de koetsier en zodra we op de rechte weg weren, ga) hl) de Mdeeta aan me en zal hij: „Na, du Helmut. Nu Ie het )ouw beun. Breng ons veilig thuts". „Kun Je )e dat voorstellen? Ik op de boft met de leidsels In mijn hand; onoer me de ratelende wielen, vóór me de «nukrende nden. En linke en rechte da bomen (fto jldelljk tegen eikaar hoorde leppan. „Kijk. daar gaat Helmut". ..Zo gelukkig ate op die momenten heb ft me daarna nooit meer gevoeld". TEKST: LEO THURtNO FOTO'S: MILAN KONVAUNKA s nlkl met Hier toe, ,'k h, Mede omdat hij de eeuwwisseling ren (op 5 juli 1856) de jeugd van dr. w. si weinig bekend, neratie die de perio- le belangrijkste poli- iet land was (1945 - kust heeft meego lf daar niet veel van. mer. omdat Iemands ik te maken hebben «ringen In de eerste l. Alleen daarom al ld dat John Jansen en Herman Vuijsje, ers van de Haagse karwei op zich heb- men een biografie te schrijven. Het re- een lekker leesbaar 171 pagina's, dat op jnten zeer verhelde- Is zeker voor de lezer wil weten waarom iets zó gegaan is en niet zus (in de krant van zaterdag 9 augus tus hebben we reeds zijn visie gegeven op de tweede politio nele actie in december 1948 in het voormalige Nederlands In- die). Voor de meeste Nederlanders is de naam van Drees onver brekelijk verbonden met het verbeteren van de pensioen voorzieningen. De klem van die gedachte blijkt te zijn gelegd in 1891, ais Wim vijf jaar oud is. In dat jaar overlijdt zijn vader aan tbc. Aan de Marnixkade in Amsterdam blijft moeder al leen achter met drie kinderen: Wim en zijn twee zusjes. Nadat de begrafenis en de rouwkle ren zijn betaald, is er nauwe lijks meer geld in huis. Me vrouw Drees gaat in het le vensonderhoud voorzien door het verhuren van kamers. „Mijn moeder heeft het heel moeilijk gehad. Hoewel wij ons niet tot de armen rekenden, leefden we heel sober", herin nert Drees zich. Deze omstandigheden zijn des te schrijnender, omdat Wims vader een goede baan heeft gehad, bij de Twëntsche Bank. Van enig pensioen is echter geen sprake. De werkgever doet alleen de toezegging dat Wim, na zijn schooltijd op de bank kan komen werken. Dankzij de steun van een oom, die ais makelaar in goede doen is geraakt, kan Wim naar een burgerschool voor lager onder wijs, waardoor hij in tegen stelling tot de leerlingen van de armen- en tussenschool la ter wel toegang heeft tot het middelbaar onderwijs. Ergeren Dit 60ort verschillen begint de jonge Drees hoe langer hoe meer te ergeren. Op zijn vele voettochten door het toen nog autoloze Amsterdam valt hem ook op hoe lang de arbeiders moeten werken en hoe misera bel ze gehuisvest zijn, vaak in kelderwoningen. Na de drieja rige HBS gaat hij naar de O- penbare Handelsschool en komt in de klas bij zoons van diamantbewerkers. Hun vaders zJJn lid van de enige echte vak organisatie die er op dat mo ment Is, de Algemene Dia- mantbewerkersbond. Dat mi lieu brengt hem in contact met de ideeën van het socialisme, in 1902 valt er „een zaadje ook in mij", wanneer hij het feest bezoekt ter gelegenheid van het feit dat Troelstra erin is ge slaagd de kamerzetel van het district Amsterdam-lil te ver overen. Het jaar daarop zijn er de gro te spoorwegstakingen, die de anarchisten proberen om te zetten in een algemene sta king. „Ik was op die afschuwe lijke vergadering in het Paleis voor Volksvlijt, waar een opge wonden massa werd opgehitst door de anarchisten en voort zetting van de staking eiste. Troelstra had gewaarschuwd: „Een algemene staking maakte helemaal geen kans en er zou den veel slachtoffers vallen". De anarchisten scholden toen de sociaal-democraten uit voor verrader. Dat is het dèfinitieve breekpunt geweest. Ik ben om zo te zeggen een dagdro mer, wat ze nooit van me zul len verwachten, maar ik ben veel te praktisch om maar een ogenblik het anarchisme mo gelijk te vinden. Volstrekte ge zagsloosheid! Een maatschap pij, yvaarin je niets dwingend mag regelenl Dat kan niet, dat moet je dadelijk voelen". Op 1 juli 1804 zet Wim, toen bijna 18 jaar. de gedachte om In de daad en kiest voor de demo craten onder de socialisten: de SDAP. die onder leiding staat van Pieter Jelles Troelstra. „Vergissing" De „vergissing" van zijn voor man, de oproep tot revolutie In 1918, heeft Drees. toen voor zitter van de federatie-Den Haag. van nabij meegemaakt. Troelstra blijkt te hebben ge handeld tegen de wens in van het kader van de partij en van het NW, uitgesproken op een inderhaast belegde vergade ring. „Maar de avond daarna sprak Troelstra in Rotterdam en daar begon-le toch over de machtsovername". De volgen de dag moet de SDAP-leider in de Kamer spreken en kan het weer niet laten. Drees verklaart dat uit het feit dat Troelstra erg onder de indruk was van de revolutie In Duitsland en zich In feite nooit had kunnen neerleggen bij het „reformis me", dat wil zeggen dat de so cialisten ook veel konden be reiken door middel van het al gemeen kiesrecht en de In vloed van de vakbeweging. Troelstra was dan ook niet zo geporteerd voor socialistische wethouders: hij had liever krachtige propagandisten. In 1919, een jaar na de „vergis sing", werd Drees de eerste socialistische wethouder van Den Haag, wat hij veertien jaar zou blijven. Achteraf vindt hij zijn „opbouwend werk" in die functie een betere propaganda voor de SDAP dan „hardnekki ge, maar vergeefse oppositie in de landspolitiek". Samenwerking Deze grondgedachte, die als consequentie had dat de so cialisten bereid dienden te zijn tot samenwerking met andere partijen, is ook kenmerkend geweest voor Drees' handelen als minister. Carl Romme. van 1946 tot 1961 fractieleider van de KVP, herinnert zich Drees als „een rasechte socialist, maar eigenlijk'zonder Christus te erkennen toch een christen socialist. Hij is de man voor ie dereen, die niet almaar naar zijn achterban zit te kijken". Bij sommigen in zijn eigen par tij heeft deze opstelling hem minder populair gemaakt. Voor sommigen was hij hooguit de voorman van de zich emanci perende arbeiders, maar in wezen geen socialist. „In zijn karakter, toen en nu, behou dend en conservatief. Hij boe zemde groot gezag in, omdat hij degelijk, fatsoenlijk en be trouwbaar was. Hij was de Wethouder yan Nederland." al dus Van der Goes van Naters, voormalig fractieleider van de PvdA. In 1954 verduidelijkte Drees zijn houding door te schrijven dat het voor het democratisch socialisme „plicht kan zijn een deel van de regeringsverant woordelijkheid te aanvaarden, vooral al9 het land In moeilijke omstandigheden verkeert en een stabiel bestuur anders twijfelachtig is." Hervormend Nu. 22 Jaar na zijn afscheid van de politiek, meent Orees, vrij. wel blind en dool aan Mn oor maar nog volstrekt helder van geest, dat er onder rijn leiding wel degelijk stappen In soda- Hstische richting zijn garat. Hl) doelt dan mat nama op de so ciale zekerheid. Volgens hem is die van meer belang „dan hal belang van een aantal werk no- mars In een bepaald bedrl|l dat aan da Staat komt". Zijn opvolger Den Uyl. die het nu ala zijn plicht ziet de PvdA weer in de regering te bren gen. is het daarmee eena. „Hat la écht hervormend om de af hankelijkheid van manaen te doorbreken". RIK IN "T HOUT John Jansen van Galan an Harman Vuijtje: „Drea, wethouder van Nederland"; A.W. Sijthoffe Uitgeversmaat schappij (pr IJ»; 17,50 Vooral ft» huldigt t generaal eanprach da NAVO, premftr, dia hal liet»! thuis werkte, In hal kaft waar hij nu nog woont mat zift oodsta toon ft» «Pa haar Hautains kwam bi Nederland ovortoggon over do KUfahSuwtp. Bon zoor gotortonoordob not jtniwikaaoao iitu—t Hty kwam mM CtaÜB. worn do regering voor boni In de Vlfla Madoma. Hot door RsfoM gebouwde paleis, do sardoooAdmon mal gatrakkaa aafeat ap mlntatar praakftnl ham bij zich thola uttaodtgdn U ziat da haren arrtvaraa ft da Dnkftanl de vtjt (teaflee uit, aaa marftatft aa da haas Dreaa had aaa goad an zakelijk gaaprek. Dental zal de haar Hantaan tal zijn ambaaaadaun Jk hab hal al gezien. Een land, waarvan da pramtar ft zftk an eenvoud leeft, la once

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 23