Steden
dreigen te
verstikken
in hun eigen
afval en
criminaliteit
DEN HAAG Nog niet to verschrikkelijk lang
Kleden vree de etadsbeuroner een mens om la
ns op Ie cijn. Omringd door alle mogelijke
comfort koesterde hij tich in handel en nijver
heid, in kunst en cultuur, telle „In pracht en
praal", zoals dat to fraai werd omschreven. Hij
wee verzekerd van een bepaalde welvaart en hij
kon genieten van alle gemakken van het leven.
Geen wonder, dat veer |onge plattelanders ge
noeg kregen van het geploeter „in modder en
eenzaamheid", hun pukkel opbonden en stad
waarts togen. Het platteland liep leeg, de stad
dijde uit tot ongemeten grootheden. En wat is
ervan overgebleven? Oe stad Is geen stad meer,
zij ie „een metropool van gemeenschappen vol
armoede, onbegrip, misdadigheid. Gemeen
scheppen die dreigen te verstikken in hun eigen
f elval en die invreten op het gedrag van de ste
deling", aldus de Amerikaanse sociologe Elaine
Morgan in haar onlangs verschenen boek „Stad
in stukken".
ZIJ en andere cultuurpessimisten liegen er niet om
in hun studies. Zij roepen zelfs het onheil at over
ledereen, die nog steeds en met hoe langer hoe
meer ijver pleit voor de bouw van nieuwe en de
uitbouw van bestaande steden, als samenklonte
ring van een enorme verscheidenheid aan mensen.
Hoe mcpr hoe liever en des te belangrijker wor
den die steden. „Terwijl die autoriteit", aldus Elai
ne Morgan, „bliksems goed weet, dat de stedelin
gen dreigen te verstikken In hun eigen afval". Het
Is geen nieuw geluld. De Wassenaarse futuroloog
professor Fred Polak schreef in 1977 al In zijn
boek over de zogenaamde „Slow motion mens":
„Grote steden zijn broedplaatsen van criminaliteit
en agressie en de voornaamste veroorzakers van
de op alarmerende wijze toenemende neurotische
spanningen".
Overdreven of niet, feit Is dat nu al meer dan de
helft van de wereldbevolking is samengeperst in
- steden, In Bijlmermeren of In wolkenkrabbers. In
de slums van de Amerikaanse monster-city's of in
de afbraakwijken van Den Haag, Amsterdam,
Utrecht. Parijs, Londen of welke stad ook.
AFHANKELIJK
Feit is ook, dat de stadsmensen steeds sterker af-
hankelijk raken van hun medeburgers. Er hoeft
maar een langzaam-aan-actie of een staking uit te
breken en „heel het raderwerk staat stil", om met
de politieke tekenaar Albert Hahn te spreken. „De
stadsmens raakt", aldus Elaine Morgan, „in een
staat van hulpeloze woede, vooral als hij denkt aan
al die andere mensen verderop, die op zijn dien»
- sten vertrouwen of op wier diensten hij moet ver-
trouwen om te kunnen blijven functioneren. Hoe
groter de stad, des te vaker kan de onderlinge af
hankelijkheid tot een uitbarsting van frustatie lei-
den en des te groter is de voortdurende aanwezig
heid van onderbewuste angstgvoélens. Het is in
bijvoorbeeld New York al zo erg, dat de „gewone"
burgers de straat maar aan de straatrovers overla
ten en zichzelf en hun gezin „interneren" binnen
elektrisch beveiligde reservaten".
Zou het langzamerhand in Nederland ook ai niet zo
zijn in diverse stadswijken, zo kan men zich afvra
gen als men de dagelijkse politieberichten volgt?
Maar wat wil men: elke stad, waar ook, raakt over
bevolkt. krijgt haar vervallen wijken, ziet steeds
meer woningzoekenden binnen haar grenzen die
steeds meer dichtgespijkerde of vervallen krotten
tegenkomen.
Dreigt in Nederland werkelijk wat zich in Amerika,
in Engeland en voor een deel ook in Frankrijk al
jaren afspeelt? Blijkbaar wel. „Veel van wat Elaine
Morgan in haar boek naar voren brengt, Is ook in
Nederland herkenbaar. De tegenstelling tussen de
Randstad en de zogenaamde ontwikkelingsrealo's
(bijvoorbeeld Noordoost-Groningen en Zuid-Lim
burg), de verpaupering van de binnensteden en de
financiële moordkuil ale het herstel ervan lijkt te
gaan worden, alsook het leeglopen van kleine dor
pen op het platteland passen alle In haar kader",
aldus schrijft drs. L. de Klerk, wetenschappelijk
-medewerker aan de Amsterdamse universiteit in
zijn voorwoord bij de Nederlandse uitgave („De
stad in stukken", Agathon-Bussum) van Elaine
.- Morgans boek „Falling Apart".
Drs. De Klerk trekt uit de studie van de Ameri
kaanse schrijfster de conclusie, dat de stad ten
slotte zal uiteenvallen in kleine, sterk op zelfvoor-
- ziening gerichte eenheden. „Een rijke wereld zal
dat niet zijn, maar misschien wel een menselijke",
aldus drs. De Klerk. Hi) grijpt met deze conclusie
In wezen terug op de wijsgeer Plato uit de Griekse
oudheid die de toenmalige wereld al had voorgere-
kend dat de stad van die tijd niet groter zou mo
gen zijn dan wat wij tegenwoordig zouden vertalen
in een aantal van ongeveer 30.000 inwoners.
MISLUKKING
Maar hoe moet men dan verklaren, dat de door de
overheid gestimuleerde verhuizing uit de Randstad
naar bijvoorbeeld Utrecht en een deel van Gelder
land niet alleen sterk is teruggelopen, maar vol-
gens sommige planologen zelfs is mislukt. De trek
j terug naar de stad is in de jaren zeventig weer toe
genomen, zonder dat men de oorzaken of de rede-
nen ervan kon doorgronden. Men kan moeilijk vol-
houden, dat het heeft gelegen aan het herstel of
de vernieuwing varr verschillende 6teden in de
Randstad. En waarom dreigt het spreidingsbeleid
van de overheid, dat zij al enige jaren probeert op
gang te brengen, nauwelijks iets op te leveren?
Het zu..^ii waarschijnlijk dezelfde gevoelsmatige
redenen zijn als waarom Brussel, Londen, New
York en zelfs Amsterdam mensen blijven trekken.
Ook al weet men dat men in deze steden geen
kans heeft op een behoorlijke huisvesting.
Elaine Morgan staat bekend als een schrijfster die
door te provoceren, desnoods sterk te overdrijven,
probeert de wereld althans haar groeiende le
zerskring over de gehele wereld in beweging te
brengen. Het lukt haar blijkbaar goed, want haar
publikaties trekken steeds meer aandacht, veroor
zaken ook veel ergernis bij vakmensen, die menen
dat zij haar opvattingen over de verwildering van
de stad en haar inwoners zeer sterk overtrekt. Zij
hebben waarschijnlijk gelijk. Maar men kan er toch
niet omheen te moeten vaststellen, dat een groot
aantal steden steeds minder leefbaar wordt. Dat
een groot deel van deze steden intussen al in het
stadium van ernstig verval is geraakt. Met alle
menselijke, en morele gevolgen vandien, ook voor
de steden die met deze ongeremde uitwaaiering te
maken hebben, blijkens tal van studies en rappor
ten van medici, psychologen, sociologen en politi
ci.
SLAGVELD
Districtsbestuurder Lex Dors van de Federatie Ne
derlandse Vakbeweging (FNV) zei dezer dagen
openlijk: „De Amsterdamse binnenstad gaat naar
de verdommenis. Kwallteltszaken verlaten één
voor één het slagveld. Daarmee verdwijnen goede
arbeidsplaatsen. Speculatie doet de huurprijzen
van winkelpanden abnormaal stijgen. Maak de
binnenstad weer toegankelijker voor de midden
groepen via ondergrondse parkeergarages, waar
door bijvoorbeeld het Beursplein autovrij gemaakt
kan worden, gecombineerd met kleinschalig woon
genot". Wat gebeurt daar volgens FNV-man Dors
nu: „Discoshops, die een maand bestaan, winkels
met graaibakken zonder service. Met tientallen
stappen de winkeliers op. Daarmee verdwijnt niet
alleen een stukje sfeer, maar ook goede werkgele
genheid...".
En Elaine Morgan? „Veel jongeren zullen wegtrek
ken naar de kleinere plaatsen aan de nieuwe gren
zen, waar hun komst een aanzienlijke invloed zal
hebben op het leef- en denkpatroon...". Denk
daarbij voor wat ons land betreft aan bijvoorbeeld
Oost- en Noord-Nederland en ook aan Zuid-Lim
burg, waar steeds meer jongeren zich vestigen, te
vreden met „gezonde lucht, een woninkje en al
leen maar het dagelijks brood". Zij moeten niet zo
nodig meer in een maatschappij die volgens hun
opvattingen zichzelf al lang voorbij is gehold.
Toch is het nog maar een kleine groep die daar
mee voor een nieuwe levenshouding kiest. De trek
naar de stad blijft doorgaan, ondanks alle waar
schuwingen, ondanks alle verval. Theodore Ros
zak, een collega van Elaine Morgan in zijn boek
„Persoon en Planeet" (De creatieve desintegratie
van de industriële samenleving. Meulenhoff-Am-
sterdam): „Zij (de stad) is de meest onverbeterlijke
verkwister en vervuiler; haar economische stijl is
de grootste last die op het planetaire milieu
.drukt"... En verderop in zijn boek merkt hij op:
„Vanaf het begin van haar geschiedenis in de
oude beschavingen van de rivierdalen heeft de
stad misbruik gemaakt van het beheer van wapens
en intellect om schatting aan het land te ontwrin
gen en heeft zij als regering die afpersing verheer
lijkt.".
Het klinkt allemaal niet zo vrolijk wat deze en an
dere cultuurpessimisten van deze tijd ons te vertel
len hebben over de stad en haar bewoners. Hun
zwart-wit denken over de problemen en hun even
zwart-witte kijk op alles wat met en in -de stad
gaande is, zal menigeen zonder meer afwijzen.
Maar zij die direct met deze enorme problemen te
maken hebben, zullen moeten toegeven, dat het
besturen van een stad, zoals deze thans is ge
groeid, bijna een onmogelijkheid is geworden. Ste
debouwkundigen en planologen worstelen al tien
tallen Jaren met het probleem een leefbare stad te
maken. Zij zochten het in de hoogte en veroor
zaakten flatneurose. Totdat ook de bestuurders
ervan waren doordrongen dat hoogbouw de pro
blemen vermeerderden, in plaats van op te lossen.
Zij zochten het In laagbouw, maar moesten erva
ren dat de trek naar de stad toenam, naarmate
men de laagbouw beter kon betalen. Nieuwbouw
ging boven woningverbetering van de oude wijken,
die langzaam maar zeker verkommerden. Het ver
keer, dat via een toenemend aantal snelwegen de
stad binnenkwam, verstikte in de flessehalzen aan
de rènd van de stad. Dan maar bredere toegangs
wegen naar de binnenstad aangelegd, die dan
MILJOENEN MEN*
WANHOPIG OP
ZOEK NAAR VEM
GEBORGENHEID
weer werden gesmoord In de te small
de binnenstad. Enzovoort, enzovoort
TERUG
Theodore Roszak noemt dat aile9 In
creatieve desintegratie van de Industrl
ving" het teken van Kaïn. „We herlnn
KaTn het land bebouwde, voordat hl)
beging. Na de misdaad werd de Aard
werkte door God vervloekt en wilde
meer voor hem dragen. KaTn, de c
had zich zo van God en de natuur t
de grond onder zijn voeten nog dor
niet langer in zijn eigen behoeften vd
stedeling, met andere woorden, heeft
van de oorsprong van het leven verwijf
de werkelijke grond van zijn bestaan
raakt.
Daarmee grijpt Roszak terug en hfcN)
niet alleen naar de
opvatting
Dnd en dc
dat
vensbehoeften moet putten. Niet „li,'"
„zelf doen". Het is nlc
tic
'ooi
derhalve, maar
eerst In de geschiedenis, dat dit thema ,k
komt. Het keert voortdurend terug In tiL*
grote problemen de mens boven het fxE,.
te groeien. Of om het anders te zegfoe
moderne économen en sociologen: hel9
is voorbij, we zijn op weg naar de
het „laten doen" naar het zelf aanpap
daar dan ook, dat Elaine Morgan in hun
kennen geeft, dat naar haar Idee de
dere groepen het tenslotte zullen wlnjf
gevestigde orde, die In de stad of de sfed
glomeratie een macht bezit die zij vaak de
dunken hanteert. Soms zelfs zonder t
beseffen. !d
Maar waar gaat het eigenlijk om aan hc
de twintigste eeuw? „Wie de macht vae.
heeft, bezit ook de macht van het landr9
op de verschrikkelijke volksverhuizing^
eeuw. Meer dan honderd miljoen vL a
zwerven, verstoten uit hun eigen omgev j0
gen steden vaak, over de wereld, zoncL'
zit, op zoek naar veiligheid, geborgC.
scherming en vooral eten. Een groot lord
klontert samen tegen de steden die^..
zwerftocht aandoen. En daarmee beginri
blemen voor henzelf en de betrokken t,es
ander deel van de ontheemden valt on<
zamerhand rampzalig wordende strooLk
die overal ter wereld buiten zijn eigen la. >c
is naar werk, naar een soms mlnlmum'
staanszekerheid: de zogenaamde gasta njL
minderheidsgroepen. En dan zijn er otQe.
huis alleen al in Nederland honderdduil9.
een eigen dak boven het hoofd wille h.
maar dit nergens kunnen vinden. En h. R
voor een deel zelf maar in bezit neme^u
de steden.
„In deze tijd der catastrofen", om r
landse wijsgeer, theoloog en Leids studf!}*,
kant dr. K. E. H. Oppenhelmer te sprioe"j
het bij ieder mens in diepste wezen om..
borgenheld. Want de mens heeft vo~"'
gezinszorgen, promotiezorgen,
se.... Maar er is eigenlijk helemaal ge
teen nog zijn symptomen (verschijn)
mens verloor de Inhoud van zijn mens-zL
jaren zagen wij zeldzame bewegingen,L
ven en opkomen van nieuwe beweging
de eliminering der waarheid"..., aldus
heimer in zijn studie „In deze tijd der c
(uitg. Boekencentrum, Den Haag). „Oef^'a
ten omhoog, de rijken niet omlaag. De ft
loven niet meer in principes, zullen c
periodiek aan verlossers geloven. O
zal de autoriteit weer haar hoofd verh|
verheugende twintigste eeuw: een
hoofd". In alle simp
volgens dr. Oppenhelmer om Ret huis/'
de dreigende overheersing van de i
ken. „Het huls dient de mens om hem f
en wind te beschermen en om hem v
den of voor mensen die hem lastig val
bergen".... Al3 de autoriteit van deze
verschrikkelijk hoofd") dit tenminste tof
HET ONMOGELIJKE
„De mens verloor zijn Inhoud". Met
worstelen miljoenen mensen In deze „fl
de" twintigste eeuw. Geen wonder dar
veel schrijvers het moeizaam worstelen I
chamelijk en geestelijk naakte besta
gen In hun boeken en studies. Zeker li
vaart van kunnen en kennen al lang Is v
Want wie weet wat de wereld thans,
de een en twintigste eeuw, werkelijk r
hadden", aldus dr. Oppenhelmer, „de I
Parijse studenten In 1968 toch gelijk, f
de muren van de Sorbonnne (de beta*
sltelt) kalkten: „Laten wij realist zijn,
onmogelijke vragen"....
TON VAN DE
Elaine Morgan: „Stad In stukken", uitg.
Buaium, 29,50
Th. Roszak: „Persoon an Planeer, i
hoff-A'dam, 36,50
uitg. Boekencentrum, 19.19