EMEIM B# Tuinbouw bang voor Spaanse concurrentie 'agii AND EN TUINBOUW GRILLIGE PRIJSVORMING IN DE BLOEMENHANDEL ISRAEL VEROVERT ENGELSE BLOEMENMARKT AANBOD LELIES ZAL TOENEMEN PROBLEMEN ROND TOETREDING SPANJE IN EG NIET ONDERSCHATTEN LEIDSE COURANT ■MAANDAG 14 JULI 1980 PAGINA 9 De weken voor de zwakste prijsvorming in de bloemenhandel zijn thans aangebro ken, de tijd van de bouwvakvakantie met al hetgeen daarbij hoort. Afgelopen week ging het nog wel met de handel en kon vrijwel alles worden ver werkt, het is een open vraag of dat in deze en komende weken mogelijk zal zijn. Hoe onaangenaam het bijzonder voor de vakantiegangers ook moge klinken, gun stig zijn de weersomstandigheden die remmend werken op oogst en aanvoer van bloemen. Want ook de export laat het gedeeltelijk afweten. Dat is wel ieder jaar opnieuw het geval, maar tot nu toe is er nog weinig reden tot optimisme in de bloemenhandel, vooral als gevolg van de sterk stijgende bedrijfskosten. De omzet aan de CCWS lag afgelopen week iets hoger dan in dezelfde week van het vorig jaar. De totale aanvoer bedroeg 35.168.168 bos of stuks met opbrengst van 10.849.677,69 tegenover een aanvoer vorig jaar van 31.801.503 bos of stuks voor 8.389.657,44. De grotere aanvoer gaf toch een wel wat grotere opbrengst. Een normale aanvoer met een prijsstijging zoals we de laatste tijd gewend zijn. Het totale prijsbeeld is evenwel matig, al moet gezegd dat het iets beter was dan in dezelfde week van het vorig jaar. De prijsvorming was erg grillig en gaf soms tijdens de verkoop aan de veiling nogal verschillen te zien. De kopers nemen wei nig risico hetgeen te maken heeft met de houdbaarheid van de bloemen. Er moet worden gesteld dat ook de handel meer aan de vakantie doet dan in vroeger jaren, hetgeen in de koopliedenba^ken aan de talrijke lege plaatsen wel is' te zien. Dat heeft weer te maken met het feit dat ook in het buitenland veel detaillisten hun winkeldeur een tijdje sluiten en impor teurs het laten afweten. Vooral de grote vakantietijd in Westfalen en Rijnland doet de vraag naar bloemen sterk verminderen en dat is van invloed op de internationale markt. Hoewel de aanvoer van trosanjers afgelo pen week groter was dan vorig jaar om deze tijd, lag de gemiddelde prijs toch wat hoger. Dat was ook het geval met de free- sia maar met de rozen wil het nog niet erg. En vooral van laatstgenoemden schijnt de teelt in het Westland te zijn toegenomen, gezien het feit dat in de eerste helft van dit jaar rond de 17 miljoen stuks méér werden aangevoerd dan vorig jaar en dat zich iedere week demonstreert. Zij over heersen dit jaar de markt, samen met de freesia en jaarrondchrysanten. De proef met aanvoer in bossen van tien stuks rozen, lijkt te zijn geslaagd en bijna alle kwekers nemen er aan deel. Ook de handel blijkt tevreden te zijn. Gemiddelde prijzen met tussen haakjes die van dezelf de week vorig jaar zijn: Amerikaanse an jers 31 (22), trosanjers 27 (21), anthurium 68 (72), snijgroen 13 (9), jaarrondtroschry- santen 38 (38), idem geplozen 54 (59), free sia 19 (16), gerbera 46 (50), gladiolen 19 (27), irissen 20 (8), leliekelken 58 (39), le- lietakken 42 (33), grote cymbidium 1,52 (1,69), idem klein 59 (9), grote rozen 19 (22), idem klein 15 (14), sonia 16 (14), be- linda 13 (16), red garnette 11 (10). Er waren ook aanzienlijk meer potplanten dan vorig jaar, totaal 622.980 stuks met op brengst van 1.071.250,02 tegen 465.684 stuks opbrengst 776.792,95 vorig jaar. Opvallend klein blijft de aanvoer van perkplanten, 67.073 stuks tegen 104.746 in dezelfde week van het vorig jaar. Hoewel dus wat de aanvoer betreft de weersomstandigheden afremmend wer ken, zien de kwekers in het algemeen toch wel uit naar wat zonneschijn die in deze tijd het gewas moet helpen opbou wen, teneinde in de komende dure maan den de produktie te kunnen opbouwen om een dan rendabele teelt te verkrijgen. Ronduit „schokkend" is de bloemen marktverovering door Israël de laatste drie jaar in Engeland. Deze is van nog geen miljoen pound aan waarde in 1976 gestegen tot niet minder dan ruim tien miljoen pound in het afgelopen jaar of van 13 naar 47 procent van de totale in voer. Nederland kon dat in deze perio de brengen van 19 naar 23 procent. De totale bloemeninvoer naar Engeland nam van bijna 6 miljoen pound in 1976 toe tot ruim 22 miljoen pound, waar van Israël met ruim 10 miljoen pound een aandeel met 47 procent had tegen de 23 procent van Nederland, welk per centage in 1967 nog 19 procent was. Bij de invoer van anjers wist Nederland zich op 8 procent te handhaven, maar Is raël kwam geweldig naar voren en bracht zijn aandeel van 6 in 1976 op 44 procent Dit laatste ging ten koste van de traditio nele anjerleveranciers zoals Frankrijk en Italië, maar ook van Kenia en vooral Co lumbia, dat van 55 naar 32 procent invoer in Engeland terug liep. De waarde van de Nederlandse invoer steeg in die periode van ruim een miljoen naar anderhalf miljoen. De totale invoer- stijging van bloemen en planten in Enge land nam in de laatste drie jaar toe met 272 procent! De grootste sprong maakten de anjers: met een waarde in 1976 van 3.395.000 pound, naar 11.454.000 afgelopen jaar. Zij worden gevolgd door de rozen vén 780.000 pound naar 3.283.000 maar de anemonen- liepen terug vain 254.000 pound naar 171.000. De overige bloemen geven een stijging te zien van 1.50.000 pound naar 7.321.000. Topprocent aan invoer geven de rozen te zien, namelijk met 321 procent, een waarde van 780.000 pound in 1976 naar 3.283.000 pound 1979. Naar de me ning van het Nederlands Produktschap voor Siergewassen (PVS) zal ondanks de jongste verdubbeling in het rozenaandeel, de Nederlandse export teruglopen van 26 naar 15 procent, maar Israël kwam hier ,van 60 op 81 procent. Zoals bekend levert Israël meer kleinbloemige soorten dan Nederland. Ook de anemonen-markt in Engeland wist Israël te veroveren. Zijn aandeel is van 6 naar 46 procent gestegen, door Italië op de voet gevolgd met 43 pro cent. De leverantie door Frankrijk is ge daald van 56 naar 10 procent van het to taal. Nederland moet het vooral hebben van de „overige bloemen". In 1979 kwam ons aandeel daarvan op de Engelse invoer van 44 procent in 1976 op 51 procent. In 1976 leverde Nederland 62 procent van alle hyacinten, tulpen, narcissen en irissen en 48 procent van de freesia. Van de ove rige bloemen leverde Nederland 43 pro cent. Als totaal werd de invoer in Enge land door Nederland van óverige bloemen ruim vijfmaal zo groot als in 1976. Ook uit de indeling naar soort blijkt het grote be lang dat ons land heeft bij invoer van die bloemsoort. Deze maakte in het afgelopen jaar 17 procent uit van de totale Engelse invoer. Overigens blijkt uit de oktober-telling vo rig jaar dat het Engelse bloembollenareaal sinds 1978 met ruim 7 procent is vermin dert tot 4.140 ha. De teelt van snijbloemen in de open grond verminderde met 10 procent tot 600 ha. De bollenoppervlakte neemt sinds 1977 gestaag af. Zo gingen de narcissen terug van 3.740 ha in 1977 naar 3600 in 1979. Dit jaar staan er 540 ha tul pen, wat 40 ha minder is en de irissen verminderden in twee jaar van 90 naar 60 ha. Maar dit alles benadrukt de sterkere positie die Israël (ook) in Engeland heeft, waarbij we de situatie in West-Duitsland hierbij onbesproken laten. Een gewaar schuwde teler.... De lelie wordt als snijbloem van jaar tot jaar belangrijker. Zo registreerde men voor bloei in de herfst in 1977 een areaal van 65 ha, maar een prognose van het PVS vertelt dat er in het komende najaar zo'n 116 bunder in bloei zal komen. Dat is toch wel een uitbundige groei in vier jaar tijd. Ook voor de komende herfst blijft de oranje Enchantment nog lelie nr. 1 met 37 ha onder glas. Vergeleken bij vorig jaar is dat een krimp van 17%, want toen stond er 44 ha van opgeplant. Een gezonde zaak, want wat heeft de bloemenhandelaar er aan als het assortiment zo beperkt is dat 'men eigenlijk zou moeten spreken van Enchantment-voor en Enchantment-na. Dit najaar gaat de fraaie gele Connecticut King een belangrijk woordje meespreken. Kwam deze beauty verleden jaar in het stuk nauwelijks voor en in de jaren daarvoor helemaal niet vandaag heeft men 14 ha van Connecticut King voor de bloem opgeplant en dat is niet niks. In procenten uitgedrukt: een groei van 775. Geen paniek Nu behoeft een dergelijke groei niet on middellijk tot een paniekstemming te lei den. Om te beginnen is het een voortref felijke lelie met fraaie kleur en bovendien is het vaasleven zeer lang. De consument heeft er dus lang plezier van en dat kan helaas niet van alle snijbloemen en ook niet van alle lelies worden gezegd. Een dergelijk aanbod zal deze lelie ook in veel meer kringen bekendheid gaan ge ven en dat is een goede zaak. Opmerkelijk is dat nog zo veel bloemkwe kers het dit jaar hebben aangedurfd zo veel Pirate in hun pakket op te nemen. Deze bruinrode lelie is weliswaar een fraaie aanwinst, maar heeft daarnaast een aantal gebreken die de bloemkweker met zorg vervullen. Niettemin nam het areaal dat dit jaar voor bloei in november is op geplant sterk toe. Vorig jaar anderhalve bunder en nu bijna vier ha. Krimp Met de Longiflorums de witte uit Ja pan geïmporteerde trompetlelie, die met name in net Westland in grote aantallen wordt geproduceerd is in de afgelopen maanden niet zo verbluffend goed betaald geweest. Dat het areaal zou krimpen lag dan ook wel in de lijn der verwachtingen, ook al steeg juist de afgelopen weken de prijs naar een wat redelijker niveau. Hadden de bloemkwekers vorig jaar voor herfst- bloei nog 34 ha Longiflorum opgeplant, dit jaar houdt het met 26 ha wel op. De mooie maar zo lastig te verwerken Speciosums zijn ook in oppervlakte toege nomen. Van Üchida waar vorig jaar 6 ha van onder glas was geplant voor bloei in Van deze lelie de fraaie gele Connecticut King zal het bloemenaanbod In de komende herfst sterk toenemen. het najaar, staat nu ruim 9 bunder en van Rubrum nam de oppervlakte toe van 4 naar 6 ha. Deze lelies hebben een lange trekduur en vragen dus veel energie. In deze tijd van het jaar speelt dat uiteraard niet zo mee, omdat de groei plaats vindt in de zomer maanden. Maar wie deze lelies in januari plant moet 140 dagen stoken voor men kan gaan oogsten. En uiteraard kunnen er in de winter- en vaak koude voorjaars maanden heel wat tonnen olie verstookt worden voor men ook eens gaat „van gen". Alstroemeria Volgens de uitslag van de door het PVS gehouden enauête zal men in het komen de najaar ook een verruiming van het aanbod van Hippe as trums kunnen ver wachten van 12%. Dat is ook nogal fors. En van de zeer houdbare Alstroemeria's zal het aanbod in vergelijking met vorig jaar toenemen met 10%. Ook het afgelopen half jaar is de aanvoer van deze uitstekende snijbloem al flink toegenomen van 15 naar 20 miljoen stuks en daardoor kwam de prijs wel onder druk te staan. De gemiddelde prijs zakte van 0,39 naar 0,32 per stuk. Dat wil zeggen: 18% minder. Van Freesia's is per november geen uit breiding en ook geen krimp te verwach ten. Erg bont maken het de producenten van Gypsophila paniculata, want van dat arti kel zal het aanbod in november toenemen 79%. Nog even zo doorgaan en de uitslag is voorspelbaar! Tot zo ver de prognoses voor de komende herfst wat de bol- en knolgewassen be treft En dan hebben we het Gipskruid gemakshalve maar onder de knolgewas een gerubriceerd. n bet e noc ek, 1 s. 2 si •oear, ine bi ig iet ring slope is ii i. rst, o >oe e bij en voej at di bin tot elie iden; of e lekk< de v :ht vit sn grie Roe suik hete aa he La Dor u ak op n ve JEA er ri auto LOOpS DEN HAAG De Fran se president Giscard d'Estaing zorgde onlangs voor de nodige opwin ding door tijdens een in leiding voor de Cham- bred d'Agriculture te zeggen dat hij tegen de toetreding van nieuwe landen tot de EG is. Dat paste natuurlijk prach tig bij de acties van de boeren en tuinders in Zuid Frankrijk en paste ook erg goed in de ver kiezingscampagne. Later bleek dat hij bedoeld had een pauze in de on derhandelingen te wil len inlassen en een lan ge overgangsperiode wiL Het Europa van de Negen kan het zich echter natuur lijk niet veroorloven om nieuwe democratieën als Spanje, Portugal en Grieken land buiten te sluiten. Voor Griekenland kan dat geluk kig al niet meer, want het toetredingsverdrag is gete kend. Ingaande 1 januari 1981 kunnen we spreken van het Europa van de Tien. De komende maanden zullen de onderhandelingen over de toetreding van Spanje tot de Europese Gemeenschappen voortgezet worden. Vooral de zogenaamde „landbouwpara- graaf" zal daarin een belang rijke rol spelen. Inmiddels heeft Spanje bij monde van zijn minister voor Europese Zaken al te kennen gegeven dat het allerlei vertragings tactieken niet zal accepteren. Ook de minister van Land bouw, Lamo de Espinosa heeft, toen zijn collega uit Nederland ir.Braks hem in Spanje bezocht, er op aange drongen dat met name ons land, dat in het eerste half jaar 1981 het voorzitterschap in de EG zal bekleden - zich zal inzetten om de besprekin- over de toetreding van zo snel mogelijk af te Twee miljoen Toch moeten we de proble men die de toetreding van Spanje zal kunnen geven niet onderschatten. Niet alleen zijn er problemen van finan ciële aard, maar ook zaken die te maken hebben met het landbouwbeleid. Er is een tij delijke oplossing bereikt over de bijdrage van Engeland, maar daarmee zijn de proble men rond het gemeenschap pelijke landbouwbeleid nog lang niet opgelost. Dat dit landbouwbeleid omgebogen moet worden, daarover zijn de meeste landen het wel met elkaar eens. Echter de achtergrond van die veran deringen wordt vooral inge geven door de kosten die aan het beleid zijn verbonden. Met de toetreding van Spanje zullen de landbouwproble men nog meer toenemen. De gemeenschap krijgt er dan ruim twee miljoen boeren en tuinders bij. Dat wil zeggen dat het aantal boeren en tuinders in de EG dat met zijn inkomen afhankelijk is van het EG-beleid met nog eens bijna dertig procent toe neemt. De toename van de consumentenmarkt is echter gering, nog geen 15 procent. Dat betekent dat Spanje een land zal zijn dat agrarische produkten naar de EG-markt zal exporteren. Wanneer we dat vergelijken met indertijd de toetreding van Engeland was de situatie voor het land- De kostprijs van de produkten ligt in Spanje erg laag. bouwbeleid heel wat gunsti ger. De consumentenmarkt groeide met vijfenvijftig mil joen personen. Het percentage van de be roepsbevolking werkzaam in de landbouw was laag, de be- drijfsgrootte zeer gunstig en... Engeland was en is een im porteur van agrarische pro dukten. Door de toetreding van Spanje zullen de proble men rond de financiering nog veel groter worden voor het „landbouwfonds". De overschotten voor produkten als wijn-olijfolie, groenten en fruit zullen zeer sterk toene men. En dat in een periode dat de huidige overschotpro- duktie al een grote druk legt op het inkomen van de boer en tuinder. Concurrentie Dat ook boeren en tuinders bang zijn voor de concurren tie vanuit Spanje is vorige week op harde wijze duide lijk gemaakt door boeren en tuinders in Zuid-Frankrijk. Fruittelers en tuinders blok keerden wegen, bliezen vrachtwagens op en in grote steden werden vele tonnen tomaten over de wegen ver spreid. De Franse tuinders, maar hetzelfde geldt ook voor de telers in ons land, kunnen met hun prijzen niet concurreren met de prijs van de Spaanse tomaten bijvoor beeld. Vorige week werd in deze krant al melding ge maakt over de perikelen in Frankrijk en over de Span jaarden die kennelijk in staat zijn tomaten aan te bieden voor 1,40 franc per kilo. De Franse tuinders echter zitten op een kostprijs die het dub bele is. De ongerustheid van tui-.iders en fruittelers is ook wel begrijpelijk. Immers Spanje heeft ongekende mo gelijkheden om de produktie van fruit en groenten uit te breiden, zeker nu het er straks een zeer grote Europe se „thuismarkt" bij kriigt Qua kwantiteit is Spanje het grootste wijnpïoducerende land ter wereld en dat terwijl er in het Europa van de Ne gen al een geweldig wijno verschot is. Nu al produceert Spanje ruim tweeëneenhalf miljoen ton tomaten, per jaar en een 500.000 ton sla. Om maar niet te spreken over de meloenen, perziken en paprika's. Ook de Nederlandse tuinder heeft reden zich ongerust te ma ken. De kostprijs van de pro dukten ligt in Spanje nog veel lager, als gevolg van het lagere loonpeil en vooral om dat de investeringen er veel lager kunnen zijn. Teelt on der plastic is vanwege de kli- Met de toedreding van Spanje krijgt de EG er ruim twee miljoen boeren en tuin ders bij. matologische omstandighe den mogelijk. En nog belang rijker, de zonne-energie kost niets, terwijl onze tuinders zich arm stoken aan aardgas. Nederlandse hulp Ogenschijnlijk is er voor de Nederlandse tuinder het gro te pluspunt van de kwaliteit van de tuinbouwprodukten. De vraag is echter of de con sument die kwaliteit onder kent en bereid blijft daarvoor te betalen. Bovendien de vraag: hoe snel Spanje er in zal slagen de produktie en de kwaliteit van zijn tuinbouw produkten op te voeren. Snel zo mogen we aannemen en dat mede dank zij Neder landse hulp. Toen ir.Braks van 18 tot en met 20 mei zijn collega Lamo de Espinosa in Spanje opzocht zijn daaröver afspraken gemaakt. In een protocol aan het einde van dit bezoek is vastgelegd: een afspraak inzake samenwer king op het gebied van land bouwkundig onderzoek, nauw overleg over economi sche, technische en admini stratieve aspecten, die ver band houden met de toepas sing van de marktordenings regelingen. Daarnaast wordt er in het protocol gesproken over samenwerking op het gebied van landinrichting en bodembescherming. Tenslot te en dat is wellicht de be langrijkste afspraak: techni sche en economische samen werking op het agrarisch ge bied te bevorderen door uit wisseling van deskundigen en overdracht van technolo gische kennis en de bestrij ding van ziekten bij dieren en planten. In overdracht van kennis is de Nederlandse landbouw erg goed. De ken nis om tomaten te telen heb ben we erg goed overge bracht aan bijvoorbeeld de Oostbloklanden (en de indu strie leverde de kassen en warenhuizen). De kennis van onze boeren en tuinders, van instituten kan dan ook snel door Spanje eigen gemaakt worden. Produktie en kwali teit nemen ongetwijfeld snel toe. De enige zij het schrale troost is voor onze boeren (en vooral tuinders) dat na toe treding van Spanje in wel licht 1983, er een overgangs periode zal ziin van zeven tot tien jaar. We kunnen dan langzaam wennen en tijd krijgen om met alle inventi viteit die er bij de tuinbouw is voor de zoveelste keer ons aan te passen aan veranderde marktsituaties.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 9