8 JU
ISUM De Duitsers zijn gek
ilem Ruis, of zoals zij hem in de
lemen: Wiellem Reusch. Zijn eer-
!aken)W moet nog op tv komen, op
éüng^ 15 juli om 20.15 uur op Duits
maar de pers heeft vooraf mo-
lesnoepen van de videoband en
nation de volgende dag in lofliederen
it-Ger|em brengt een frisse wind op de
rtoe of©ven zij. Ook het koppenwerk in
loog er niet om: „Mit Char-
J Zitronen" luidde het, waarbij
ene Z«n werd naar het ongewone ge
en. van 20 kilo citroenen. Weer een
egeniv kop: „Willem waagt alles en
brQok schreef ironisch een journa-
ting eifiHem is beter dan Rudi Carrell
l van Burg samen, omdat zijn
taken!echter is"
edenMRuis: »Nou- daar had die iourna-
n deV* 'n« want m'jn 9r00tste probleem
litqavd overschakeling van Nederlands
zinqer1'^* lk had in die show m'in ant"
scontrP we' k,aar- maar ik dacht nog in
proceider,ands- ^an kom ïe 'n een
jituatie, omdat je ijlings bezig
41 Nederlands om te zetten in het
at klopt dan dikwijls niet. Toen ik
n of evste show op de band terug zag,
van mezelf telkens als ik in de
(rijk^vam. Zoekend naar een slagvaar-
egent^oord in het Duits, zag ik mezelf
rnheid geslagen. Geen woord kon
engen".
lur Truck Branss en producer
keken daar echter doorheen,
i vier shows, die zij contractueel
'illem overeen waren gekomen,
zij er tien, waarvan er in de
toekomst elke maand één zal
uitmal uitgezonden. Zij zagen het hele-
Iten, want, zeiden zij, de volgende
(unnen alleen maar beter worden.
Is intussen van die waarheid over-
vant de tweede show, die ook al
band staat, leverde een prachtig
|kwerk op, omdat alles van een
ikje liep en Willem zijn mondje in
ts roerde alsof die taal hem met
lepel was ingegoten,
e Duitse tv-makers geldt Willem
ontdekking. Dat stelden zij al vast
d en urelen van de KRO. Daar kwamen
ekere dag binnenstappen op zoek
die hun mannetje staan in
iltungsprogramma's. Na rijp be-
5l hun keus op de Mounties en op
i Maxi. Het zou niet gek zijn, zei-
a,s zif Gr een Presentator bijgele-
jj luden krijgen om de nummers aan
_ot*e praten. Bij de KRO kregen zij
met ®®n Ruisshow zien-
daa?nden vielan open van verbazing,
,jnee vlot van de tongriem gesneden
n3acie spelletjes speelde met het pu-
lat zich tot algehele vreugde van
liet ringeloren. Zo iets zochten zij
alle fallem voelde er voor. Een niet on-
perioilijke verruiming van zijn werkter-
ip het) de KRO had geen enkele realen
i van <iem dit buitenlands buitenkansje
bou^unnen.
en-egranns en Emiel Zalud nodigden
uit naar Saarbrücken, waar
vHandische Rundfunk zowel regio
van epgramma's verzorgt als bijdragen
amhdgn het eerste Duitse net, die con-
n9 hlhd moet optornen tegen het Zwei-
Fernsehen op het tweede
iiing Jllem kreeg opdracht een draai-
mak®n voor een „Wiellem
aanbTshow die n°9 vlotter in elkaar
Bteken dan het KRO-voorbeeld.
sten
19 Ruis: „Daar kon ik goed mee uit
len, omdat ik artiesten in de show
halen, die ik het spelletje mee kon
pelen. Ik werk met drie gegevens:
1, de deelnemers en de presenta-
iens dat concept worden in
itieig'
Duitsland ook kwisses uitgezonden. Ik
heb de zaak omgedraaid. Ik heb gezegd:
„Ik ben het spel". Duitse presentatoren
pronken nog steeds in de bekende stijl.
Zij reiken de vragen aan en maken daar
tussendoor een grapje. Zij blijven vorme
lijk, op enige afstand van hun publiek en
hun deelnemers".
„Ik gooi mezelf er helemaal In. Ik ontferm
me over de kandidaten. Bij mij zie je de
deelnemers zich niet het hoofd suf pein
zen voor het antwoord op een vraag. Zo
krijgt mijn kwis het karakter van een ont
moeting met aan elkaar gewaagde men
sen. De kwissers trekken zich aan mij op,
spelen het spel mee, niet direct om wat
te winnen, want zelfs als ze verliezen ke
ren ze nog lachend naar hun plaats te
rug. Zij voelen zich mensen die hebben
meegeholpen een stuk tv te maken. Dat
streelt hun gevoel voor eigenwaarde. In
mijn Duitse shows komt het kwis-element
heel onnadrukkelijk voor. Eigenlijk zon
der vraagstelling. Maar de verrassing zit
eme^
vb,
•ken*
q
lingel
neni,
en vi
uw
er volop in, bijvoorbeeld In de manier
waarop ik de deelnemers uitkies".
„Ik vraag wie in het bezit is van ein rohes
Ei, of een wekker, een tandenborstel, een
aardappel of twee zakdoeken. Die bena
dering is volstrekt nieuw voor Duitsland.
Er zijn mensen die denken, dat het door
gestoken kaart is, dat ik er tevoren voor
zorg, dat er mensen bij zijn die iets der
gelijks in hun zak hebben. Laat men dat o
maar denken. Daar trek ik me niks van o
aan. De mensen weten dat ze iets mee o
moeten brengen. En zo heeft iedereen 0
wel wat. Men acht zich de gelukkige als
het klopt wat ik vraag. Ze voelen zich dan
voor de helft al winnaar, vooral toen ik
een keer vroeg naar de bezitter van een
gele kaart. De zaal reageert op dit soort
dingen met hilariteit. Dat betekent de
helft van het succes van de show".
„Het Duitse publiek heeft iets dergelijks
op zijn eigen tv nog nooit meegemaakt.
Nu hebben ze de mogelijkheid zich direct
te uiten. Niet langer dat stijve, stugge ge
doe op de buis. Ik ben uit op de twee
eenheid van zaal en presentator. Carrell
deed dat ook al. Die is waanzinnig popu
lair in Duitsland. Toch kun je mij niet met
hem vergelijken. Ik werk anders, al be
wonder ik zijn vakmanschap, ik ben van
een andere generatie. Ik beschik over
een jeugdiger elan. Dat voelen de men
sen. Daarom kan ik verder gaan in vlot
heid. Geven de mensen zich ook gemak
kelijker gewonnen. Ik noem de mensen
direct bij hun voornaam, die ze op een
kaartje op hun borst dragen., Ik zeg ook
„je" en „jou". Alleen tegen oudere men
sen zeg ik in het begin „u", maar die
voelen zich dan snel gediscrimineerd als
ik dat te lang vol hou".
„Op die manier overschrijd je een barriè
re. Je haalt de remmingen ermee uit je
show. Alles gaat lekker soepel lopen,
omdat de mensen plezier hebben in die
benadering, zichzelf het gevoel gunnen,
dat ze voor honderd procent bij alles be
trokken worden. Bij mij kunnen de men
sen zich uitleven. Dat is nog nooit in die
mate vertoond op de Duitse televisie. Je
ziet het de Duitse kwismasters ook niet
nadoen. Ik denk dat dat met je achter
grond te maken heeft, een kwestie van
opvoeding, van huis-uit, die in Duitsland
waarschijnlijk meer discipline bevat. Je
hebt het of je hebt het niet".
„Dat die lossere werkwijze op den duur
zal leiden tot een verandering in het tv-
wezen staat voor mij als een paal boven
water. Dat is nu trouwens al langzaam
merkbaar. Er wordt meer op tempo ge
werkt. In het begin hadden de regisseur
en ik daar moeite mee. Er zaten onder
delen in het programma, waar wij vraag
tekens achter geplaatst hadden. Dat zijn
intussen uitroeptekens geworden. In mijn
eerste show draag ik niet alleen aan het
lijf een kostuum, maar ook een over de
arm. Ik vraag aan een vrouw welk pak zij
mooier vindt. Zij kiest voor het pak in
mijn hand. Ik antwoord haar, dat ik het
daar niet mee eens ben, dat mijn moeder
juist dat pak voor mij heeft gekocht en
dat ik zelf een betere keus heb gedaan
en dat dat het pak is dat ik op het lijf
draag".
„Zo ontstaat er een gesprek over of die
vrouw normaal mee gaat om voor haar
man een pak te kopen. Dan stappen we
op een man af en vragen hem of hij zijn
pak alleen heeft gekocht. De man zegt ja.
„Dat kun je wel zien", zeg ik dan. Het
lijkt wel of ik de mensen daarmee in de
maling neem, maar eigenlijk ben ik bezig
o scènes uit het leven te spelen. Die dingen
O gebeuren in elk huwelijk. En die herkent
men in de huiskamer. Daar krijg je dis
cussie over".
„In de tweede show kom ik op met in de
ene hand een Marklin-locomotief en in
de andere een fraai collier. Beide kosten
vijfhonderd mark. Ik vertel, dat ik vijfhon
derd mark heb gespaard, dat ik er die lo
comotief van heb gekocht, omdat ik die
als kind al wilde hebben. Ik had er na
tuurlijk voor mijn vrouw ook een collier
voor kunnen kopen. „Wat zou u doen?",
vraag ik aan een man. Die antwoordt, dat
hij die trein gekocht zou hebben. Zijn
vrouw krijgt van mij dan dat collier, om
dat zij dat anders nooit gekregen zou
hebben".
„Ik vertel het nu maar eenvoudig, maar
dit soort spelletjes voer ik nog heel veel
verder door. Er zijn er die zeggen, dat ik
de mensen voor de gek hou. Dan vraag
ik: wat is dat eigenlijk voor de gek hou
den? Het is en blijft een spel met aan
knopingspunten in de werkelijkheid. Dat
boeit de mensen altijd. Ik laat dit alle
maal in een razend tempo gebeuren,
waarbij van tijd tot tijd de Mounties of
Mini en Maxi te voorschijn komen om er
in een sketch op te reageren, een paro
die van te geven".
„Een vrouw miste als prijs een wasma
chine. Dat was sneu voor die vrouw. Dan
ga ik niet bij de pakken neerzitten, maar
ga ik dat verlies vieren. Ik laat een dertig-
delig kristalservies aanrukken, haal de
Mounties er bij en laat de glazen vol
champagne gieten. Ik maak er een party
van, waarbij de mensen in de zaal ook
aan het nippen slaan. Er ontstaat een
feestje, dat uitmondt in weer een ander
spelletje. De Mounties zorgen daarbij
voor een gezellig sfeertje. Het grijpt alle
maal in elkaar".
„De mensen kunnen niet alleen prijzen
winnen, maar ook geld, dat wil zeggen
een „Wiellem". Dat is een muntstuk met
een inleveringswaarde van tien mark,
waarop in caricatuur mijn beeltenis voor
komt. Die mag men houden of kan men
bij ons inwisselen. Het is zelfs niet onmo
gelijk, dat er buiten de studio een ruil
handel in ontstaat, een soort souvenirs,
die waard worden wat een gek ervoor
geeft. Daaraan kun je te zijner tijd moge
lijk mijn populariteit afmeten".
Kiss-master
Het ligt daarbij voor de hand dat Willen
tijdens de show naar hartelust wat Duitse
dames kust. Hij is nog steeds de enige
kwismaster die ook als kiss-master wordt
omschreven. Hij doet dat even spontaan
als stijlvol, overrompelend ook. De vrou
wen laten het zich daarom graag welge
vallen. Dat hij goed ligt bij het kijkpubliek
bewijzen de brieven, een stuk of 150
maandelijks. Met een heel enkele keer
een scheldkanonnade erbij. Die laat hij
voor wat die waard is. De rest krijgt alle
maal antwoord.
Nadelen van zijn populariteit kent hij ei
genlijk niet. Of het moet die fotograaf zijn
die drie dagen bij hem thuis in het struik
gewas heeft gezeten om zijn vrouw en
drie schoolgaande kinderen te kieken,
die hij elke dag haalt en brengt van en
naar school. Die man heeft hij onder zijn
neus gewreven dat hij schadevergoeding
zal eisen, wanneer er een foto waar dan
ook in geplaatst zal worden. Willem zegt,
dat zijn kinderen zelf moeten weten of zij
gefotografeerd willen worden als zij vol
wassen zijn. Voordien waakt vader Wil
lem over hun privacy. Hij staat daarin
sterk nadat een rechter onlangs een ge
vraagde schadevergoeding aan een be
kende tv-figuur toekende.
Sinds hij met Marlous Fluitsma in „Pleis
terkade" verscheen en met Martine Bijl
In een sketch, weet men dat Willem ook
acteren kan. Net als Rutger Hauer stond
hij op de nominatie voor een rol in de
fHm „Grijpstra en De Gier". Hij had dit
graag gedaan, maar Rutger genoot de
voorkeur. Toen kwam de vraag op voor
een rol in „Adriaan en Olivier" naar de
roman van Leonard Huizinga. Voor deze
rol heeft hij helaas geen tijd, zo het er al
van mocht komen. Hij is ook gevraagd
voor een rol in een Duits tv-krimi-spel.
Als het script hem bevalt, zegt hij er wel
in te zullen trappen, ook al omdat dat
soort tv-werk in Duitsland er kwalitatief
uitstekend uitziet.
Hij bestrijdt, dat hij voor de Nederlandse
tv verloren is. Voor het komende seizoen
prijkt er alweer het nodige Ruis-werk op
het KRO-programnma en zijn „Kleine
Willem Ruis Show" met zakelijke sponso
ring in de zalen staat voor de komende
winter ook weer 60 70 keer op de
speellijst. In ons land bepalen de kijkcij
fers of het publiek hem wenst. Maar er
bestaan voor het seizoen 1981-1982 al
principe-afspraken met de KRO. Uitein
delijk maakt het publiek uit of het hem
hier lang zal zien.
Bananen
In Duitsland verwacht Willem kritiek op
de grote prijzen, de afwasmachines, de
stereotorens, de reizen naar Ceylon en
wat dies meer zij, de welbekende con
sumptie-artikelen. Daartegenover staat,
dat Willem ook met schertsprijzen voor
de dag komt, 50 kilo bananen of een
paar pantoffels. Die zijn bedoeld om de
spanning tegelijk met een lach er in te
houden. Daar is het hele optreden van
Willem op gericht.
In zijn Duitse shows zet hij voor de afwis
seling een trompet aan zijn mond en
speelt in play back „Oh, mein Papa". Hij
nodigt mensen uit voor een dans, maakt
daar een complete vertoning van en
voert even gemakkelijk met iemand uit
het publiek een stuk dilettantentoneel op.
Volgens Willem bestaan er meer mensen
dan we denken die graag op het toneel
iets van zichzelf willen laten zien, die dro
men van een fraaie rol. Zij komen er nor
maal niet toe, zitten ook met planken
koorts, totdat een vlotte man hen be
vrijdt van hun schroom en het met hen
aandurft er iets moois van te maken.
Door zijn optreden maakt Willem bij zijn
publiek geheime roerselen los. Zo doet
hij voortdurend dingen die ze niet van
hem verwachten, in zijn Duitse shows
heeft hij gemerkt, dat hij zelfs geneigd is
te veel van zichzelf te geven.
Willem: „Dat heeft er direct mee te ma
ken, dat mijn Duits niet volmaakt is. Op
de vloer met het studiopersoneel heb ik
daar geen moeite mee. Het wordt pas
moeilijk als je gevat moet gaan reageren.
Ik vind dat een hele opgave. Het gaat om
het overschakelen van het Nederlands
naar het Duits. In de tweede show ging
dat een stuk beter dan in de eerste. Ik
zing bijvoorbeeld een Duits lied, waarbij
ik me nauwgezet aan de tekst moet hou
den, maar dan wel met tegelijk een paar
losse opmerkingen ertussen door. Die
kreeg ik slechts met de grootste proble
men uit mijn mond. Daar heb ik mezelf
helemaal in staan geven. Dat roept een
stuk spanning op, waar je op een zeker
ogenblik niet meer tegen bestand bent.
Toch moet je doorgaan. Dat werkt als
een volledige stress".
„Je bent trouwens al wat vermoeid als je
aan je show begint. In Nederland kennen
de mensen op de vloer mij, de mensen
van de techniek om je heen. Je bent ge
wend met hen te werken. Dat onbekende
Duitse personeel moet je alles weer uit
leggen en er bovendien oog op houden
of het allemaal naar wens verloopt. Ik
heb nog nooit zo hard gewerkt als daar
in Saarbrücken. Onder grote druk bo
vendien. Wat me daarbij op de been
houdt is dat ik weet wat ik kan. Dat ik
daar zelf voor gekozen heb. En dat ik
waar moet maken wat ik heb afgespro
ken en mezelf heb voorgenomen".
„Voor onzekerheid mag er geen plaats
zijn, al heeft die mij wel besprongen. Ge
lukkig was ik bij de regisseur In goede
handen. Die sprak over de charme van
'mijn fouten. Ook dat komt bij het publiek
over en neemt hen voor je in. Ik bereik
het publiek overigens liever met grappen.
Als je een deelnemer aan het lachen
krijgt, zit je al voor veertig procent goed
met de zaal, zo is mijn redenering. En als
je de zaal om een grap aan het lachen
krijgt, kom je aan tachtig procent good
will. En zo probeer je langzaam de zaal
voor je in te nemen".
„Dat lukte me in de tweede show zo
goed, dat ik durf te beweren, dat die
staat als een huis. Ik zie er nog wel fou
ten in, maar die steekt intelligent in el
kaar, omdat de onderdelen daarvan zo
mooi op elkaar aansluiten. Daar ben ik
de Mounties bovendien erg dankbaar
voor en ook Mini en Maxi. Die hebben
mij over mijn frustraties heen geholpen,
die tijdens de opnamen dreigend aanwe
zig waren en die er onder andere toe
leidden, dat ik een heel raar Duits taaltje
begon te praten. Om hierin te voorzien
ben ik Duitse boeken gaan lezen, vooral
de verhalen van Dürrematt boeien mij
zeer. Ik hou erg van lezen, maar in dit ge
val doe ik het toch vooral om mijn Duits
bij te spijkeren, zodat ik in die taal leer
denken. Er zitten in die taal ook gramma
ticale vallen. Die probeer ik voor te zijn
door privélessen te nemen van een leraar
Duits. Ook daardoor ben ik me in de
Duitse studio's zekerder gaan voelen,
kon ik ook zelf vaststellen, dat het steeds
beter ging en dat ik op sommige momen
ten Duits spreek met een vlotheid als ik
zelf tevoren niet had durven dromen".
„Het gaat er nu nog om hoe het Duitse
publiek zal reageren. Mijn Duitse op
drachtgevers zien het wel zitten. Ik wacht
dat liever nog even af. Ik heb wel het ge
voel, dat ik de goede formule te pakken
heb. Als die zo ijzersterk is als ik denk,
dan kan die nog jaren mee. Dat moet
dan vooral te danken zijn aan de inge
bouwde verrassingen. Maar voortdurend
blijft het een eis, als je jezelf helemaal
waar moet maken in de omgang met
mensen, in beweging te blijven, te probe
ren mensen in je zak te steken, al klinkt
dat laatste wat oneerbiedig. En praat met
mij niet over de toekomst, over hoe lang
dit alles vol te houden is. Of het publiek
je accepteert, hangt van zoveel factoren
af, dat ik daar niet op vooruit durf te lo
pen".
„Ik zeg wel eens: mijn toekomst duurt
precies één week. Maar de komende ze
ven weken ben ik met mijn gezin op va
kantie in Spanje".
TON OLIEMULLER